Verordening op de heffing en invordering van leges 2023

De raad van de gemeente Loon op Zand;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2022,

nummer ZK22.05852;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

 

besluit:

 

vast te stellen de navolgende “Verordening op de heffing en invordering van leges 2023”. (Legesverordening 2023) inclusief de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • 2.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • 3.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

  • 4.

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • 5.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

  • 6.

    Rijkstarief: Totaal van af te dragen bedrag aan Rijk + bedrag (toeslag) voor gemeente.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "leges" worden rechten voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Zakelijke vrijstellingen

De in deze verordening genoemde leges worden, voor zover daarin niet reeds op andere plaatsen van deze verordening is voorzien, niet geheven voor:

  • 1.

    het afgeven van bewijzen van onvermogen;

  • 2.

    het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden of loon;

  • 3.

    het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen;

  • 4.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betrekkelijk enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

  • 5.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas;

  • 6.

    de vergunningen, bedoeld onder 2.3.1 van de Tarieventabel, die na tevoren reeds verleend, doch ingetrokken of vervallen zijn, andermaal verleend worden en de vergunningen, bedoeld in die nummers 2.3.1 welke dienen ter vervanging van dezelfde doch voor een bepaalde proeftijd verleende vergunningen, een en ander indien geen uitbreiding of verandering van de oorspronkelijke aanvrage heeft plaatsgehad en evenmin terugbetaling ter zake op grond van het nummer 2.3.1 is geschied, noch de begroting van kosten, bedoeld in nummer 2.3.1 wegens stijging der bouwkosten is verhoogd, in welk geval de leges naar de nieuwe kostenbegroting worden berekend onder verrekening van de reeds betaalde leges;

  • 7.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening

  • (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • 8.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wabo;

Artikel 4A Vrijstellingen vrijwilligersorganisaties

Vrijwilligersorganisaties zijn vrijgesteld van de gemeentelijke leges indien aan de onderstaande criteria wordt voldaan:

  • 1.

    het dient een vrijwilligersorganisatie uit de gemeente Loon op Zand te zijn volgens de definitie vrijwilligersorganisaties;

  • 2.

    het dient betrekking te hebben op een lokaal evenement in de gemeente Loon op Zand. Eventuele inkomsten dienen ten goede te komen aan de eigen organisatie of een goed doel en de organisatie dient aan te geven waar deze opbrengsten voor worden ingezet;

  • 3.

    het evenement moet toegankelijk zijn voor tenminste de gehele lokale gemeenschap, tenzij er sprake is van een evenement dat specifiek gericht is op fondsenwerving voor een goed doel;

  • 4.

    een vrijwilligersorganisatie kan maximaal 8 keer per jaar gebruik maken van de vrijstellingsregeling;

  • 5.

    het evenement moet daadwerkelijk plaatsvinden, tenzij het evenement buiten de invloedsfeer van de organisatie afgelast moet worden;

  • 6.

    in geval van een buurtgerichte activiteit, dient het een vrijwilligersorganisatie te betreffen die een activiteit organiseert volgens de definitie van een buurtgerichte activiteit;

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van een mondeling, dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 10 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien de wijzigingen:

  • 1.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • 2.

    een tariefsverlaging betreffen;

  • 3.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in de loop van dat kalenderjaar in werking treedt en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • a.

      onderdeel 1.1.5 (akten burgerlijke stand);

    • b.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • c.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • d.

      onderdeel 1.7.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • e.

      hoofdstuk 11 (kansspelen).

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De artikelen en tarieventabel van de ‘Legesverordening 2022’ van 16 december 2021, vervallen met ingang 1 januari 2023, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten:

    • a.

      die zich voor die datum hebben voorgedaan;

    • b.

      indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 2.

    De op artikel 10 van de in het eerste lid genoemde verordening gebaseerde regels van het college worden geacht mede gebaseerd te zijn op artikel 11 van deze verordening.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2023.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van

15 december 2022.

