Verordening op de heffing en de invordering van leges Uitgeest 2023

De raad van de gemeente Uitgeest:

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 november 2022;

 

gelezen het advies van de commissie SAZ d.d. 1 december 2022;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges Uitgeest 2023

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ‘dag’: de periode van 00.00 tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ‘week’: een aangesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ‘maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag;

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

    een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    het raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers door ambtenaren, in de uitoefening van hun functie;

  • b.

    voor een bewijs van in leven zijn dat wordt afgegeven met het oog op deelneming in of uitkering uit een bedrijfspensioenfonds als bedoeld in de Pensioen- en Spaarfondsenwet gevestigd in het Koninkrijk der Nederlanden en Suriname, ten behoeve van deelnemers van een zodanig fonds;

  • c.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • d.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • e.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).

Artikel 5 Maatstaven en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overige in dit artikel bepaalde.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 8 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 9 Overgangsrecht

De Legesverordening Uitgeest 2022 en de bijbehorende legestarieventabel worden ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2.

    De datum van de ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening Uitgeest 2023’.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Uitgeest in de openbare raadsvergadering van donderdag 15 december 2022.

Nathalie Meesters-van Luijk

griffier

Sebastiaan M. Nieuwland

voorzitter

Bijlage 1 Legestarieventabel behorend bij de Legesverordening Uitgeest 2023

 

 

Legestarieventabel behorend bij de Legesverordening Uitgeest 2023

Rijkstarieven aangeduid met *

tarief 2023

Titel 1

Algemene dienstverlening

 

 

Hoofdstuk 1

Burgerlijke stand

 

 

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op:

 

 

1.1.1.1

dinsdag om 9.00 uur en 9.30 uur in het gemeentehuis

 

kosteloos

1.1.1.2

maandag tot en met vrijdag van 9:30 uur tot 16:30 uur:

 

 

1.1.1.2.1

in het gemeentehuis

 

€ 267,00

1.1.1.2.2

in het Regthuys

 

€ 563,20

1.1.1.2.3

overige locaties

 

€ 210,40

1.1.1.3

op de overige dagen en tijden:

 

 

1.1.1.3.1

in het Regthuys

 

€ 673,80

1.1.1.3.2

overige locaties

 

€ 210,40

1.1.1.4

Het tarief bedraagt voor het opmaken van een akte van omzetting in de spreekkamer van de afdeling Burgerzaken:

 

€ 60,60

1.1.1.5

Het tarief bedraagt voor de inzet van een ambtenaar van de burgerlijke stand:

 

€ 181,40

1.1.2

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

 

1.1.2.1

een trouwboekje of partnerschapboekje

 

€ 34,30

1.1.3

het tarief bedraagt, voor het benoemen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand:

 

 

1.1.3.1

als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden

 

€ 30,00

1.1.3.2

als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden

 

€ 155,20

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het verzorgen van getuigen van gemeentewege bij de huwelijksvoltrekking of de sluiting van een geregistreerd partnerschap, per getuige:

 

€ 60,70

1.1.5

Indien het voorgenomen huwelijk binnen één maand wordt geannuleerd onder een verschoonbare reden, worden de leges als onder 1.1.1.2 en 1.1.1.3 gerestitueerd.

 

 

1.1.6

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 *

 

Hoofdstuk 2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

 

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

 

1.2.1.1

van een nationaal paspoort:

 

 

1.2.1.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

*

 

1.2.1.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

*

 

1.2.1.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.2.1.1 (zakenpaspoort):

 

 

1.2.1.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

*

 

1.2.1.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

*

 

1.2.1.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

 

1.2.1.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

*

 

1.2.1.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

*

 

1.2.1.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

*

 

1.2.1.5

van een (vervangende) Nederlandse identiteitskaart:

 

 

1.2.1.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

*

 

1.2.1.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

*

 

1.2.1.6

voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.1.5.3 genoemd document, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

*

 

Hoofdstuk 3

Rijbewijzen

 

 

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.3.1.1

tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: het tarief, zoals dat is opgenomen in het Reglement rijbewijzen artikel 104b vermeerderd met het rijkskostendeel (het bedrag dat de gemeenten moeten afdragen aan de Dienst Wegverkeer als vergoeding van de productiekosten van het rijbewijs)

*

 

1.3.2

Het legesbedrag genoemd in onderdeel 1.3.1.1 wordt bij een spoedlevering verhoogd met het bedrag conform de door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde RDW-rijbewijstarieven zoals deze gelden op het moment van de aanvraag.

