Paragraaf 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- beleidsvoornemen: voornemen van een bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid;
- participatie: het betrekken van inwoners bij het beleid en de plannen van de gemeente en het faciliteren van inwoners bij het uitvoeren van hun eigen plannen. Met als doel meer inzicht en daardoor betere plannen en beleid.
- uitdaagrecht: recht van ingezetenen en lokale maatschappelijke partijen om een verzoek bij het bevoegde bestuursorgaan in te dienen om de feitelijke uitvoering van een gemeentelijke taak over te nemen, als zij denken deze taak beter uit te kunnen voeren.
Paragraaf 2. Participatie
Artikel 2. Onderwerp van participatie
1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of participatie wordt toegepast.
2. Participatie wordt altijd toegepast als de wet daartoe verplicht.
3. Er is geen participatie mogelijk:
a. ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;
b. als participatie bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;
c. als sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;
d. inzake de vaststelling van de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;
e. als de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat participatie niet kan worden afgewacht;
f. als het belang van participatie niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.
Artikel 3. Procedure participatie
1. Het bestuursorgaan stelt bij de start van elke participatietraject vast op welke manier participatie wordt toegepast en maakt dit besluit bekend op de voor die participatieprocedure geschikte wijze.
2. Als participatie wordt toegepast, neemt het bestuursorgaan over in ieder geval de volgende onderwerpen een besluit, en legt dit vast in een participatienota:
a. doel van participatie;
b. beïnvloedingsruimte van participatie;
c. kaders voor participatie;
d. beschrijving van de fases van het traject en de rol van betrokkenen in deze fases;
e. begroting van de kosten.
Artikel 4. Eindverslag participatie
1. Ter afronding van de participatie maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.
2. Het eindverslag bevat in ieder geval:
a. een overzicht van de gevolgde participatieprocedure;
b. een weergave van de zienswijzen die tijdens de participatieprocedure mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;
c. een reactie op deze zienswijzen, waarbij wordt aangegeven welke punten al dan niet worden overgenomen en waarom.
3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.
Paragraaf 3. Slotbepalingen
Artikel 5. Intrekking oude regeling
De Inspraakverordening wordt ingetrokken op moment dat deze verordening in werking treedt.
Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel
1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2023.
2. Deze verordening wordt aangehaald als: Participatieverordening Oude IJsselstreek