De raad voornoemd,

voorzitter,

griffier,

Bijlage 1. Tabel 2023

 

Titel 1 Algemene Dienstverlening

 

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op:

1.1.1.1

het Gemeentehuis en andere locaties:

1.1.1.2

a. maandag (niet zijnde feestdagen) om 9.00 uur en 9.30 uur (op grond van artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand)

gratis

b. van maandag tot en met vrijdag (niet zijnde feestdagen) van 08.00 uur tot en met 16.00 uur

€ 501,40

c. op zaterdag en zondag en feestdagen en van maandag tot en met vrijdag van 16.01 uur tot 08.00 uur

€ 715,45

1.1.1.3

Voor het uitvoeren van een controle indien na ontvangst van de verklaring eigen trouwlocatie twijfel bestaat of de gewenste locatie aan de vereisten van artikel 4, derde lid Reglement Burgerlijke Stand Loon op Zand voldoet. Per uur

€ 84,00

1.1.2

Indien de huwelijksvoltrekking, de registratie van het partnerschap of de omzetting van het geregistreerd partnerschap in het huwelijk geannuleerd wordt, bedragen de leges:

€ 56,00

1.1.2.1

Getuigen: Voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen bij huwelijksvoltrekking c.q. registeren van partnerschap bedragen de leges per getuige

€ 37,00

1.1.3

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

1.1.3.1

een trouwboekje of partnerschapsboekje

€ 29,60

1.1.3.2

een duplicaat van een boekje als onder 1.1.3.1 bedoeld

€ 29,60

1.1.4

Voor het in behandeling nemen van een administratief huwelijk, een administratief geregistreerd partnerschap of een administratieve omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk

€ 184,30

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

1.1.5.1

a. als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden

€ 117,80

1.1.5.2

b. als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden

€ 220,20

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

1.2.

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.2.1

van een nationaal paspoort:

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

Rijkstarief

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

Rijkstarief

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

Rijkstarief

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

Rijkstarief

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

Rijkstarief

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van .de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

Rijkstarief

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

Rijkstarief

1.2.4.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

Rijkstarief

1.2.4.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

Rijkstarief

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

Rijkstarief

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

Rijkstarief

1.2.6

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een tarief dat gelijk is aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

Rijkstarief

1.2.7

van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van betrokken persoon, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden

Rijkstarief

 

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: het in bijlage VI van de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer genoemde bedrag, vermeerderd met het in het artikel 104b van het Reglement rijbewijzen genoemde bedrag, waarbij de som van deze bedragen naar beneden wordt afgerond op een veelvoud van € 0,05.

Rijkstarief

 

 

 

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedaanvraag vermeerderd met het bedrag genoemd in de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer en verminderd met het bedrag genoemd in bijlage VI onder afdracht van gemeenten van die Regeling.

Rijkstarief

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen Idem

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van onderdeel 1.4.3, wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.2.1

tot het ad hoc verstrekken van gegevens aan afnemers, per verstrekking

€ 3,40

1.4.2.2

tot het verstrekken van een afschrift uit de basisregistratie personen, per verstrekking

€ 11,20

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4. wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.4.1

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 22,40

 

Hoofdstuk 5 Bestuursstukken

1.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.5.1.1

een afschrift van de Programmabegroting

€ 28,00

1.5.1.2

een afschrift van de Kadernota

€ 16,80

1.5.1.3

een afschrift van het Collegeprogramma

€ 11,20

1.5.1.4

een afschrift van de Bestuursrapportage I en II

€ 11,20

1.5.1.5

een afschrift van de Nota reserves en voorzieningen

€ 16,80

1.5.1.6

een afschrift van de Programmarekening

€ 22,30

1.5.1.7

een afschrift van het MPG

€ 16,80

1.5.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van rapporten, nota's en andere boekwerken over het gemeentelijk beleid of onderdelen daarvan met een inhoud van:

1.5.2.1

1- 50 pagina's, per stuk

€ 11,20

1.5.2.2

50- 100 pagina's, per stuk

€ 16,80

1.5.2.3

100-150 pagina's, per stuk

€ 22,40

1.5.2.4

150-200 pagina's, per stuk

€ 28,00

1.5.2.5

200 pagina's of meer, per stuk

€ 28,00

vermeerderd met

€ 0,15

per pagina boven de 200 pagina's

 

Hoofdstuk 6 Vastgoedinformatie

1.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.6.1.1

tot het verstrekken van een fotokopie of lichtdruk van een kaart, tekening, plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, structuurplan

