Hoofdstuk 2
|
Vooroverleg
|
|
2.2.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vooroverleg vanaf het moment van indienen
|
€ 150,00
|
|
|
|
Hoofdstuk 3
|
Omgevingsvergunning
|
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning vanaf het moment van indienen voor een project:
|
|
|
de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.1.1.1
|
als de bouwactiviteit betrekking heeft op een woning:
|
|
2.3.1.1.1.1
|
als de bouwkosten minder dan € 5.000 bedragen
|
€ 200,00
|
2.3.1.1.1.2
|
als de bouwkosten € 5.000 tot € 100.000 bedragen
|
€ 200,00
|
|
vermeerderd met
|
2,40%
|
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten € 5.000 te boven gaan;
|
|
2.3.1.1.1.3
|
als de bouwkosten € 100.000 bedragen of meer
|
€ 2.480,00
|
|
vermeerderd met
|
2,20%
|
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten € 100.000 te boven gaan.
|
|
2.3.1.1.2
|
als de bouwactiviteit betrekking heeft op een niet-woning:
|
|
2.3.1.1.2.1
|
als de bouwkosten minder dan € 5.000 bedragen
|
€ 200,00
|
2.3.1.1.2.2
|
als de bouwkosten € 5.000 bedragen of meer doch minder dan
|
|
|
€ 250.000
|
€ 200,00
|
|
vermeerderd met
|
2,90%
|
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten € 5.000 te boven gaan;
|
|
2.3.1.1.2.3
|
als de bouwkosten € 250.000 bedragen of meer doch minder dan
|
|
|
€ 500.000
|
€ 7.305,00
|
|
vermeerderd met
|
2,70%
|
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 250.000 te boven gaan;
|
|
2.3.1.1.2.4
|
als de bouwkosten € 500.000 bedragen of meer doch minder dan
|
|
|
€ 750.000
|
€ 14.055,00
|
|
vermeerderd met
|
2,5%
|
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 500.000 te boven gaan;
|
|
2.3.1.1.2.5
|
als de bouwkosten € 750.000 bedragen of meer doch minder dan
|
|
|
€ 1.000.000
|
€ 20.305,00
|
|
vermeerderd met
|
2,3%
|
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 750.000 te boven gaan;
|
|
2.3.1.1.2.6
|
als de bouwkosten € 1.000.000 bedragen of meer doch minder dan
|
|
|
€ 5.000.000
|
€ 26.055,00
|
|
vermeerderd met
|
2,0%
|
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 1.000.000 te boven gaan;
|
|
2.3.1.1.2.7
|
als de bouwkosten € 5.000.000 bedragen of meer
|
€ 106.055,00
|
|
vermeerderd met
|
1,0%
|
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 5.000.000 te boven gaan
|
|
|
tot een maximum van
|
€ 150.000,00
|
|
|
|
|
Welstandstoets en extra welstandstoets
|
|
2.3.1.2.1
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1, 2.3.1.1 en 2.3.11.1 bedraagt het tarief, als een welstandstoets noodzakelijk is, naar boven afgerond op een veelvoud van € 1,00, met een minimum van
|
€ 90,00
|
|
3 0/00 van het deel van de bouwkosten tot en met € 230.000,00
|
|
|
plus 0,5 0/00 van het deel van de bouwkosten meer dan € 230.000,00 tot en met € 455.000,00
|
|
|
plus 0,25 0/00 van het deel van de bouwkosten meer dan € 455.000,00 tot en met € 680.000,00
|
|
|
plus 0,125 0/00 van het deel van de bouwkosten meer dan € 680.000,00.
|
|
|
|
|
2.3.1.2.2
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.1.1, 2.3.1.1 en 2.3.11.1 bedraagt het tarief, als zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is
|
€ 75,00
|
|
|
|
|
Verplicht advies agrarische commissie
|
|
2.3.1.3
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:
|
€ 300,00
|
|
|
|
2.3.1.4
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit 10% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges met een maximum van € 1.000,-
|
|
|
|
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten
|
€ 225,00
|
|
|
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1
|
|
2.3.3.1
|
als artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) en/of als artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking)
|
€ 225,00
|
2.3.3.2
|
als artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)
|
€ 3.500,00
|
|
tenzij anterieure overeenkomst is aangegaan. Indien dit laatste het geval is worden deze leges niet in rekening gebracht.
|
|
2.3.3.3
|
als artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)
|
€ 350,00
|
2.3.3.5
|
als de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving)
|
€ 3.500,00
|
|
tenzij anterieure overeenkomst is aangegaan. Indien dit laatste het geval is worden deze leges niet in rekening gebracht.
|
|
2.3.3.6
|
als de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving)
|
€ 3.500,00
|
|
tenzij anterieure overeenkomst is aangegaan. Indien dit laatste het geval is worden deze leges niet in rekening gebracht.
