Beleidsregel Wet Bibob Haarlemmermeer 2023

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Haarlemmermeer, ieder voor zover het hun of zijn bevoegdheden betreft;

 

overwegende dat de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;

 

gelet op artikel 3, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Wet Bibob;

 

besluiten respectievelijk besluit:

 

vast te stellen:

 

De Beleidsregel Wet Bibob Haarlemmermeer 2023

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    actieve toepassing: naast het doen van eigen onderzoek het uitreiken van een Bibob-vragenlijst;

  • b.

    advies: een advies als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de wet;

  • c.

    Algemene Plaatselijke Verordening (APV): de vigerende APV van de gemeente Haarlemmermeer;

  • d.

    bestuursorgaan: de burgemeester onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    betrokkene: de aanvrager van een beschikking, de houder van een vergunning, de subsidieaanvrager, de natuurlijke persoon of rechtspersoon met wie de intentie is een vastgoedtransactie aan te gaan, de gegadigde die wil deelnemen aan een aanbestedingsproces, de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een overheidsopdracht is of zal worden gegund, de onderaannemer, en voor zover het een omgevingsvergunning betreft degene die op grond van feiten en omstandigheden redelijkerwijs met de aanvrager kan worden gelijk gesteld;

  • f.

    Bibob-toets: de wijze van behandelen van een aanvraag waarbij met toepassing van de wet door het bestuursorgaan wordt beoordeeld of er redenen aanwezig zijn om de aanvraag te weigeren, respectievelijk de beschikking in te trekken of te beëindigen, daaraan voorschriften te verbinden dan wel advies aan het Bureau te vragen;

  • g.

    Bureau: het Landelijk Bureau Bibob, als bedoeld in artikel 8 van de wet;

  • h.

    eigen onderzoek: de wijze van behandelen van een aanvraag waarbij met toepassing van de wet door het bestuursorgaan wordt beoordeeld of er redenen aanwezig zijn om de vergunning te weigeren, respectievelijk de beschikking in te trekken of te beëindigen, daaraan voorschriften te verbinden dan wel een advies bij het Bureau aan te vragen;

  • i.

    overheidsopdracht: een overheidsopdracht als bedoeld in artikel 1.1 van de Aanbestedingswet 2012;

  • j.

    passieve toepassing: het uitvoeren van een eigen onderzoek;

  • k.

    rechtspersoon met een overheidstaak: de gemeente Haarlemmermeer;

  • l.

    RIEC: het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum;

  • m.

    vastgoedtransactie: een vastgoedtransactie als bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • n.

    wet: de Wet Bibob;

  • o.

    zorgaanbieder: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die beroepsmatig of bedrijfsmatig zorg aanbiedt aan een cliënt.

Artikel 2 Toepassingsbereik vergunningen

  • 1.

    Het bestuursorgaan past de wet actief toe bij elke aanvraag voor een beschikking als bedoeld in:

    • a.

      artikel 3:3 van de APV (seksbedrijf);

    • b.

      artikel 2:28A van de APV (exploitatievergunning horecabedrijf, coffeeshop, waterpijpcafé);

    • c.

      artikel 3 van de Alcoholwet (drank- en horecavergunning), met uitzondering van aanvragen van paracommerciële rechtspersonen als bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet en slijtersbedrijven als bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet;

    • d.

      artikel 2:39A van de APV (exploitatievergunning speelautomaathal, kansspelautomaatvergunning);

    • e.

      artikel 2:81 van de APV (aangewezen gebieden, branches of panden);

    • f.

      artikel 2:25 van de APV (evenementenvergunning) voor een C-evenement of een vechtsportwedstrijd of -gala;

    • g.

      artikel 2.1 lid 1 onder e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) (omgevingsvergunning activiteit milieu), voor zover deze betrekking heeft op de risicocategorie afval;

    • h.

      artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wabo (omgevingsvergunning activiteit bouw), voor zover de bouwsom voor bedrijfsmatige aanvragen:

      • 1)

        hoger is dan €250.000;

      • 2)

        hoger is dan €100.000 en betrekking heeft op een activiteit op bedrijventerrein ‘De Liede’ in Vijfhuizen of bedrijventerrein ‘De Weeren’ in Zwanenburg, zoals concreet aangegeven op de bij deze beleidsregel behorende tekening;

      • 3)

        hoger is dan €100.000 en betrekking heeft op horeca-inrichtingen als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet, seksbedrijven, speelautomatenhallen, wellness- en massagebedrijven, belwinkels, internetcafés, gamecenters, autobedrijven, verhuur van woonruimte voor arbeidsmigranten of religieuze instellingen.

    • i.

      artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wabo (omgevingsvergunning activiteit bouw), voor zover de bouwsom voor particuliere aanvragen hoger is dan €500.000;

  • 2.

    Het bestuursorgaan past de wet passief toe bij elke aanvraag voor een beschikking als bedoeld in:

    • a.

      artikel 2:25 van de APV (evenementenvergunning) voor een A- of B-evenement;

    • b.

      artikel 2.1 lid 1 onder e van de Wabo (omgevingsvergunning activiteit milieu) voor zover die geen betrekking heeft op de risicocategorie afval;

    • c.

      artikel 2.1 lid 1 onder i van de Wabo (omgevingsvergunning beperkte milieutoets), voor zover die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2:2a van het Besluit omgevingsrecht.

Artikel 3 Toepassingsbereik bij subsidies

  • 1.

    Het bestuursorgaan past de wet actief toe bij elke aanvraag voor een subsidie als bedoeld in de gemeentelijke subsidieverordening voor zover deze betrekking heeft op een aanvraag van een zorgaanbieder.

  • 2.

