Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023 Voerendaal

De raad van de gemeente Voerendaal;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2022;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet, zoals dat luidt na inwerkingtreding van de Omgevingswet;

 

besluit:

 

vast te stellen de

 

‘VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LEGES 2023 Voerendaal’

 

(Legesverordening 2023)

 

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    'maand': het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n–1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n–1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    'jaar': het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n–1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1.

    Leges worden niet geheven voor:

    • a.

      diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

    • b.

      beschikkingen of afschriften die worden uitgereikt aan belanghebbenden waaronder begrepen beslissingen op een aanvraag om subsidie uit de gemeentekas;

    • c.

      de in hoofdstuk 6 van de in artikel 2 genoemde tarieventabel bedoelde nasporingen en inlichtingen, ten aanzien van stukken vallende onder artikel 14 van de Archiefwet 1995 indien deze plaatsvinden c.q. gegeven worden in het belang van een wetenschappelijk doel;

    • d.

      opgaven en stukken, verstrekt aan de pers voor bekendmakingen in de nieuwsbladen;

    • e.

      de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging daarvan betreffende enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

    • f.

      beschikkingen op verzoek- en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen of retributies;

    • g.

      diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

    • h.

      diensten waarvan de kosten krachtens de afdelingen 13.6 of 13.7 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald.

  • 2.

    Geen leges worden geheven van openbare besturen, ambtenaren en instellingen voor nasporingen, inlichtingen of andere diensten en stukken, door hen in het openbaar belang gevraagd.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, lid 3 van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 14 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • hoofdstuk 4 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • hoofdstuk 9 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaarten);

    • hoofdstuk 10 (rijbewijzen);

    • hoofdstuk 11 (Wet op de kansspelen);

    • artikel 16.1.1 (verklaring omtrent het gedrag);

 

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 10 Overgangsrecht

De ‘Legesverordening 2022’ van 10 november 2021 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2023, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023, met uitzondering van de heffing op grond van Deel B van de tarieventabel. De datum van ingang van de heffing op grond van Deel B van de tarieventabel is de datum waarop de Omgevingswet in werking treedt.

Artikel 12 Intrekking artikelen

Met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet worden:

  • artikel 4, eerste lid onder g

  • artikel 5, tweede lid

  • hoofdstuk 19 van de tarieventabel deel A

ingetrokken met dien verstande dat deze onderdelen van toepassing blijven op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening 2023”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 8 december 2022.

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOERENDAAL,

Namens deze,

De griffier,

F. Meijerink

Bijlage Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2023 – Deel A

 

Indeling tarieventabel:

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Algemeen

Hoofdstuk 2 Bestuursstukken

Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen in het kader van de Basisregistratie personen

Hoofdstuk 5 Vervallen

Hoofdstuk 6 Gemeentearchief

Hoofdstuk 7 Vervallen

Hoofdstuk 8 Vervallen

Hoofdstuk 9 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaarten

Hoofdstuk 10 Rijbewijzen

Hoofdstuk 11 Wet op de kansspelen

Hoofdstuk 12 Vervallen

Hoofdstuk 13 Vervallen

Hoofdstuk 14 Vervallen

Hoofdstuk 15 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 16 Diversen

Hoofdstuk 17 Telecommunicatiewet

Hoofdstuk 18 Naturalisatie

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning

Hoofstuk 19 Fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 20 Horeca

Hoofdstuk 21 Evenementen / markten

Hoofdstuk 22 Seksbedrijven

Hoofdstuk 23 Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 24 Exploitatie opvanglocatie

Hoofdstuk 25 Overige bedrijfsmatige activiteiten

Hoofdstuk 26 In de titels 1 en 3 niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

TITEL 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Hoofdstuk 1 Algemeen

1.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.1.1

gewaarmerkte afschriften van stukken of uittreksels, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

0,45

1.1.2

Fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.1.2.1

per pagina op papier van A4-formaat

0,30

1.1.2.2

per pagina op papier van een ander formaat

0,30

1.1.2.3

kleurenkopie per pagina op papier van A4 of ander formaat

1,00

 

Hoofd s tuk 2 Bestuursstukken

2.1

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

2.1.1

een afschrift van de gemeentebegroting

47,25

2.1.2

een afschrift van de toelichting op de gemeentebegroting

47,25

2.1.3

een afschrift van de gemeenterekening

44,55

 

 

 

2.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

2.2.1

tot het verstrekken van een exemplaar van de Algemene Plaatselijke Verordening (A.P.V.), per pagina

0,30

 

 

 

2.3

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

2.3.1

een afschrift van de Bouwverordening, per pagina

0,30

2.3.2

een afschrift van andere dan de hierboven genoemde verordeningen, per pagina

0,30

2.3.3

aanvullingen op de verordening, per pagina

0,30

 

Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand

3.1

Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk, een registratie van een partnerschap of omzetting van een huwelijk in een partnerschap en omgekeerd, op:

 

3.1.1

dinsdag en donderdag om 9.00 uur als lokethandeling en zonder enig decorum

 

3.1.2

maandag en woensdag van 09.00 tot 18.30 uur

200,00

3.1.3

dinsdag en donderdag van 9.30 tot 18.30 uur

200,00

3.1.4

vrijdag van 09.00 tot 18.30 uur

200,00

3.1.5

zaterdag

375,00

3.1.6

Het tarief bedraagt voor het inzetten van een ambtenaar als getuige per ambtenaar/getuige

37,95

3.1.6a

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag, mits beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden

15,00

3.1.7

Het tarief bedraagt voor een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als lokethandeling en zonder enig decorum, anders dan op de uren die door de ambtenaar van de burgerlijke stand zijn aangewezen als kosteloze uren

37,10

 

 

 

3.2.1

Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, boek 1, van het Burgerlijk Wetboek de tarieven genoemd in artikel 3.1.1 t/m 3.1.5 verhoogd met

149,70

3.2.2.1

Het tarief bedraagt ter zake van de beoordeling en de administratieve afhandeling van een verzoek om op locatie te mogen trouwen/partnerschap te laten registreren

100,00

3.2.2.2

De tarieven ter zake van de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap op een vooraf goedgekeurde andere locatie binnen de gemeentegrenzen bedragen:

 

 

op maandag tot en met donderdag (met uitzondering van een nationaal erkende feestdag) van 10.00 -21.00 uur

225,00

 

op vrijdag (met uitzondering van een nationaal erkende feestdag) van 10.00 -21.00 uur

225,00

 

op zaterdag (met uitzondering van een nationaal erkende feestdag)

425,00

3.3

Het tarief bedraagt ter zake van het verstrekken van:

 

3.3.1

een trouw- of partnerschapsboekje

40,00

3.3.2

elk afschrift van een akte van de burgerlijke stand als bedoeld in artikel 23b, tweede lid van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek

15,70

3.3.3

elk uittreksel als bedoeld in artikel 23b, eerste lid van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek

15,70

3.3.4

elke verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek

27,50

3.3.5

elk meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand

15,70

 

 

 

3.4

Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand (Stb. 1879, 72), niet zijnde een stuk als bedoeld in de onderdelen 3.3.2 t/m 3.3.5 en 16.1.2.1, geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand (Stb. 1969, 36) of zoals dit Besluit laatstelijk is vervangen of gewijzigd

 

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen in het kader van de Basisregistratie personen

4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 4.3 en 4.4, wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd

 

 

 

 

4.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

4.2.1

tot het verstrekken van gegevens uit de Basisregistratie personen, per verstrekking

10,00

4.3

Voor de toepassing van onderdeel 4.4 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen

 

4.4

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking, voor ieder daaraan besteed kwartier

15,00

4.5

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media in artikel 16, tweede lid van het Besluit basisregistratie personen

22,69

4.5a

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid van het Besluit basisregistratie personen

7,50

4.6

Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

15,00

 

Hoofdstuk 5 Vervallen

Hoofdstuk 6 Gemeentearchief

6.1

Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doen van nasporingen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

20,00

6.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

6.2.1

een fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina

2,00

6.2.2

een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk

2,00

 

voor het doen van nasporingen in stukken vallende onder de archiefwet 1995 zonder hulp van de gemeenteambtenaar van het gemeente-archief worden geen legeskosten in rekening gebracht.

 

 

Hoofdstuk 7 Vervallen

Hoofdstuk 8 Vervallen

Hoofdstuk 9 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

9.1

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag

 

9.1.1

van een nationaal paspoort:

 

9.1.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, excl. rijkscomponent

34,16

9.1.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, excl. rijkscomponent

34,17

9.1.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 9.1.1 (zakenpaspoort):

 

9.1.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, excl. rijkscomponent

34,16

9.1.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, excl. rijkscomponent

34,17

9.1.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

9.1.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, excl. rijkscomponent

34,16

9.1.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, excl. rijkscomponent

34,17

9.1.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen, excl. rijkscomponent

34,17

9.1.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

 

9.1.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, excl. rijkscomponent

30,10

9.1.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, excl. rijkscomponent

30,12

9.1.6

van een vervangende Nederlandse Identiteitskaart:

 

9.1.6.1

voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon

26,42

 

Hoofdstuk 10 Rijbewijzen

10.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs, exclusief rijkscomponent

34,95

 

Hoofdstuk 11 Wet op de kansspelen

11.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b, eerste lid van de Wet op de kansspelen:

 

11.1.1

voor een bepaalde tijd van minimaal twaalf maanden en maximaal vier jaar, per 12 maanden of naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning:

 

11.1.1.1

voor één speelautomaat

56,50

11.1.1.2

voor twee of meer speelautomaten:

 

11.1.1.2.1

een basisbedrag van

34,00

11.1.1.2.2

per automaat vermeerderd met

22,50

11.1.2

voor onbepaalde tijd:

 

11.1.2.1

voor één speelautomaat

90,90

11.1.2.2

voor twee of meer speelautomaten:

 

11.1.2.2.1

een basisbedrag van

60,70

11.1.2.2.2

per automaat vermeerderd met

53,50

11.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning, met een totaal prijzengeld van minder dan € 4.500,00)

15,00

11.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2.27 van de Algemene plaatselijke verordening

360,00

 

Hoofdstuk 12 Vervalle n

Hoofdstuk 13 Vervalle n

Hoofdstuk 14 Vervallen

Hoofdstuk 15 Verkeer en vervoer

15.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

15.1.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459) voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten

34,10

15.1.2

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

34,10

15.1.3

tot het verkrijgen en/of verlengen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (Stb. 1990, 460):

 

 

a. indien geen medisch advies vereist is

25,00

 

b. indien een medisch advies op basis van een dossierstudie toereikend is, excl. werkelijke kosten dossierstudie

25,00

 

c. indien een medisch advies op basis van een geneeskundig onderzoek vereist is, excl. werkelijke kosten geneeskundig onderzoek

25,00

15.1.4

tot het nemen van een tijdelijke verkeersmaatregel

25,00

15.1.5

tot afgifte van een verklaring van geen bezwaar:

 

15.1.5.1

t.b.v. een provinciale ontheffing als bedoeld in artikel 148, eerste lid van de Wegenverkeerswet (wedstrijd met voertuigen op de weg)

50,00

15.1.5.2

voor het gebruik van de openbare weg, niet zijnde een wedstrijd op of aan de weg

25,00

15.1.6

tot het verklrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 148, eerste lid van de Wegenverkeerswet (wedstrijd met voertuigen op de weg)

50,00

15.1.7

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2.5, vierde lid van de Algemene plaatselijke verordening (plaatsen voorwerpen op, aan of boven de weg)

25,00

 

Hoofdstuk 16 Diversen

16.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

16.1.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag excl rijkscomponent

7,50

16.1.2.1

tot het verkrijgen van een attestatie de vita (internationaal)

15,70

16.1.2.2

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn (leges)

10,00

16.1.2.3

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn (gratis pensioen)

0,00

16.1.3.