*

 

Hoofdstuk 4

Verstrekkingen uit de Basisregistratie Personen

 

 

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon waarvoor de Basisregistratie Personen moet worden geraadpleegd.

 

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

 

€ 9,90

1.4.2.2

via de elektronische weg: per verstrekking

 

€ 9,90

1.4.2.3

een volledige persoonslijst Basisregistratie Personen, niet zijnde het eerste verzoek, uitsluitend op verzoek van betrokkene of gezaghebbende

 

€ 16,90

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.3 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de Basisregistratie Personen.

 

 

1.4.3.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.4.3.2

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

 

€ 9,90

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van of maken van een selectie uit de basisregistratie Personen, voor ieder daaraan besteed kwartier:

 

€ 27,10

Hoofdstuk 5

Vervallen

 

 

Hoofdstuk 6

Vervallen

 

 

Hoofdstuk 7

Bestuursstukken

 

 

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

 

1.7.1.1

Een exemplaar van de programmabegroting

 

€ 66,50

1.7.1.2

Een exemplaar van de programmarekening

 

€ 24,20

1.7.1.3

Een exemplaar van de productenraming

 

€ 66,50

1.7.1.4

Een exemplaar van de productenrekening

 

€ 24,40

1.7.1.5

Een exemplaar van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

 

€ 28,80

1.7.1.6

Een exemplaar van de Bouwverordening

 

€ 57,70

1.7.1.7

Een exemplaar van de bij de Bouwverordening behorende nadere regelen

 

€ 57,70

1.7.1.8

Een exemplaar van een Belastingverordening

 

€ 10,80

1.7.2

Het tarief bedraagt:

 

 

1.7.2.1

ter zake van het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar voor de raadsagenda en de daarbij behorende stukken

 

 

1.7.2.1.1

a. indien ze worden afgehaald

 

€ 45,40

1.7.2.1.2

b. indien ze worden verzonden

 

€ 136,10

1.7.2.2

indien een abonnement als bedoeld onder 1.7.2.1 wordt afgesloten in de loop van een kalenderjaar, wordt het tarief voor het resterende gedeelte van het kalenderjaar vastgesteld op zoveel twaalfde gedeelten van het tarief als er nog volle kalendermaanden in het kalenderjaar resteren.

 

 

1.7.2.3

Ter zake van het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar voor de openbare besluitenlijst van het College van Burgemeester en Wethouders:

 

 

1.7.2.3.1

indien ze worden afgehaald

 

€ 204,30

1.7.2.3.2

indien ze worden verstuurd

 

€ 252,50

1.7.2.4

Het tarief bedraagt ter zake van het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op alle stukken van een raadscommissie, per raadscommissie

 

 

1.7.2.4.1

a. indien ze worden afgehaald

 

€ 45,40

1.7.2.4.2

b. indien ze worden verstuurd

 

€ 136,10

Hoofdstuk 8

Vastgoedinformatie

 

 

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.8.1.1

tot het verstrekken van een verklaring dat volgens de in de gemeentelijke beperkingenregistratie opgenomen gegevens geen publiekrechtelijke beperking van kracht is ten aanzien van de daarbij aangegeven onroerende zaak of zaken bedraagt

 

€ 14,10

1.8.1.2

voor het verstrekken van een afdruk uit het beperkingenregister, per bedrukte bladzijde of een gedeelte ervan, bedraagt

 

€ 0,30

1.8.1.3

Het tarief voor het op verzoek verstrekken van informatie over publiekrechtelijke beperkingen, waarbij raadpleging van Kadaster-on-Line noodzakelijk is, bedraagt:

