Beleidsregels Wet inburgering 2021 gemeente Heerde

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Heerde gelet op de Wet inburgering 2021

 

Besluit vast te stellen:

 

De beleidsregels Wet inburgering 2021 gemeente Heerde.

Hoofdstuk 1 – Algemene bepalingen

Artikel 1 - Definities

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      Awb: Algemene wet bestuursrecht;

    • b.

      asielstatushouders: inburgeringsplichtigen als bedoeld in artikel 13, eerste lid, Wet inburgering 2021;

    • c.

      AZC: asielzoekerscentrum;

    • d.

      BRP: Basisregistratie Personen;

    • e.

      COA: Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

    • f.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerde;

    • g.

      DUO: Dienst Uitvoering Onderwijs;

    • h.

      inburgeringswetgeving: Wet inburgering 2021, Besluit inburgering 2021, Regeling inburgering 2021 en de op basis daarvan genomen besluiten van algemene strekking van het college;

    • i.

      IND: Immigratie- en Naturalisatiedienst;

    • j.

      ISI: Informatie Systeem Inburgering;

    • k.

      gezinsmigranten en overige migranten: inburgeringsplichtigen die verblijf hebben op grond van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, met uitzondering van inburgeringsplichtigen als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdeel b, Wet inburgering 2021;

    • l.

      leerroute: de B1-route, de onderwijsroute of de Z-route;

    • m.

      MAP: Module Arbeidsmarkt en Participatie;

    • n.

      NAW: naam-, adres-, en woonplaats;

    • o.

      Onderwijsroute: leerroute gericht op het behalen van een erkend diploma binnen het Nederlands onderwijs;

    • p.

      PIP: persoonlijk Plan Inburgering en Participatie;

    • q.

      PVT: participatieverklaringstraject;

    • r.

      Z-route: zelfredzaamheidsroute: leerroute voor degenen voor wie de onderwijsroute en de B1-route niet haalbaar zijn.

Artikel 2 - Informatieverstrekking

  • 1.

    Het college draagt er zorg voor dat inburgeringsplichtigen informatie ontvangen over:

    • a.

      hun rechten en plichten op grond van de inburgeringswetgeving;

    • b.

      hun rechten en plichten op grond van de participatiewet.

Hoofdstuk 2 – Brede intake inburgeringsplichtigen

Artikel 3 – Brede intake

  • 1.

    Het college neemt de brede intake af zo snel mogelijk nadat de inburgeringsplichtige is gekoppeld aan de gemeente of nadat de inburgeringsplichtige is ingeschreven, in de BRP van de gemeente.

  • 2.

    Tijdens de brede intake kan gebruik gemaakt worden van een tolk.

  • 3.

    Het college vermeldt in de uitnodigingsbrief:

    • a.

      wat de brede intake inhoudt;

    • b.

      waar en wanneer precies de brede intake zal plaats vinden;

    • c.

      dat de inburgeringsplichtige er recht op heeft om de gesprekken in het kader van de brede intake te voeren zonder dat daarbij andere mensen (bijvoorbeeld familieleden) aanwezig zijn dan professionals;

    • d.

      wat de gevolgen zijn als de inburgeringsplichtige niet op de brede intake verschijnt of niet aan de brede intake meewerkt, zoals omschreven in artikel 13.

  • 4.

    Tussen de verzenddatum van de uitnodigingsbrief en de brede intake liggen minimaal vijf werkdagen.

  • 5.

    Het college legt het taalniveau, de eventuele mogelijkheden tot arbeidsparticipatie en de mate van zelfredzaamheid en andere relevante informatie die wordt verkregen in verband met de afname van de brede intake schriftelijk vast.

Hoofdstuk 3 – Onderdelen inburgeringsplicht

Artikel 4 – Passende leerroute inburgeringsplichtigen en aanbod leerroute asielstatushouders

  • 1.

    Het college beoordeelt op basis van de gegevens die het COA bij de eventuele voorinburgering heeft verkregen alsmede op basis van de uitkomsten van de brede intake en de leerbaarheidstoets welke leerroute voor de inburgeringsplichtige passend is.

  • 2.

    Het college zorgt ervoor dat de inhoud van de overige elementen van het inburgeringstraject worden afgestemd op de leerroutes

  • 3.

    Het college neemt de leerroute op in het PIP.

  • 4.