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent nationaliteit

10,00

16.1.4

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

10,00

16.1.5

tot het ter legalisatie zenden van stukken naar een andere gemeente in Nederland, in het persoonlijk belang van de aanvrager

10,00

16.1.6

tot het afgeven van een verklaring dat de foto op een stuk, de foto is van degene, te wiens name het stuk is gesteld of van degene die in dat stuk wordt bedoeld

10,00

16.3

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

16.3.1

tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening

29,90

16.4

Vervallen

0,00

16.5

Vervallen

 

16.6

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een vergunning of ontheffing als bedoeld in artikel 4.4 van de Algemene plaatselijke verordening (ontheffing geluidshinder):

 

16.6.1

geldig voor 1 dag

15,00

16.6.2

geldig voor 1 week of een gedeelte daarvan dat langer duurt dan 1 dag

20,00

16.6.3

geldig voor 1 maand of een gedeelte daarvan dat langer duurt dan 1 week

25,00

16.6.4

geldig voor 1 jaar of een gedeelte daarvan dat langer duurt dan 1 maand

50,00

16.7

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 

16.7.1

het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 15, eerste lid van de Leegstandwet i.v.m. het aangaan van een tijdelijke huurovereenkomst

137,00

16.7.2

verlenging van de onder 16.7.1 genoemde vergunning

46,00

 

Hoofdstuk 17 Telecommunicatiewet

17.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid van de Telecommunicatiewet

 

 

sleuflengte 0 - 100 m

300,00

 

sleuflengte 101 - 1000 m

350,00

 

sleuflengte 1001 m en langer

400,00

17.1.1

Indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, per strekkende meter sleuf vermeerderd met

1,50

 

en per lasgat vermeerderd met

1,75

17.1.2

Indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, per strekkende meter sleuf vermeerderd met

1,40

 

en per lasgat vermeerderd met

1,75

17.2

Het in onderdeel 17.1 genoemde bedrag wordt:

 

17.2.1

Indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met

44,40

17.2.2

Indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die terzake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

17.3

Indien een begroting als bedoeld in onderdeel 17.2.2 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

17.4

Het tarief bedoeld in onderdeel 17.1 wordt verminderd met de van de melder verkregen of te verkrijgen privaatrechtelijke vergoeding voor beheerskosten in verband met de werkzaamheden, met dien verstande dat de uitkomst van de vermindering niet minder dan nihil kan bedragen.

 

 

Hoofdstuk 18 Naturalisati e

18.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek:

 

18.1.1

tot naturalisatie tot nederlander (enkelvoudig verzoek standaard), excl. rijkscomponent

206,00

18.1.2

tot naturalisatie tot nederlander (enkelvoudig verzoek verlaagd), excl. rijkscomponent

206,00

18.1.3

tot naturalisatie tot nederlander (gezamenlijk verzoek standaard), excl. rijkscomponent

351,00

18.1.4

tot naturalisatie tot nederlander (gezamenlijk verzoek verlaagd), excl. rijkscomponent

351,00

18.1.5

tot het afleggen van een optie ter verkrijging van het nederlanderschap (enkelvoudig)

206,00

18.1.6

tot het afleggen van een optie ter verkrijging van het nederlanderschap (gezamenlijk)

351,00

18.1.7

tot het afleggen van een optie ter verkrijging van het nederlanderschap (medeopterend kind)

23,00

18.1.8

tot meenaturalisatie tot Nederlander van een minderjarige, excl. rijkscomponent

23,00

 

TITEL 2 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER FYSIEKE LEEFOMGEVING / OMGEVINGSVERGUNNING

Hoofdstuk 19 Fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning

Begripsomschrijvingen

19.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

19.1.1.1

bouwkosten:

De aannemingssom bedoeld in paragraaf 1, eerste lid van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012,1567), voor het uit te voeren werk OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet inbegrepen] of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken , de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen. Als ondergrens voor de berekening van de bouwkosten worden gehanteerd de in bijlage I bij deze tarieventabel opgenomen normkosten

 

19.1.1.2

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

19.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld

 

19.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld

 

 

Beoordeling principeverzoek / conceptaanvraag

 

19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

19.2.1

om beoordeling van een principeverzoek c.q. conceptaanvraag om een omgevingsvergunning, inhoudende het toetsen aan enkel het bestemmingsplan en, indien noodzakelijk, een behandeling door de dorpsbouwmeester c.q. Monumentencommissie, alsmede de administratieve afhandeling

340,00

19.2.2

om beoordeling van een principeverzoek c.q. conceptaanvraag om een omgevingsvergunning, inhoudende het toetsen aan het bestemmingsplan, regelgeving en beleid en, indien noodzakelijk, maximaal twee behandelingen door de dorpsbouwmeester c.q. Monumentencommissie, alsmede de administratieve afhandeling

1020,00

 

Omgevingsvergunning

 

19.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 19.3 en 19.4 van dit hoofdstuk. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd

 

 

Bouwactiviteiten

 

19.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo, bedraagt het tarief 3,25% van de bouwkosten, met een minimum van

340,00

 

Extra welstandstoets

 

19.3.1.2

Indien een schetsplan c.q. conceptaanvraag of een omgevingsvergunning meer dan tweemaal aan de dorpsbouwmeester of monumentencommissie moet worden voorgelegd, of indien een plan om andere redenen aan de dorpsbouwmeester of de commissie moet worden voorgelegd, bedragen de legeskosten per extra behandeling

47,15

 

Beoordeling milieukundig bodemrapport en rapportage akoestisch onderzoek

 

19.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 19.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport of een akoestish rapport wordt beoordeeld:

 

19.3.1.3.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

49,00

19.3.1.3.1.1

"Indien het bodemonderzoek een oppervlakte betreft van meer dan 5.000 m2, geldt een toeslag van € 43,70 voor elke 5.000 m2 of gedeelte daarvan boven de 5.000 m2"

 

19.3.1.3.2

voor de beoordeling van een akoestisch onderzoeksrapport

49,00

19.3.1.3.3

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

nvt

 

Verplicht advies agrarische commissie

 

19.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 19.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie wordt beoordeeld

47,70

 

Aanlegactiviteiten

 

19.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b van de Wabo, bedraagt het tarief

340,00

 

Beoordeling bodemrapport

 

19.3.2.2

Onderdeel 19.3.1.3.1 vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot de in onderdeel 19.3.2.1 bedoelde aanvraag, tenzij onderdeel 19.3.1.3.1 zelf toepassing vindt

