2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.1.1.1
|
indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen:
|
€ 500,00
|
|
Vermeerderd met 3,2% over de bouwkosten, die het bedrag aan bouwkosten van €16.667,00 overschrijden;
|
|
2.3.1.1.2
|
indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen:
|
€ 800,00
|
Vermeerderd met 3,15% over de bouwkosten die het bedrag aan bouwkosten van €25.000,00 overschrijden;
|
|
2.3.1.1.3
|
indien de bouwkosten € 50.000 tot € 100.000 bedragen:
|
€ 1.587,00
|
Vermeerderd met 3,10% over de bouwkosten die €50.000,00 overschrijden;
|
|
2.3.1.1.4
|
indien de bouwkosten € 100.000 tot € 200.000 bedragen:
|
€ 3.137,00
|
Vermeerderd met 3,05% over de bouwkosten die € 100.000 overschrijden;
|
|
2.3.1.1.5
|
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen:
|
€ 6.187,00
|
Vermeerderd met 3,00% over de bouwkosten die € 200.000,00 overschrijden;
|
|
2.3.1.1.6
|
indien de bouwkosten € 500.000 tot 1.000.000
|
€ 15.187,00
|
Vermeerderd met 2,80% over de bouwkosten; die €500.000 overschrijden;
|
|
2.3.1.1.7
|
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot 2.000.000
|
€ 29.187,00
|
|
Vermeerderd met 2,70% over de bouwkosten die € 1.000.000,00 overschrijden;
|
|
2.3.1.1.8
|
indien de bouwkosten € 2.000.000 tot 5.000.000 bedragen
|
€ 56.187,00
|
|
Vermeerderd met 2,70% over de bouwkosten die €2.000.000,00 overschrijden;
|
|
2.3.1.1.9
|
indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen
|
€ 134.187,00
|
|
Vermeerderd met 2,60% over de bouwkosten die het bedrag van € 5.000.000 overschrijden met een maximum van
|
€ 175.000,00
|
2.3.1.1.10
|
Voor het in behandeling nemen van een civieltechnische werk, zoals een brug, viaduct, sluis en dergelijke is gebaseerd op 0.25 % van de bouwkosten
|
|
2.3.1.1.11
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een verleende omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 2.1., eerste lid, onder a, van de Wabo.
|
€ 66,95
|
|
Extra welstandstoets
|
|
2.3.1.2
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:
|
€ 148,90
|
|
Verklaring vergunningsvrij bouwen
|
|
2.3.1.4
|
Tot afgifte van een verklaring dat een activiteit vergunningsvrij is, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo en bijlage II BOR
|
€ 159,10
|
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
2.3.1.5
|
Onverminderd het bepaalde in Titel 2 van deze tarieventabel wordt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit vermeerderd met:
|
30%
|
|
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.
|
|
|
Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
2.3.1.6
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van nadere aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen 10% van de op grond van de dat onderdeel verschuldigde leges met een maximum van:
|
€ 750,00
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
2.3.2.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 273,55
|
2.3.2.2
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3.3. aanhef en onder a of artikel 3.38 derde lid, aanhef en onder a van de Wet ruimtelijke ordening bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 211,65
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1. en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
Binnenplanse afwijking
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast:
|
€ 390,70
|
|
Buitenplanse afwijking
|
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (kruimelgevallenregeling):
|
€ 390,70
|
|
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast en waarbij er geen sprake is van kostenverhaal middels een gesloten overeenkomst of exploitatieplan (projectafwijkingsbesluit):
|
€ 4.933,15
|
|
Afwijking exploitatieplan
|
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast:
|
€ 4.183,20
|
|
Afwijking provinciale regelgeving
|
|
2.3.3.5
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast:
|
€ 390,70
|
|
Afwijking nationale regelgeving
|
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast:
|
€ 390,70
|
|
Afwijking van voorbereidingsbesluit
|
|
2.3.3.7
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast::
|
€ 390,70
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 211,65
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 390,70
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) en waarbij er geen sprake is kostenverhaal middels een gesloten overeenkomst of een exploitatieplan:
|
€ 4.933,15
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 4.183,20
|
2.3.4.5
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 390,70
|
2.3.4.6
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 390,70
|
2.3.4.7
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 390,70
|
2.3.4.8
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op het in behandeling nemen om een persoonsgebonden omgevingsvergunning of een gedoogbeschikking, gelet op de Beleidsregels inzake persoonsgebonden omgevingsvergunning voor permanente bewoning van een recreatiewoning en/of BOR, bedraagt h et tarief:
|
€ 423,15
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit (bouwwerk) als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.5.1.1.
