Treasurystatuut 2022

De raad van de gemeente Someren;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 augustus 2022;

 

gelet op:

  • De Gemeentewet;

  • Wet Financiering decentrale overheden (Fido);

  • Wet Houdbare overheidsfinanciën;

  • Besluit Begroting Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV);

  • Europese regelingen aangaande staatssteun;

  • Wet Markt en Overheid.

 

b e s l u i t :

 

  • 1.

    Het Treasurystatuut 2022 gemeente Someren vast te stellen;

  • 2.

    Het Treasurystatuut 2017 gemeente Someren in te trekken.

Inleiding

 

 

Het treasurystatuut van de gemeente Someren geeft de kaders voor het opstellen en uitvoeren van de treasuryfunctie weer. Onder treasury wordt verstaan het sturen en beheersen van, het verantwoorden over, en het toezichthouden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen en de hieraan verbonden risico’s.

Met deze kaders kan de raad haar controlerende taak uitvoeren.

De wijzigingen ten opzichte van het treasurystatuut uit 2017 zijn opgenomen in bijlage 1: Memorie van toelichting.

 

Bij het opstellen van dit statuut is rekening gehouden met de volgende wettelijke kaders:

  • De Gemeentewet;

  • Wet Financiering decentrale overheden (Fido);

  • Wet Houdbare overheidsfinanciën;

  • Besluit Begroting Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV);

  • Europese regelingen aangaande staatssteun;

  • Wet Markt en Overheid.

Een toelichting op bovenstaande kaders is opgenomen in bijlage 2.

 

Het treasurystatuut is onderverdeeld in artikelen.

In artikel 1 van het treasurystatuut worden de doelstellingen van de treasuryfunctie toegelicht.

Vervolgens wordt in artikel 2 tot en met 7 het risicobeheer toegelicht. Het risicobeheer heeft als doel risico’s voor de gemeente Someren te beperken en te beheersen. Binnen het kader risicobeheer worden de volgende onderwerpen behandeld:

  • Renterisicobeheer;

  • Koersrisicobeheer;

  • Kredietrisicobeheer;

  • Intern liquiditeitsrisicobeheer;

  • Valutarisicobeheer.

In artikel 8 tot en met 10 zijn de bepalingen rondom financieringen en uitzettingen opgenomen. Het betreffen de kaders en voorwaarden voor het aantrekken van financiering. Hieronder worden de volgende ontwerpen behandeld:

  • Langlopende financiering;

  • Uitzettingen;

  • Relatiebeheer.

Het onderwerp kasbeheer is opgenomen in artikel 11 en 12 en bevat de onderwerpen geldstroombeheer en saldo- en liquiditeitenbeheer.

In artikel 13 en 14 zijn de uitgangspunten en voorwaarden opgenomen voor de leningen en garanties aan derden die verstrekt worden door de gemeente.

Tot slot zijn de bepalingen in het kader van administratieve organisatie en interne controle opgenomen in de artikelen 15 tot en met 18. De onderwerpen bestaan uit:

• Uitgangspunten;

• Verantwoordelijkheden;

• Bevoegdheden;

• Informatievoorziening.

In bijlage 3 is het begrippenkader opgenomen.

 

Treasurystatuut

Artikel 1. Doelstellingen van de treasuryfunctie

De treasuryfunctie van de gemeente dient tot:

  • 1.

    Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;

  • 2.

    Het beschermen van het gemeentelijke vermogen tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s, valutarisico’s en liquiditeitsrisico’s;

  • 3.

    Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

  • 4.

    Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet Fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van dit Treasurystatuut.

 

Risicobeheer

 

Artikel 2. Uitgangspunten risicobeheer

Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

  • 1.

    Bij de uitvoering van alle treasuryactiviteiten dienen de regels en bepalingen van dit Treasurystatuut, de Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido), de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof);

  • 2.

    De gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend verstrekken aan derde partijen als voldaan is aan de uitgangspunten van artikel 15, waarbij vooraf advies van de (Concern)controller wordt ingewonnen;

  • 3.

    De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut;

  • 4.

    Het gebruik van derivaten is niet toegestaan.