 

 

Strijdigheid bestemmingsplan

 

19.3.3

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 19.3.1 en 19.3.2:

 

19.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)

340,00

19.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking)

340,00

19.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo wordt toegepast (projectbesluit) en:

 

19.3.3.3.1

indien de bouwkosten niet meer dan € 75.000,- bedragen

670,00

19.3.3.3.2

indien de bouwkosten € 75.000,- of meer, maar minder dan € 500.000,- bedragen

1.062,00

19.3.3.3.3

indien de bouwkosten € 500.000,- of meer bedragen

1.454,15

19.3.3.3.4

ten behoeve van een wijziging van het gebruik

680,00

19.3.3.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)

110,90

19.3.3.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving)

110,90

19.3.3.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving)

110,90

19.3.3.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)

110,90

19.3.3.8

Het tarief voor een ontheffing voor hogere waarden in het kader van de Wet geluidhinder (artikel 110a, eerste en tweede lid) bedraagt per woning, appartement e.d.

190,05

 

Strijdigheid bestemmingsplan zonder bouw- of aanlegactiviteiten

 

19.3.4

Zie 19.3.3

 

 

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

19.3.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d van de Wabo, bedraagt het starttarief

148,20

 

te vermeerderen met:

 

19.3.5.1.1

voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlak van 0 t/m 250 m2

297,55

19.3.5.1.2

voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlak van 251 t/m 500 m2

498,85

19.3.5.1.3

voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlak meer dan 500 m2

696,43

 

Opheffen stookverbod

 

19.3.5.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het opheffen van een stookverbod in het kader van artikel 7.9. Bouwbesluit 2012 bedraagt:

 

19.3.5.2.1

voor het uitvoeren van een visuele inspectie, nadat door een gerenommeerd bedrijf de schoorsteen hersteld en schoongemaakt is

97,55

 

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

19.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b van de Wabo met betrekking tot een krachtens erfgoedverordening aangewezen gemeentelijk monument, waarvoor op grond van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief

94,95

 

Sloopactiviteiten

 

19.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g van de Wabo bedraagt het tarief

142,80

 

Beoordeling bodemrapport

 

19.3.7.2

Onderdeel 19.3.1.3.1 vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot de in onderdeel 19.3.7.1 bedoelde aanvraag, tenzij de onderdelen 19.3.1.3.1 of 19.3.2.2 zelf toepassing vinden

 

 

Asbesthoudende materialen

 

19.3.7.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 19.3.7.1 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is

49,00

 

Omgevingsvergunning voor projecten met overeenkomstige avtiviteiten op meerdere adressen, percelen, bouwwerken of gebouwen

 

19.3.7.4

Indien een aanvraag om een vergunning betrekking heeft op een project bestaande uit overeenkomstige activiteiten bij meerdere samenhangende bouwwerken of gebouwen gelegen op hetzelfde terrein of met elkaar samenhangende terreinen of aaneengesloten percelen, waarbij sprake kan zijn van meerdere adressen, bestaat het bedrag uit de som van verschuldigde leges op grond van de tarieventabel voor de activiteiten per adres (10% van een sloopvergunning ad € 142,80)

15,15

 

Aanleggen of veranderen van een weg

 

19.3.8

Indien de aanvraag om een vergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.6 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d van de Wabo dan wel in overige gevallen, bedraagt het tarief

50,00

 

Uitweg/inrit

 

19.3.9

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.7 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e van de Wabo, bedraagt het tarief

50,00

 

Kappen

 

19.3.10

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of de Bomenverordening gemeente Voerendaal een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g van de Wabo, bedraagt het tarief

25,00

 

Opslag van roerende zaken

 

19.3.11

n.v.t.

 

 

Projecten of handelingen in het kader van de Wet Natuurbescherming (bescherming van een Natura 2000-gebied)

 

19.3.12

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

65,00

 

Handelingen in het kader van de Wet Natuurbescherming (bescherming van soorten)

 

19.3.13

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

65,00

 

Andere activiteiten

 

19.3.14

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van paragraaf 19.3 bedoeld en die activiteit of handeling:

 

19.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i van de Wabo, bedraagt het tarief

43,20

19.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid van de Wabo, bedraagt het tarief:

43,20

19.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft

43,20

19.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft

43,20

 

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

19.3.15

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

19.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in paragraaf 19.3 voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft

 

19.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in paragraaf 19.3 voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft

 

 

Advies

 

19.3.16

Tenzij zulks is geregeld in de voorgaande onderdelen van paragraaf 19.3 bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning

47.15

 

Verklaring van geen bedenkingen

 

19.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van paragraaf 19.3 bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid van de Wabo:

 

19.3.17.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven

400,00

19.3.17.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het College van Burgemeester en Wethouders is opgesteld

 

19.3.17.1.3

Indien een begroting als bedoeld in subsubonderdeel 19.3.17.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken

 

19.3.17.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of het verrichten van andere handelingen als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid van de Wet natuurbescherming, waarvoor Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg een verklaring van geen bedenkingen dient te geven of te weigeren ingevolge artikel 2.27, eerste lid van de Wabo geldt het van toepassing zijnde tarief zoals opgenomen in paragraaf 2.4 van de vigerende Tarieventabel behorende bij de vigerende Legesverordening van de Provincie Limburg inzake het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het realiseren van projecten of het verrichten van andere handelingen als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid van de Wet natuurbescherming. Dit tarief bedraagt:

4.403,40

19.3.17.2.1

Voor zover dit tarief door Provinciale Staten van de Provincie Limburg is gewijzigd is/zijn de vigerende tarief/tarieven van kracht

 

19.3.17.2.2

Indien een omgevingsvergunning, die voorziet in projecten of het verrichten van andere handelingen als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid van de Wet natuurbescherming, door de Gemeente wordt geweigerd, als gevolg van het weigeren van een verklaring van geen bedenkingen met betrekking tot dit onderdeel door Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg, vindt restitutie door de Gemeente aan de aanvrager plaats van 75% van de geheven leges van de aanvrager

 

