Nadere regel tot wijziging van de nadere regels subsidies gemeente Groningen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen,

 

Gezien de motie 17 Groene toekomst voor iedereen, aangenomen tijdens de vergadering van de gemeenteraad van 13 juli 2022;

 

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Groningen 2019;

 

Gelet op de huidige paragraaf 8.5 Klimaatadaptatie uit de Nadere regels subsidies gemeente Groningen;

 

Overwegen het volgende:

 

  • -

    dat het gewenst is om de gemeente Groningen klimaatadaptief in te richten om zo wateroverlast en hittestress tegen te gaan, met als doel een bijdrage te leveren aan het vergroten van het areaal groen en het vasthoudend vermogen en het verminderen van de hoeveelheid regenwater op de riolering;

  • -

    dat het gewenst is om subsidieregelingen terecht te laten komen bij diegene met de minste draagkracht;

  • -

    dat het gewenst is om de nadere regels subsidies gemeente Groningen aan te vullen met een bepaling om zeker te stellen dat in voorkomende gevallen onvolledige subsidieaanvragen zouden moeten meegenomen bij de verdeling van het betreffende subsidiebudget;

  • -

    dat onderdelen van de nadere regels hun werking hebben verloren en daarom komen te vervallen

BESLUIT:

 

De nadere regels subsidie gemeente Groningen als volgt te wijzigen:

Artikel I  

A.

 

In Deel 1, paragraaf 1.1 Indieningsvereisten en procedureregels wordt aan artikel 2, derde lid na de laatste zin een volzin toegevoegd die luidt:

Indien bij de toepassing van deze nadere regels de datum van binnenkomst van de aanvraag een rol speelt, geldt als datum van indiening de datum waarop de volledige of de volledig gemaakte aanvraag is binnengekomen.

 

B.

 

In Hoofdstuk 3 komt paragraaf 3.18 Tijdelijke regeling jongeren activiteiten COVID-19 te vervallen.

 

C.

 

In Hoofdstuk 4 komt paragraaf 4.20 Tijdelijke regeling dorps- en buurthuizen COVID-19 te vervallen.

 

D.

 

In Hoofdstuk 4 komt paragraaf 4.21 Tijdelijke herstart-subsidieregeling dorps- en buurthuizen COVID-19 te vervallen.

 

E.

 

In Hoofdstuk 4 komt paragraaf 4.22 Tijdelijke herstart-subsidieregeling dorps- en buurthuizen COVID-19, voorjaar 2022 te vervallen.

 

F.

 

In Hoofdstuk 6 komt paragraaf 6.16 Tijdelijke regeling culturele instellingen COVID-19 te vervallen.

 

G.

 

In Hoofdstuk 6 komt paragraaf 6.19 Tijdelijke subsidieregeling Snelloket cultuur te vervallen.

 

H.

 

In Hoofdstuk 8, paragraaf 8.5 worden de artikelen 8:26 tot en met 8:29 gewijzigd en komen te luiden:

 

Artikel 8:26 Begripsbepalingen

 

In aanvulling op het bepaalde in artikel 1 van de verordening wordt voor de toepassing van deze paragraaf verstaan onder:

 

  • a.

    dakconstructie: samenstelling van balken (hout of staal), regels en bebording die sterk genoeg is om de dakbedekking van een gebouw te dragen en de wind-/regen-/ en sneeuwbelasting op te vangen. De dakconstructie dient zodanig te zijn dat deze beloopbaar is voor onderhoud en inspectie;

  • b.

    gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

  • c.

    groene daken: daken, met een vegetatiepakket, dat is opgebouwd uit een wortelkerende laag, een drainagelaag, een substraatlaag en een vegetatielaag met droogteresistente soorten, en die geen gebruiksfunctie hebben. De belasting ligt tussen de 20 en 200 kg/m2;

  • d.

    afgekoppeld dakoppervlak: oppervlak dat niet langer op het vuilwaterriool loost;

  • e.

    groenoppervlak: levend groen door beplanting en bijpassende ondergrond, met de bodem of dakconstructie verbonden;

  • f.

    klimaatrobuuste bomen: een boom met een positieve bijdrage aan klimaat, waterhuishouding, luchtkwaliteit en biodiversiteit en is opgenomen in de tabel Soortenlijst bomen en klimaatadaptatie van Wageningen University & Research. De lijst is opgenomen in bijlage 1;

  • g.

    groene muur: geheel van in de volle grond aangebrachte planten die, eventueel met geleiding of ondersteuning, tegen gevels aan groeien;

  • h.

    aanvraagperiode: periode waarbinnen de subsidie kan worden aangevraagd, start op 15 januari en eindigt op 30 juni.

