Artikel I
De Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Velsen 2019 wordt als volgt gewijzigd:
A.
Artikel 2:1, eerste lid, komt als volgt te luiden:
Het is verboden op een openbare plaats deel te nemen aan een samenscholing, onnodig op te dringen, te vechten of door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot ongeregeldheden.
B.
Artikel 2:23 komt als volgt te luiden:
In dit artikel wordt verstaan onder inrichting:
elke ruimte waarin, in de uitoefening van een beroep, aan personen nachtverblijf wordt verschaft; en
elk terrein, daaronder begrepen iedere buitenhaven, iedere binnenhaven en elk binnenwater ingericht tot het afmeren van pleziervaartuigen, dat, in de uitoefening van een beroep of als gewoonte, ter beschikking wordt gesteld voor het houden van nachtverblijf of voor het plaatsen dan wel geplaatst houden van kampeermiddelen.
Degene die een inrichting opricht, overneemt, verplaatst of de exploitatie of feitelijke leiding daarvan staakt, is verplicht de burgemeester daarvan binnen drie werkdagen schriftelijk op de hoogte te brengen.
Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid te verstrekken:
voorletters;
achternaam;
adres;
woonplaats;
geboortedatum;
aantal medereizigers;
voorletters, achternamen en geboortedata van de medereizigers;
dag van aankomst en dag van vertrek;
nummer van het reisdocument of identiteitsbewijs van meerderjarigen; en
aard van de overgelegde documenten.
Degene die nachtverblijf houdt op een vaartuig is aanvullend op de in het derde lid genoemde gegevens verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van het nachtverblijf volledig en naar waarheid te verstrekken:
naam en contactgegevens schipper;
eigenaar van het schip;
aantal personen dat overnacht op het schip.
Degene die een inrichting exploiteert of de feitelijke leiding daarover heeft is verplicht:
zich onverwijld bij aankomst van de persoon die in de door hem gehouden inrichting de nacht zal doorbrengen een geldig reisdocument of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht te doen overleggen;
een doorlopend register bij te houden en daarin onverwijld bij de aankomst van die persoon de in het derde lid, dan wel vierde lid, genoemde gegevens aan te tekenen of te doen aantekenen alsmede zelf daarin aantekening te houden of te doen houden van de aard van het overgelegde document, het nummer van het reisdocument of identiteitsbewijs en, bij het vertrek, de dag van vertrek.
dat register op aanvraag te vertonen aan de burgemeester dan wel aan de door deze aangewezen ambtenaar.
De burgemeester kan een register als bedoeld in het vierde lid aanwijzen en waarmerken.
Het vijfde lid is niet van toepassing op situaties waarin artikel 438 van het Wetboek van strafrecht voorziet.
C.
Er wordt een nieuw artikel 2:30a (Bedelen) ingevoegd dat luidt als volgt:
Het is verboden in door het college aangewezen gebieden op hinderlijke wijze op een openbare plaats te bedelen om geld of andere zaken.
D.
Artikel 2:36a (Verbod op carbidschieten) komt te vervallen.
E.
Artikel 2:43, eerste lid, komt als volgt te luiden:
Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt, of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.
F.
In artikel 6:1, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
Artikel 2:36a wordt verwijderd; en
Artikel 2:30a wordt toegevoegd.
Artikel II
Dit besluit treedt op 1 januari 2023 in werking.