19.3.17.2.3

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning, die voorziet in projecten of het verrichten van andere handelingen als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid van de Wet natuurbescherming, door de aanvrager wordt ingetrokken alvorens daarop door de Gemeente is beschikt, vindt restitutie door de Gemeente aan de aanvrager als volgt plaats:

 

19.3.17.2.3.1

a: indien het verzoek tot intrekking is gedaan binnen zes maanden na datum van ontvangst van de aanvraag bij de Gemeente, vindt restitutie door de Gemeente aan de aanvrager plaats van 50% van de geheven leges van de aanvrager

 

19.3.17.2.3.2

b: indien het verzoek tot intrekking is gedaan zes maanden na datum van ontvangst van de aanvraag bij de Gemeente, vindt restitutie door de Gemeente aan de aanvrager plaats van 25% van de geheven leges van de aanvrager

 

19.3.17.2.4

Leges worden niet geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning in het kader van projecten of het verrichten van andere handelingen als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid van de Wet natuurbescherming betrekking hebbende op evenementen en het beheer van een Natura-gebied

 

 

Vermindering en verhoging

 

19.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om beoordeling van een principeverzoek c.q. conceptaanvraag als bedoeld in onderdeel 19.2.1, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, wordt de ter zake van het principeverzoek/de conceptaanvraag geheven leges geheel of deels in mindering gebracht tot een maximum van de voor de aanvraag om omgevingsvergunning verschuldigde leges

 

19.4.2

Indien de aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, wordt het op grond van paragraaf 19.3 berekende tarief verhoogd met de werkelijk gemaakte extra kosten met een minimum van:

199,35

 

Betreffende tarief wordt op basis van de werkelijk gemaakte extra kosten verhoogd tot een maximum bedrag van € 12.600,=

 

 

Teruggaaf

 

 

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

19.5.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 19.3.1, 19.3.2, 19.3.6 en 19.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, kan schriftelijk om teruggaaf van een deel van de leges worden verzocht. De teruggaaf bedraagt:

 

19.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 1 maand na het in behandeling nemen ervan

25%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges

 

19.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 1 maand doch vóór het verlenen van de vergunning, voor het in behandeling nemen ervan

25%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges

 

 

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

19.5.2

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 19.3.1, 19.3.2, 19.3.6 en 19.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, kan schriftelijk om teruggaaf van een deel van de leges worden verzocht, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

19.5.2.1

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

 

Teruggaaf als gevolg van het weigeren of het niet verder in behandeling nemen van een aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

19.5.3

Als de gemeente een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 19.3.1, 19.3.2, 19.3.6 of 19.3.7 weigert c.q. niet verder in behandeling neemt, kan schriftelijk om teruggaaf van een deel van de leges worden verzocht. De teruggaaf bedraagt:

25%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges

 

 

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 

19.5.4

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 19.3.16 en 19.3.17 wordt geen teruggaaf verleend

 

 

Intrekking omgevingsvergunning

 

19.6

n.v.t.

 

 

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 

19.7

Met uitzondering van een omgevingsvergunning voor uitsluitend kapactiviteiten, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van de tenaamstelling van een verleende omgevingsvergunning

39,20

 

Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

 

19.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening

1.500,00

19.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen of uitwerken van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening

1.000,00

 

Advies Kwaliteitscommissie

 

19.10

Indien voor een activiteit als bedoeld in deze titel een advies nodig is van de Limburgse Kwaliteitscommissie als bedoeld in het Limburgs Kwaliteitsmenu worden de leges verhoogd met (inclusief 1 behandeling)

1.000,00

19.10.1

Per extra behandeling door de kwaliteitscommissie worden de leges verhoogd met

500,00

 

Sloopmelding

 

19.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 1.26. van het Bouwbesluit 2012

0,00

 

In deze titel niet benoemde beschikking

 

19.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

pm

 

TITEL 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER EUROPESE DIENSTENRICHTLIJN

Hoofdstuk 20 Horeca

20.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3, eerste lid van de Alcoholwet

125,00

20.2

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een gewijzigde vergunning naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet

50,00

20.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van het aanhangsel, als bedoeld in artikel 30a, tweede lid van de Alcoholwet

50,00

20.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet

25,00

20.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid van de Alcoholwet

10,00

20.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een exploitatievergunning horecabedrijf als bedoeld in artikel 2.18 van de Algemene plaatselijke verordening

100,00

20.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van het aanhangsel bij de exploitatievergunning, als bedoeld in artikel 2.18b van de Algemene plaatselijke verordening:

50,00

20.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om tijdelijk een andere sluitingstijd voor een horecabedrijf vast te stellen krachtens artikel 2.19 van de Algemene plaatselijke verordening

10,00

 

Hoofdstuk 21 Evenementen / snuffelmarkten

21.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van de benodigde vergunningen en ontheffingen (incl. ontheffing artikel 35 Alcoholwet, ontheffing geluidhinder, tijdelijke verkeersmaatregelen en brandveilig gebruik) voor een evenement, als bedoeld in artikel 2.14 van de Algemene plaatselijke verordening (niet zijnde een wielertoertocht of pelotonstocht als bedoeld in onderdeel 21.3):

 

21.1.1

vanaf 3 dagen (exclusief op- en afbouw):

 

21.1.1.1

een basisbedrag van

125,00

21.1.1.2

per dag vermeerderd met

25,00

21.1.2

minder dan 3 dagen (exclusief op- en afbouw)

125,00

21.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van de benodigde vergunningen en ontheffingen (incl. ontheffing artikel 35 Alcoholwet, ontheffing geluidhinder, tijdelijke verkeersmaatregelen en brandveilig gebruik) voor een snuffelmarkt, als bedoeld in artikel 5.19 van de Algemene plaatselijke verordening

25,00

21.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een evenementenvergunning voor een wielertoertocht of pelotonstocht, als bedoeld in artikel 2.14 van de Algemene plaatselijke verordening

50,00

 

Hoofdstuk 22 Seksbedrijven

22.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen of wijzigen van een vergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening (anders dan bedoeld in onderdeel 22.2)

325,00

22.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een vergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening in verband met een wijziging van de in de vergunning vermelde beheerder(s)

175,00

 