 

 

1.8.1.3.1

a. de door het Kadaster jaarlijks vastgestelde legeskosten

 

 

1.8.1.3.2

b. met een toeslag per kwartier of een gedeelte hiervan voor het verstrekken van informatie uit en over gemeentelijke beperkingen

 

€ 30,00

1.8.1.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek om toelichting op het ter inzage verleende dossier per kwartier of een gedeelte hiervan:

 

€ 30,00

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

 

 

1.8.2.1

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object

 

€ 26,80

Hoofdstuk 9

Overige publiekszaken

 

 

1.9.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.9.1.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag: het maximum (wettelijk) tarief zoals vastgesteld door het Ministerie van Justitie en Veiligheid

*

 

1.9.1.2

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

 

€ 9,85

1.9.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om naturalisatie gelden de tarieven zoals deze zijn opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002.

 

 

1.9.2.1

naturalisatie enkelvoudig standaard

*

 

1.9.2.2

naturalisatie enkelvoudig verlaagd

*

 

1.9.2.3

naturalisatie gemeenschappelijk standaard

*

 

1.9.2.4

naturalisatie gemeenschappelijk verlaagd

*

 

1.9.2.5

mede naturaliserend minderjarig kind

*

 

1.9.3

Voor het in behandeling nemen van een optie gelden de tarieven zoals deze zijn opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002.

 

 

1.9.3.1

optie enkelvoudig

*

 

1.9.3.2

gemeenschappelijke optie

*

 

1.9.3.3

mede opterend minderjarig kind

*

 

Hoofdstuk 10

Gemeentearchief

 

 

1.10.1

Het tarief bedraagt:

 

 

1.10.1.1

voor het doen van nasporingen, ongeacht het resultaat, in de in het gemeentearchief berustende stukken door een ambtenaar per kwartier of gedeelte daarvan

 

€ 30,10

Hoofdstuk 11

Huisvestingswet 2014

 

 

1.11.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.11.1.1

tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning, als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Huisvestingswet

 

€ 78,90

Hoofdstuk 12

Leegstandwet

 

 

1.12.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.12.1.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

 

€ 78,90

Hoofdstuk 13

Vervallen

 

 

Hoofdstuk 14

Vervallen

 

 

Hoofdstuk 15

Winkeltijdenwet

 

 

1.15.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.15.1.1

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

 

€ 78,90

1.15.1.2

tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.15.1.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

 

€ 78,90

1.15.1.3

tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.15.1.1 bedoelde ontheffing

 

€ 78,90

Hoofdstuk 16

Kansspelen

 

 

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

 

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000

*

 

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer speelautomaten:

 

 

1.16.1.2.1

voor de eerste speelautomaat: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000

*

 

1.16.1.2.2

plus voor iedere volgende speelautomaat: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000

*

 

1.16.1.3

voor één speelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000

*

 

1.16.1.4

voor twee of meer speelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de:

 

 

1.16.1.4.1

eerste speelautomaat: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000

*

 

1.16.1.4.2

plus voor iedere volgende speelautomaat: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000

*

 

1.16.1.5

Indien de in 1.16.1 bedoelde vergunning geldt voor een tijdvak korter dan 12 maanden, of langer dan 12 maanden, maar niet langer dan vier jaren, is het onder 1.16.1 bepaalde van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de betreffende bedragen van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden

 

 

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

 

€ 78,90

Hoofdstuk 17

Kabels en Leidingen

 

 

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden:

 

 

1.17.1.1

indien het betreft tracés van 25-250 m¹

 

€ 557,40

1.17.1.2

indien het betreft tracés van 250-1000 m¹

 

€ 789,00

1.17.1.3

indien het betreft tracés van 1000-2500 m¹

 

€ 1068,00

1.17.1.4

Het tarief ingevolge artikel 1.17.1 wordt, indien het betreft tracés vanaf 2500 m¹, berekend aan de hand van de begroting.

