Gemeenschappelijke Regeling SVHW 2023

De Gemeenschappelijke Regeling SVHW 2023 met als deelnemers de colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Alblasserdam, Albrandswaard, Altena, Barendrecht, Brielle, Goeree-Overflakkee, Hardinxveld-Giessendam, Hellevoetsluis, Hoeksche Waard, Krimpenerwaard, Lansingerland, Nieuwkoop, Ridderkerk, Westvoorne, en het College van Dijkgraaf en Heemraden van het Waterschap Hollandse Delta.

 

De Raad van de gemeente Alblasserdam heeft in zijn vergadering op;

De Raad van de gemeente Albrandswaard heeft in zijn vergadering op;

De Raad van de gemeente Altena heeft in zijn vergadering op 27 september 2022;

De Raad van de gemeente Barendrecht heeft in zijn vergadering op;

De Raad van de gemeente Brielle heeft in zijn vergadering op 16 november 2022;

De Raad van de gemeente Goeree-Overflakkee heeft in zijn vergadering op 10 november 2022;

De Raad van de gemeente Hardinxveld-Giessendam heeft in zijn vergadering op 10 november 2022;

De Raad van de gemeente Hellevoetsluis heeft in zijn vergadering op 16 november 2022;

De Raad van de gemeente Hoeksche Waard heeft in zijn vergadering op 22 november 2022;

De Raad van de gemeente Krimpenerwaard heeft in zijn vergadering op 13 september 2022;

De Raad van de gemeente Lansingerland heeft in zijn vergadering op 24 november 2022;

De Raad van de gemeente Nieuwkoop heeft in zijn vergadering op 15 december 2022;

De Raad van de gemeente Ridderkerk heeft in zijn vergadering op ;

De Raad van de gemeente Westvoorne heeft in zijn vergadering op 16 november 2022;

Het Algemeen Bestuur van het Waterschap Hollandse Delta heeft in zijn vergadering op 23 november 2022,

 

besloten om:

 

De colleges respectievelijk het dagelijks bestuur toestemming te verlenen om de Gemeenschappelijke Regeling SVHW 2023 aan te gaan.

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Alblasserdam heeft in zijn vergadering van;

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Albrandswaard heeft in zijn vergadering van;

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Altena heeft in zijn vergadering van 23 augustus 2022;

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Barendrecht heeft in zijn vergadering van;

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Brielle heeft in zijn vergadering van 22 november 2022;

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Goeree-Overflakkee heeft in zijn vergadering van 15 november 2022;

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hardinxveld-Giessendam heeft in zijn vergadering van 22 november 2022;

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hellevoetsluis heeft in zijn vergadering van 1 november 2022;

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hoeksche Waard heeft in zijn vergadering van 18 oktober 2022;

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Krimpenerwaard heeft in zijn vergadering van 15 november 2022;

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Lansingerland heeft in zijn vergadering van 18 oktober 2022;

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nieuwkoop heeft in zijn vergadering van 10 november 2022;

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Ridderkerk heeft in zijn vergadering van;

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Westvoorne heeft in zijn vergadering van 18 oktober 2022;

Het college van Dijkgraaf en Heemraden van het Waterschap Hollandse Delta heeft in zijn vergadering van 30 november 2022,

 

besloten om:

 

  • 1.

    De Gemeenschappelijke Regeling SVHW 2023 vast te stellen en deze regeling te lezen als volgt:

     

HOOFDSTUK I: BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 Definities

In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:

 

  • a.

    Wet: Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr);

  • b.

    Regeling: Gemeenschappelijke regeling samenwerking vastgoedinformatie, heffing en waardebepaling (SVHW);

  • c.

    Dagelijks bestuur: dagelijks bestuur van het SVHW;

  • d.

    Algemeen bestuur: algemeen bestuur van het SVHW;

  • e.

    Deelnemers: de aan de Regeling deelnemende colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Alblasserdam, Albrandswaard, Altena, Barendrecht, Brielle, Goeree-Overflakkee, Hardinxveld-Giessendam, Hellevoetsluis, Hoeksche Waard, Krimpenerwaard, Lansingerland, Nieuwkoop, Ridderkerk, Westvoorne en het dagelijks bestuur van het Waterschap Hollandse Delta;

  • f.

    Relatieve deelnemersbijdrage: is de verhouding tussen de financiële bijdrage van een individuele Deelnemer en de totale financiële bijdrage van alle Deelnemers zoals opgenomen in de vastgestelde begroting van enig jaar uitgedrukt in procenten;

  • g.

    Grootteklasse: de jaarlijks door het Algemeen bestuur bij de begrotingsbehandeling vast te stellen grootteklassen voor het komende jaar, waarin de Deelnemers worden ingedeeld aan de hand van de door hen betaalde jaarlijkse bijdrage aan het SVHW. De Grooteklassen zijn als volgt gedefinieerd:

  • Tussentijds aanpassing vindt slechts plaats in het geval van toetredende of uittredende Deelnemers;

  • h.

    Frictiekosten: kosten die ontstaan door het uittreden van Deelnemers doordat de dekking van de kosten wegvallen door een lagere deelnemersbijdrage. Frictiekosten hebben vooral betrekking op de vaste kosten, die niet op korte termijn door SVHW kunnen worden beïnvloed. De frictiekosten worden door de accountant van SVHW bepaald;

  • i.

    Vertegenwoordigende organen: de raden van de deelnemende gemeenten en het algemeen bestuur van het waterschap Hollandse Delta;

  • j.

    Inspecteur: de door het Dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar van het SVHW, als bedoeld in artikel 232, lid 4, onderdeel a, van de Gemeentewet en artikel 124, lid 5, onderdeel a van de Waterschapswet;

  • k.