    Het college registreert de leerroute en, voor zover het gaat om asielstatushouders, de intensiteit van de taallessen in het ISI.

  • 5.

    Het college verstrekt de cursusinstelling en de taalschakeltrajectinstelling de NAW-gegevens en de gegevens over de leerroute, waaronder de intensiteit en de termijn van de leerroute.

  • 6.

    Het college biedt asielstatushouders binnen maximaal drie maanden na de verzending van het PIP een cursus of opleiding aan waarmee zij aan de vastgestelde leerroute kunnen voldoen.

  • 7.

    Als het aanbod uitblijft, dan registreert het college dat in het ISI.

  • 8.

    Het college registreert de voortgang van de leerroute, de aanwezigheid, geleverde inspanningen en het taalniveau in het ISI.

Artikel 4a - Verlenging inburgeringstermijn

  • 1.

    Het college kan de inburgeringsplichtige ondersteunen indien hij een aanvraag tot verlenging van de inburgeringstermijn als bedoeld in hoofdstuk 4 van het Besluit inburgering 2021 indient.

Artikel 5 – PVT inburgeringsplichtigen

  • 1.

    Het PVT bestaat in ieder geval uit:

  • een traject van tenminste 12 uur gericht op een inleiding op de Nederlandse kernwaarden inclusief een praktijkcomponent in de vorm van bijvoorbeeld een praktijkbezoek of deelname aan een georganiseerde activiteit dat wordt afgesloten met de ondertekening van de participatieverklaring. Bij de uitvoering van het PVT wordt rekening gehouden met de andere elementen uit het PIP en de individuele omstandigheden van de inburgeringsplichtige.

  • 2.

    Het college neemt het PVT op in het PIP.

  • 3.

    Het college biedt inburgeringsplichtigen binnen de termijn waaraan moet worden voldaan aan de inburgeringsplicht het PVT aan.

  • 4.

    Het college registreert de deelname aan het PVT in het ISI.

  • 5.

    Bij afronding van de in het eerste lid bedoelde activiteiten ontvangt de inburgeringsplichtige een uitnodiging voor de ondertekening van de participatieverklaring.

  • 6.

    Het college vermeldt in de uitnodigingsbrief:

    • a.

      waar en wanneer precies de inburgeringsplichtige voor ondertekening moet verschijnen;

    • b.

      wat de gevolgen zijn als de inburgeringsplichtige niet voor de ondertekening verschijnt, zoals beschreven in artikel 14.

  • 7.

    Tussen de verzenddatum van de uitnodigingsbrief en de eerste bijeenkomst van het PVT liggen minimaal vijf werkdagen.

  • 8.

    Het college registreert de ondertekende participatieverklaring in het ISI.

Artikel 6 – MAP inburgeringsplichtigen

  • 1.

    Het college biedt de inburgeringsplichtige de MAP aan. Het doel van deze module is dat de inburgeringsplichtige kennis en vaardigheden vergroot van hetgeen beschreven in artikel 3.2 lid 1 Besluit inburgering 2021.

  • 2.

    De MAP bestaat in ieder geval uit:

    • a.

      een theoretische kennismaking met, en voorbereiding op de Nederlandse arbeidsmarkt; en

    • b.

      veertig uren praktische inzet op de arbeidsmarkt.

  • 3.

    Het college stemt de inzet van de MAP af op de andere onderdelen van het inburgeringstraject.

  • 4.

    Het college neemt de MAP op in het PIP.

  • 5.

    Het college biedt inburgeringsplichtigen binnen de termijn waaraan moet worden voldaan aan de inburgeringsplicht de MAP aan.

  • 6.

    Het college registreert de deelname aan en de afronding van de MAP in het ISI.

  • 7.

    Het MAP wordt afgesloten met een eindgesprek waarin de onderwerpen besproken worden zoals in artikel 3.2 lid 1 van het Besluit inburgering 2021. Het college houdt bij de beoordeling rekening met de capaciteiten en vermogens van de inburgeringsplichtige

  • 8.

    Het college vermeldt in de uitnodigingsbrief:

    • a.

      wat het eindgesprek inhoudt;

    • b.

      waar en wanneer precies het eindgesprek plaatsvindt;

    • c.

      wat de gevolgen zijn als de inburgeringsplichtige niet voor het eindgesprek verschijnt, zoals beschreven in artikel 14.