|
|
|
|
|
2.3.4
|
Vervallen
|
|
|
|
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
2.3.5.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten
|
€ 600,00
|
|
|
|
2.3.6
|
Vervallen
|
|
|
|
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads-
|
|
|
of dorpsgezicht
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten
|
€ 150,00
|
|
|
|
2.3.8
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
|
Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk als ook sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 150,00
|
|
|
|
2.3.9
|
Uitweg/inrit
|
|
|
Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk als ook sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 150,00
|
|
|
|
2.3.10
|
Kappen
|
|
|
Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk als ook sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 75,00
|
|
|
|
2.3.11
|
Reclame
|
|
2.3.11.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken van een reclame, waarvoor op grond van de bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder h, van de Wabo en niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 (bouwactiviteit) bedraagt het tarief
|
€ 150,00
|
|
|
|
2.3.12
|
Opslag van roerende zaken
|
|
|
Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel [2:10, vijfde lid, gereserveerd] van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk als ook sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.12.1
|
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken:
|
€ 75,00
|
2.3.12.2
|
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:
|
€ 75,00
|
|
|
|
2.3.13
|
Natura 2000-activiteiten
|
|
2.3.13.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 75,00
|
|
|
|
2.3.14
|
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)
|
|
2.3.14.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 75,00
|
|
|
|
2.3.15
|
Andere activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
2.3.15.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief
|
€ 75,00
|
2.3.15.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschap verordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief
|
€ 75,00
|
|
|
|
2.3.16
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.16.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
2.3.16.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
|
|
2.3.17
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: als de oppervlakte van het perceel dat onderzocht is:
|
|
2.3.17.1
|
minder is dan 2.000 m² en het rapport wordt digitaal aangeleverd
|
€ 150,00
|
2.3.17.2
|
minder is dan 2.000 m² en het rapport wordt schriftelijk aangeleverd
|
€ 225,00
|
2.3.17.3
|
2.000 m² is of meer en het rapport wordt digitaal aangeleverd
|
€ 300,00
|
2.3.17.4
|
2.000 m² is of meer en het rapport wordt schriftelijk aangeleverd
|
€ 450,00
|
|
|
|
2.3.18
|
Advies
|
|
2.3.18.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.18.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
2.3.19
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.19.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
2.3.19.1.1
|
als de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven
|
€ 300,00
|
2.3.19.1.2
|
als een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven
|
€ 300,00
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
|
|
2.4.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg geheven leges, met uitzondering van de geheven leges voor de welstandstoets en de extra welstandstoets, in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.
|
|
2.4.2.2
|
bij 10 tot 15 activiteiten:
|
10%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
2.4.2.3
|
bij 15 of meer activiteiten:
|
15%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges.
|
|
2.4.3
|
Als de aanvraag als bedoeld onder 2.3.1.1 en 2.3.3 van een particuliere woningeigenaar van activiteiten met betrekking tot de onderwerpen bouw en strijdig gebruik, die voldoen aan de Voorwaarden vermindering leges ivm duurzaamheidsmaatregelen, wordt het legesbedrag per bouwplan verminderd met
|
50%
|
|
met een maximum van
|
€ 10.000,00
|
|
voor zover die het in de programmabegroting vastgestelde budget niet overschrijdt
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
|
|
2.5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten/niet verder in behandeling genomen aanvraag
|
|
2.5.1.1
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.3.1 intrekt voordat de aanvraag in behandeling is genomen als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht dan wel dat de aanvraag niet verder in behandeling wordt genomen als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de geheven leges. De teruggaaf bedraagt
|
75%
|
|
van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende bouwactiviteit verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
2.5.1.2
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.3.1 intrekt nadat de aanvraag in behandeling is genomen als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht doch voor het verlenen van de vergunning, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de geheven leges.
|
|
|
De teruggaaf bedraagt
|
50%
|
|
van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende bouwactiviteit verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten
|
|
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.3.1 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen een jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
25%
|
|
van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende bouwactiviteit verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
2.5.3
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten
|
|
2.5.3.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.3.1 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
25%
|
|
van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende bouwactiviteit verschuldigde leges. Hierbij moet onherroepelijk vaststaan dat de vergunning niet wordt verleend.
|
|
2.5.3.2
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij een onherroepelijk vaststaande rechterlijke uitspraak.