    Ontvanger: de door het Dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar van het SVHW, als bedoeld in artikel 232, lid 4, onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 124, lid 5, onderdeel b van de Waterschapswet;

  • l.

    Ambtenaar van het SVHW: de door het Dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar van het SVHW, als bedoeld in artikel 232, lid 4, onderdeel c, van de Gemeentewet en artikel 124, lid 5, onderdeel c van de Waterschapswet;

  • m.

    Belastingdeurwaarder: de door het Dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar van het SVHW als bedoeld in artikel 232, lid 4, onderdeel d, van de Gemeentewet en artikel 124, lid 5, onderdeel d van de Waterschapswet;

  • n.

    Deelnemende rechtspersonen: de rechtspersonen waartoe de Deelnemers als genoemd in letter e behoren.

  • o.

    terugnamekosten: kosten die SVHW maakt om de terugname van een bevoegdheid te faciliteren.

  • p.

    terugnameplan: een door partijen opgesteld en door het algemeen bestuur vastgesteld plan van aanpak inzake de terugname van bevoegdheden door een deelnemer;

  • q.

    uittredingskosten: kosten die SVHW maakt om de uittreding van een deelnemer te faciliteren. De uittredingskosten worden door de accountant van SVHW bepaald;

  • r.

    uittredingsplan: een door partijen opgesteld en door het algemeen bestuur vastgesteld plan van aanpak inzake de uittreding door een deelnemer.

HOOFDSTUK II: HET OPENBAAR LICHAAM

Artikel 2: Het openbaar lichaam samenwerking vastgoedinformatie, heffing en waardebepaling

  • 1.

    Er is een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam genaamd “samenwerkingsverband vastgoedinformatie, heffing en waardebepaling’, hierna te noemen: “SVHW”.

  • 2.

    SVHW is gevestigd te Klaaswaal, gemeente Hoeksche Waard.

  • 3.

    Het gebied waarvoor deze Regeling geldt, omvat het grondgebied van de Deelnemende rechtspersonen.

HOOFDSTUK III: BELANGEN EN BEVOEGDHEDEN

Artikel 3: Te behartigen belangen

De Regeling wordt getroffen in het belang van een zo doelmatig mogelijke uitvoering van werkzaamheden met betrekking tot:

 

  • a.

    de heffing en invordering van belastingen, heffingen en rechten;

  • b.

    de Wet waardering onroerende zaken;

  • c.

    de Wet basisregistraties adressen en gebouwen;

  • d.

    de administratie van vastgoedgegevens;

  • e.

    het verstrekken van vastgoedgegevens aan de Deelnemers en derden.

Artikel 4: Bevoegdheden

  • 1.

    Ter behartiging van de in artikel 3 genoemde belangen dragen de Deelnemers aan het SVHW de bevoegdheden over, welke benodigd zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden met betrekking tot de heffing en invordering van de belastingen, heffingen en rechten, de Wet waardering onroerende zaken, de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, de administratie van vastgoedgegevens en het verstrekken van vastgoedgegevens aan de Deelnemers en derden, een en ander als aangeven in de aan deze Regeling gehechte bijlage, die met inachtneming van het bepaalde in het tweede lid door het Dagelijks bestuur wordt opgesteld en bijgehouden.

  • 2.

    De Deelnemers geven elkaar wederzijdse toestemming om de bevoegdheden als bedoeld in het eerste lid, voor zover die niet reeds zijn overgedragen, over te dragen aan het SVHW. Het Dagelijks bestuur neemt de bevoegdheden als bedoeld in de vorige volzin op in de bij deze Regeling behorende bijlage, zendt deze bijlage aan de Deelnemers, en draagt er zorg voor dat het bestuur van de gemeente Hoeksche Waard de bijlage zendt aan gedeputeerde staten van de provincies waarin de Deelnemende rechtspersonen zijn gelegen.

  • 3.

    Aan het SVHW worden geen verordenende bevoegdheden toegekend.

HOOFDSTUK IV: BESTUURSORGANEN

Artikel 5: Bestuursorganen

  • 1.

    Het bestuur van het SVHW bestaat uit:

    • a.

      het Algemeen bestuur;

    • b.

      het Dagelijks bestuur;

    • c.

      de voorzitter.

  • 2.

    Het SVHW heeft tevens één of meer Inspecteurs, Ontvangers, Ambtenaren van het SVHW en Belastingdeurwaarders.

HOOFDSTUK V: HET ALGEMEEN BESTUUR

Artikel 6: Samenstelling

  • 1.

    Aan het hoofd van het SVHW staat het Algemeen bestuur. Het Algemeen bestuur bestaat uit 16 leden.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur van het waterschap Hollandse Delta wijst uit zijn midden twee leden aan, ieder met stemrecht voor de helft van het totaal aantal door het waterschap uit te brengen stemmen, die hem in het Algemeen bestuur vertegenwoordigen, alsmede voor elk lid een plaatsvervangend lid, dat het lid bij verhindering vervangt.

  • 3.

    Elk van de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten wijst uit zijn midden een lid aan dat hem in het bestuur vertegenwoordigt, alsmede een plaatsvervangend lid, dat het lid bij verhindering vervangt.

  • 4.

    Het lidmaatschap van het Algemeen bestuur eindigt van rechtswege zodra men ophoudt lid van het college van burgemeester en wethouders van de desbetreffende deelnemende gemeente te zijn, dan wel ophoudt lid van het dagelijks bestuur van het Waterschap Hollandse Delta te zijn.

  • 5.