Hoofdstuk 23 Winkeltijdenwet

23.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

23.1.1

tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet

25,00

23.1.2

tot het verlenen van toestemming om een in het vorige onderdeel bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

25,00

23.1.3

tot het intrekken of wijzigen van een in de vorige onderdelen bedoelde ontheffing

25,00

 

Hoofdstuk 23A Standplaatsen

23A.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

23A.1.1

voor een vergunning voor een vaste standplaats op een markt, als bedoeld in artikel 5 van de Marktverordening

25,00

23A.1.2

tot het overschrijven van een vergunning voor een vaste standplaats op een markt, als bedoeld in artikel 12 van de Marktverordening

25,00

23A.1.3

voor een dagplaatsvergunning op een markt, als bedoeld in artikel 14 van de Marktverordening

20,00

23A.1.4

voor een standwerkersplaats, als bedoeld in artikel 15 van de Marktverordening

20,00

23A.1.5

voor een ontheffing van de verplichting tot het innemen van de vergunde standplaats, als bedoeld in artikel 19, eerste lid van de Marktverordening

20,00

23A.1.6

voor een vergunning voor vervanging van de inname van een standplaats, als bedoeld in artikel 19, tweede lid van de Marktverordening

20,00

23A.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing voor een (losse) standplaats, als bedoeld in artikel 5.16 van de Algemene plaatselijke verordening

20,00

 

Hoofdstuk 24 Exploitatie opvanglocatie

24.1

Het in exploitatie nemen van een locatie voor kinderopvang, buitenschoolse opvang, gastouderopvang of een peuterspeelzaal

146,15

 

Hoofdstuk 25 Overige bedrijfsmatige activitei ten

25.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een exploitatievergunning bedrijfsmatige activiteit als bedoeld in artikel 2.59 van de Algemene plaatselijke verordening

100,00

25.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot bijschrijving van een beheerder op het aanhangsel bij de exploitatievergunning, als bedoeld in artikel 2.61 van de Algemene plaatselijke verordening

100,00

 

Hoofdstuk 26 In de titels 1 en 3 niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

26.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in de titels 1 en 3 niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

25,00

 

Behorende bij raadsbesluit van 8 december 2022

De griffier van de gemeente Voerendaal,

 

Bijlage Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2023 – Deel B (na inwerkingtreding Omgevingswet)

 

DIENSTVERLENIONG EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 1 Gereserveerd

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting,

waarbij als ondergrens voor de berekening van de bouwkosten worden gehanteerd de in bijlage I bij deze tarieventabel opgenomen normkosten

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

omgevingsoverleg;

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

 

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een eerste overleg:

€ 340

b.

voor elk volgend overleg:

€ 170

c.

per in te schakelen adviseur verhoogd met de door de adviseur gefactureerde kosten:

PM

d.

wanneer geconcludeerd wordt dat het verzoek vergunningvrij gerealiseeerd kan worden:

€ 100

 

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel )

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 25.000:

3,25 %

 

met een minimum van:

€ 340

b.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 25.000 tot € 50.000:

3,25 %

c.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 200.000:

3,25 %

d.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.000 tot € 2.500.000:

3,25 %

e.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.500.000:

3,25 %

 

met een maximum van:

€ 200.000

 

Als ondergrens voor de berekening van de bouwkosten worden gehanteerd de in bijlage I bij deze tarieventabel opgenomen normkosten

 

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.062

 

1.

als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.50, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, verhoogd met:

NVT

 

2.

als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:

€ 670

 

3.

als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met:

€ 670

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 670

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.062

Het onder a, b of c vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 340

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 340

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 340

Het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

 

 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de gemeentelijke erfgoedverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

 

 

 

1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 340

 

 

2

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 340

 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

 

 

 

1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 340

 

 

2

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 340

 

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

 

 

1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 1.062

 

 

2

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 1.062

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

€ 340

3.

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de gemeentelijke erfgoedverordening is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

Het op grond van de leden 1, 2 of 3 verschuldigde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 340

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 340

Het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de gemeentelijke erfgoedverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 340

 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 340

 

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.062

 2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

Het op grond van lid 1 of lid 2 verschuldigde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 340

Het vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

 

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 340

Het vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL (zie bijlage II bij deze tarieventabel) en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.2 van de Omgevingswet van toepassing is (reguliere voorbereidingsprocedure):

€ 340

b.

voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.3 van de Omgevingswet van toepassing is (uniforme openbare voorbereidingsprocedure), in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: zie artikel 2.48

PM

c.

het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL (zie bijlage II bij deze tarieventabel) en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.2 van de Omgevingswet van toepassing is (reguliere voorbereidingsprocedure):

€ 340

b.

voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.3 van de Omgevingswet van toepassing is (uniforme openbare voorbereidingsprocedure), in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: zie artikel 2.48

PM

c.

het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL (zie bijlage II bij deze tarieventabel) en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.2 van de Omgevingswet van toepassing is (reguliere voorbereidingsprocedure):

€ 340

b.

voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.3 van de Omgevingswet van toepassing is (uniforme openbare voorbereidingsprocedure), in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: zie artikel 2.48

PM

c.

het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL (zie bijlage II bij deze tarieventabel) en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.2 van de Omgevingswet van toepassing is (reguliere voorbereidingsprocedure):

€ 340

b.

voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.3 van de Omgevingswet van toepassing is (uniforme openbare voorbereidingsprocedure), in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: zie artikel 2.48

PM

c.

het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL (zie bijlage II bij deze tarieventabel) en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.2 van de Omgevingswet van toepassing is (reguliere voorbereidingsprocedure):

€ 340

b.

voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.3 van de Omgevingswet van toepassing is (uniforme openbare voorbereidingsprocedure), in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: zie artikel 2.48

PM

c.

het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL (zie bijlage II bij deze tarieventabel) en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.2 van de Omgevingswet van toepassing is (reguliere voorbereidingsprocedure):

€ 340

b.

voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.3 van de Omgevingswet van toepassing is (uniforme openbare voorbereidingsprocedure), in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: zie artikel 2.48

PM

c.

het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL (zie bijlage II bij deze tarieventabel) en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.2 van de Omgevingswet van toepassing is (reguliere voorbereidingsprocedure):

€ 340

b.

voor een aanvraag, waarop paragraaf 16.5.3 van de Omgevingswet van toepassing is (uniforme openbare voorbereidingsprocedure), in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: zie artikel 2.48

PM

c.

het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL (zie bijlage II bij deze tarieventabel) en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteit en

 

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

 

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

 

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 340

Het vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

 

PM

Artikel 2. 22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 340

Het vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

 

 

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in artikel PM van het omgevingsplan bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

Wij nemen vooralsnog geen onderdelen van staalkaarten in omgevingsplan op?