 

 

1.17.3

Indien een begroting als bedoeld in 1.17.1.4 is uitgebracht, wordt een aanvraag pas in behandeling genomen nadat de uitgebrachte begroting is geaccordeerd.

 

 

1.17.4

Het tarief bedraagt:

 

 

1.17.4.1

indien het betreft het in behandeling nemen van een graafmelding tot 25 m¹:

 

€ 125,00

1.17.5

indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente en de netbeheerder of de gemeente, andere beheerders van openbare gronden en de netbeheerder, wordt het in 1.17.1 genoemde bedrag per overleg verhoogd met:

 

€ 578,60

1.17.6

Indien met betrekking tot een aanvraag onderzoek naar de status van de kabel en/of leiding plaatsvindt, wordt het in 1.17.1 genoemde tarief verhoogd met de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de netbeheerder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

 

1.17.7

Indien een begroting als bedoeld in 1.17.6 is uitgebracht, wordt een aanvraag pas in behandeling genomen nadat de uitgebrachte begroting is geaccordeerd.

 

 

Hoofdstuk 18

Verkeer en vervoer

 

 

1.18.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een:

 

 

1.18.1.1

ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

 

€ 95,30

1.18.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

 

1.18.2.1

een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), in geval van een eerste aanvraag

 

€ 140,00

1.18.2.2

in geval van een aanvrage van een duplicaat

 

€ 46,10

1.18.2.3

in geval van een aanvrage in verband met het verlopen van de termijn van vijf jaar, aansluitend aan deze termijn van vijf jaren

 

€ 50,70

1.18.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het inrichten van een individuele gehandicaptenparkeerplaats:

 

 

1.18.3.1

ter zake van de aanleg van een individuele gehandicaptenparkeerplaats de feitelijke kosten, te weten aan materiaal- en arbeidskosten, die op verzoek van de aanvrager vooraf indicatief worden begroot - vermeerderd met 16,5% administratie- en toezicht kosten.

 

 

1.18.3.2

voor het plaatsen van een bord als bedoeld onder E6 Bijlage 1 bij het RVV1990, inclusief onderbord

 

€ 307,60

Hoofdstuk 19

Diversen

 

 

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

 

1.19.1.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

 

€ 25,80

1.19.1.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen als drempelbijdrage

 

€ 6,65

1.19.1.3

vermeerderd per pagina van het formaat A4 en kleiner met

 

€ 0,30

1.19.1.4

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

 

€ 78,90

1.19.1.5

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per stuk

 

€ 38,30

1.19.1.6

kaarten en tekeningen al dan niet bedoeld bij de 1.19.1 genoemde stukken, dan wel fotokopieën of lichtdrukken daarvan, een en ander voor zover deze stukken elders in deze tabel, of in een andere verordening van deze gemeente niet afzonderlijk zijn genoemd per kaart, tekening, lichtdruk of kopie

 

€ 7,25

1.19.1.7

a. elke aanvraag als drempelbijdrage

 

 

1.19.1.8

b. per pagina in formaat A0

 

€ 19,60

1.19.1.9

c. per pagina in formaat A1

 

€ 14,30

1.19.1.10

d. per pagina in formaat A2

 

€ 12,80

1.19.1.11

e. per pagina in formaat A3

 

€ 0,60

1.19.1.12

f. per pagina in formaat A4

 

€ 0,25

1.19.1.13

voor het inscannen en digitaal verzenden van stukken wordt een tarief per kwartier berekend overeenkomstig artikel 1.10.1.1 van deze tarieventabel

 

€ 30,10

 

Overige (APV) vergunningen / ontheffingen

 

 

1.19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

 

1.19.2.1

een collectevergunning als bedoeld in artikel 5.13 van de APV

 

€ 76,60

 

Overige teruggaaf leges

 

 

1.19.3

Indien de aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning niet-ontvankelijk (op basis van artikel 4:5 Awb) wordt verklaard, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

50,00%

Titel 2

Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning

 

 

Hoofdstuk 1

Begripsomschrijvingen

 

 

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

 

2.1.1.1

aanlegkosten:

 

 

 

de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012, zie bijlage 2 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

 