    Indien tussentijds een plaats van een lid van het Algemeen bestuur vacant of beschikbaar komt, wijst de Deelnemer die het aangaat, in zijn eerstvolgende vergadering, of zo dit niet mogelijk is, ten spoedigste daarna een nieuw lid aan.

  • 6.

    Hij, die ter vervulling van een tussentijdse vacature als lid van het Algemeen bestuur wordt benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden.

  • 7.

    Een lid van het Algemeen bestuur kan te allen tijde ontslag nemen. Hij deelt zijn ontslag mede aan de Deelnemer die het aangaat. De desbetreffende Deelnemer doet mededeling van het ontslag aan het Algemeen bestuur. Het lid houdt zitting in het Algemeen bestuur totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 7: Werkwijze

  • 1.

    Het Algemeen bestuur vergadert jaarlijks ten minste tweemaal en voorts zo vaak als de voorzitter of Dagelijks bestuur dat nodig oordeelt of ten minste één vijfde van het aantal Deelnemers daarom schriftelijk en met opgaaf van redenen verzoekt.

  • 2.

    De vergaderingen van het Algemeen bestuur zijn openbaar.

  • 3.

    De deuren worden gesloten wanneer ten minste één vijfde van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt.

  • 4.

    Het Algemeen bestuur besluit vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 5.

    Voor het tot stand komen van een besluit bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van hen die een stem hebben uitgebracht, tenzij deze Regeling anders bepaalt en met dien verstande dat het Dagelijks Bestuur van het waterschap Hollandse Delta 8 stemmen heeft en de overige Deelnemers per Deelnemer 1 stem.

  • 6.

    Tenzij de vergadering voltallig is, wordt bij staking van de stemmen het nemen van een beslissing uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend.

  • 7.

    Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of in een ingevolge het zesde lid opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen.

  • 8.

    Het Algemeen bestuur stelt met inachtneming van de bepalingen van deze Regeling een reglement van orde voor zijn vergaderingen vast. Dit reglement wordt ter kennis gebracht van de Deelnemers.

  • 9.

    De vergadering van het Algemeen bestuur wordt niet geopend voordat minimaal 9 van de Deelnemers aanwezig dan wel vertegenwoordigd is. Een Deelnemer kan zich laten vertegenwoordigen door een andere Deelnemer op voorwaarde, dat dit voor de opening van de vergadering van het Algemeen bestuur schriftelijk aan de voorzitter kenbaar is gemaakt. Van deze vertegenwoordiging wordt aantekening gemaakt op de presentielijst in het verslag van de vergadering.

  • 10.

    Indien ingevolge het negende lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de voorzitter, onder verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 11.

    Op de vergadering, bedoeld in het tiende lid, is het negende lid niet van toepassing. Het Algemeen bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het negende lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien minimaal 13 van de Deelnemers aanwezig dan wel vertegenwoordigd is.

Artikel 8: Bevoegdheden

  • 1.

    Tot de bevoegdheden van het Algemeen bestuur behoren, onverminderd het bepaalde in artikel 66 van de Wet, onder meer:

    • a.

      het vaststellen en wijzigen van de begroting;

    • b.

      het vaststellen van de rekening;

    • c.

      het vaststellen van de organisatiestructuur;

    • d.

      het aangaan van geldleningen en van rekening-courant overeenkomsten;

    • e.

      het uitlenen van gelden;

    • f.

      het vaststellen van de bijdragen van de Deelnemers in het SVHW en de wijze van betaling daarvan.

    • g.

      het besluiten tot het toetreden tot een werkgeversvereniging.

  • 2.

    Over besluiten van het bestuur wordt aan de Vertegenwoordigende organen geen zienswijze gevraagd, met uitzondering van het besluit tot het vaststellen of wijzigen van de begroting.

Artikel 9: Informatie- en verantwoordingsplicht

  • 1.

    Een lid van het Algemeen bestuur verstrekt aan de Deelnemer die hem heeft aangewezen, alle inlichtingen die door een of meer leden van die Deelnemer worden gevraagd.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van het Vertegenwoordigend orgaan waartoe de Deelnemer behoort.

  • 3.

    Het Algemeen bestuur, het Dagelijks bestuur en de voorzitter verstrekken de Vertegenwoordigende organen de door een of meer leden van die Vertegenwoordigende organen gevraagde inlichtingen, op de gevraagde wijze.

  • 4.

    Het bepaalde in de voorgaande leden is op plaatsvervangende leden van overeenkomstige toepassing.

  • 5.

    Het Dagelijks bestuur verstrekt de Vertegenwoordigende organen uit eigen beweging schriftelijk structureel de volgende documenten:

    • a.

      de Voorjaarsnota

    • b.

      de Najaarsnota

    • c.

      het accountantsrapport bij de jaarrekening

    • d.

      jaarverantwoording belastingopbrengsten

    • e.

      raming belastingopbrengsten.

  • 6.

    Een verzoek om inlichtingen te verschaffen en/of verantwoording af te leggen kan uitsluitend worden geweigerd, indien dit in strijd zal zijn met de belangen, genoemd in artikelen 5.1 en 5.2 van de Wet open overheid.

  • 7.

    Een lid van het Algemeen bestuur kan door de Deelnemer die hem heeft aangewezen, te allen tijde ter verantwoording worden geroepen voor het door hem in het Algemeen bestuur gevoerde beleid.

  • 8.

    Het bepaalde in het zevende lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van het Vertegenwoordigend orgaan waartoe de Deelnemer behoort.

  • 9.

    Een lid van het Algemeen bestuur, dat niet langer het vertrouwen geniet van de Deelnemer die hem heeft aangewezen, kan door die Deelnemer worden ontslagen. In dat geval draagt die Deelnemer er zorg voor, dat zo spoedig mogelijk een nieuw lid wordt aangewezen.