 

Artikel 3. Renterisicobeheer

Renterisicobeheer omvat het beperken van de invloed van rentewijzigingen op de financiële resultaten van de gemeente.

  • 1.

    Het renterisico op de netto vlottende schuld is begrensd tot de kasgeldlimiet, gemiddeld over een kwartaal, conform de Wet Fido;

  • 2.

    Bij het afsluiten van leningen of renteafspraken wordt conform wet Fido gezorgd dat de renterisiconorm niet wordt overschreden. Het renterisico op lange termijn schulden bedraagt maximaal de renterisiconorm;

  • 3.

    Nieuwe leningen, uitzettingen of vervroegde aflossingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning;

  • 4.

    De rente typische looptijd van het renteniveau van de betreffende lening of uitzetting wordt zoveel mogelijk afgestemd met de actuele rentestand en de rentevisie;

  • 5.

    De gemeente streeft naar spreiding in de rente typische looptijden van leningen en uitzettingen, zodat een gelijkmatige renterisicospreiding binnen de gehele leningenportefeuille ontstaat.

 

Artikel 4. Koersrisicobeheer

Koersrisicobeheer is het beheersen van de risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid dat de financiële activa van de gemeente in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen.

  • 1.

    De looptijd van uitzettingen wordt afgestemd op de liquiditeitenplanning;

  • 2.

    Aandelen worden alleen gekocht in het kader van de uitoefening van de publieke taak en in lijn met het deelnemingenbeleid van de gemeente;

  • 3.

    De gemeente beperkt de koersrisico’s op uitzettingen uit hoofde van treasury, door daarbij uitsluitend producten te hanteren waarbij de hoofdsom aan het einde van de looptijd gegarandeerd is. Beleggingen in aandelen, opties en vreemde valuta zijn derhalve niet toegestaan, met uitzondering van de aankoop van aandelen in het kader van de publieke zaak. Wel toegestaan zijn bijvoorbeeld deposito’s, Medium Term Notes en onderhandse geldleningen.

 

Artikel 5. Kredietrisicobeheer

Het kredietrisicobeheer is er op gericht om tegenpartij risico zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

  • 1.

    Bij uitzettingen uit hoofde van de “publieke taak” gelden de uitgangspunten van artikel 15.

  • 2.

    Voor het aanhouden van gelden op rekeningcourant of spaarrekening dient de dienstverlenende financiële instelling ten minste een AA-rating te hebben, afgegeven door minstens twee van de drie erkende ratingbureau’s Moody’s, Standard and Poor’s en Fitch;

  • 3.

    Financiële instellingen moeten gevestigd zijn in landen met minimaal een AA-rating en vallen onder Nederlands of anderszins EER-toezicht, zoals De Nederlandsche Bank.

 

Artikel 6. Intern liquiditeitsrisicobeheer

De gemeente beperkt haar liquiditeitsrisico’s door haar treasuryactiviteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitenplanning (looptijd tot één jaar), alsmede een meerjarige liquiditeitenplanning met een looptijd van vier jaar.

 

Artikel 7. Valutarisicobeheer

Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in euro’s.

 

Financieringen en uitzettingen

 

Artikel 8. Langlopende Financiering

Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak;

  • 2.

    Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken teneinde de renterisico’s en het renteresultaat te optimaliseren;

  • 3.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn: onderhandse leningen en Medium Term Notes (MTN);

  • 4.

    De gemeente vraagt offertes op, direct of via tussenpersonen, bij minimaal 2 instellingen alvorens een financiering met een looptijd vanaf één jaar wordt aangetrokken.

 

Artikel 9. Uitzettingen

Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Het uitzetten van overtollige middelen mag alleen plaatsvinden bij:

    • a.

      het Agentschap in het kader van Schatkistbankieren;

    • b.

      financiële instellingen tot het drempelbedrag;

    • c.

      een decentrale overheid niet zijnde toezichthoudende provincie.

  • 2.

    Toegestane instrumenten bij het uitzetten van gelden zijn rekening-courant, daggeld, spaarrekeningen, deposito’s en Nederlands staatspapier;

  • 3.

    Bij het extern uitzetten van gelden korter dan één jaar zijn slechts de in artikel 5 genoemde tegenpartijen toegestaan;

  • 4.