Artikel 8:27 Subsidiabele activiteiten

 

  • 1.

    Een eenmalige subsidie kan worden verstrekt voor het toevoegen van groenoppervlak, waterberging of afgekoppeld dakoppervlak.

  • 2.

    De activiteiten komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking, indien:

    • a.

      het te realiseren groenoppervlakte op daken ten minste 6 m² bedraagt, waarbij geldt dat het groenoppervlak op daken een waterbergend vermogen heeft van minimaal 30 liter per m².

    • b.

      het af te koppelen oppervlak ten minste 20 m² bedraagt en het hemelwater van het afgekoppeld oppervlak vertraagd wordt afgevoerd.

    • c.

      de te realiseren waterberging:

      • 1.

        ten minste één kubieke meter bedraagt;

      • 2.

        een afvoer heeft;

      • 3.

        ten minste vijftien m² verhard oppervlak per kubieke meter waterberging aansluit;

    • d.

      het te realiseren groenoppervlak op maaiveld ten minste 20 m² bedraagt

    • e.

      de te realiseren groene muur een beoogd oppervlak van ten minste 5 m² heeft;

    • f.

      de aan te planten (een of meerdere) klimaatrobuuste bomen een minimale stamomtrek van zestien cm heeft op één meter boven maaiveld.

  • 3.

    Geen subsidie wordt verstrekt aan gebouwen uit nieuwbouwprojecten die in gebruik zijn genomen vanaf 1 januari 2022 of braakliggende terreinen.

  • 4.

    Scholen kunnen alleen gebruik maken van de regeling voor het onderdeel Groene Daken als bedoeld in het tweede lid onder a.

Artikel 8:28 Subsidie per activiteit

 

  • 1.

    De subsidie bedraagt nooit meer dan de werkelijke kosten of de begrote kosten en is maximaal:

    • a.

      € 25,- per m2 voor het vergroenen van dakoppervlakken van 6 tot 200 m²;

    • b.

      € 10,- per m2 voor het vervangen van verharding door groen op maaiveld met een minimum oppervlak van 20 m²;

    • c.

      € 250 per toegevoegde kubieke meter waterberging;

    • d.

      € 10,- per m² voor het afkoppelen van dakoppervlak met een minimum oppervlak van 20 m²;

    • e.

      € 20,- per m² voor het beoogde oppervlakte groene muur van ten minste 5 m²;

    • f.

      € 50,- per aangeplante boom met een minimale omtrek van 16 cm op één meter boven de grond.

  • 2.

    De subsidie bedraagt per aanvraag minimaal € 200,- en maximaal € 5.000,- voor één of meerdere van de onder artikel 8.27 lid 2 beschreven activiteiten.

  • 3.

    Per adres kan slechts één aanvraag per aanvraagperiode worden ingediend.

Artikel 8:29 Bijzondere bepalingen/verplichtingen

 

  • 1.

    In afwijking van artikel 7, eerste lid ASV worden aanvragen ingediend in de periode vanaf 15 januari tot 30 juni.

  • 2.

    Subsidie wordt slechts verstrekt als voldaan wordt aan de volgende verplichtingen:

    • a.

      voor het aanvragen van de subsidie moet gebruik gemaakt worden van de door het college vastgestelde formulieren;

    • b.

      het gebouw en/of perceel waarvoor subsidie wordt aangevraagd is gelegen in de gemeente Groningen;

    • c.

      de aanvrager is de eigenaar van het gebouw of de gebouwen, of huurder van het gebouw of gebouwen en de huurder overlegt een akkoordverklaring van de eigenaar voor de aanleg.

  • 3.