HOOFDSTUK VI: HET DAGELIJKS BESTUUR

Artikel 10: Samenstelling

  • 1.

    Het Dagelijks bestuur bestaat uit:

    • a.

      de voorzitter, door het Algemeen bestuur uit de in artikel 6 bedoelde leden aan te wijzen;

    • b.

      vier leden, door het Algemeen bestuur uit de in artikel 6 bedoelde leden aan te wijzen.

  • 2.

    De leden van het Dagelijks bestuur treden als lid af op de dag, waarop de zittingsperiode van de leden van het Algemeen bestuur afloopt.

  • 3.

    Degene die tussentijds ophoudt lid van het Algemeen bestuur te zijn, houdt tevens op lid van het Dagelijks bestuur te zijn.

  • 4.

    Indien tussentijds een plaats in het Dagelijks bestuur vacant of beschikbaar komt, wijst het Algemeen bestuur zo spoedig mogelijk uit haar midden een nieuw lid aan. Gaat het openvallen van een plaats in het Dagelijks bestuur gepaard met het openvallen van een plaats in het Algemeen bestuur, dan wordt het aanwijzen van een nieuw lid van het Dagelijks bestuur uitgesteld totdat de opengevallen plaats in het Algemeen bestuur is bezet.

Artikel 11: Werkwijze

  • 1.

    Het Dagelijks bestuur vergadert zo vaak als de voorzitter of een lid van het Dagelijks bestuur daarom verzoekt.

  • 2.

    Voor het tot stand komen van een besluit bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van hen die een stem hebben uitgebracht, waarbij bij het staken van de stemmen de stem van de voorzitter de doorslag geeft.

  • 3.

    De vergadering van het Dagelijks bestuur wordt niet geopend voordat meer dan de helft van het aantal leden aanwezig is.

Artikel 12: Bevoegdheden

Tot de bevoegdheden van het Dagelijks bestuur behoren, onverminderd het bepaalde in artikel 66b van de Wet:

  • a.

    uitoefening van de bevoegdheden en verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Wet milieubeheer, de Waterschapswet, de Waterwet en de Wet waardering onroerende zaken zijn toegekend aan de Minister van Financiën, het bestuur van ’s Rijksbelastingdienst en de directeur, respectievelijk de Deelnemers;

  • b.

    het vaststellen van instructies en beleidsregels voor de Inspecteur, de Ontvanger, de Ambtenaar van het SVHW en de Belastingdeurwaarder voor de uitoefening van hun bevoegdheden;

  • c.

    het stellen van nadere regels met betrekking tot de heffing en invordering van belastingen, heffingen en rechten;

  • d.

    het geheel of gedeeltelijk oninbaar verklaren van belastingen, heffingen en rechten;

  • e.

    het besluiten tot het aanbesteden van leveringen en diensten;

  • f.

    het doen van aangifte van strafbare feiten, waarvan het kennis heeft genomen;

  • g.

    het aanwijzen van een of meer ambtenaren van het SVHW als Inspecteur, Ontvanger, Ambtenaar van het SVHW en Belastingdeurwaarder;

  • h.

    het houden van toezicht op de uitoefening van de bevoegdheden door de Inspecteur, de Ontvanger, de Ambtenaar van het SVHW en de Belastingdeurwaarder.

Artikel 13: Informatie- en verantwoordingsplicht

  • 1.

    Het Dagelijks bestuur en elk van zijn leden verstrekken aan het Algemeen bestuur de door een of meer leden van dit Algemeen bestuur gevraagde inlichtingen.

  • 2.

    Het Dagelijks bestuur en elk van zijn leden leggen op verzoek van het Algemeen bestuur verantwoording af over het door het Dagelijks bestuur of een der leden uitgevoerde handelingen.

  • 3.

    Het reglement van orde van het Algemeen bestuur houdt bepalingen in omtrent de wijze, waarop de leden van het Dagelijks bestuur de hier bedoelde inlichtingen verstrekken en verantwoording afleggen.Het Algemeen bestuur kan een lid van het Dagelijks bestuur ontslaan, als deze het vertrouwen van het Algemeen bestuur niet meer bezit.

  • 4.

    Het Dagelijks bestuur biedt het bestuur jaarlijks in de jaarrekening ter vaststelling een verslag aan over de werkzaamheden van het SVHW over het afgelopen jaar.

HOOFDSTUK VII: DE VOORZITTER

Artikel 14 Algemene bepalingen

  • 1.

    Het Algemeen bestuur wijst één van de in artikel 6 genoemde leden als voorzitter aan.

  • 2.

    Het Dagelijks bestuur wijst één van de in artikel 10, lid 1, sub b, genoemde leden als plaatsvervangend-voorzitter aan, die de voorzitter bij afwezigheid vervangt.

  • 3.

    De voorzitter vervult geen andere functies, waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op de goede vervulling van zijn ambt of op handhaving van zijn onpartijdigheid en onafhankelijkheid, of van het vertrouwen daarin.

Artikel 15 Bevoegdheden

  • 1.

    De voorzitter is, onverminderd het bepaalde in artikel 66d van de Wet, onder meer belast met de leiding van de vergaderingen van het Algemeen bestuur en het Dagelijks bestuur.

  • 2.

    Hij tekent de stukken, die van het Algemeen bestuur en van het Dagelijks bestuur uitgaan.

  • 3.