 

2.1.1.2

bouwkosten:

 

 

 

de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012, zie bijlage 2 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

 

 

2.1.1.3

Wabo : Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

 

Hoofdstuk 2

Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

 

 

2.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

2.2.1.1

tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is

 

€ 216,50

2.2.1.2

tot het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning

 

€ 216,50

2.2.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1 wordt het tarief verhoogd, indien voor de beoordeling een advies noodzakelijk is van de adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit voor het uiterlijk van het bouwwerk:

 

 

2.2.2.1

indien de bouwkosten niet meer dan € 50.000 bedragen:

 

€ 50,00

2.2.2.2

indien de bouwkosten meer dan € 50.000 bedragen en minder dan

€ 500.000:

 

€ 120,00

2.2.2.3

indien de bouwkosten meer dan € 500.000 bedragen:

 

€ 240,00

2.2.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1 worden, indien voor de beoordeling een advies noodzakelijk is van de agrarische beoordelingscommissie, de kosten conform artikel 2.3.1.3 e.v. in rekening gebracht.

 

 

2.2.4

Indien bij een andere, niet genoemde adviesinstantie en niet zijnde een adviesinstantie voor monumenten advies moet worden ingewonnen wordt een bedrag in rekening gebracht dat gelijk is aan het tarief dat de betreffende instantie ter zake aan de gemeente in rekening brengt.

 

 

2.2.5

Indien in het kader van dit vooroverleg een beoordeling nodig is door de Veiligheidsregio Kennemerland wordt een tarief in rekening gebracht van:

 

€ 190,20

Hoofdstuk 3

Omgevingsvergunning

 

 

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 4.500 bedragen:

 

€ 132,60

 

vermeerderd met € 6,20 per iedere € 100

 

 

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 4.500 tot en met € 113.000 bedragen:

 

€ 411,60

 

vermeerderd met € 4,75 per iedere € 100 boven € 4.500

 

 

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten meer dan € 113.000 bedragen:

 

€ 5.565,00

 

vermeerderd met € 2,70 per iedere € 100 boven € 113.000

 

 

2.3.1.1.4

Indien de bouwkosten uitsluitend betrekking hebben op het plaatsen van één warmtepomp ten behoeve van een woning, waarbij geldt:

- dat de warmtepomp wordt geplaatst bij een bestaande woning en

- de aanvraag is gedaan door of namens een particuliere woningbezitter en

- het betreft de plaatsing van een warmtepomp in de brede zin bedoeld en

– de aanvraag voor uitsluitend de plaatsing van een warmtepomp is gedaan

 

€ 132,60

 

Welstandstoets

 

 

2.3.1.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor toetsing aan de welstandscriteria, indien het een aanvraag om een omgevingsvergunning betreft en hiervoor het advies van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit moet worden ingewonnen, wordt de verschuldigde leges berekend overeenkomstig de uitgangspunten zoals die door MOOI Noord-Holland adviseurs omgevingskwaliteit voor de berekening van de tarieven voor welstandsadviezen zijn vastgesteld, of zoals deze laatstelijk zijn vervangen of gewijzigd (zie Bijlage I).

 

 

 

Verplicht advies agrarische commissie

 

 

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld, het bedrag dat de Agrarische beoordelingscommissie de gemeente ter zake in rekening brengt.

 

 

 

Achteraf ingediende aanvraag (legalisatie)

 

 

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

 

10%

2.3.1.4.1

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges met een maximum van € 1.000,00;

 

 

2.3.1.4.2

en met een minimum van € 125,00.

 

 

 

Beoordeling aanvullende gegevens

 

 

2.3.1.5

(vervallen)

 

 

 

Advies landschappelijke waarden en/of cultuurhistorie

 

 

2.3.1.6

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief dat nodig is voor een advies inzake landschappelijke waarde en/of cultuurhistorie het door de externe organisatie aan de gemeente in rekening gebrachte bedrag/bedragen.