    De gemeente vraagt bij minimaal 2 instellingen offertes op alvorens een uitzetting met een looptijd vanaf één jaar wordt gedaan.

 

Artikel 10. Relatiebeheer

De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor de af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Bankrelaties en hun bancaire condities worden periodiek beoordeeld via de aanbesteding bancaire dienstverlening van de gemeente Someren;

  • 2.

    Bankrelaties dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te beschikken over een AA-rating, overeenkomstig met de wet Fido, van twee erkende ratingagencies. Voor uitzettingen uit hoofde van treasury gelden de eisen die zijn gesteld in artikel 6;

  • 3.

    Financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of anderszins EER-toezicht (lidstaten van de Europese Unie en Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer;

  • 4.

    Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen.

 

Kasbeheer

 

Artikel 11. Geldstromenbeheer

Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren wordt:

  • 1.

    Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen;

  • 2.

    Het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank.

 

Artikel 12. Saldo en liquiditeitenbeheer

Voor het saldobeheer en het liquiditeit beheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:

  • 1.

    De gemeente streeft naar concentratie van de liquiditeiten binnen één rentecompensatiestelsel bij de bank met de gunstigste condities;

  • 2.

    Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat, kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken. Hierbij geldt de kasgeldlimiet conform de Wet Fido;

  • 3.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen dienen te voldoen aan de eisen van artikel 5.

 

Leningen en garanties aan derden

 

Artikel 13. Uitgangspunten

De volgende algemene uitgangspunten gelden voor het verstrekken van leningen en garanties aan derden:

  • 1.

    de te financieren activiteit waarvoor een gemeentelening of gemeentegarantie wordt aangevraagd moet passen in het gemeentelijk beleid en dient ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders van voldoende openbaar belang te zijn;

  • 2.

    er dient vastgesteld te zijn dat het project zonder gemeentelening of gemeentegarantie niet of niet exploitabel tot stand komt;

  • 3.

    indien er landelijk opererende instellingen of andere overheidsinstanties zijn die bereid zijn onder overzienbare en aanvaardbare voorwaarden garanties of leningen te verstrekken dan garandeert of leent de gemeente niet of slechts gedeeltelijk;

  • 4.

    het risico voor de gemeente dient overzienbaar en aanvaardbaar te zijn en zoveel mogelijk te worden beperkt;

  • 5.

    een gemeentelening of gemeentegarantie moet passen binnen de hiervoor geldende nationale en internationale kaders, waaronder de wet Fido en de bepalingen die van toepassing zijn op staatssteun.

 

Artikel 14. Voorwaarden

Ter beperking van het gemeentelijk risico worden hieraan de volgende voorwaarden gesteld:

  • a.

    het besluit om een lening of garantie te verstrekken moet worden genomen door het college van burgemeester en wethouders. De lenings-, garantie- en overige overeenkomsten die op basis van dit besluit worden afgesloten zijn aan de goedkeuring van burgemeester en wethouders onderworpen en dienen, voor zover van toepassing, te voldoen aan de hiervoor geldende nationale en internationale kaders. Indien het onderhavige besluit ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente wordt de raad vooraf ingelicht en neemt het college geen besluit dan nadat de raad zijn wensen en bedenkingen ter zake ter kennis van het college heeft kunnen brengen;

  • b.

    bij garanties moet de geldgever zich verbinden:

    • zonder toestemming van burgemeester en wethouders geen uitstel van betaling te geven;

    • bij niet voldoening van enige verplichting van de geldnemer daarvan burgemeester en wethouders zo spoedig mogelijk in kennis te stellen;

    • jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het jaar aan de gemeente een opgave te verstrekken van de restantschuld van de lening per 31 december van het voorafgaande jaar.