NVT

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in artikel PM van het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

NVT

3.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met [normwaarde archeologische verwachtingswaarde OF archeologische verwachtingen], als bedoeld in artikel PM van het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

NVT

4.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in artikel PM van het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

NVT

5.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. als bedoeld in artikel PM van het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

NVT

6.

De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met:

NVT

7.

De op grond van dit artikel verschuldigde leges wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

indrijven van voorwerpen,

ophogen van de grond, of

verharden van de grond,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel PM van het omgevingsplan:

NVT

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

NVT

Het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 340

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.062

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.6 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 340

Het vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

 

PM

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.7 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 170

Het vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.062

 

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

€ 670

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 670

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.062

Het onder a, b of c vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

 

 

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het in, op of aan een onroerende zaak hebben van een alarminstallatie die een voor de omgeving opvallend geluid of lichtsignaal kan produceren, bedoeld in artikel PM van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

NVT

Het vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

 

PM

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de ter zake vigerende verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 65

Het vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel PM van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:

NVT

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:

NVT

Het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag roerende zaken

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel PM van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:

NVT

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

NVT

Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

 

GERESERVEERD; zie onderdeel A, titel 3, hoofdstuk 23A Standplaatsen

 

Artikel 2.34 Andere activiteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 340

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

1

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 340

 

2

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.062

 

3

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 340

Het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

 

 

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

€ 35

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 35

De op grond van dit artikel verschuldigde leges wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 

 

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 340

 

b.

twee of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 1.062

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 50

De op grond van dit artikel verschuldigde leges wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL (zie bijlage II bij deze tarieventabel) en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

 

PM

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 50

De op grond van dit artikel verschuldigde leges wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

 

 

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel

 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 100

 

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 100

 

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 100

 

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

€ 100

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

De op grond van dit artikel verschuldigde leges wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

 

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 340

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 1.062

Het vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 340

Het vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL (zie bijlage II bij deze tarieventabel) en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b,

in behandeling is genomen:

€ 170

Het vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

 

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de buitenplanse omgevingsactiviteit of -activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan, per uur:

€ 100

Het vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

 

 

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

25 %

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 1.062

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.062

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 1.062

De op grond van dit artikel verschuldigde leges wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL (zie bijlage II bij deze tarieventabel) en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

 

PM

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 340

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 340

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 340

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 340

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 340

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 1.062

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 340

De op grond van dit artikel verschuldigde leges wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

Artikel 2.50 Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies uitbrengt in het kader van een omgevingsoverleg en/of over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 1.062

 

b.

vanaf het derde advies: voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Omgevingskwaliteit dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: per advies

€ 75

 

c.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Omgevingskwaliteit in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b:

€ 100

 

d.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.51 Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

 

a.

als de gemeenteraad moet besluiten over de instemming:

 

€ 1.062

 

b.

als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming:

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

PM

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

 

 

De ter zake van het omgevingsoverleg geheven leges wordt geheel of deels in mindering gebracht tot een maximum van de voor de aanvraag om omgevingsvergunning verschuldigde leges, met uitzondering van de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in het kader van dat omgevingsoverleg in rekening heeft gebracht voor de advisering

PM

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

binnen 3 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

Artikel 2.53

 

GERESERVEERD

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges, met uitzondering van de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in het kader van de aanvraag in rekening heeft gebracht voor de advisering

85 %

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges, met uitzondering van de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in het kader van de aanvraag in rekening heeft gebracht voor de advisering

85 %

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen 4 weken na de indiening van de aanvraag:

 

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met uitzondering van de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in het kader van de aanvraag in rekening heeft gebracht voor de advisering

75 %

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf 4 weken tot 6 weken na de indiening van de aanvraag:

 

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met uitzondering van de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in het kader van de aanvraag in rekening heeft gebracht voor de advisering

50 %

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf 6 weken na de indiening van de aanvraag:

 

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met uitzondering van de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in het kader van de aanvraag in rekening heeft gebracht voor de advisering

25 %

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen 6 weken na de indiening van de aanvraag:

 

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met uitzondering van de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in het kader van de aanvraag in rekening heeft gebracht voor de advisering

75 %

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

 

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met uitzondering van de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in het kader van de aanvraag in rekening heeft gebracht voor de advisering

 

50 %

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

 

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met uitzondering van de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in het kader van de aanvraag in rekening heeft gebracht voor de advisering

25 %

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met uitzondering van de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in het kader van de aanvraag om de verleende omgevingsvergunning in rekening heeft gebracht voor de advisering

25 % 

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

 

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges, met uitzondering van de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in het kader van de aanvraag omgevingsoverleg in rekening heeft gebracht voor de advisering

10 %

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak

 

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

Een bedrag minder dan € 250,00 wordt niet teruggegeven.