    De voorzitter vertegenwoordigt het SVHW in en buiten rechte. Indien een Deelnemer, waarvan de voorzitter deel uitmaakt, partij is in een geding waarbij het SVHW is betrokken, oefent de plaatsvervangend-voorzitter met betrekking tot dat geding deze bevoegdheid uit. Indien ook de Deelnemer waarvan de plaatsvervangend-voorzitter deel uitmaakt bij dat geding betrokken is, wordt een ander lid van het bestuur gemandateerd om het SVHW met betrekking tot dat geding te vertegenwoordigen.

HOOFDSTUK VIII: COMMISSIE

Artikel 16: Ambtelijke commissie

  • 1.

    Er is een ambtelijke commissie, welke tot taak heeft het Algemeen bestuur gevraagd en ongevraagd te adviseren omtrent alle aangelegenheden het SVHW betreffende.

  • 2.

    Deelnemers wijzen elk een lid aan, dat de desbetreffende Deelnemer in de commissie vertegenwoordigt. De directeur van het SVHW is tevens lid van de ambtelijke commissie. Het lid kan zich bij vergaderingen laten vervangen door een plaatsvervanger.

  • 3.

    De leden wijzen uit hun midden een voorzitter aan. De voorzitter heeft stemrecht in de commissie.

  • 4.

    Behoudens aangelegenheden die naar het oordeel van de voorzitter van het Dagelijks bestuur spoedeisend zijn, wordt al hetgeen in de vergaderingen van het Algemeen bestuur wordt behandeld tevoren ter advisering aan de ambtelijke commissie voorgelegd.

HOOFDSTUK IX: AMBTELIJK APPARAAT

Artikel 17: Ambtelijk apparaat

  • 1.

    Het SVHW heeft een ambtelijk apparaat, met aan het hoofd een directeur.

  • 2.

    De directeur is belast met de bedrijfsvoering en de dagelijkse leiding van het ambtelijk apparaat.

  • 3.

    De bevoegdheden die de directeur in het kader van zijn taakopdracht, bedoeld in het tweede lid, heeft, zijn neergelegd in de Organisatieverordening, dan wel in een afzonderlijk mandaatbesluit.

  • 4.

    Het Algemeen bestuur beslist omtrent benoeming, schorsing en ontslag van de directeur. Voor elke benoeming doet het Dagelijks bestuur een voordracht van, zo mogelijk, twee personen.

  • 5.

    Het Algemeen bestuur regelt de bezoldiging van de directeur.

  • 6.

    Het Dagelijks bestuur regelt de vervanging van de directeur.

  • 7.

    Het Dagelijks bestuur besluit tot het aangaan, wijzigen en beëindigen van arbeidsovereenkomsten met de overige ambtenaren.

  • 8.

    De directeur staat de bestuursorganen en de ambtelijke commissie bij in de vervulling van hun taak.

  • 9.

    Alle uitgaande stukken van het Algemeen bestuur en het Dagelijks bestuur worden door de directeur mede ondertekend.

Artikel 17a: Inspecteur

  • 1.

    De Inspecteur oefent de bevoegdheden en verplichtingen uit die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Waterwet, de Wet milieubeheer, de Wet op de bedrijveninvesteringszones en de Wet waardering onroerende zaken zijn toegekend aan de Inspecteur, respectievelijk de ambtenaar belast met de heffing van de Deelnemende rechtspersonen.

  • 2.

    Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in het eerste lid neemt de Inspecteur de nadere regels van het Dagelijks bestuur in acht en houdt hij rekening met de beleidsregels die het Dagelijks bestuur heeft geformuleerd ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid.

Artikel 17b: Ontvanger

  • 1.

    De Ontvanger oefent de bevoegdheden en verplichtingen uit die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Waterwet, de Wet milieubeheer en de Wet op de bedrijveninvesteringszones zijn toegekend aan de Ontvanger, respectievelijk de ambtenaar belast met de invordering van de Deelnemende rechtspersonen.

  • 2.

    De Ontvanger beslist niet tot het leggen van beslag en tot het voeren van een executieprocedure in eerste aanleg, in hoger beroep en in cassatie dan nadat hij het Dagelijks bestuur van zijn voornemen op de hoogte heeft gesteld.

  • 3.

    Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in het eerste lid neemt de Ontvanger de door de raad en/of het Algemeen Bestuur van de desbetreffende Deelnemende rechtspersonen vastgestelde kwijtscheldingsregels en de nadere regels van het Dagelijks bestuur in acht, alsmede houdt hij rekening met de beleidsregels van het Dagelijks bestuur ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid.

Artikel 17c: Ambtenaar van het SVHW

  • 1.

    De Ambtenaar van het SVHW oefent de bevoegdheden en verplichtingen uit die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Waterwet, de Wet milieubeheer en de Wet op de bedrijveninvesteringszones en de Wet waardering onroerende zaken zijn toegekend aan de ambtenaren van de Rijksbelastingdienst, respectievelijk de ambtenaar belast met de heffing of invordering van de Deelnemende rechtspersoon als bedoeld in artikel 231, lid 2, onderdeel d, van de Gemeentewet en artikel 123, lid 3, onderdeel d, van de Waterschapswet.

  • 2.

    Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in het eerste lid neemt de Ambtenaar van het SVHW de nadere regels van het Dagelijks bestuur in acht, alsmede houdt hij rekening met de beleidsregels van het Dagelijks bestuur zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid.

Artikel 17d: Belastingdeurwaarder

  • 1.

    De Belastingdeurwaarder oefent de bevoegdheden en verplichtingen uit die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Waterwet, de Wet milieubeheer en de Wet op de bedrijveninvesteringszones zijn toegekend aan de belastingdeurwaarder.

  • 2.

    Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in het eerste lid neemt de Belastingdeurwaarder de nadere regels van het Dagelijks bestuur in acht, alsmede houdt hij rekening met de beleidsregels van het Dagelijks bestuur zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid.

HOOFDSTUK X: BEGROTING, REKENING, BEVOORSCHOTTING, KOSTEN-TOEREKENING EN REKENKAMER (COMMISSIE)

Artikel 18: Begroting

  • 1.

    Het Algemeen bestuur stelt de begroting uiterlijk 1 juli voorafgaande aan het jaar waarvoor deze geldt vast. De uitgangspunten voor de toerekening van de kosten aan de producten maken onderdeel uit van de begroting.

  • 2.

    Het Dagelijks bestuur zendt vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders aan de Vertegenwoordigende organen.

  • 3.

    Het Dagelijks bestuur zendt de ontwerp-begroting twaalf weken voordat zij aan het Algemeen bestuur wordt aangeboden toe aan de Vertegenwoordigende organen.

  • 4.

    De ontwerp-begroting wordt door de zorg van de Deelnemers voor een ieder ter inzage gelegd en, tegen betaling van de kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld. Artikel 190, tweede en derde lid, van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

  • 5.

    De Vertegenwoordigende organen kunnen omtrent de ontwerp-begroting bij het Dagelijks bestuur hun zienswijze naar voren brengen.

  • 6.

    Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam stelt de Vertegenwoordigende organen voorafgaande aan het vaststellen van de begroting schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn oordeel over de zienswijze, bedoeld in het vijfde lid, alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.

  • 7.

    Het Dagelijks bestuur voegt de commentaren, waarin deze zienswijzen zijn vervat, en de conclusies van het Dagelijks bestuur, bedoeld in het vierde lid, bij de ontwerp-begroting, zoals deze aan het Algemeen bestuur wordt aangeboden.

  • 8.

    Nadat deze is vastgesteld, zendt het Dagelijks bestuur, zo nodig, de begroting aan het algemeen bestuur van het waterschap Hollandse Delta en de raden van de deelnemende gemeenten, die ter zake bij gedeputeerde staten van Zuid-Holland hun zienswijze naar voren kunnen brengen.

  • 9.

    Het Dagelijks bestuur zendt de begroting binnen twee weken, doch in ieder geval vóór 15 september van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan gedeputeerde staten van Zuid-Holland.

  • 10.

    Het bepaalde in het derde, vierde, vijfde, zesde, zevende, achtste en negende lid, alsmede het bepaalde in artikel 192 Gemeentewet is mede van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting.

  • 11.

    In afwijking van het bepaalde in het zevende lid, worden wijzigingen op de begroting tot 5% van de jaarlijkse totale exploitatiekosten niet voorgelegd aan de Vertegenwoordigende organen; het bepaalde in artikel 192, eerste lid Gemeentewet blijft op dergelijke wijzigingen van toepassing.

Artikel 19: Rekening

  • 1.

    Het Dagelijks bestuur zendt vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de voorlopige jaarrekening aan de Vertegenwoordigende organen.

  • 2.

    De jaarrekening van het SVHW wordt door het Algemeen Bestuur vastgesteld uiterlijk 1 juli volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft.

  • 3.

    Het Dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling, doch uiterlijk vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, aan gedeputeerde staten van Zuid-Holland.

Artikel 20: Kostentoerekening

De kosten over het voorgaande kalenderjaar worden bij de Deelnemers in rekening gebracht op basis van de door het Algemeen bestuur voor het desbetreffende jaar, bij de begroting, vastgestelde uitgangspunten en producten.

Artikel 21: Bevoorschotting

Het Dagelijks bestuur kan van de Deelnemers, met toepassing van het bepaalde in artikel 20 en op basis van de goedgekeurde begroting, verlangen voorschotten te betalen.

Artikel 22: Rekenkamercommissie

De rekenkamer(commissie)s van de Deelnemende rechtspersonen zijn bevoegd om bij het SVHW onderzoek te doen.

HOOFDSTUK XI: DUUR, WIJZIGING, TOETREDING, TERUGNAME BEVOEGDHEDEN, UITTREDING, OPHEFFING EN EVALUATIE

Artikel 23: Duur van de Regeling

De Regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

Artikel 24: Wijziging

  • 1.

    Voor wijziging van de Regeling is de instemming van twee derde van de Deelnemers vereist.

  • 2.

    Zowel het Algemeen bestuur, het Dagelijks bestuur als elk der Deelnemers is bevoegd tot het doen van voorstellen tot wijziging van de Regeling.

  • 3.

    Onverlet het gestelde in het tweede lid van dit artikel zal de stemverhouding zoals genoemd in artikel 7, vijfde lid, opnieuw worden bepaald bij het toetreden en/of uittreden van Deelnemers dan wel eenmaal per drie jaar indien er geen sprake is van toetredende en/of uittredende Deelnemers.

  • 4.

    De Deelnemers zenden het ontwerp van de wijziging toe aan de Vertegenwoordigende organen.

  • 5.

    De Vertegenwoordigende organen kunnen bij de Deelnemers binnen acht weken na ontvangst van het ontwerp hun zienswijze over het ontwerp van de regeling naar voren brengen. Indien de Vertegenwoordigende organen geen zienswijze naar voren wensen te brengen stellen zij de Deelnemers hier zo spoedig mogelijk van op de hoogte.

Artikel 25: Toetreding

  • 1.

    Voor toetreding tot de Regeling is de instemming van twee derde van de Deelnemers vereist.

  • 2.

    Het Algemeen bestuur kan aan de toetreding voorwaarden verbinden.

  • 3.

    De Deelnemers zenden het ontwerp van de wijziging toe aan de Vertegenwoordigende organen.

