Beleidsregel gevaarlijke honden gemeente Midden-Drenthe

De burgemeester van Midden-Drenthe,

 

overwegende dat:

  • er in de gemeente meerdere bijtincidenten met honden hebben plaatsgevonden;

  • gewenst is om het wettelijk voorschrift in artikel 2:59 jo. 6:1 Algemene plaatselijke verordening Midden Drenthe nader uit te werken in een beleidsregel;

  • de burgemeester op grond van artikel 4:81, eerste lid, Awb, beleidsregels vast kan stellen met betrekking tot een hem/haar toekomende bevoegdheid;

  • dit beleid slechts ziet op het bestuursrechtelijke traject en onverlet laat dat er ten aanzien van (een incident met) hinderlijke en gevaarlijke honden ook civielrechtelijke (op grond van het Burgerlijk Wetboek) en strafrechtelijke mogelijkheden (op grond van het Wetboek van Strafrecht) bestaan;

  • dit beleid onverlet laat dat in artikel 6:1 APV Midden-Drenthe 2020 een strafbepaling is opgenomen voor het overtreden van artikel 2:59 APV Midden-Drenthe 2020. Op grond van artikel 6:1 APV Midden-Drenthe 2020 wordt overtreding van artikel 2:59 APV Midden-Drenthe 2020 gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie;

 

gelet op:

  • de Algemene plaatselijke verordening (APV), artikel 2:59;

  • de Algemene wet bestuursrecht (Awb), artikelen 1:3 lid 4, 4:81 lid 1, 4:83, 5:31;

  • de Gemeentewet, artikel 125 lid 3 en 172;

 

b esluit :

 

tot de vaststelling van de

 

beleidsregel gevaarlijke honden gemeente Midden-Drenthe

 

 

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Hinderlijk gedrag: Een hond die ontsnapt uit een woning, tuin of vanaf een erf en daarbij op enige wijze passanten en/of andere dieren lastig valt, dan wel een hond die tijdens het uitlaten losbreekt en passanten en/of andere dieren lastig valt.

  • b.

    Licht bijtincident: Van een licht bijtincident is sprake wanneer een hond een persoon, hond, een ander dier bijt of voorwerp bijt, maar daarbij geen sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen.

  • c.

    Ernstig bijtincident: Van een ernstig bijtincident is sprake:

    • 1.

      wanneer een hond ernstig letsel toebrengt aan een persoon, hond of ander dier;

    • 2.

      wanneer meer dan één keer binnen een periode van twee jaar een bijtincident zonder ernstig letsel of ernstige gevolgen plaats vindt;

    • 3.

      in ieder ander geval dat door de burgemeester als ernstig wordt aangemerkt.

  • d.

    Zeer ernstig bijtincident: Onder een zeer ernstig bijtincident wordt verstaan: een hond die een persoon bijt als gevolg waarvan de persoon lichamelijk en/of geestelijk letsel heeft en daardoor ernstige, langdurige of blijvende medische gevolgen ervaart of als gevolg hiervan overlijdt.

  • e.

    Ernstig letsel: Van ernstig letsel is sprake als bij een persoon, hond of ander dier medische behandeling noodzakelijk is als gevolg van het bijtincident. Dit wordt vastgesteld door de desbetreffende arts.

  • f.

    Gevaarlijke hond: Een hond, die een ernstig bijtincident heeft veroorzaakt.

  • g.

    Hinderlijke hond: Een hond, die een licht bijtincident heeft veroorzaakt en/of hinderlijk gedrag vertoond.

  • h.

    Aanlijngebod: de eigenaar van de hond wordt verplicht om de hond aan te lijnen met een deugdelijke lijn die niet langer is dan 1,50 meter gemeten vanaf de hand tot aan de halsband.

  • i.

    Muilkorfgebod: de eigenaar van de hond wordt verplicht om de hond te muilkorven met een muilkorf die is vervaardigd van kunststof, leer of van beide stoffen of van metaal. De muilkorf is door middel van een leren riem rond de hals aangebracht op zo’n manier dat verwijdering zonder tussenkomst van een persoon niet mogelijk is. De muilkorf is zodanig ingericht dat de hond geen mens of dier kan bijten. De afgesloten ruimte binnen de korf geeft de hond de mogelijkheid tot een geringe opening van zijn bek en er zijn geen scherpe delen binnen de korf aanwezig.

  • j.

    Chipgebod: De eigenaar/houder van een hinderlijke/gevaarlijke hond wordt verplicht om de hond te laten chippen.

  • k.

    Gedragstest: een test die wordt afgenomen om aan te tonen of de hond als hinderlijk of gevaarlijk wordt aangemerkt.

 

Artikel 2 Handhavingsrichtlijn

Het tweede, derde of vierde incident moet elke keer binnen 5 jaar na het voorgaande incident hebben plaatsgevonden om op te schalen.

Constatering

1 e incident

2 e incident

3 e incident

4 e incident

Hinderlijk gedrag

Waarschuwingsbrief met opmerking dat bij een volgend incident binnen 5 jaar een andere maatregel wordt opgelegd.

Afhankelijk van de zwaarte van het incident:

 

Muilkorfgebod, en/of;

 

Aanlijngebod, en/of;

 

Afhankelijk van de zwaarte van het incident: last onder dwangsom en/of Herhalen van muilkorf- en aanlijngebod.

Eventueel dwangsom verbeuren. Over naar stap: licht bijtincident, 2e incident.