  • 9.

    Tussen de verzenddatum van de uitnodigingsbrief en het eindgesprek liggen minimaal vijf werkdagen.

Artikel 7 – Participatiecomponent van de inburgeringsplicht in de Z-route voor asielstatushouders

  • 1.

    De asielstatushouder start met de participatie-activiteiten zodra er een passend aanbod is en dit afgestemd is op het taaltraject dat de asielstatushouder volgt.

  • 2.

    Er vindt een eindgesprek plaats tussen (in ieder geval) de asielstatushouder en de regievoerder waaruit geconcludeerd moet worden of men voldoende zelfredzaam is. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van de zelfredzaamheidsmatrix.

  • 3.

    De verplichting tot deelname en de te bereiken resultaten van de participatiecomponent worden opgenomen in het PIP. De deelname en resultaten worden geregistreerd in ISI.

Artikel 7a – Participatiecomponent van de inburgeringsplicht in de B1-route voor asielstatushouders

  • 1.

    Naast de verplichting tot het volgen van taalonderwijs, wordt de asielstatushouder aanbod gedaan ten behoeve van het participeren in de samenleving.

  • 2.

    Dit aanbod vindt zoveel mogelijk plaats op basis van maatwerk.

  • 3.

    De asielstatushouder start met de participatie-activiteiten zodra er een passend aanbod is en dit afgestemd is op het taaltraject dat de asielstatushouder volgt.

  • 4.

    De deelname aan de participatiecomponent wordt opgenomen in het PIP en aan de hand daarvan geëvalueerd.

Hoofdstuk 4 – Voortgangsgesprekken inburgeringsplichtigen

Artikel 8 – Voortgangsgesprekken

  • 1.

    De frequentie van de voortgangsgesprekken wordt vastgesteld op basis van de uitkomsten van de brede intake en afgestemd op de inburgeringsplichtige. We hanteren maatwerk in de frequentie, met dien verstande dat minimaal twee voortgangsgesprekken per jaar plaatsvinden.

  • 2.

    Het college neemt de minimale frequentie van de voortgangsgesprekken op in het PIP.

  • 3.

    Het college vermeldt in de uitnodigingsbrief:

    • a.

      waar en wanneer precies de inburgeringsplichtige voor het voortgangsgesprek moet verschijnen;

    • b.

      wat de gevolgen zijn als de inburgeringsplichtige niet voor het voortgangsgesprek verschijnt, zoals beschreven in artikel 14.

  • 4.

    Tussen de verzenddatum van de uitnodigingsbrief en het voortgangsgesprek liggen minimaal vijf werkdagen.

  • 5.

    Ter voorbereiding op de voortgangsgesprekken beziet het college indien mogelijk en indien relevant de gegevens van de onderwijsinstelling en de eventuele aanbieder van een participatiecomponent over de voortgang van de leerroute en de aanwezigheid, inspanningen en resultaten van de inburgeringsplichtige.

  • 6.

    Het college doet verslag van het voortgangsgesprek en past indien nodig het PIP aan.

Hoofdstuk 5 – Maatschappelijke begeleiding asielstatushouders

Artikel 9 – Maatschappelijke begeleiding

  • 1.

    De maatschappelijke begeleiding voor asielstatushouders bevat in ieder geval:

    • a.

      ondersteuning en begeleiding bij het regelen van praktische zaken ten aanzien van voorzieningen zoals onder andere wonen, zorg, werk, inkomen, verzekeringen, onderwijs en kennismaking met de lokale woonomgeving. Dit is gericht op de asielstatushouder én zijn of haar gezin.

    • b.

      voorlichting over basisvoorzieningen en thema’s zoals onder andere wonen, inkomen, werk, zorg, onderwijs, opvoeding en kennismaking met maatschappelijke organisaties.

  • 2.

    De maatschappelijke begeleiding wordt gegeven door medewerkers en vrijwilligers van Vluchtelingenwerk. De intentie is dat de inburgeringsplichtige een vaste begeleider toegewezen krijgt.

  • 3.

    De maatschappelijke begeleiding begint zo snel mogelijk nadat kenbaar is gemaakt dat er een woning beschikbaar is voor de asielstatushouder, of nadat de asielstatushouder in de BRP van de gemeente is ingeschreven. De maatschappelijke begeleiding wordt ingezet voor minimaal 8 maanden/24 maanden.