  • 4.

    De Vertegenwoordigende organen kunnen bij de Deelnemers binnen acht weken na ontvangst van het ontwerp hun zienswijze over het ontwerp van de regeling naar voren brengen. Indien de Vertegenwoordigende organen geen zienswijze naar voren wensen te brengen stellen zij de Deelnemers hier zo spoedig mogelijk van op de hoogte.

  • 5.

    Bij toetreding tot de Regeling vindt geen inkoop in het vermogen plaats.

Artikel 26: Terugname bevoegdheden

  • 1.

    Voor het terugnemen van overgedragen bevoegdheden in de zin van art. 4 lid 1 van deze regeling, wordt een opzegtermijn van ten minste één kalenderjaar in acht genomen. Gedurende drie kalenderjaren na de datum van overdracht van de bevoegdheden aan het openbaar lichaam is terugnemen niet mogelijk.

  • 2.

    Het voornemen tot terugname van een bevoegdheid wordt bij aangetekende kennisgeving aan de voorzitter medegedeeld.

  • 3.

    Het Dagelijks bestuur stelt de terugnamekosten en het door partijen opgestelde terugnameplan vast.

  • 4.

    Onderdeel van het terugnameplan bedoeld in het derde lid is de overname van personeel dat de terug te nemen taak binnen het SVHW uitvoert door de Deelnemer.

  • 5.

    Bij de terugname van een heffing door een vertegenwoordigend orgaan, ten gevolge waarvan het SVHW deze heffing niet langer uitvoert, zijn de leden 2 tot en met 4 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 27: Uittreding

  • 1.

    Voor uittreding uit de Regeling wordt een opzegtermijn van ten minste één kalenderjaar in acht genomen. Gedurende drie kalenderjaren na de datum van toetreding tot de Regeling is uittreding niet mogelijk.

  • 2.

    Het voornemen tot uittreding wordt bij aangetekende kennisgeving aan de voorzitter van het Algemeen bestuur medegedeeld.

  • 3.

    Het Algemeen bestuur stelt de door de accountant bepaalde frictiekosten en uittredingskosten en het door partijen opgestelde uittredingsplan vast. Onderdeel van het uittredingsplan is de overname van personeel dat de terug te nemen taak binnen het SVHW uitvoert door de Deelnemer.

  • 4.

    De frictiekosten voor een Deelnemer betreffen de jaarlijkse bijdrage van bedoelde Deelnemer vermenigvuldigd met het aandeel van de Frictiekosten van de totale deelnemersbijdrage (in procenten), vermenigvuldigd met het aantal maanden dat nodig is om de frictiekosten om te buigen gedeeld door 12;

  • 5.

    Het aantal maanden dat nodig is om de frictiekosten om te buigen bedraagt voor een Deelnemer in de Grootteklasse:

  • 6.

    Bij gelijktijdige uittreding van meerdere Deelnemers wordt de Grootteklasse per Deelnemer bepaald door de som van de individuele relatieve deelnemersbijdragen van de uittredende Deelnemers.

  • 7.

    Nadat de frictiekosten zijn vastgesteld, is de uittredende Deelnemer gehouden om binnen zes maanden de daarin voor de uittredende deelnemer omschreven financiële verplichtingen aan het SVHW te voldoen.

  • 8.

    Bij uittreding van een deelnemer vindt geen verrekening van het vermogen plaats.

  • 9.

    Indien een liquidatieplan moeten worden vastgesteld, wordt dit door de accountant van het SVHW gedaan, op kosten van de uittredende Deelnemer(s).

Artikel 28: Opheffing

  • 1.

    Instemming van ten minste twee derde van het aantal Deelnemers is vereist voor opheffing van de Regeling.

  • 2.

    Bij opheffing van de Regeling wordt een plan opgesteld als bedoeld in artikel 27, derde lid van deze Regeling. Het bepaalde in het derde, vierde en vijfde lid van artikel 27 is van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Opheffing is niet mogelijk gedurende de eerste drie jaren na de datum van inwerkingtreding van de Regeling.

Artikel 29: Evaluatie

Er vindt geen evaluatie plaats van deze regeling.

HOOFDSTUK XII: OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 30: Archief

  • 1.

    Het Dagelijks bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam.

  • 2.

    De directeur is belast met het beheer van de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam, voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

  • 3.

    Voor de bewaring van de over te brengen archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam wordt aangewezen de archiefbewaarplaats van de gemeente Dordrecht.

  • 4.

    Met het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam, voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats, is belast de gemeentearchivaris van Dordrecht.

  • 5.

    Het Dagelijks bestuur brengt tweejaarlijks verslag uit aan het Algemeen bestuur over de uitoefening van de aan hen opgedragen zorg voor de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam.

  • 6.

    De archivaris van Dordrecht brengt tweejaarlijks aan het Dagelijks bestuur verslag uit over het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de gemeentelijke organen die niet of nog niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

  • 7.

    De Deelnemers aan de Regeling stellen tijdig aan het Dagelijks bestuur van het openbaar lichaam de archiefbescheiden beschikbaar die nodig zijn voor de uitvoering van de overgedragen taken. In een verklaring van terbeschikkingstelling wordt de periode van terbeschikkingstelling geregeld en het toezicht op het beheer van de ter beschikking gestelde archiefbescheiden. In de verklaring kunnen nadere voorwaarden worden gesteld aan de terbeschikkingstelling.

Artikel 31: Geschillen

Van een geschil als bedoeld in artikel 28, eerste lid van de Wet is sprake als ten minste één der besturen van de Deelnemende rechtspersonen zodanige mening is toegedaan.