1.6.1.1.1

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde op papier

€ 8,00

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde op papier

1.6.1.1.2

in formaat A3

€ 8,85

1.6.1.1.3

in formaat A2

€ 9,60

1.6.1.1.4

in formaat A1

€ 12,30

1.6.1.1.5

formaat groter dan A1

€ 14,60

1.6.2.1

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 11,20

1.6.2.2

tot het verstrekken van gegevens uit de Gemeentelijke Kadastrale Balie per object

€ 8,40

1.6.2.3

tot het verstrekken van de verleende omgevingsvergunning op papier :

€ 22,40

vermeerderd met

1.6.2.4

1- 50 pagina's, per stuk in formaat A4 in zwart-wit

€ 11,20

1.6.2.5

50- 100 pagina's, per stuk in formaat A4 in zwart-wit

€ 16,80

1.6.2.6

100-150 pagina's, per stuk in formaat A4 in zwart-wit

€ 22,40

1.6.2.7

150-200 pagina's, per stuk in formaat A4 in zwart-wit

€ 28,00

1.6.2.8

200 pagina's of meer, per stuk in formaat A4 in zwart-wit

€ 28,00

vermeerderd met

€ 0,15

per pagina boven de 200 pagina's

1.6.2.9

1- 50 pagina's, per stuk in formaat A4 in kleur

€ 16,80

1.6.2.10

50- 100 pagina's, per stuk in formaat A4 in kleur

€ 22,40

1.6.2.11

100-150 pagina's, per stuk in formaat A4 in kleur

€ 28,00

1.6.2.12

150-200 pagina's, per stuk in formaat A4 in kleur

€ 33,60

1.6.2.13

200 pagina's of meer, per stuk in formaat A4 in kleur

€ 33,60

vermeerderd met

€ 0,25

per pagina boven de 200 pagina's

1.6.2.14

zwart-witplot in formaat A3

€ 1,15

1.6.2.15

zwart-wit plot in formaat A2

€ 2,70

1.6.2.16

zwart-witplot in formaat A1

€ 3,20

1.6.2.17

zwart-witplot in formaat groter dan A1

€ 4,50

1.6.2.18

kleurenplot in formaat A3

€ 14,60

1.6.2.19

kleurenplot in formaat A2

€ 17,90

1.6.2.20

kleurenplot in formaat A1

€ 24,60

1.6.2.21

kleurenplot in formaat groter dan A1

€ 28,00

 

Hoofdstuk 7 Overige publiekszaken idem

1.7

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.7.1

Het tarief voor het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag is gelijk aan het tarief genoemd in de Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden

Rijkstarief

1.7.2

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening of foto

€ 11,20

1.7.3

tot controle op echtheid documenten

€ 11,20

1.7.4

van een bewijs van in leven zijn

€ 11,20

1.7.5

van een bewijs van Nederlanderschap

€ 11,20

1.7.6

Het tarief bedraagt voor een optie voor de Nederlandse nationaliteit of een aanvraag tot naturalisatie, zoals deze zijn opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002, dan wel recentelijk is gewijzigd.

Rijkstarief

 

Hoofdstuk 8 Gemeentearchief

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

1.8.1.1

een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina

€ 0,60

1.8.1.2

Voor het door of vanwege de gemeente doen van nasporing in, eventueel gevolgd door het geven van één of meer inlichtingen uit het oud en nieuw archief van de gemeente of statistisch documentatiemateriaal van de gemeente, ongeacht het resultaat van die nasporing, één en ander voor zover deze diensten niet met name in tabellen behorende bij deze verordening, of in een andere belastingverordening van deze gemeente, dan wel in andere rechtsregels zijn genoemd, voor elk daaraan te besteden kwartier of een gedeelte daarvan

€ 18,30

 

Hoofdstuk 9 Leegstandwet

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag :

1.9.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 113,10

1.9.2

tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 113,10

 

Hoofstuk 10 Marktstandplaatsen/ventvergunningen

1.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

het verkrijgen van een vergunning tot het in de gemeente venten, of tot het hebben van een standplaats met een commercieel doel op een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen plaats (artikel 5:15 en 5:18 van de APV Loon op Zand):

1.10.1

geldig voor bepaalde tijd (bij meerjarige vergunning per jaar)

€ 221,70

1.10.2

geldig voor één dag of sociaal maatschappelijk

€ 74,20

 

Hoofdstuk 11 Kansspelen

1.11.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.11.1.a

voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat

€ 56,50

1.11.1.b

indien de vergunning voor twee of meer speelautomaten geldt, ten hoogste € 22,50, vermeerderd met het product van het aantal speelautomaten, waarvoor de vergunning geldt, en een bedrag van ten hoogste € 34.