  • c.

    de instelling die een lening of een garantie krijgt betaalt jaarlijks aan de gemeente een marktconforme rente 1 dan wel garantiepremie, die overeenkomt met de richtlijnen van de Europese Unie 2 . Bij verstrekking van een lening worden tevens de directe kosten van het aantrekken in rekening gebracht;

  • d.

    met betrekking tot roerende en onroerende goederen die met de gegarandeerde of verstrekte geldleningen worden aangeschaft kunnen nader in te vullen zekerheidseisen worden gesteld, zoals het vestigen van het recht van hypotheek;

  • e.

    garanties voor financiering van investeringen in de sportsector voor niet-commercieel ingestelde verenigingen geschieden uitsluitend op voorwaarde dat de Stichting Waarborgfonds Sport zich voor minimaal 40% garant stelt;

  • f.

    de garantie- of leningverkrijgende instelling dient haar jaarrekening of vergelijkbare stukken binnen zes maanden na afloop van het jaar ter beschikking te stellen van de gemeente; het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor een tijdige aanlevering en bepaalt, bij niet naleven hiervan, per geval de consequenties, te ondernemen stappen en gevolgen;

  • g.

    gedurende het bestaan van de garantie- of leningsovereenkomst mag de verkrijgende instelling, de bezittingen die met de lening zijn gefinancierd niet veranderen of afbreken, noch bezwaren of vervreemden zonder toestemming van burgemeester en wethouders. Afhankelijk van de grootte van het risico kan dit tevens worden bepaald voor overige nader aan te wijzen bezittingen van de instelling;

  • h.

    de door de gemeente betaalde bedragen uit hoofde van de garantiestelling blijven als een direct opeisbare schuld op de instelling rusten. Over deze vordering wordt door de gemeente rente in rekening gebracht volgens een door burgemeester en wethouders bij het aangaan van de garantie te bepalen percentage;

 

Administratieve organisatie en interne controle

 

Artikel 15. Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:

  • 1.

    De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasuryactiviteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd;

  • 2.

    De administratieve organisatie en interne controle waarborgen dat:

    • a.

      De uitvoering rechtmatig en doelmatig is;

    • b.

      De treasury-activiteiten adequaat kunnen worden uitgevoerd en bijgestuurd;

    • c.

      De juistheid, tijdigheid en volledigheid van informatie verzekerd zijn;

  • 3.

    Bevoegdheden zijn via delegatie en mandaat nader schriftelijk vastgelegd;

  • 4.

    Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

    • a.

      iedere betalingstransactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (het vier-ogen-principe);

    • b.

      de uitvoering en de controle geschiedt door afzonderlijke functionarissen;

    • c.

      de uitvoering en de registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen;

  • 5.

    Tegenpartijen wordt opdracht gegeven de bevestigingen van iedere transactie te versturen naar de financiële administratie zonder tussenkomst van de personen die bevoegd zijn tot het sluiten van de transacties;

  • 6.

    Een transactie wordt onmiddellijk geregistreerd door de functionaris die de transactie heeft afgesloten.

 

Artikel 16. Verantwoordelijkheden

De taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasury functie van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd.

 

Functie

Verantwoordelijkheden

Gemeenteraad

Het vaststellen van treasury doelstellingen, het beleid en de beleidskaders in het treasurystatuut;

Het vaststellen en houden van toezicht op de uitvoering van het treasurybeleid aan de hand van de financieringsparagraaf in de begroting en de jaarrekening.

College van B&W

Het uitvoeren van het treasury beleid (formele verantwoordelijkheid) en het betalingsverkeer;

Het rapporteren aan de Gemeenteraad over de uitvoering van het treasurybeleid in de financieringsparagraaf;

Het aangaan van derivatentransacties.

(Concern)controller

Het controleren van de volledigheid, betrouwbaarheid en de rechtmatigheid van treasury activiteiten door het verrichten van interne controle activiteiten. Hierover rapporteren aan betrokkenen, het MT en het college van B en W.;

Het bewaken van de kwaliteit van de treasuryprocessen.

Manager

Op basis van mandaat ondertekenen van financiële contracten voortvloeiend uit de treasuryfuncties;

Formeel eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van de informatievoorziening over treasury in de Planning en Control instrumenten.

Treasurer3

Het voorbereiden van beleidsvoorstellen op treasurygebied;

Invulling geven aan de feitelijke uitvoering van de treasuryfunctie conform het treasurystatuut;

Het beheren van de geldstromen en verwerken van informatie van de afdelingen in een liquiditeitenplanning;

Het onderhouden van contacten met banken, tussenpersonen en overige financiële instellingen;

Het rapporteren over actuele derivatenposities aan een erkend Europees transactieregister in het kader van EMIR wetgeving.