 

 

Behorende bij raadsbesluit van 8 december 2022

De griffier van de gemeente Voerendaal,

 

Bijlage I bij onderdeel 19.1.1.1 van Deel A en artikel 2.1, vierde lid van Deel B van de Tarieventabel Legesverordening 2023: Tabel ter bepaling van de bouwkosten ten behoeve van een omgevingsvergunning

 

 

type bouwwerk en kenmerk

per m3

 

 

WOONGEBOUWEN (3 laags en meer)

 

Appartement

330,05

Flat

290,95

Serviceflat

307,05

Urban Villa

351,90

WONINGEN - NORMAAL

 

Drive-in woning (3 laags)

213,90

Geschakeld eenlaags (plat dak)

277,15

Geschakeld eenlaags (met kap)

249,55

Geschakeld tweelaags (plat dak)

253,00

Geschakeld tweelaags (met kap

227,70

Geschakeld tweelaags (met kap houtskeletbouw)

259,90

Vrijstaand 2 laags (met kap)

282,90

WONINGEN - BETER

 

Landhuis eenlaags (plat dak)

331,20

Twee onder een kap (met schuin dak)

277,15

Vrijstaand eenlaags (recreatiewoning met kap)

254,15

Vrijstaand eenlaags (met kap)

296,70

Vrijstaand tweelaags (houtskeletbouw met kap)

261,05

Vrijstaand tweelaags (met kap)

293,25

WONINGEN - LUXE

 

Bungalow (met kap)

333,50

Herenhuis (tussenwoning)

300,15

Herenhuis (halfvrijstaand)

328,90

Herenhuis (vrijstaand)

328,90

Landhuis eenlaags (met kap)

404,80

Landhuis tweelaags (met kap)

440,45

AANVULLINGEN WONINGEN

 

Aan- en uitbouw woonruimte (> 100m3)

427,80

Carport / overkapping (per m2)

227,70

Garage / berging (plat dak, aangebouwd)

189,75

Garage / berging (plat dak, vrijstaand)

259,90

Garage / berging (met kap, aangebouwd)

172,50

Garage / berging (met kap, vrijstaand)

196,65

Kelder

359,95

Serre (géén woonruimte)

318,55

Serre (woonruimte)

535,90

Tuinhuisje (hout)

124,20

Dakkapel (2,50x1,40x1,45)

469,20

BIJEENKOMSTGEBOUWEN

 

Multifunctioneel centrum

342,70

GEZONDHEIDSZORGGEBOUWEN

 

Gezondheidscentrum

366,85

Verzorgingsflat (vier- of vijflaags)

284,05

Woonzorgcentrum (drielaags)

242,65

Ziekenhuis

379,50

HORECAGEBOUWEN

 

Café (taria) met bovenwoning

311,65

Restaurant

307,05

Wegrestaurant, eenlaags

349,60

INDUSTRIEGEBOUWEN

 

Agrarisch bedrijfsgebouw metselwerk spouw (bruto vloeropp. ca. 250 m2)

292,10

Agrarisch bedrijfsgebouw metselwerk spouw (bruto vloeropp. ca. 750 m2)

213,90

Agrarisch bedrijfsgebouw metselwerk spouw (bruto vloeropp. ca. 1250 m2)

185,15

Agrarisch bedrijfsgebouw gevelplaten (bruto vloeropp. ca. 250 m2)

170,20

Agrarisch bedrijfsgebouw gevelplaten (bruto vloeropp. ca. 750 m2)

132,25

Agrarisch bedrijfsgebouw gevelplaten (bruto vloeropp. ca. 1250 m2)

121,90

Bedrijfshal (5,4 m. hoog inhoud ca. 500 m3)

178,25

Bedrijfshal (7,2 m. hoog inhoud ca. 750 m3)

135,70

Bedrijfshal (5,4 m. hoog inhoud ca. 1500 m3)

135,70

Bedrijfshal (7,2 m. hoog inhoud ca. 2000 m3)

97,75

Bedrijfshal (5,4 m. hoog inhoud ca. 5000 m3)

110,40

Bedrijfshal (7,2 m. hoog inhoud ca. 10000 m3)

82,80

Loods (eenvoudig)

45,00

Veldschuur (ca. 250 m2)

73,60

Veldschuur (ca. 750 m2)

66,70

Veldschuur (ca. 1250 m2)

62,10

KANTOORGEBOUWEN

 

Kantoorgebouw, normaal ontwerp (eenlaags, inhoud tot 2500 m3)

415,15

Kantoorgebouw, normaal ontwerp (tweelaags, inhoud tot 2500 m3)

385,25

Kantoorgebouw, normaal ontwerp (tweelaags, inhoud 2500 tot 7000 m3)

320,85

Kantoorgebouw, normaal ontwerp (drielaags, inhoud 2500 tot 10000 m3)

331,20

Kantoorgebouw, normaal ontwerp (vierlaags, inhoud 4500 tot 12500 m3)

296,70

Kantoorgebouw, normaal ontwerp (vijflaags, inhoud 10000 tot 17500 m3)

272,55

Kantoorgebouw, normaal ontwerp (zeslaags, inhoud 30000 tot 55000 m3)

225,40

LOGIESGEBOUW

 

Hotel

430,10

Motel

301,30

ONDERWIJSGEBOUWEN

 

School (tweelaags)

267,95

School (semi permanent, eenlaags)

294,40

SPORTGEBOUW

 

Gymzaal

135,70

Kleedgebouw (al dan niet met kantine)

371,45

Tennishal, met kantine

97,75

WINKELGEBOUW

 

Doe-het-zelf hal

135,70

garage met showroom

202,40

Meubelhal

198,95

Warenhuis, drielaags

284,05

Winkel, tweelaags

359,95

Winkel met bovenwoning

274,85

Winklecentrum, eenlaags

219,65

Winkelcentrum met bovenwoningen

311,65

 

Behorende bij raadsbesluit van 8 december 2022

De griffier van de gemeente Voerendaal,

 

Bijlage II bij Deel B van de Tarieventabel Legesverordening 2023: Tarieven RUDZL voor advisering

 

Artikelnummer

Activiteit

Kostprijs

Artikel 2.4

Omgevingsoverleg

€ 1.600

Artikel 2.12

Omgevingsplanactiviteit milieubelastende activiteit

€ 2.700 vergunning regulier

€ 7.200 vergunning complex*

Artikel 2.13

Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen

€ 2.700 vergunning regulier

€ 7.200 vergunning complex*

Artikel 2.14 t/m 2.19

Variatie aan sectoren

€ 2.700 vergunning regulier

€ 7.200 vergunning complex*

Artikel 2.36

Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

€ 1.800

Artikel 2.42

Intrekken vergunning

€ 1.700

Artikel 2.48

Vermeerdering wanneer de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is

€ 4.500

 

* Een vergunning complex betreft een vergunning waarop de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van toepassing is

 

Behorende bij raadsbesluit van 8 december 2022

De griffier van de gemeente Voerendaal,

Naar boven