Verordening lastenverlichting 2023

De raad van de gemeente Apeldoorn;

 

Gelezen het voorstel van het college;

 

gelet op de artikel 147 en 149 van de Gemeentewet;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de navolgende Verordening lastenverlichting 2023

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Rechthebbende: degene aan wie de lastenverlichting is verleend.

  • b.

    Lastenverlichting: het bedrag dat in mindering is gebracht op het aanslagbiljet gemeentelijke belastingen voor een woning en een niet-woning.

  • c.

    Woning:

    • 1.

      de onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen en;

    • 2.

      de onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen met woondelen.

  • d.

    Niet-woning: een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient

Artikel 2 Rechthebbende

De lastenverlichting wordt voor wat betreft woningen verleend aan degene die naar de omstandigheden beoordeeld een woning al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt en een aanslagbiljet gemeentelijke belastingen daarvoor ontvangt. De lastenverlichting wordt voor wat betreft de niet-woningen verleend aan degene die naar de omstandigheden beoordeeld een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt en een aanslagbiljet gemeentelijke belastingen daarvoor ontvangt.

Artikel 3 Bedrag van de lastenverlichting

De lastenverlichting bedraagt € 100 per aanslagbiljet gemeentelijke belastingen 2023.

Artikel 4 Wijze van verlening van de lastenverlichting

De lastenverlichting wordt afzonderlijk in mindering gebracht op het aanslagbiljet gemeentelijke belastingen.

Artikel 5 Ontstaan van het recht op de lastenverlichting en vermindering

  • 1.

    Het recht op de lastenverlichting ontstaat uitsluitend bij het begin van het kalenderjaar, op 1 januari 2023. Indien de belastingplicht later in het jaar aanvangt dan ontstaat er geen recht op de lastenverlichting.

  • 2.

    Indien de belastingplicht gedurende het jaar eindigt zal het bedrag aan lastenverlichting niet verminderd worden.

Artikel 6 Kwijtschelding

Eventuele kwijtschelding van gemeentelijke belastingen is niet van invloed op het recht op de lastenverlichting.

Artikel 7 Uitvoering

Het bestuur van de gemeenschappelijke regeling Tribuut belastingsamenwerking is belast met de uitvoering van deze verordening.

Artikel 8 Verzoek om lastenverlichting

  • 1.

    De belastingschuldige die van mening is dat hem ten onrechte geen lastenverlichting is verleend, kan een verzoek indienen bij de heffingsambtenaar van Tribuut belastingsamenwerking voor het verlenen van de lastenverlichting.

  • 2.

    Op het verzoek is artikel 242 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, welke zich bij de toepassing van deze verordening mochten voordoen.

Artikel 10 Datum inwerkingtreding en geldigheidsduur

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2023 en vervalt op 31 december 2023, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op situaties waarin het recht op lastenverlichting is ontstaan op 1 januari 2023.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening lastenverlichting.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 10 november 2022

De raad voornoemd,

S.M. Stam

waarnemend raadsgriffier

A.J.M. Heerts

voorzitter

Toelichting Verordening lastenverlichting

 

Algemeen

 

Ondernemers (gebruikers van niet-woningen) en inwoners krijgen, gezien het resultaat van de jaarrekening 2022, een eenmalige korting van €100 op de aanslag gemeentelijke belastingen.

 

Voor de redactie van deze verordening is zoveel mogelijk aangesloten bij de verordeningen riool- en afvalstoffenheffing en de onroerende zaakbelasting.

 

Artikel 1 Definities

  • a.

    Aangezien de lastenverlichting geen belastingmaatregel is, is gekozen voor het begrip ‘rechthebbende’ in plaats van belastingplichtige. Voor de uitvoering in de praktijk zijn beide begrippen onderling nauw verwant.

  • b.

    Het recht op een lastenverlichting ontstaat pas concreet (formeel) zodra deze op een aanslagbiljet is vermeld. Dit is vergelijkbaar met de formele belastingplicht die ontstaat zodra een belastingaanslag is vastgesteld.

  • c.

    Onder een woning valt een ‘echte woning’, maar ook bijvoorbeeld winkels of agrarische objecten met daarin een of meerdere woondelen vallen hieronder. Zelfstandige onroerende zaken die wel dienstbaar (kunnen) zijn aan een woning, zoals parkeerplaatsen, bergingen, garages e.d. kwalificeren voor deze verordening niet als woning. Voor die objecten is geen afvalstoffenheffing en in de meeste gevallen ook geen rioolheffing verschuldigd. Bouwkavels en woningen die in aanbouw zijn kwalificeren evenmin als woning.