|
Tot en met 100 m² voor zowel een nieuwe als een bestaande inrichting
|
€ 576,80
|
2.3.5.1.2.
|
van 101 tot en met 250 m² voor zowel een nieuwe als een bestaande inrichting
|
€ 779,50
|
2.3.5.1. 3.
|
van 251 tot en met 500 m² voor zowel een nieuwe als een bestaande inrichting
|
€ 872,75
|
2.3.5.1. 4.
|
van 501 tot en met 1000 m² voor zowel een nieuwe als een bestaande inrichting
|
€ 965,95
|
2.3.5.1. 5.
|
van 1001 tot en met 1500 m² voor zowel een nieuwe als een bestaande inrichting
|
€ 1.060,00
|
2.3.5.1. 6.
|
van 1501 m² tot en met 2000 m² voor zowel een nieuwe als een bestaande inrichting
|
€ 1.434,50
|
2.3.5.1. 7
|
Van 2001 m² tot en met 5000m² voor zowel een nieuwe als een bestaande inrichting
|
€ 3.137,00
|
2.3.5.1. 8
|
Van 5001 m² of meer
|
€ 3.137,00
|
|
Voor elke 500m², of gedeelte daarvan, boven de 5001 m² vermeerderd met een bedrag van
|
€ 46,78
|
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten, cultuurhistorisch waardevolle gebouwen of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
2.3.6
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening, de Monumentenverordening Zundert 2010 of het bestemmingsplan aangewezen monument en/of cultuurhistorisch waardevolle bebouwing, waarvoor op grond van die provinciale verordening en/of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.6.1
|
Voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een rijksmonument en/of voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een rijksmonument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht,
|
|
2.3.6.1.1
|
Indien de reguliere procedure (afdeling 4.1.2 en 4.1.3 AWB) van toepassing is:
|
€ 405,00
|
2.3.6.1.2
|
Indien de uitgebreide procedure (afdeling 3.4 AWB) van toepassing is:
|
€ 775,40
|
2.3.6.2
|
Voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een gemeentelijk monument en/of cultuurhistorische waardevolle bebouwing, conform een bestemmingsplan, en/of voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken op een wijze waardoor het gemeentelijk monument en/of de cultuurhistorisch waardevolle bebouwing wordt ontsierd of in gevaar gebracht, indien er geen sprake is van een bouwactiviteit waarop de tarieven, zoals genoemd in artikel 2.3.1.1 van toepassing zijn:
|
€ 174,20
|
2.3.6.3
|
In uitzondering op artikel 2.3.6.1 en artikel 2.3.6.2 geldt, indien er sprake is van de verduurzaming van een monument en/of cultuurhistorisch waardevolle bebouwing (verbouw ten behoeve van duurzame energieopwekking en/of besparing), een vermindering van het betreffende tarief zoals genoemd in artikel 2.3.6.1 en 2.3.6.2, met:
|
100%
|
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
2.3.7.
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 174,20
|
2.3.7.1.
|
Onverminderd het bepaald in paragraaf 2.3.7. bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, indien in de onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is als bedoeld in het Bouwbesluit 2012
|
€ 174,20
|
2.3.8
|
Onverminderd het bedrag, zoals genoemd in artikel 2.3.6 en artikel 2.3.7 bedraagt het tarief (voor de beoordeling van de in dit onderdeel bedoelde aanvraag) voor een advies van de monumentencommissie:
|
€ 150
|
2.3.8.1
|
Indien het noodzakelijk is voor de monumentencommissie om een advies uit te brengen dat er een bezoek op locatie plaatsvindt bedraagt het tarief voor een te brengen bezoek ter plaatse, per uur per commissielid, na voorafgaande prijsopgave:
|
€ 110,00
|
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
2.3.9
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of de verharding daarvan op te breken, in een weg te graven, of te spitten, aard of breedte van de wegverharding te veranderen of anderszins verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 165,83
|
|
Uitweg/inrit
|
|
2.3.10
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 165,83
|
|
Kappen
|
|
2.3.11
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening artikel 4.11 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 46,10
|
|
Opslag van roerende zaken
|
|
2.3.12
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente Zundert, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:10, vijfde lid van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 48,25
|
2.3.12.1
|
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:
|
€ 48,25
|
2.3.12.2
|
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:
|
€ 48,25
|
2.3.13
|
Natura 2000-activiteiten
|
|
2.3.13.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 159,10
|
2.3.14
|
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)
|
|
2.3.14.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 364,90
|
|
Andere activiteiten
|
|
2.3.15
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
€ 116,10
|
2.3.15.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 116,10
|
2.3.15.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 116,10
|
2.3.15.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning.