    Bij de aanvraag dienen de volgende gegevens te worden overgelegd:

    • a.

      een gespecificeerde begroting of offerte van de kosten;

    • b.

      voor het onderdeel groene daken als bedoeld in het tweede lid onder a, geldt dat in de offerte duidelijk aangegeven is wat het waterbergend vermogen is in de nieuwe situatie in l/m²;

    • c.

      een situatietekening op schaal;

    • d.

      de subsidieverkrijger stuurt een foto van de situatie na het treffen van de klimaatadaptieve maatregel;

    • e.

      een bouwvergunning of een monumentenvergunning, indien vereist;

    • f.

      de schriftelijke akkoordverklaring van de eigenaar (als de aanvrager huurder is).

  • 4.

    Het ontwerp, de aanleg en de instandhouding van de klimaatadaptieve maatregelen wordt deugdelijk en zorgvuldig uitgevoerd.

  • 5.

    De getroffen klimaatadaptieve maatregelen zoals aangegeven in artikel 8:27 lid 2 worden ten minste tien jaar in stand gehouden.

  • 6.

    Het college kan de subsidieverlening intrekken indien blijkt dat de activiteiten niet binnen één jaar na de datum van verlening van de subsidie zijn uitgevoerd.

  • 7.

    Voor klimaatadaptieve maatregelen die maximaal 1 jaar voor de datum van de aanvraag zijn uitgevoerd kan (ook) subsidie aangevraagd worden.

  • 8.

    Het college kan naar aanleiding van de aanvraag om vaststelling van de subsidie controle verlangen van de klimaatadaptieve maatregel. De aanvrager van de subsidie zal hiertoe de benodigde medewerking verlenen.

  • 9.

    In geval uit controle naar de uitvoering van de klimaatadaptieve maatregelen naar het oordeel van het college is gebleken dat de klimaatadaptieve maatregel niet, niet geheel conform de aanvraag of ondeskundig is aangelegd, kan:

    • a.

      in het geval er een subsidieverlening heeft plaatsgevonden de subsidie op een lager bedrag of op € 0 worden vastgesteld en reeds betaalde subsidie worden teruggevorderd.

    • b.

      in het geval de subsidie direct is vastgesteld kan de subsidievaststelling worden ingetrokken of gewijzigd. Reeds betaalde subsidie kan worden teruggevorderd.

  • 10.

    In afwijking van artikel 17, eerste lid ASV stelt het college binnen 8 weken de hoogte van de subsidie vast.

  • 11.

    In afwijking van artikel 20, eerste lid ASV wordt de vastgestelde subsidie binnen zes weken uitgekeerd aan de aanvrager.

I.

 

Artikel 8:31 wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

Artikel 8:31 Subsidieplafond en verdelingsregels

 

  • 1.

    Het subsidieplafond voor de in artikel 8:27 genoemde activiteiten per kalenderjaar is € 470.000,- waarbij de volgende onderverdeling wordt gehanteerd:

    • a.

      een subsidieplafond van € 270.000 betreffende de activiteiten onder artikel 8:27, lid 2a,;

    • b.

      een subsidieplafond van € 200.000 betreffende de activiteiten onder artikel 8:27 lid 2b, 2c, 2d, 2e en 2f; waarvan € 100.000 bestemd is voor woningbouwcorporaties;

  • 2.

    Als het totaal van de subsidieaanvragen hoger is dan het beschikbare (deel)budget, dan wordt dat (deel)budget over de op tijd ingediende en complete aanvragen verdeeld op volgorde van binnenkomst.

Gedaan te Groningen in de collegevergadering van 13 december 2022

burgemeester,

Koen Schuiling

secretaris,

Christien Bronda

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 8:27 Subsidiabele activiteiten

De regeling bestond tot en met 2021 alleen uit het subsidiëren van groene daken. Omdat niet iedereen de mogelijkheid had om voor deze subsidie in aanmerking te komen (dak is bijvoorbeeld ongeschikt) en omdat nog meer maatregelen bijdragen aan een klimaatadaptieve gemeente, is het aantal subsidiabele activiteiten uitgebreid. In totaal komen zes klimaatadaptieve maatregelen in aanmerking voor subsidie. Maatregelen die subsidiabel zijn hebben een minimale omvang zodat deze vrijwel direct na toepassing ook daadwerkelijk een positieve impact hebben.