 

 

 

Aanlegactiviteiten

 

 

2.3.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief

 

€ 394,20

 

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

 

2.3.3

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)

 

€ 95,00

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking)

 

€ 196,90

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)

 

€ 4.353,00

2.3.3.4

(vervallen)

 

 

2.3.3.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

 

€ 1.244,00

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

 

€ 1.244,00

2.3.3.7

(vervallen)

 

 

2.3.3.8

Het tarief voor het doen van een aanvraag bij een ander overheidsorgaan voor het verstrekken van een ontheffing, vergunning, verklaring of een andere toestemming ten behoeve van de in deze titel genoemde aanvragen, voor zover deze kosten niet zijn verhaald op een andere wijze, worden volledig doorbelast.

 

 

 

 

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

 

2.3.4

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)

 

€ 95,00

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 2º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking)

 

€ 196,90

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)

 

€ 4.353,00

2.3.4.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)

 

€ 95,00

2.3.4.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving)

 

€ 1.244,00

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving)

 

€ 1.244,00

2.3.4.7

indien de aanvraag valt onder artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)

 

€ 309,10

 

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

 

2.3.5

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

2.3.5.1

Indien het gebruiksoppervlak 0 t/m 100 m2 bedraagt

 

€ 952,90

2.3.5.2

Indien het gebruiksoppervlak 101 t/m 500 m2 bedraagt

 

€ 745,70

2.3.5.3

Vermeerderd met € 1,60 per m2 gebruiksoppervlak;

 

 

2.3.5.4

Indien het gebruiksoppervlak 501 t/m 2.000 m2 bedraagt

 

€ 1.414,00

2.3.5.5

Vermeerderd met € 0,55 per m2 gebruiksoppervlak;

 

 

2.3.5.6

Indien het gebruiksoppervlak 2001 t/m 5.000 m2 bedraagt

 

€ 2.577,00

2.3.5.7

Vermeerderd met € 0,13 per m2 gebruiksoppervlak;

 

 

2.3.5.8

Indien het gebruiksoppervlak 5001 t/m 50.000 m2 bedraagt

 

€ 3.230,00

2.3.5.9

Vermeerderd met € 0,03 per m2 gebruiksoppervlak;

 

 

2.3.5.10

Indien het gebruiksoppervlak meer dan 50.000 m2 bedraagt

 

€ 4.789,00

2.3.5.11

Vermeerderd met € 0,01 per m2 gebruiksoppervlak;

 

 

2.3.5.12

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo en betrekking heeft op wijziging dan wel uitbreiding van een omgevingsvergunning bedraagt het tarief:

 

 

2.3.5.12.1

indien het betreft een uitbreiding van de inrichting, met dien verstande dat de uitbreiding tenminste 10% van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat: de leges vermeld onder 2.3.5.1 t/m 2.3.5.11 met dien verstande dat de verhoging uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding;

 

 

2.3.5.12.2

Indien het betreft een herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van de gehele inrichting dan wel een deel van de inrichting, met dien verstande dat deze herindeling tenminste 10% van de gebruiksoppervlakte beslaat: 50% van de leges vermeld onder 2.3.5.1 t/m 2.3.5.11 met dien verstande dat de verhoging uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de herindeling, interne verbouwing of het gewijzigd gebruik.

 

 

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke monumentenverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument

 

kosteloos

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

 

Kosteloos

2.3.6.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of gemeentelijke verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

 

Kosteloos 

 

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

 

2.3.7

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

€ 227,70

 

Aanleggen of veranderen weg

 

 

2.3.8

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

€ 196,90

 

Uitweg/inrit

 

 

2.3.9

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

€ 196,90

 

Kappen

 

 

2.3.10

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen benoemde activiteiten:

 

kosteloos 

 

Reclame

 

 

2.3.11

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor publiek toegankelijke plaats, waarvoor op grond van artikel 4.15 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

€ 153,20

 

Opslag van roerende zaken

 

 

2.3.12

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

2.3.12.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo

 

€ 123,20

2.3.12.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo

 

€ 123,20

 

Natura 2000-activiteiten

 

 

2.3.13

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

€ 448,60

 

Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

 

 