Hoofdstuk 6 – PIP inburgeringsplichtigen

Artikel 10 – PIP

  • 1.

    In het PIP worden vastgesteld:

    • a.

      de te volgen leerroute;

    • b.

      de daarvoor nodige ondersteuning en begeleiding (voortgangsgesprekken);

    • c.

      de intensiteit van het PVT en de MAP;

    • d.

      voor zover van toepassing: de mogelijkheden van voor- of vroegschoolse educatie; en

    • e.

      indien het gaat om een asielstatushouder: de intensiteit van de leerroute.

  • 2.

    Het PIP voor bijstandsuitkeringsgerechtigde inburgeringsplichtigen bevat, naast het bepaalde in het eerste lid, de beschikkingen op grond van de Participatiewet inzake opgelegde arbeids- en re- integratieverplichtingen (en/of ontheffingen) en inzake toegekende re-integratievoorzieningen.

  • 3.

    Het PIP voor bijstandsuitkeringsgerechtigde inburgeringsplichtigen met een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd bevat, naast het bepaalde in het eerste en het tweede lid, de ‘ontzorgingsbeschikking’ op grond van artikel 56a Participatiewet.

  • 4.

    Zo snel mogelijk na de afname van de brede intake stelt het college de inburgeringsplichtige in de gelegenheid tot samenspraak over de manier waarop de inburgeringsplichtige aan zijn inburgeringsplicht moet voldoen, waarna het college het PIP vaststelt.

  • 5.

    Binnen 10 weken na inschrijving in het BRP vindt er een gesprek plaats tussen het college en de inburgeringsplichtige waarin het PIP wordt toegelicht en door beide partijen ondertekend.

  • 6.

    Het college registreert de datum van vaststelling van het PIP in het ISI.

  • 7.

    Wanneer de inburgeringsplichtige voor wie de leerroute al is vastgesteld, verhuist naar de gemeente stelt het college het PIP opnieuw vast. De leerroute die daarbij wordt vastgesteld, is gelijk aan de leerroute zoals die door het college van de gemeente van vertrek is vastgesteld.

  • 8.

    Er vindt daartoe een gesprek plaats tussen het college en inburgeringsplichtige binnen 10 weken na inschrijving in het BRP. In dit gesprek wordt het PIP toegelicht en wordt het PIP door beide partijen ondertekend.

Hoofdstuk 7 – Overschakelen en afschalen

Artikel 11 – Overschakelen naar een andere leerroute

  • 1.

    De beoordeling van het college of er onvoldoende voortgang of een grotere voortgang is dan op grond van het PIP was te verwachten, geschiedt aan de hand van de voortgangsgesprekken en gegevens van de onderwijsinstelling over de voortgang van de leerroute, en de aanwezigheid, inspanningen en resultaten van de inburgeringsplichtige.

  • 2.

    Als de beoordeling bedoeld in het derde lid daartoe aanleiding geeft, schakelt de inburgeringsplichtige over naar een andere leerroute en past het college het PIP aan en zendt dit toe.

  • 3.

    Het college registreert de wijziging van de leerroute en, voor zover het gaat om asielstatushouders, de intensiteit van de taallessen in het ISI.

  • 4.

    Het college verstrekt de onderwijsinstelling de NAW-gegevens en de gegevens over de nieuwe leerroute, waaronder de intensiteit en de termijn van de leerroute.

  • 5.

    Het college biedt asielstatushouders binnen maximaal drie maanden na de verzending van het PIP een cursus of opleiding aan waarmee zij aan de nieuwe vastgestelde leerroute kunnen voldoen.

  • 6.

    Het college registreert het taalniveau, de deelname, de aanwezigheid, de geleverde inspanningen en afronding van de nieuwe leerroute in het ISI.

Artikel 12 – Afschalen

  • 1.

    Afschalen van niveau B1 naar niveau A2 in de B1-route is mogelijk na in totaal 600 cursusuren Nederlands als tweede taal wanneer uit de relevante feiten en omstandigheden blijkt dat de inburgeringsplichtige zich gedurende deze taallessen voldoende heeft ingespannen (Besluit 5.5).

  • 2.

    Als de inburgeringsplichtige in het kader van de brede cursusuren Nederlands als tweede taal heeft gevolgd, waarvan alfabetiseringsonderwijs onderdeel kan zijn, dan brengt het college deze bestede uren in mindering op de urennorm van 600 uren.