|
€ 116,10
|
2.3.16
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.16.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
2.3.16.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft verhoogd met
|
10%
|
2.3.17
|
Beoordeling of opstellen rapporten
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
2.3.17.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 352,00
|
2.3.17.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:
|
|
|
a. Beoordeling van het rapport
|
€ 892,25
|
b. Opstellen van Bestemmingsplan paragraaf plus regels
|
€ 892,25
|
c. Beoordelen Bestemmingsplan paragraaf en regels en verbeelding
|
€ 446,15
|
d. Beoordeling Programma van eisen
|
€ 892,25
|
e. Beoordeling Plan van aanpak/draaiboeken
|
€ 223,05
|
f. Beoordelen evaluatieverslag
|
€ 446,15
|
g. Advies AMZ en omgevingsvergunning
|
€ 446,15
|
h. Opstellen van Programma van eisen
|
€ 1.561,50
|
|
I voor elke tweede en verdere beoordeling van de onder a t/m h genoemde documenten
|
€ 132,01
|
2.3.17.3
|
Indien ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een omgevingsvergunning aangevraagd en/of beoordeeld moet worden, worden de bedragen zoals genoemd in hoofdstuk 3 verhoogd met:
|
|
|
a. Beoordeling van een watertoets
|
€ 224,00
|
b. Beoordeling onderzoek Externe Veiligheid(eventueel met QRA)
|
€ 346,05
|
c. Beoordeling akoestisch onderzoek
|
€ 325,45
|
d. Beoordeling onderzoek luchtkwaliteit
|
€ 256,47
|
e. Beoordeling onderzoek milieuhinder
|
€ 354,32
|
f. Ambtelijk beoordeling onderzoek Flora en fauna
|
€ 154,50
|
g. Beoordeling overige facetonderzoeken
|
€ 389,30
|
2.3.17.4
|
Toets zorgvuldige veehouderij (Verordening ruimte 2014)/Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV)
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk wordt het tarief verhoogd, indien een aanvraag om een omgevingsvergunning op grond van de Verordening ruimte 2014 getoetst moet worden aan de Toetsing zorgvuldige veehouderij en/of de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV), met de kosten welke verbonden zijn aan de adviesaanvraag blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van deze tabel wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de externe advieskosten van de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor de vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.17.5
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wetgeving, algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: ( lozingen)
|
€ 314,00
|
2.3.18
|
Advies
|
|
2.3.18.1
|
Indien ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een omgevingsvergunning een advies aangevraagd en/of beoordeeld moeten worden, worden de bedragen zoals genoemd in hoofdstuk 2 verhoogd met:
|
|
|
Verplichte adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen
|
|
2.3.18.2
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.2.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:
|
€ 825,00
|
2.3.18.2.1
|
Te verhogen per bedrijfsbezoek met:
|
€ 65,00
|
2.3.18.3
|
Indien in het kader van een procedure uit Titel 2, op grond van enig wettelijk voorschriften advies ingewonnen moet worden waaraan kosten zijn verbonden, dan worden deze kosten aan de aanvrager van de vergunning, ontheffing ect. in rekening gebracht vooraf blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld
Voor de toepassing van deze tabel wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de externe advieskosten van de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor de vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.18.4
|
Het tarief voor het indienen van een verzoek om hulp bij het raadplegen van de archeologische waardenkaart of bestemmingen archeologie in een bestemmingsplan bedraagt
|
€ 38,20
|
2.3.19
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.19.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
2.3.19.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven tenzij via het VVGB-besluit d.d. 7 oktober 2010 het college een verklaring van geen bedenking kan afgeven:
|
€ 690,60
|
2.3.19.1.2
|
Indien het college een verklaring van geen bedenkingen op grond van VVGB-besluit d.d. 7 oktober 2010 kan afgeven.
|
€ 235,50
|
2.3.19.1.3
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning worden deze kosten doorberekend aan de aanvrager vooraf blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
Voor de toepassing van deze tabel wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de externe advieskosten van de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor de vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|