2.3.14

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

€ 448,60

 

Andere activiteiten

 

 

2.3.15

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

 

2.3.15.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief

 

€ 78,90

2.3.15.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

2.3.15.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:

 

€ 78,90

2.3.15.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

2.3.16

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid , van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

2.3.16.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

 

2.3.16.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

 

 

Beoordeling bodemrapport

 

 

2.3.17

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

 

2.3.17.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

 

€ 347,90

2.3.17.2

voor de beoordeling van een archeologisch onderzoek

 

€ 554,70

 

Advies

 

 

2.3.18

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

 

2.3.18.1

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

Verklaring van geen bedenkingen

 

 

2.3.19

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

 

2.3.19.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven

 

€ 896,50

2.3.19.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

 

2.3.19.2.1

indien een begroting als bedoeld in 2.3.19.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

Gedoogbeschikking

 

 

2.3.20

(vervallen)

 

 

Hoofstuk 4

Vermindering

 

 

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

 

 

2.4.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vier activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.18 en 2.3.19. De vermindering bedraagt:

 

 

2.4.2.1

bij 5 tot 10 activiteiten: van de voor die activiteiten verschuldigde leges; van de voor die activiteiten verschuldigde leges

 

5%

2.4.2.2

bij 10 tot 15 activiteiten: van de voor die activiteiten verschuldigde leges

 

10%

2.4.2.3

bij 15 of meer activiteiten: van de voor die activiteiten verschuldigde leges

 

15%

Hoofdstuk 5

Teruggaaf

 

 

 

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor planologisch strijdig gebruik, bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

2.5.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit planologisch strijdig gebruik, bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.4, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat op verzoek aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

 

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het in behandeling nemen ervan 100% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges in rekening gebracht

 

 

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 2 weken en binnen 4 weken na het in behandeling nemen ervan 80% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges in rekening gebracht

 

 

2.5.1.3

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 8 weken na het in behandeling nemen ervan 60% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges in rekening gebracht

 

 

2.5.1.4

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken en binnen 26 weken na het in behandeling nemen ervan 40% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges in rekening gebracht

 

 

2.5.1.5

in afwijking van artikel 2.5.1 wordt teruggaaf verleend voor elk onderdeel van de aanvraag dat wordt ingetrokken met inachtneming van artikel 2.5.1.1 t/m 2.5.1.4

 

 

2.5.1.6

indien de aanvraag een conceptaanvraag betreft en deze wordt ingetrokken binnen 4 weken, terwijl deze nog niet in behandeling is genomen door de gemeente, 100% van de op grond van onderdeel 2.2.1.2 verschuldigde leges

 

 

2.5.1.7

indien de aanvraag een vooroverleg betreft en deze wordt ingetrokken binnen 4 weken, terwijl deze nog niet in behandeling is genomen door de gemeente, 100% van de op grond van onderdeel 2.2.1.1 verschuldigde leges

 

 

 

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten

 

 

2.5.2

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: 25% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

 

 

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor planologisch strijdig gebruik, bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

2.5.3

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 25% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

 

2.5.3.1

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

 

 

Overige teruggaaf leges

 

 

2.5.4

Indien de aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning niet-ontvankelijk (op basis van artikel 4:5 Awb) wordt verklaard, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 100% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

 

 

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

2.5.5

Een bedrag minder dan

 

€ 109,40

 

wordt niet teruggegeven.

 

 

 

Geen teruggaaf leges

 

 

2.5.6

Geen teruggaaf vindt plaats voor leges als bedoeld in de artikelen 2.3.18 en 2.3.19.

 

 

Hoofdstuk 6

Vervallen

 

 

Hoofdstuk 7

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 

 

2.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

 

€ 50,40

Hoofdstuk 8

Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

 

 

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening:

 

€ 4.353,00

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening maximaal:

 

€ 1.244,00

2.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b, van de Wet ruimtelijke ordening:

 

€ 1.244,00

2.8.4

Voor de onderdelen 2.8.1 t/m 2.8.3 gaat het om de begeleiding van de aanvraag, dus niet voor het opstellen van bijvoorbeeld een bestemmingsplan en het laten uitvoeren van de daarvoor benodigde onderzoeken.