1.11.2.a

voor één speelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste speelautomaat

€ 226,50

1.11.2.b

indien de vergunning geldt voor een tijdvak van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, met dien verstande dat voor de toepassing van onderdeel 1.11.1.a in plaats van € 56,50 een bedrag van € 226,50 en voor de toepassing van onderdeel 1.11.1.b in plaats van € 22,50 een bedrag van € 90,50 en in plaats van € 34 een bedrag van € 136 geldt.

 

 

 

1.11.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 56,50

 

Hoofdstuk 12 Telecommunicatie, aanleg kabels, leidingen

1.12.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van instemmingsbesluit of vergunning als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden:

1.12.1.1

Indien het betreft tracés tot 250 m1

€ 343,40

1.12.1.2

Indien het betreft tracés vanaf 250 m1 tot 1.500 m1

€ 427,90

1.12.1.3

Indien het betreft tracés vanaf 1.500 m1 tot 5.000 m1

€ 558,50

1.12.1.4

Indien het betreft tracés vanaf 5.000 m1 of meer, per m1 tracé

€ 0,10

1.12.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in de Algemene verordeningen ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor tracés tot 25 m1

€ 102,60

1.12.3

Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de netbeheerder van het netwerk en/of andere netbeheerders of belanghebbenden, wordt het in 1.12.1 genoemde bedrag per overleg verhoogd met

€ 414,90

 

Hoofdstuk 13 Verkeer en vervoer

1.13

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.13.1

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 143,00

1.13.2

tot verlenging van een gehandicaptenparkeerkaart

€ 104,80

1.13.3

tot vervanging van een gehandicaptenparkeerkaart

€ 156,80

1.13.4

tot het verkrijgen van een op kenteken toegewezen gehandicaptenparkeerplaats

€ 280,10

1.13.5

voor het aanleggen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken als bedoeld in artikel 29 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 304,40

1.13.6

voor het wijzigen van een kenteken op een onderbord bij bord E6 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)

€ 60,10

1.13.7

voor het verplaatsen van een bij een gehandicapten-parkeerplaats op kenteken als bedoeld in artikel 29 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) geplaatst bord E6 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)

€ 304,40

 

Hoofdstuk 14 Diversen

1.14.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.14.1.1

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.14.1.1.1

per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,60

1.14.1.1.2

per pagina op papier van een ander formaat

€ 2,85

1.14.1.1.3

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 55,40

1.14.1.1.4

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 0,60

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

2.1.1.1

aanlegkosten:

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

2.1.1.2

bouwkosten:

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

2.1.1.2.1

raming bouwkosten:

 

De raming van de bouwkosten wordt vastgesteld door of namens het college van burgemeester en wethouders aan de hand van de op het moment van aanvraag geldende uitgave van “Bim media Bv Taxatieboekjes (Her)bouwkosten Woningen, Agrarische gebouwen en Bedrijfspanden”, op basis van de door de aanvrager van de vergunning overgelegde tekeningen en bestekken. Voor wat betreft de definitie van bouwkosten wordt verwezen naar de omschrijving in voornoemde uitgaven van Bim Media Bv

 

Indien het bouwwerk waarvoor vergunning wordt gevraagd, voor wat betreft aard en/of daarin voorkomende constructie(s) niet voorkomt in voornoemde uitgaven van Bim Media Bv, worden de bouwkosten door of namens het college van burgemeester en wethouders vastgesteld aan de hand van de door de aanvrager van de vergunning overgelegde begroting van de bouwkosten, tekeningen en bestekken.