 

De regeling spitst zich toe op de transitie van de bestaande bebouwing in de gemeente Groningen. Gebouwen die na 1 januari 2022 zijn opgericht en in gebruik zijn genomen komen niet in aanmerking voor deze regeling Daarvoor geldt het beleidskader natuur inclusief bouwen. Hiermee heeft de gemeente een nieuwe norm ingesteld met betrekking tot hoe maatregelen in, op/aan en direct om een gebouw de biodiversiteit versterken. Dit beleidskader is van toepassing bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. De specifieke maatregelen voor aan/op en direct om de gebouwen die in het beleidskader zijn opgenomen hebben ook een effect op het klimaat adaptief maken van de gemeente. Bij nieuwe ontwikkelingen worden klimaatadaptieve en biodiversiteitsversterkende maatregelen al toegepast, zodat een subsidieregeling overbodig is.

 

Ook scholen komen niet in aanmerking voor deze regeling. In 2021 is de gemeente gestart met het vergroenen van schoolpleinen. In 2022 is een aparte subsidieregeling opgesteld. Scholen kunnen via die weg in aanmerking komen voor financiële ondersteuning.

 

Panden met een monumentale status of een beeldbepalende waarde van de gevel komen niet in aanmerking voor de onderdelen groen dak en groene muur uit de regeling. Het behoud van deze monumentale en beeldbepalende waarden heeft prioriteit.

 

Artikel 8:28 Subsidie per activiteit

Tot 2021 kende de gemeente Groningen een royale regeling. Om de ambitie van groene daken te vergroten en vooral inwoners in aanmerking te laten komen voor de subsidie is het subsidiabele bedrag verlaagd naar € 25 per meter. Daarmee is het subsidiabele bedrag gelijk aan gemeenten als Utrecht en Eindhoven. We begrenzen de oppervlakte zodat grote panden geen onevenredig groot beroep doen op het beschikbare budget. Met deze keuzes kunnen nog meer inwoners dan voorheen gebruik maken van dit onderdeel van de totale regeling. We geven subsidieverkrijgers de mogelijkheden om verschillende maatregelen met elkaar te combineren zodat er een minimaal subsidiebedrag per aanvraag kan worden uitgekeerd en deze in verhouding is met de administratieve last (het verwerken van een subsidieaanvraag door de gemeentelijke organisatie). Ook stellen we een grens aan het subsidiebedrag waar inwoners aanspraak op kunnen maken, zodat het bereik van de regeling groter is. Ook het hanteren van het uitgangspunt dat elk adres in de gemeente slechts één aanvraag per jaar kan indienen draagt daar aan bij.

 

Artikel 8:29 Bijzondere bepalingen/verplichtingen

Voor een eenduidige en snelle verwerking is het van belang dat de benodigde informatie wordt verstrekt bij het indienen van een subsidieaanvraag. Met een vastgesteld formulier is een eenduidige en snelle verwerking ook te bewerkstelligen. De maatregelen die in aanmerking komen moeten bijdragen aan een klimaatadaptieve gemeente Groningen en moeten dus worden toegepast aan gebouwen of op percelen die zijn gelegen binnen de gemeentegrenzen.

 

In het tweede lid worden bijzondere bepalingen benoemd waaraan een aanvraag moet voldoen. Op basis van de gegevens die worden gevraagd is te bepalen of de kosten van de toe te passen maatregelen waarvoor subsidie wordt aangevraagd redelijk zijn. Via een tekening en foto’s kan achteraf worden bepaald of maatregelen waar mogelijk subsidie voor wordt verstrekt ook daadwerkelijk zijn toegepast en in stand zijn gehouden. Omdat maatregelen op of aan privé-eigendommen worden getroffen moet de eigenaar altijd instemmen met de toepassing en de aanvraag voor een eventuele subsidie. Een aanvraag wordt niet in behandeling genomen als deze niet compleet is.

