Verordening op de heffing en invordering van Toeristenbelasting 2023

De raad van de gemeente Loon op Zand;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2022;

nummer ZK22.05852

 

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de navolgende verordening “Verordening op de heffing en invordering van Toeristenbelasting 2023”. (Verordening toeristenbelasting Loon op Zand 2023).

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto’s, caravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen die bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf;

  • 2.

    vaste jaarplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een jaar plaatsen van eenzelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan en die 7-12 maanden beschikbaar is;

  • 3.

    vaste seizoenplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen plaatsen van eenzelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan en die 3-7 maanden beschikbaar is in de periode tot 1 november;

  • 4.

    vaste voorseizoenplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen plaatsen van eenzelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan en die maximaal 3 maanden beschikbaar is in de periode tot 1 juli;

  • 5.

    groepsaccommodatie: Een accommodatie, bestemd voor en gebezigd als verblijf van overwegend personen in groepsverband (geen gezinsverband zijnde), met slaapgelegenheid in kamers, (slaap)zalen, huisjes, tenthuisjes, appartementen en / of tenten, waarbij het gemeenschappelijk gebruik van sanitaire voorzieningen, keuken, verblijfsruimten, kamers en (slaap)zalen kenmerkend centraal staat en gasten mogelijk met 'vreemden' moeten delen;

  • 6.

    Bed & Breakfast (B&B): een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Een Bed & Breakfast is gevestigd in een woonhuis of bijgebouw en wordt exploiteert door de eigenaren van het betreffende huis.

  • 7.

    kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor nachtverblijf;

  • 8.

    kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van nachtverblijf;

  • 9.

    mini kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van nachtverblijf, met maximaal 25 standplaatsen;

  • 10.

    standplaats: deel van een mini kampeerterrein ingericht en bestemd voor de plaatsing van een of meer kampeermiddelen

  • 11.

    overige accommodatie: niet zijnde een accommodatie als omschreven bij lid 1 tot en met 10.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    Van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    Van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 6 Belastingtarief

  • 1.

    Het tarief voor een vaste jaarplaats bedraagt € 250,00

  • 2.

    Het tarief voor een vaste seizoenplaats bedraagt € 200,00

  • 3.

    Het tarief voor een vaste voorseizoenplaats bedraagt € 100,00

  • 4.

    Het tarief per persoon per overnachting in een overige accommodatie bedraagt € 3,00

  • 5.

    Het tarief per persoon per overnachting op een kampeerterrein bedraagt € 2,00

  • 6.

    Het tarief per persoon per overnachting in een Bed & Breakfast (B&B) bedraagt € 2,00

  • 7.

    Het tarief per persoon per overnachting op een mini kampeerterrein bedraagt € 1,25

  • 8.

    Het tarief per persoon per overnachting in een groepsaccommodatie bedraagt € 1,25

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Voorlopige aanslag

Na aanvang van het belastingjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 10 Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 5,00 worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 11 Aangifte

  • 1.

    Het uitnodigen tot het doen van aangifte wordt gedaan door:

    • a.

      het uitreiken of toezenden van een aangiftebiljet;

    • b.

      het op elektronische wijze uitreiken of toezenden van een aangiftebrief waarin wordt verzocht om aangifte te doen op de wijze als bedoeld in het tweede lid, letter b.

  • 2.

    Het doen van aangifte geschiedt door:

    • a.

      het inleveren of toezenden van het aangiftebiljet met de daarbij gevraagde bescheiden;

    • b.

      het op elektronische wijze toezenden van de door de betreffende programmatuur gevraagde gegevens.

Artikel 12 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    Indien een bestuurlijk boete is opgelegd is deze boete invorderbaar uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 3.

    In afwijking van de voorgaande leden moet een voorlopige aanslag worden betaald in zoveel gelijke termijnbedragen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het jaar van de dagtekening overblijven, met dien verstande dat het aantal betalingstermijnen steeds minimaal twee telt. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Registratieplicht

  • 1.

    De belastingplichtige, bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden een registratie te houden waaruit het aantal overnachtingen als bedoeld in artikel 5 blijkt. De gemeente Loon op Zand stelt daartoe een nachtverblijfregister kosteloos beschikbaar.

  • 2.

    De verplichting als bedoeld in het voorgaande lid geldt niet voor zover de belastingplichtige gelegenheid biedt tot verblijf met overnachting op een vaste jaarplaats, vaste seizoenplaats en of vaste voorseizoenplaats.

Artikel 15 Overgangsrecht

De “Verordening toeristenbelasting 2022” van 16 december 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 16, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening toeristenbelasting Loon op Zand 2023’.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 15 december 2022

De raad voornoemd,

voorzitter,

griffier,

Naar boven