 

2.1.1.2.2

sloopkosten:

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

2.1.1.3

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

 

Hoofdstuk 2 Beoordeling conceptaanvraag (vooroverleg / principeverzoek)

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

2.2.1

tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is

2.2.2

tot het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning die passend is binnen het bestemmingsplan dan wel de beheersverordening

2.2.3

tot het integraal beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning die in strijd is met het bestemmingsplan dan wel de beheersverordening (schriftelijke integrale reactie op verzoek over de haalbaarheid van een voorgenomen project)

€ 532

 

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

indien de bouwkosten minder bedragen dan € 50.000,00 : 3,35 % van die bouwkosten met een minimum van € 54,38

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten € 50.000 of meer bedragen, doch minder dan € 100.000

€ 1.675

vermeerderd met:

2,54%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 50.000 te boven gaan

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 100.000 of meer bedragen, doch minder dan € 150.000

€ 2.945

vermeerderd met:

1,79%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 100.000 te boven gaan

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 150.000 of meer bedragen, doch minder dan € 200.000

€ 3.840

vermeerderd met:

1,13%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 150.000 te boven gaan

2.3.1.1.4

indien de bouwkosten € 200.000 of meer bedragen

€ 4.405

vermeerderd met:

1,00%

waarmee de bouwkosten € 200.000 te boven gaan

 

 

 

Beoordeling bodemrapport

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.1.3.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 55,42

 

 

 

Verplicht advies Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen incl. bedrijfsbezoek wordt beoordeeld:

€ 1.040,79

 

 

 

2.3.2

Aanlegactiviteiten

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 113,07

 

 

 

Beoordeling bodemrapport

2.3.2.2

Onderdeel 2.3.1.3.1 vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot de in onderdeel 2.3.2.1 bedoelde aanvraag, tenzij onderdeel 2.3.1.3.1 zelf toepassing vindt.

 

 

 

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.4.1

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (binnenplanse afwijking)

€ 532 

2.3.4.2

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse kleine afwijking) passend in vastgestelde beleidsregels:

€ 532

2.3.4.3

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse kleine afwijking):

€ 727

2.3.4.4

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse afwijking)en de kosten niet verhaald kunnen worden ex artikel 6.12 Wro:

€ 6.911

Onverminderd het bepaalde in 2.3.4.4 wordt het tarief, indien tegen de betreffende aanvraag zienswijzen zijn ingediend, verhoogd met een bedrag blijkende uit een begroting die in overleg met de aanvrager wordt opgesteld.

 

 

 

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

Categorie 1, van 0 t/m 100 m2

€ 557,40

Categorie 2 van 101 t/m 500 m2

€ 390,40 + € 1,67 p/m²

Categorie 3 van 501 t/m 2.000 m2

€ 870,40 + € 0,71 p/m²

Categorie 4 van 2.001 t/m 5.000 m2

€ 2010,40 + € 0,14 p/m²

Categorie 5 van 5.000 t/m 50.000 m2

€ 2560,40 + € 0,03 p/m²

Categorie 6 meer dan 50.001 m2

€ 3560,40 + € 0,01 p/m²

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening 2015 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10 van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een provinciaal of gemeentelijk monument en rijksmonumenten.

€ 793,59

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een provinciaal of gemeentelijk monument en rijksmonument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 330,22

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 214,90

2.3.7.1

indien bij de aanvraag een sloopveiligheidsplan ingediend moet worden, wordt het bedrag verhoogd met

€ 72,79

 

 

 

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 280,74

2.3.9

Uitweg/inrit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 233,68

2.3.10

Kappen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 3 van de Bomenverordening Loon op Zand 2020 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 121,18

 

 

 

2.3.11

Opslag van roerende zaken

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening, een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

2.3.11.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:

€ 110,84

2.3.11.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:

€ 110,84

 

 

 

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

 

 

2.3.16

Beoordeling archeologisch bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.16.1

Voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport, als het betreft

2.3.16.1.1

de beoordeling van een Programma van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek, overeenkomstig het Protocol opstellen Programma van Eisen, Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie

€ 283,21

2.3.16.1.2

de beoordeling van een Plan van Aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek

€ 113,07

2.3.16.1.3

de beoordeling van rapporten die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek, ex artikel 39 lid 2, 40 lid 1 van de Monumentenwet

€ 113,07

 

 

 

2.3.17

Advies

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.18.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.18.3

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning:

2.3.18.3.1

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1. bedraagt het tarief, indien een advies bij de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB) wordt aangevraagd over een bedrijf dat valt onder de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij(BZV), zoals bedoeld in de Verordening Ruimte, om te beoordelen of het bouwplan voldoet aan de eisen die gelden voor de BZV