Managers en budgethouders

Het zorg dragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare informatie over toekomstige geldstromen aan de treasurer, met het oog op de liquiditeitenplanning;

Het fiatteren van betalingen en ontvangsten ten laste of ten gunste van hun budgetten.

Externe accountant

In het kader van zijn reguliere controletaak adviseren en controleren van het uitgevoerde treasurybeheer en waar nodig adviseren.

 

Artikel 17. Bevoegdheden

In onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot treasury activiteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde autorisatie.

 

Activiteit

Bevoegd functionaris (voorbereiding)

Bevoegd functionaris (autorisatie)

Het uitzetten van gelden

Treasurer4

Beheerder gemeentefinanciën5 (v.w.b. beleggingsactiviteiten)

Het aantrekken van gelden

Treasurer

Beheerder gemeentefinanciën (v.w.b. beleggingsactiviteiten)

Het verstrekken van garanties en leningen aan derden

Treasurer

Gemeenteraad

Betalingsopdrachten voorbereiden en versturen

Betalingsfiatteur

Beheerder gemeentefinanciën

Bankrekeningen openen, sluiten en wijzigen

Treasurer

Beheerder gemeentefinanciën

Bankcondities en tarieven afspreken

Treasurer

Afdelingshoofd Bedrijfsvoering

Het uitzetten van gelden bij de schatkist

Afdelingshoofd Bedrijfsvoering

College van B&W

 

Artikel 18. Informatievoorziening

Met betrekking tot de treasury activiteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:

 

Informatie

Frequentie

Informatie-verstrekker

Informatie-ontvanger

Opstellen van de financieringsparagraaf bij de begroting

Jaarlijks

Treasurer

Gemeenteraad

Opstellen van de financieringsparagraaf bij de jaarrekening

Jaarlijks

Treasurer

Gemeenteraad

Opstellen overzicht uitgezette gelden

Periodiek

Treasurer

Portefeuillehouder/ College van Burgemeester en Wethouders

Stand van zaken uitzetten en aantrekken van gelden

Periodiek

Treasurer

Portefeuillehouder/ College van Burgemeester en Wethouders

Uitzetten en aantrekken van gelden > € 1.000.000,=

Voor uitzetting c.q. aantrekking

Treasurer

Portefeuillehouder

Interne controle rapportage

Jaarlijks

(Concern)controller

MT

 

 

Aldus besloten in de vergadering van de raad van de gemeente Someren,

de raadsgriffier,

J. Oostdijk

de voorzitter,

D. Blok

Bijlage 1: Memorie van toelichting

In deze Memorie van toelichting zijn de wijzigingen opgenomen en toegelicht ten opzichte van het in 2017 vastgestelde Treasurystatuut.

 

Toelichting per wijziging

Artikel

Wijziging

Artikel 1

Aantal begrippen aan het begrippenkader toegevoegd.

Artikel 1 lid 3

Streven is het minimaliseren van interne verwerkingskosten en kosten voor extern beheer.

Artikel 1 lid 4

Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet Fido, respectievelijk de limieten en richtlijnen van dit Treasurystatuut.

Artikel 2 lid 1

Toegevoegd: de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof).

Artikel 2 lid 4

Toegevoegd: het gebruik van derivaten is niet toegestaan vanwege het risico dat dit met zich meebrengt.

Artikel 3 lid 2

Bij het afsluiten van leningen of renteafspraken wordt conform wet Fido gezorgd dat de renterisiconorm niet wordt overschreden. Het renterisico op de lange termijn schulden bedraagt maximaal de renterisiconorm.

Artikel 3 lid 4

De rente typische looptijd van het renteniveau van de betreffende lening of uitzetting wordt zoveel mogelijk afgestemd met de actuele rentestand en de rentevisie.

Artikel 4 lid 3

Toegevoegd: Beleggingen in aandelen, opties en vreemde valuta zijn derhalve niet toegestaan, met uitzondering van de aankoop van aandelen in het kader van de publieke zaak. Wel toegestaan zijn bijvoorbeeld deposito’s, Medium Term Notes en onderhandse geldleningen.