 

Artikel 2 Rechthebbende

Dit is een bepaling die overeenkomt met de belastingschuldige in belastingaangelegenheden. Alleen degene die de belastingaanslag ontvangt (en daarmee belastingschuldige is), kan rechthebbende zijn. Bij bewoning van een woning door meerdere personen is deze bepaling van belang.

 

Artikel 3 Bedrag van de lastenverlichting

Dit is een bepaling die overeenkomt met de bepaling van het tarief in belastingverordeningen. Teneinde een regeling per maand te kunnen hebben, is een bedrag dat deelbaar is door 12 nodig.

 

Artikel 4 Wijze van verlening van de lastenverlichting

Gekozen is voor een koppeling met het aanslagbiljet gemeentelijke belastingen die voor de woning en niet-woning wordt verzonden. In veel gevallen gaat het om OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Die belastingen zijn als ‘gemeentelijke woonlasten’ gedefinieerd door de raad. De vermindering heeft daar dus betrekking op (en niet op bijvoorbeeld de hondenbelasting, de forensenbelasting of andere belastingen). Het bedrag wordt als negatief bedrag afgedrukt op het aanslagbiljet. Als iemand verhuist of komt te overlijden, volgt een verminderingsbeschikking voor de belastingen. Daarop zal dan ook de lastenverlichting worden ‘verminderd’. In dat geval is dat een positief bedrag.

 

Artikel 5 Ontstaan van het recht op de lastenverlichting

Het tijdstip 1 januari is van belang voor het ontstaan van het recht. Gedurende het jaar vindt geen recht op lastenverlichting of vermindering daarvan plaats. Hier is om redenen van efficiency voor gekozen.

 

Artikel 6 Kwijtschelding

Als iemand kwijtschelding krijgt, tast dat zijn recht op lastenverlichting niet aan. Voor zover het totaalbedrag op het aanslagbiljet onder € 0 uitkomt, zal dat worden uitbetaald. In de gevallen waarin iemand daarna verhuist, ontstaat formeel geen vermindering.

 

Artikel 7 Uitvoering

Gelet op de koppeling met de belastingen, is uitvoering door Tribuut efficiënt. De lastenverlichting wordt voor wat betreft de uitvoering gelijk geschakeld met een belasting. De feitelijke uitvoering vindt plaats door de heffingsambtenaar van Tribuut.

 

Artikel 8 Verzoek om lastenverlichting

Het kan voorkomen dat iemand meent dat hij in aanmerking komt voor een lastenverlichting, maar deze niet heeft ontvangen. Het is dan nodig om een rechtsingang te creëren, zodat hij daartoe een verzoek kan indienen. Dat is gedaan door artikel 242 Gemeentewet van overeenkomstige toepassing te verklaren. De mogelijkheid om een aanvraag in te dienen is gekoppeld aan het ontvangen van een aanslagbiljet voor de woning. Als die niet wordt ontvangen, kan ook geen verzoek worden ingediend. De beslissing op een verzoek is een voor bezwaar vatbare beslissing door de heffingsambtenaar. Het is een besluit in de zin van de Awb, waarbij voor het bezwaar- en beroep niet de fiscale regels gelden, maar het gewone bestuursrecht.

 

Zo zijn er situaties in woon-zorgcomplexen waarbij er geen aanslag wordt opgelegd aan de bewoners, omdat het woon-zorgcomplex niet als ‘woning’ is aangemerkt in de zin van de Wet WOZ. Die mensen krijgen geen lastenverlichting en kunnen er ook niet om verzoeken, omdat de benodigde aanslag ontbreekt.

 

Artikel 9 Hardheidsclausule

Hoewel er goed is nagedacht hoe deze verordening vorm te geven, zouden zich in de praktijk bijzondere situaties kunnen voordoen waarbij het onredelijk wordt geoordeeld dat deze geen lastenverlichting ontvangen. In die bijzondere gevallen is het college bevoegd om daarvoor een bijzondere regeling te treffen.

 

Artikel 10 Datum inwerkingtreding en geldigheidsduur

Deze verordening is van tijdelijke aard en geldt alleen voor het jaar 2023. Omdat het voorkomt dat ook na 2023 nog aanslagen over die jaren worden opgelegd, waarbij het recht op lastenverlichting geldt, is het van belang om voor die gevallen de verordening te laten voortbestaan.

 

Artikel 11 Citeertitel

De citeertitel is Lastenverordening 2023.

 

Naar boven