|
|
|
|
|
2.5.4
|
Teruggaaf in verband met het realiseren van duurzaamheidsmaatregelen
|
|
2.5.4.1
|
Indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit het isoleren van bestaande woningen en andere gebouwen
|
50%
|
|
van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van
|
€ 10.000,00
|
2.5.4.2
|
Indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit het renoveren van een bestaande woningen waardoor die woning een NOM-woning wordt:
|
50%
|
|
van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van
|
€ 10.000,00
|
2.5.4.3
|
Indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit de plaatsing van zonnepanelen voor de dekking van het eigen verbruik op het dak, aan de gevel van een bestaande woning of ander gebouw of in de eigen tuin:
|
100%
|
|
van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van
|
€ 10.000,00
|
2.5.4.4
|
Indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit het aanbrengen van een begroeid/sedum dak op een bestaande woning of ander gebouw of nieuwbouw dan wel extra aantoonbare duurzaamheidsmaatregelen, zoals off-grid maatregelen, boven de wettelijke voorschriften vanuit het Bouwbesluit:
|
50%
|
|
van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van
|
€ 10.000,00
|
2.5.4.5
|
Indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit het plaatsen van een buitenunit voor een warmtepomp met een geluidsproductie van de luchtunit van maximaal 40dB voor een bestaande woning of ander gebouw:
|
50%
|
|
van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van
|
€ 10.000,00
|
2.5.4.6
|
Indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit plaatsing van zonnecollectoren voor een zonneboiler op een bestaande woning of ander gebouw
|
100%
|
|
van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van
|
€ 10.000,00
|
2.5.4.7
|
Indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit de bouw van zelfstandige, grondgebonden zonnepanelen:
|
|
|
van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel worden de leges beperkt tot een maximum van
|
€ 51.800,00
|
2.5.4.8
|
Indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit de bouw van een of meer windturbines:
|
|
|
van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel worden de leges beperkt tot een maximum van
|
€ 51.800,00
|
|
|
|
2.5.5
|
Voor de toepassing van onderdeel 2.5.4 wordt verstaan onder:
|
|
|
dB: decibel, de maat vor een hoeveelheid geluid;
|
|
|
EPC: Energie Prestatie Coëfficiënt;
|
|
|
Gj: Gigajoule;
|
|
|
K: temperatuur uitgedrukt in Kelvin;
|
|
|
m²: vierkante meter oppervlakte;
|
|
|
NOM-woning: nul-op-de-meter-woning, zijnde een woning waarin gedurende een jaar gemiddeld net zoveel energie wordt geproduceerd (door zon, wind of warmtepompen) als wordt verbruikt (voor verwarming, warm tapwater en huishoudelijk gebruik);
|
|
|
Rc: warmteweerstand (R) van een constructie ©
|
|
|
W: hoeveelheid energie uitgedrukt in Watt;
|
|
|
Wp: Wattpiek, het energievermogen aan elektriciteit dat met een zonnepaneel kan worden opgewekt;
|
|
|
Zonnecollector: apparaat dat zonlicht (direct licht bij zonnig weer en diffuus licht bij bewolkt weer) omzet in warmte;
|
|
|
Zonnepannel: paneel dat bestaat uit meerdere zonnecellen waarmee zonlicht omgezet wordt in elektriciteit.
|
|
|
|
|
2.5.6
|
De in onderdeel 2.5.4 opgenomen maximum teruggaafbedragen gelden per project. Onder project wordt verstaan een bouwplan dat of ontwikkeling die als eenheid moet worden beschouwd, gelet op de bouwkundige en perceelindeling, het opdrachtgeverschap, de eigendom, functie(s), bedoeling en het karakter van het bouwplan. Verschillende omgevingsvergunningen of aanvragen voor omgevingsvergunning kunnen deel uitmaken van één project.
|
|
|
|
|
2.5.7
|
Teruggaaf als gevolg van het overlijden van de aanvrager
|
|
|
Als een aanvrager van een omgevingsvergunning komt te overlijden en zijn nabestaanden hebben te kennen gegeven dat zij de aanvraag niet door willen zetten, bedraagt de teruggaaf
|
100%
|
|
van de voor de aanvraag van een omgevingsvergunning verschuldigde leges
|
|
|
|
|
2.5.8
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
Een bedrag minder dan €75,00 wordt niet teruggegeven.
|
|
|
|
|
2.5.9
|
Geen teruggaaf legesdeel welstandstoets en extra welstandstoets, advies, beoordeling bodemrapport en verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.1.2.1, 2.3.1.2.2, 2.3.16, 2.3.18 en 2.3.19 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
|
|
|
Gereserveerd
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
|
2.7
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project
|
€ 75,00
|
|
|
|
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
|
2.8.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 2.000,00
|
2.8.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 1.675,00
|
|
|
|
Hoofdstuk 9 Overschrijven
|
|
2.9
|
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om overschrijving van een verleende vergunning op naam van een ander dan degene op wiens naam de vergunning is gesteld als bedoeld in artikel 10.3 van de Bouwverordening
|
€ 75,00
|
|
|
|
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
|
|
2.10
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking
|
€ 75,00
|