Licht bijtincident

Afhankelijk van de zwaarte van het incident:

 

Muilkorf- en aanlijngebod (dit kan eventueel voor een bepaalde periode) en/of last onder dwangsom opleggen.

Chipgebod en/of Aanlijn- en muilkorfgebod en/of eventueel dwangsom verbeuren of last onder dwangsom opleggen.

Eigenaar wordt gevraagd afstand te doen van de hond of de burgemeester besluit tot onvrijwillige in beslag name. Dwangsom verbeuren als deze is opgelegd.

 

Ernstig bijtincident

Chipgebod En/of Muilkorf- en aanlijngebod en/of last onder dwangsom opleggen.

Eigenaar wordt gevraagd afstand te doen van de hond of de burgemeester besluit tot onvrijwillige in beslag name. Dwangsom verbeuren als deze is opgelegd.

 

 

Zeer ernstig bijtincident

Eigenaar wordt gevraagd afstand te doen van de hond of de burgemeester besluit tot onvrijwillige in beslag name.

Dwangsom verbeuren als deze is opgelegd.

 

 

 

 

Artikel 3 Gedragstest

  • 1.

    In opdracht van de eigenaar, houder of burgemeester kan bij de hond een gedragstest worden afgenomen om aan te tonen dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is. Dit zogenaamde risico assessment dient altijd te worden afgenomen door een door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied benoemde gedragskeurmeester dan wel een andere erkende en door de gemeente goedgekeurde onderzoeker of faculteit.

  • 2.

    De kosten voor het laten uitvoeren van een risico assessment door de eigenaar of houder van de hond zijn voor rekening van de eigenaar of houder van de hond.

  • 3.

    De burgemeester kan op schriftelijk verzoek van de eigenaar of houder van de hond de opgelegde maatregel opheffen, wanneer de eigenaar of houder van de hond door middel van de in lid 1 genoemde gedragstest aannemelijk heeft gemaakt dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is.

 

Artikel 4 Hoog-risico hond

  • 1.

    Een hoog-risico hond (gebaseerd op de RDA lijst) is een hond die bij bijten in staat is tot het toebrengen van bovenmatig ernstige bijtschade.

  • 2.

    Indien een hoog-risico hond betrokken bij een bijtincident aan deze criteria voldoet, worden altijd de volgende aanvullende maatregelen getroffen, ongeacht bij welk soort incident het dier betrokken was:

  • a.

    De eigenaar/houder van de hond is verplicht een gedragscursus te volgen met de hond. Aan de eigenaar/houder wordt een last onder dwangsom opgelegd in de orde van grootte van € 2500,- indien aan deze verplichting niet binnen een redelijke termijn (4 weken) wordt voldaan. De eigenaar moet zich dan al hebben opgegeven voor de gedragscursus.

  • b.

    Daarnaast wordt aan de eigenaar/houder van een hoog-risico hond de verplichting opgelegd dat de hond gechipt wordt. Ook hiervoor wordt een last onder dwangsom opgelegd in de orde van grootte van € 2500,- indien aan deze verplichting niet binnen een redelijke termijn (2 weken) wordt voldaan.

 

Artikel 5 Afstand doen of inbeslagname

  • 1.

    Als de eigenaar of houder van een hond, welke op grond van artikel 2 van deze beleidsregels door de burgemeester is aangemerkt als gevaarlijk, in strijd met het aanlijn en/of muilkorfgebod handelt en de hond een nieuw bijtincident veroorzaakt, wordt de houder of eigenaar gevraagd om vrijwillig afstand te doen van zijn hond.

  • 2.

    De burgemeester kan besluiten tot onvrijwillige inbeslagname van een hond op grond van artikel 125 lid 3 Gemeentewet, artikel 5:21 Awb of artikel 172 Gemeentewet:

  • a.

    als de in het eerste lid genoemde situatie zich heeft voorgedaan en de eigenaar of houder hierop niet vrijwillig afstand doet van de hond, of;

  • b.

    bij (zeer ernstige vrees voor het ontstaan van) een zeer ernstig bijtincident.

  • 3.

    Bij het in het tweede lid, onder a en b, omschreven onvrijwillig in beslag nemen van de hond geeft de burgemeester opdracht de hond te laten onderwerpen aan een gedragstest uitgevoerd door een gedragskliniek van de faculteit diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht.

  • 4.

    Wanneer uit de gedragstest, als bedoeld in het derde lid, blijkt dat de hond niet kan worden herplaatst bij een andere eigenaar of anderszins het risico op bijtincidenten kan worden voorkomen, blijft de hond in de betreffende opvang/verblijf.

  • 5.

    De kosten van vervoer, opvang/verblijf, (medische) verzorging, gedragstest, eventuele overige noodzakelijke kosten na inbeslagname komen volledig voor rekening van de eigenaar of houder van de hond en worden op hem/haar verhaald.

 

Artikel 6 Uitzonderingssituaties

  • 1.

    In uitzonderlijke, zeer ernstige situaties is het mogelijk om van de beleidsregel af te wijken en direct over te gaan tot inbeslagname van de hond.

  • 2.

    Dit besluit is van toepassing voor zover de politie niet optreedt op basis van andere bepalingen die het in dit besluit geregelde onderwerp strafbaar stellen.

 

Artikel 7 Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld op, 3 oktober 2022,

De burgemeester,

C. Bijl

Naar boven