Artikel 5 lid 2

Aangepast: AA-rating.

Artikel 7

Gebruik van derivaten verwijderd, zie artikel 2 lid 4.

Artikel 8 lid 4

Aangepast van 3 naar 2: aantal offertes dat moet worden opgevraagd voor het aantrekken van langlopende leningen.

Artikel 10 lid 2

Aangepast: AA-rating.

Artikel 10 lid 3

Financiële instellingen die onder EER-toezicht vallen, zoals De Nederlandsche bank en de Verzekeringskamer.

Artikel 12

Kortlopende financiering veranderd in Saldo en liquiditeitenbeheer.

Artikel 15 lid 2

De administratieve organisatie en interne controle waarborgen dat:

  • a.

    De uitvoering rechtmatig en doelmatig is;

  • b.

    De treasury-activiteiten adequaat kunnen worden uitgevoerd en bijgestuurd;

  • c.

    De juistheid, tijdigheid en volledigheid van informatie verzekerd zijn.

Artikel 16

Functies aangepast naar actuele functies.

Artikel 17

Toegevoegd: Het uitzetten van gelden bij de schatkist. Hiervoor is het afdelingshoofd Bedrijfsvoering bevoegd en dit wordt geautoriseerd door het College van B&W.

 

 

 

Bijlage 2: Toelichting wettelijke kaders

 

De Gemeentewet

Deze wet regelt de bevoegdheden van de Raad en het College. Op grond van artikel 2.12 is de gemeente verplicht tot het opstellen van een financiële verordening. In deze verordening zijn onder andere de regels vastgelegd betrekkend op de financieringsfunctie en het Treasurystatuut.

Wet Financiering Decentrale Overheden ( Fido )

Naast de algemene bepalingen in de Gemeentewet dient de uitvoering van de financieringsfunctie bij gemeenten te voldoen aan specieke kaders en eisen welke zijn vastgelegd in de Wet Fido. Hieruit vloeien ook een aantal uitvoeringsregelingen. Onderliggende regelingen van de Wet Fido

zijn:

  • Regeling uitzetten derivaten decentrale overheden (Ruddo);

  • Besluit leningsvoorwaarden decentrale overheden (Bldo);

  • Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden (Ufdo);

  • Regeling schatkistbankieren decentrale overheden (Skb).

 

Wet Houdbare overheidsfinanciën (Hof)

In de Wet Hof is de wijze vastgelegd waarop de Nederlandse overheid de afspraken nakomt die in Europees verband gemaakt zijn over de ontwikkeling van het EMU-tekort en de schuld van de overheid. De meeste nadruk gaat daarbij uit naar tekortreductie. De wet heeft als doel het EMU-saldo en de EMU-schuld te beheersen.

 

Besluit Begroting Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV)

In de BBV zijn verslaggevingsregels opgenomen waaraan de begroting en het jaarverslag van gemeenten moeten voldoen. Daarnaast zijn er enkele specifieke zaken relevant voor Treasury zoals de voorschriften rond (interne) rente en verplichte financiële kengetallen in begrotings- en jaarstukken. De Treasury gerelateerde kengetallen zijn: solvabiliteit, netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen.

 

Europese regelingen aangaande staatssteun

De Europese regelingen aangaande staatssteun hebben als doel om oneerlijke concurrentie tussen lidstaten te voorkomen. Het verstrekken van leningen of garanties uit hoofd van de publieke taak dient aan deze regels getoetst te worden.

 

Wet Markt en Overheid

In de Wet Markt en Overheid is vastgelegd dat de integrale kostprijs moet worden doorberekend voor economische activiteiten en dat overheden eigen bedrijven niet mogen bevoordelen ten opzichte van concurrerende bedrijven. Bij het verstrekken van leningen en garanties is deze wet van belang.