 

Om de administratieve last te verminderen wordt geen verantwoordingsdocument gevraagd na toepassing van de maatregelen. We vertrouwen erop dat de subsidieverkrijger ter goede trouw handelt. Op basis van steekproeven voeren wij controles uit of de verkregen subsidie ook op juiste gronden binnen een jaar na verlening van de subsidie is toegepast. Elke subsidieverkrijger werkt mee aan een controle.

 

Om de gemeente klimaat adaptief te maken is het van belang dat te treffen maatregelen juist worden uitgevoerd. Alleen dan hebben de maatregelen het optimale effect en is er sprake van een duurzame instandhouding, in elk geval voor een periode van minimaal 10 jaar. Maatregelen die worden gesubsidieerd dienen te allen tijde effectief en duurzaam te zijn. Advies over en toepassing van de maatregelen door deskundigen wordt sterk aanbevolen.

 

In de algemene subsidieverordening Groningen 2019 is in artikel 17 aangegeven aan het college binnen 13 weken een besluit neemt over de aanvraag om subsidie. Dit eerste lid bevat –overeenkomstig artikel 4:13 van de Awb– de termijn waarbinnen de beschikking gegeven dient te worden. Ervaring leert dat aanvragen omtrent subsidie groene daken veelal binnen 8 weken na aanvraag vastgesteld konden worden. Bij de verbreding van de regeling naar klimaatadaptieve maatregelen handhaven we deze periode van 8 weken.

 

Lid 10 geeft het college een ruimere periode tot uitbetaling van de subsidie dan is benoemd in de algemene subsidieverordening. Desalniettemin biedt deze termijn zekerheid aan subsidieontvangers.

 

Artikel 8:31 Subsidieplafond en verdelingsregels

Het eerste lid geeft aan welk budget jaarlijks beschikbaar is voor de ondersteuning van te treffen klimaatadaptieve maatregelen op privaat eigendom. Het jaarlijks subsidiebedrag van € 470.000,- is opgebouwd via een bijdrage uit het GWRP en SIF Groen. De bijdrage uit het GWRP wordt alleen ingezet voor klimaatadaptieve maatregelen die afvoer van regenwater naar de riolering vertraagt of wegneemt. Daarmee besteden we de middelen uit het GWRP waarvoor ze zijn bedoeld. De vergroeningsmaatregelen worden bekostigd met middelen uit het SIF Groen.

 

Vanaf 2023 wordt een specifiek deel van het beschikbare budget gereserveerd voor de overige klimaatmaatregelen door corporaties. Corporaties hebben steeds meer aandacht voor klimaatadaptatie en zoeken naar mogelijkheden om de woonomgeving voor hun huurders te vergroenen. Voor huurders zelf is de drempel veelal hoog om te investeren in een groen dak, aangezien de woning niet in eigendom is. Bovendien kan geld maar een keer worden uitgegeven en zal een groen dak niet als urgente investering worden gezien. Om huurders toch te betrekken bij de subsidieregeling, wordt een specifiek deel van het budget gereserveerd voor woningbouwcorporaties. In het tweede lid wordt geregeld dat door het college verdeelregels van het beschikbaar gestelde subsidiebudget worden opgenomen. Gekozen is voor de meest eenvoudige vorm, namelijk een verdeelmechanisme op volgorde van binnenkomst, “wie het eerst komt, het eerst maalt”, waarbij volledig ingediende aanvragen in volgorde van ontvangst worden behandeld. Met het oog op de rechtszekerheid verlangt de Awb, dat subsidieplafond(s) en de wijze van verdeling van de beschikbare middelen voor subsidiering bekend wordt gemaakt, vóórdat deze, ingaat. Zo kunnen potentiële aanvragers tijdig weten hoeveel geld beschikbaar is. Maar vooral van belang is, dat subsidieaanvragen zonder nadere motivering kunnen worden afgewezen op het moment dat het subsidieplafond bereikt is.

 

Artikel 8.32 Aanvraagperiode

 

De periode waarop een subsidie kan worden aangevraagd loopt van 15 januari tot 30 juni. Aanvragers weten op deze manier beter waar ze aan toe zijn. De periode na 30 juni kan bovendien benut worden om eventuele aanpassingen in de subsidieregels toe te passen.

Naar boven