€ 1.637,97

2.3.18.3.2

In afwijking van 2.3.18.1.2 bedraagt het tarief, indien de provincie Noord-Brabant een verklaring van geen bedenkingen in het kader van de Wet natuurbescherming afgeeft, bij:

 

- Een aanvraag gebiedsbescherming

€ 3.982,76

- een aanvraag soortenbescherming door burgers

€ 2.066,70

- Een aanvraag soortenbescherming infrastructureel en gebiedsgericht

€ 6.460,43

- Een aanvraag soortenbescherming overige

€ 4.779,96

2.3.19

Kosten GGD advies

Betreft het opnemen van de kosten voor GGD advies voor de toetsing in het kader van volksgezondheid en veehouderij aan de hand van de Handreiking Veehouderij en volksgezondheid 2.0 (endotoxine).

2.3.19.1

De kosten worden in de volgende situaties in rekening gebracht:

2.3.19.2

Als het gaat om aanvragen omgevingsvergunningen voor de activiteit milieu waarbij sprake is van een situatie die in het kader van de Handreiking Veehouderij en Volksgezondheid: endotoxine toetsingskader 1.0 dan geldt per aanvraag een prijs (exclusief 21% btw) van

€ 1.506,18

2.3.19.3

Als het gaat om de ruimtelijke plannen in het kader van de Wro en/of Wabo, waarbij ingevolge van de in 2.3.19.2 genoemde handreiking toetsing plaats dient te vinden dan geldt dat per geval bezien wordt of een prijsopgave door de GGD zal worden gedaan.

€ 104,96 per uur

Het betreft hier de omgekeerde werking in de gevallen dat bijvoorbeeld een bouwplan of bestemmingsplanherziening in/nabij een endotoxinecirkel van een veehouderij wordt voorzien en getoetst moet worden of er sprak is van een ‘goede ruimtelijke ordening’ c.q. sprake is van een goed woon- en leefklimaat (op de locatie waar de ruimtelijke ontwikkeling is voorzien)

2.3.20

Kosten advies sociaal-medisch adviseur

2.3.20.1

Het tarief voor een advies (zonder opvragen medische gegevens) van een sociaal-medisch adviseur voor de toetsing in het kader van de Beleidsregels premantelzorg bedraagt:

€ 336,90

2.3.20.2

Het tarief voor een advies (zonder opvragen medische gegevens) van een sociaal-medisch adviseur voor het vaststellen of sprake is van mantelzorg bedraagt:

€ 336,90

2.3.20.3

Het tarief voor het opvragen van medische gegevens bedraagt:

€ 112,64

 

Hoofdstuk 4 Publicatie

2.4.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien voor de omgevingsvergunning een publicatie moet plaatsvinden per publicatie:

€ 34,73

 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking of buiten behandeling stelling van de aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- sloopactiviteiten of planologisch strijdig gebruik.

 

2.5.1.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, of als de gemeente de aanvraag buiten behandeling heeft gesteld, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

 

 

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

 

 

2.5.4

Teruggaaf als gevolg van intrekking van de conceptaanvraag

 

 

Als een conceptaanvraag (vooroverleg / principeverzoek) met planologisch strijdig gebruik (conform artikel 2.2.3) wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt, onder voorwaarde dat het plan nog niet is afgehandeld / voorgelegd aan het bestuur:

50%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.5

Teruggaaf als gevolg van intrekking van advies sociaal-medisch adviseur

 

 

Als een aanvraag voor advies sociaal-medisch adviseur (conform artikel 2.3.20) wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt, onder voorwaarde dat het plan nog niet is afgehandeld:

50%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.6

Verrekening principeverzoek:

2.5.6.1

Indien binnen 3 maanden nadat een aanvraag schriftelijk is ingetrokken en er voor dezelfde bouwwerkzaamheden een nieuwe aanvraag wordt ingediend, worden de reeds geheven leges verrekend.

2.5.6.2

Indien binnen 3 maanden nadat een conceptaanvraag (vooroverleg / principeverzoek) met planologisch strijdig gebruik (conform artikel 2.2.3) schriftelijk is ingetrokken en er voor hetzelfde initiatief een nieuwe aanvraag wordt ingediend, worden de reeds geheven leges verrekend.

 

2.5.6.3

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een principeverzoek waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning. Hierbij geldt als voorwaarde dat het om hetzelfde project gaat en het plan conform de conceptaanvraag is ingediend.