 

 

Hoofdstuk 9

Bouwvergunning eerste of tweede fase op grond van oude wetgeving

 

 

 

Vervallen

 

 

Hoofdstuk 10

In deze titel niet benoemde beschikking

 

 

2.10.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: vergunning en ontheffing:

 

€ 196,90

Titel 3

Dienstverlening vallend onder de Europese Dienstenrichtlijn

 

 

Hoofdstuk 1

Horeca

 

 

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

 

3.1.1.1

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Alcoholwet

 

€ 831,30

3.1.1.2

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alchoholwet

 

€ 156,10

3.1.1.3

een aanvraag tot het verkrijgen van een wijzigingsvergunning ingevolge artikel 30a van de Alcoholwet bij wijziging leidinggevenden

 

€ 141,90

3.1.1.4

een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet

 

€ 141,90

3.1.1.5

een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning openbare inrichting zonder vrijstelling

 

€ 355,90

3.1.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het plaatsen van een terras:

 

€ 77,90

3.1.2.1

Het in onderdeel 3.1.2 genoemde tarief is dienovereenkomstig van toepassing ten aanzien van aanvragen om een (tijdelijke) terrasvergunning ten behoeve van evenementen.

 

 

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

 

3.1.3.1

een ontheffing sluitingstijden als bedoeld in artikel 2.29 van de APV, indien het betreft een ontheffing voor een dag of een nacht

 

€ 141,90

3.1.3.2

een incidentele ontheffing voor niet langer dan zeven achtereenvolgende dagen c.q. nachten, dan wel indien het betreft incidentele ontheffingen in een kalenderjaar die tegelijk in één verzoek worden aangevraagd

 

€ 194,90

3.1.3.3

niet onder 3.1.3.1 en 3.1.3.2 genoemde ontheffingen, waaronder een algemene ontheffing voor langere termijn:

 

€ 233,70

Hoofdstuk 2

Evenementen

 

 

3.2.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

 

3.2.1.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.25 van de APV:

 

 

3.2.1.1

voor een in de APV als “regulier” aangemerkt evenement

 

€ 119,40

3.2.1.2

voor een in de APV als “aandacht” aangemerkt evenement

 

€ 179,30

3.2.1.3

voor een in de APV als “risicovol” aangemerkt evenement

 

€ 298,80

3.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding voor het organiseren van een evenement dat niet voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening

 

 

Hoofdstuk 3

Standplaatsen

 

 

3.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

 

3.3.1.1

een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5.18 van de APV

 

€ 70,40

Hoofdstuk 4

Prostitutiebedrijven

 

 

3.4.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

 

3.4.1.1

een exploitatievergunning van een seksinrichting of escortbedrijf

 

€ 2.808,00

Hoofdstuk 5

Vervallen

 

 

Hoofdstuk 6

Vervallen

 

 

Hoofdstuk 7

In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

 

3.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

3.7.1.1

om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

€ 77,10

Hoofdstuk 8

Teruggaaf

 

 

 

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag als bedoeld in titel 3

 

 

3.8.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een vergunning, ontheffing, melding of beschikking als bedoeld in hoofdstuk 1 tot en met 7 intrekt, bestaat aanspraak op teruggaaf van de op grond van het betreffende artikel verschuldigde leges.

 

 

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Uitgeest in de openbare raadsvergadering van donderdag 15 december 2022.

 

Nathalie Meesters-van Luijk

griffier

 

Sebastiaan M. Nieuwland

voorzitter

 

Bijlage I: Tarieven 2023 MOOI Noord-Holland adviseurs omgevingskwaliteit

Bijlage II: Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567)

Bijlage I: Tarieven 2023 MOOI Noord-Holland adviseurs omgevingskwaliteit

 

 

Bijlage II: Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567)

[Beschikbaar via https://wetten.overheid.nl/BWBR0031190/2012-03-01]

Naar boven