    Het bestuursorgaan pas de wet passief toe bij elke andere aanvraag voor een subsidie als bedoeld in de gemeentelijke subsidieverordening.

Artikel 4 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties en aanbestedingen

  • 1.

    Het bestuursorgaan past de wet actief toe met betrekking tot een vastgoed- en/of grondtransactie voor de aankoop/verkoop van grond of vastgoed voor het realiseren van bedrijfspanden met een aanneem- en/of koopsom van €250.000 of hoger.

  • 2.

    Het bestuursorgaan past de wet actief toe met betrekking tot een vastgoed- en/of grondtransactie voor de aankoop/verkoop van grond of vastgoed voor het realiseren van woningen met een aanneem- en/of koopsom van €500.000 of hoger.

  • 3.

    Het bestuursorgaan past de wet actief toe met betrekking tot verhuur van vastgoed wanneer deze betrekking heeft op horeca-inrichtingen als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet, seksbedrijven, speelautomatenhallen, wellness- en massagebedrijven, belwinkels, internetcafés, gamecenters, autobedrijven, verhuur van woonruimte voor arbeidsmigranten of religieuze instellingen.

  • 4.

    Het bestuursorgaan past de wet passief toe met betrekking tot een aanbesteding.

  • 5.

    Bij de start van onderhandelingen ter zake van een vastgoedtransactie of een aanbesteding, wordt de wederpartij ervan in kennis gesteld dat een Bibob-onderzoek deel kan uitmaken van de procedure.

  • 6.

    Het niet (volledig) beantwoorden van de vragen op het Bibob-vragenformulier en/of het weigeren de op het formulier gevraagde documenten te overleggen, kan ertoe leiden dat onderhandelingen om te komen tot een overeenkomst worden afgebroken of een reeds gesloten overeenkomst wordt opgeschort of beëindigd.

  • 7.

    Indien de Bibob-procedure niet is afgerond voor het sluiten van de overeenkomst, wordt hieromtrent een ontbindende voorwaarde in het contract opgenomen.

  • 8.

    Bij aanbestedingen kan advies aan het Bureau worden aangevraagd in het kader van de beoordeling over toepassing van de uitsluitingsgronden.

Artikel 5 Toepassingsbereik bij reeds verleende beschikkingen en verhuur van vastgoed

  • 1.

    Het bestuursorgaan past de wet eens in de vijf jaar actief toe met betrekking tot verleende beschikkingen indien:

    • a.

      de beschikking betrekking heeft op een activiteit op bedrijventerrein ‘De Liede’ in Vijfhuizen of bedrijventerrein ‘De Weeren’ in Zwanenburg, zoals concreet aangegeven op de bij deze beleidsregel behorende tekening;

    • b.

      de beschikking onderdeel uitmaakt van een branche zoals genoemd in artikel 2, lid 1, onderdeel h onder 3;

  • 2.

    Het bestuursorgaan past de wet actief toe met betrekking tot verleende beschikkingen of verhuur van vastgoed indien:

    • a.

      uit eigen informatie dan wel uit informatie van één of meerdere partners binnen het RIEC blijkt dat er aanwijzingen zijn dat er sprake kan zijn van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet;

    • b.

      informatie als bedoeld in artikel 26 van de wet verkregen is;

    • c.

      bekend wordt dat tegen betrokkene in een andere gemeente bij een Bibob-toets een ernstige mate van gevaar is geconstateerd en aan betrokkene een soortgelijke beschikking is verstrekt.

Artikel 6 Uitzonderingen

  • 1.

    In afwijking van artikel 2 tot en met 5 wordt geen Bibob-onderzoek verricht indien:

    • a.

      het een aanvraag, vastgoed- en/of grondtransactie of beschikking betreft van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld;

    • b.

      het een aanvraag, vastgoed- en/of grondtransactie of een beschikking betreft van een overheidsbedrijf als bedoeld in artikel 25g van de Mededingingswet;

    • c.

      aan een aanvrager minder dan drie jaar geleden een vergunning is verleend en in het kader van die aanvraag reeds een Bibob-onderzoek is uitgevoerd. De aanvrager wordt alsdan niet gevraagd de Bibob-vragenlijst in te vullen. De aanvrager kan volstaan met de situatie specifieke onderdelen daarvan en het afleggen van een verklaring dat voor het overige niets gewijzigd is.

Artikel 7 Overige bepalingen

  • 1.

    Het bestuursorgaan kan advies vragen aan het Bureau indien:

    • a.

      vragen blijven bestaan over de activiteiten in de directe omgeving van de onderneming;

    • b.

      vragen blijven bestaan over de omstandigheden in de persoon van de aanvrager, de financier van de onderneming of de eigenaar van het pand en/of inventaris;

    • c.

      (andere) omstandigheden doen vermoeden dat er sprake is van een ernstig gevaar dat de vergunning zal worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of strafbare feiten te plegen;

    • d.

      de officier van justitie het bestuursorgaan heeft gewezen op de wenselijkheid het Bureau om advies te vragen;

    • e.

      indien het RIEC en/of het Bureau over informatie beschikt of beschikken die aanleiding vormt of kan vormen voor nader onderzoek en/of uit gelieerd onderzoek vermoedens voor misstanden blijken.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2023. De 'Beleidsregel Wet Bibob 2022' wordt per gelijke datum ingetrokken.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: ‘Beleidsregel Wet Bibob Haarlemmermeer 2023’.

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 6 december 2022

Het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer,

de secretaris,

Michiel Ruis

de burgemeester,

Marianne Schuurmans-Wijdeven

Aldus vastgesteld op 6 december 2022

De burgemeester van de gemeente Haarlemmermeer,

Marianne Schuurmans-Wijdeven

Naar boven