 

Bijlage 3: Begrippenkader

 

Begrip

Omschrijving

Agentschap

Het uitvoeringsorgaan van het Ministerie van Financiën, dat onder meer verantwoordelijk is voor de uitvoering van Schatkistbankieren;

Daggeld(lening)

Opgenomen of uitgezette middelen voor onbepaalde tijd die dagelijks gewijzigd kunnen worden;

Derivaten

Financiële derivaten zijn beleggingsinstrumenten die hun waarde ontlenen aan de waarde van een ander goed, zoals aandelen en olie. Het andere goed wordt ook wel de onderliggende waarde genoemd. De voornaamste soorten derivaten zijn opties, futures, swaps en forwards. Men gebruikt financiële derivaten om risico's te verkleinen of juist te speculeren;

Deposito

Geldbedrag dat aan een financiële instelling wordt toevertrouwd voor een bepaalde periode tegen een bepaalde rentevergoeding. Gedurende de afgesproken periode kan niet vrij over dat geld worden beschikt;

Drempelbedrag

 

Het bedrag aan overtollige liquide middelen dat gemiddeld over een kwartaal buiten de schatkist aangehouden mag worden De hoogte van het drempelbedrag is gerelateerd aan de begrotingsomvang van een decentrale overheid.

Financiële instellingen

Kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen, gevestigd in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER), en onder Nederlands of anderszins EER-toezicht vallen, zoals De Nederlandse Bank;

Financiering

Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar om te voorzien in de vermogensbehoefte.

Garantieproducten

Garantieproducten garanderen in elk geval het terugontvangen van de inleg. Sommigen kennen daarnaast een gegarandeerd rendement dat eventueel gemaximaliseerd kan zijn;

Geldstromenbeheer

Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer);

Intern liquiditeitsrisico

De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;

Kasgeldleningen

Niet verhandelbare leningen voor een vast bedrag en voor een vaste periode (van maximaal twee jaar) tegen een vooraf overeengekomen rentepercentage;

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet begrenst de omvang van de korte financiering (korter dan een jaar) tot een percentage van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar;

Koersrisico

Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen;

Kredietrisico

De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij;

Liquiditeitenbeheer

Het aantrekken en uitzetten van middelen voor een periode van één jaar.

Liquiditeitenplanning

Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld naar aard en tijdseenheid;

Liquiditeitspositie

Omvat het totaal van de rekening-courantsaldi, kasgeld- en daggeldleningen og/ug (opgenomen geld en uitgeleend geld);

Medium Term Note (MTN)

Een instrument voor de gemeente om financiering met een looptijd van minimaal twee en maximaal dertig jaar aan te trekken. Een MNT is een verhandelbare schuldbekentenis aan toonder met gestandaardiseerde voorwaarden;

Obligatie

Verhandelbaar bewijs van deelneming in een geldlening, met een vaste nominale waarde waarover een, meestal vaste, rente wordt betaald. Na verloop van de looptijd wordt de geldlening afgelost;

Onderhandse leningen

Dit zijn leningen waarbij de geldgever (aanbieder) en de geldnemer (vrager) rechtstreeks met elkaar onderhandelen over de voorwaarden van een krediet;

Prudent karakter

Het aangaan van financiële transacties met als oogmerk om die financiële waarden te zijner tijd met winst te verkopen, is nadrukkelijk niet toegestaan. Bankachtige activiteiten – het aantrekken en uitzetten van middelen met als doel het generen van inkomsten – zijn als gevolg van deze bepaling verboden;

Rating

Een beoordeling van de kredietwaardigheid van een persoon, bedrijf of land. Een rating geeft een indicatie van het risico op non-betaling;

Renterisico

Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen;

Renterisiconorm

De renterisiconorm is een vastgesteld percentage (20%) van het begrotingstotaal. Het doel van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s bij herfinanciering;

Rentetypische looptijd

Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding;

Rentevisie

Toekomstverwachting over de renteontwikkeling;

Schatkistbankieren

Het aanhouden van liquiditeiten bij het Ministerie van Financiën

Status die door een bancaire toezichthouder in de Europese Economische Ruimte (lidstaten van de Europese Unie uitgebreid met Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) aan het schuldpapier van een instelling kan worden toegekend;

Treasuryfunctie

De treasuryfunctie bestaat uit de treasuryfunctionaris of de plaatsvervangend treasurer en omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer,

gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren- en

crediteurenbeheer;

Uitzettingen

Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode korter van één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van groter dan één jaar;

Wet Fido

De Wet financiering decentrale overheden.

 

Naar boven