 

 

Hoofdstuk 6 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project, de tarieven zoals die voor dat onderdeel zijn opgenomen met een minimum van:

€ 54,26

 

Hoofdstuk 7 Herziening/wijziging/uitwerking bestemmingsplannen

2.7.1

Het tarief bedraagt van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening.

€ 7.047,62

2.7.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een wijzigingsplan of uitwerkingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a. en b., van de Wro.

€ 7.047,62

 

Hoofdstuk 8 Sloopmelding

2.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening

Nihil

 

Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking

2.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 55,42

 

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

 

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Alcoholwet of een vergunning voor een inrichting op grond van artikel 2:28 en 2:38b, 2:39a, 2:80 of 2:80d van de APV Loon op Zand

a. met 1 leidinggevende

€ 707,95

b. met meer dan 1 leidinggevende voor iedere volgende leidinggevende

€ 82,73

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet of een wijziging of verlenging van een vergunning voor een inrichting op grond van artikel 2:28 of 2:38b van de APV Loon op Zand

€ 275,33

3.1.2.1

Wijziging leidinggevende op het aanhangsel behorend bij de alcoholvergunning op grond van artikel 30a van de Alcoholwet of een wijziging op grond van de APV 2:28 of 2:38b per leidinggevende

€ 82,73

3.1.2.2.a

Doorhalen van een leidinggevende zonder bemoeienis op het aanhangsel behorend bij de alcoholvergunning op grond van artikel 30a van de Alcoholwet

€ 27,60

3.1.2.2.b

Verwijderen van één of meer leidinggevenden van het aanhangsel waarvoor een nieuw aanhangsel bij de alcoholvergunning of exploitatievergunning wordt gestuurd

€ 27,60

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet voor een inrichting

a. voor bepaalde tijd

€ 82,73

b. voor onbepaalde tijd

€ 134,53

3.1.3.1

Het tarief bedraagt voor het afwijken van de voorschriften of een ontheffing van de voorschriften voor para commerciële inrichtingen

€ 97,04

3.1.4

Als het beslissen op een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Alcoholwet vooraf is gegaan door een publicatieprocedure in een of meer dag- of nieuwsbladen, worden de onder 3.1.1 vermelde leges verhoogd met

€ 34,22

 

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de APV Loon op Zand en of een evenement als bedoeld in artikel 17 van de "Duinverordening gemeente Loon op Zand"

a. Klein evenement tot 300 bezoekers en/of deelnemers

€ 227,03

b. Grootschalig evenement vanaf 300 bezoekers en/of deelnemers of evenement dat meer dan 1 dag duurt

€ 442,14

3.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de A.P.V.

€ 442,14

3.2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een ontheffing van het verbod om in de open lucht geluidhinder te veroorzaken (artikel 4:6 van de APV Loon op Zand en of artikel 10 van de "Duinverordening gemeente Loon op Zand")

€ 83,56

3.2.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van het verbod in de open lucht aan te leggen, te stoken of te hebben (artikel 5.:34 van de APV Loon op Zand en of artikel 11 van de "Duinverordening gemeente Loon op Zand")

€ 110,84

3.2.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een melding Besluit brandveiliggebruik en basishulpverlening overige plaatsen (BBGBOP)

€ 83,97

 

Hoofdstuk 2A Teruggaaf

3.2.5.

Teruggaaf als gevolg van buiten behandeling stelling van de aanvraag zoals genoemd in de Hoofdstukken 2 en 3

3.2.5.1

Als de gemeente de aanvraag buiten behandeling heeft gesteld, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

50%

 

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

3.3.1

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de APV Loon op Zand anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3:15

3.3.1.1

voor een seksinrichting

€ 1.111,47

3.3.2

wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting, als bedoeld in artikel 3:15 van de APV Loon op Zand per beheerder:

€ 83,97

 

Hoofdstuk 4 Kinderopvang

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

3.4.1.1

het in exploitatie nemen van een kindercentrum; kinderopvang of buitenschoolse opvang, of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45 eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

€ 700,52

3.4.1.2

het bieden van een voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.46 tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

€ 355,04

 

Hoofdstuk 5 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 55,42

 

 

Behorend bij raadsbesluit van 15 december 2022.

 

Voorzitter,

 

griffier,

 

Naar boven