  • 3.

    De beoordeling of niveau B1 niet (op alle onderdelen) haalbaar is, geschiedt aan de hand van de voortgangsgesprekken en de gegevens van de onderwijsinstelling over de voortgang van de leerroute en de aanwezigheid en geleverde inspanningen van de inburgeringsplichtige.

  • 4.

    Als de beoordeling bedoeld in het derde lid daartoe aanleiding geeft, schaalt het college (onderdelen van) de B1-route af naar A2-niveau en past het college het PIP aan.

Hoofdstuk 8 – Handhaving

Artikel 13 – Boete niet verschijnen brede intake en meewerkplicht

  • 1.

    Wanneer de inburgeringsplichtige niet verschijnt voor de brede intake of onvoldoende meewerkt aan de brede intake, geeft het college hem een schriftelijke waarschuwing. Hier gaat zo mogelijk persoonlijk contact aan vooraf. In de schriftelijke waarschuwing vermeldt het college:

  • a.

    een nieuwe datum en tijdstip voor de brede intake;

  • b.

    wat de gevolgen zijn als de inburgeringsplichtige niet op de brede intake verschijnt of niet aan de brede intake meewerkt.

  • 2.

    Tussen de datum van de waarschuwing en de brede intake liggen minimaal vijf werkdagen.

  • 3.

    Tussen de datum van het boetebesluit en de brede intake liggen minimaal vijf werkdagen en maximaal twee maanden.

  • 4.

    Het college registreert de boete in het ISI, als DUO daarom vraagt.

Artikel 14 – Boete tijdens het inburgeringstraject

  • 1.

    Voor inburgeringsplichtigen gaat het om de volgende verplichtingen:

    • a.

      deelnemen aan de voortgangsgesprekken;

    • b.

      deelnemen aan activiteiten in het kader van de MAP en het PVT.

  • 2.

    Voor asielstatushouders gaat het daarnaast om de verplichting om deel te nemen aan de inburgeringslessen.

  • 3.

    Het college registreert de boete in het ISI, als DUO daarom vraagt.

  • 4.

    Het college legt geen boete op wanneer aannemelijk is dat iedere verwijtbaarheid ontbreekt.

Artikel 15 – Samenloop inburgeringsboete en maatregel Participatiewet

  • 1.

    Wanneer een inburgeringsplichtige een bijstandsuitkering (Participatiewet) ontvangt en zich niet houdt aan verplichtingen en afspraken uit het PIP, waarin de nadruk ligt op het bevorderen van participatie en het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt, vindt bij voorkeur verlaging van de uitkering plaats op grond van artikel 18 Participatiewet en de verordening zoals bedoeld in artikel 8 eerste lid onder a Participatiewet. Het gaat hierbij om verplichtingen en afspraken anders dan in het aanbod in de PIP. Het college legt voor dezelfde gedraging dan geen bestuurlijke boete op grond van de wet op.

  • 2.

    Wanneer een inburgeringsplichtige die een bijstandsuitkering ontvangt zich niet houdt aan verplichtingen en afspraken in het PIP, waarin de nadruk ligt op het vergroten van de taalbeheersing en aan overige afspraken en verplichtingen in het PIP, legt de gemeente bij voorkeur een boete op grond van de wet op. Het college verlaagt in dat geval voor dezelfde gedraging de bijstandsuitkering niet.

  • 3.

    Bij de keuze tussen i) handhaving op grond van de Participatiewet door een verlaging van de uitkering en ii) handhaving op grond van de Wet inburgering 2021 via een boete weegt het college af welke wijze van handhaving, rekening houdend met de gevolgen hiervan voor de inburgeringsplichtige, naar haar oordeel van het college het best bijdraagt aan het beoogde effect, te weten het succesvol voltooien van het inburgeringstraject.

  • 4.

    In de brief (beschikking) aan de inburgeringsplichtige vermeldt het college of er een boete op grond van de Wet Inburgering 2021 wordt opgelegd of dat de uitkering wordt verlaagd op grond van de Participatiewet.

Hoofdstuk 9 – Slotbepalingen

Artikel 16 – Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking en werken terug tot 1 januari 2022.

  • 2.

    De beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Wet inburgering 2021 gemeente Heerde.

Naar boven