Artikel 32: Verzoekschriften

Verzoekschriften in de zin van artikel 9:18 van de Algemene wet bestuursrecht worden behandeld door de Nationale Ombudsman.

Artikel 33: Participatie

Er is geen mogelijkheid tot participatie inzake de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid op grond van deze regeling.

HOOFDSTUK XIII: SLOTBEPALINGEN

Artikel 34: Toezending en bekendmaking

  • 1.

    Het bestuur van de gemeente Hoeksche Waard draagt zorg voor de toezending van deze Regeling aan gedeputeerde staten van de provincies waarin de Deelnemende rechtspersonen zijn gelegen.

  • 2.

    Het bestuur van de gemeente Hoeksche Waard draagt zorg voor bekendmaking van de Regeling door kennisgeving van de inhoud daarvan in de Staatscourant.

Artikel 35: Inwerkingtreding; citeertitel

  • 1.

    Deze Regeling treedt in werking op 1 januari 2023.

  • 2.

    Deze Regeling dient ter vervanging van de voorgaande gemeenschappelijke regeling samenwerkingsverband vastgoedinformatie, heffing en waardebepaling.

  • 3.

    Na de inwerkingtreding van deze Regeling berusten de op grond van de voorgaande gemeenschappelijke regeling genomen besluiten op deze Regeling.

  • 4.

    Deze Regeling kan worden aangehaald als: ”Gemeenschappelijke Regeling SVHW 2023”.

Bijlage als bedoeld in artikel 4, eerste lid

 

De deelnemers dragen de belastingen en rechten zoals onderstaand aangegeven

 

Alblasserdam

BAG

 

WOZ

 

OZB

 

Ondernemersfonds

 

Rioolheffing eigenaar

 

Afvalstoffenheffing

 

Hondenbelasting

 

Precariobelasting

 

Grafrechten

 

Toeristenbelasting

  • Grafrechten : Onderhoudsrechten, art. 4, onder F, Verordening Begrafenisrechten.

 

 

 

Albrandswaard

WOZ

 

OZB

 

Rioolheffing gebruiker

 

Afvalstoffenheffing

 

 

Altena

BAG

 

WOZ

 

OZB

 

Rioolheffing eigenaar

 

Rioolheffing gebruiker

 

Reinigingsrecht

 

DifTar (Afvalstoffenheffing)

 

Toeristenbelasting

 

Watertoeristenbelasting

 

BIZ

de tarieven van hoofdstuk 1 van de Tarieventabel behorende bij de Verordening Reinigingsheffingen. De tarieven in de overige hoofdstukken van die tarieventabel heft en int de gemeente zelf door middel van de eigen heffingsambtenaar en invorderingsambtenaar.)

 

 

 

Barendrecht

WOZ

 

OZB

 

RZB

 

Rioolheffing gebruiker

 

Afvalstoffenheffing

 

Reinigingsrechten

 

Hondenbelasting

 

Toeristenbelasting

 

BIZ

 

 

Brielle

BAG

 

WOZ

 

OZB

 

Rioolheffing gebruiker

 

Afvalstoffenheffing

 

Hondenbelasting

 

Forensenbelasting

 

Reclamebelasting

 

BIZ

 

 

Goeree-Overflakkee

BAG

 

WOZ

 

OZB

 

Rioolheffing eigenaar

 

Afvalstoffenheffing

 

Hondenbelasting

 

Forensenbelasting

 

Toeristenbelasting

 

Watertoeristenbelasting

 

BIZ

 

 

Hardinxveld-Giessendam

WOZ

 

OZB

 

Rioolheffing gebruiker

 

Afvalstoffenheffing

 

Hondenbelasting

 

BIZ

 

 

Hellevoetsluis

BAG

 

WOZ

 

OZB

 

Rioolheffing eigenaar

 

Rioolheffing gebruiker

 

Afvalstoffenheffing

 

Hondenbelasting

 

Grafrechten

 

Precariobelasting

 

Toeristenbelasting

 

Watertoeristenbelasting

  • Grafrechten : Hoofdstuk 3, onder 3.1, lid c, jo. leden f, g en h, Tarieventabel behorende bij Verordening lijkbezorgingsrechten.

 

 

BAG

Hoeksche Waard

WOZ

 

OZB

 

RZB

 

Rioolheffing eigenaar

 

Rioolheffing gebruiker

 

Diftar via RAD (afvalstoffenheffing)

 

Hondenbelasting

 

Reclamebelasting

 

Toeristenbelasting

 

Watertoeristenbelasting

 

Dagtoeristenbelasting

 

BIZ

 

 

Krimpenerwaard

BAG

 

WOZ

 

OZB

 

Rioolheffing gebruiker

 

DifTar (Afvalstoffenheffing)

 

Grafrechten

 

Toeristenbelasting

 

BIZ

 

 

Lansingerland

WOZ

 

OZB

 

Rioolheffing gebruiker

 

Afvalstoffenheffing

 

Hondenbelasting

 

BIZ

 

 

 

 

Nieuwkoop

BAG

 

WOZ

 

OZB

 

RZB

 

Rioolheffing gebruiker

 

Afvalstoffenheffing

 

Grafrechten

 

Forensenbelasting

 

BIZ

  • Grafrechten : Art. 9.4.1. Tarieventabel gemeentelijke belastingen en heffingen behorende bij de Verordening begraafplaatsrechten.

 

 

 

Ridderkerk

WOZ

 

OZB

 

Rioolheffing eigenaar

 

Rioolheffing gebruiker

 

DifTar (Afvalstoffenheffing)

 

Reinigingsrechten vastrecht

 

Reinigingsrechten definitief

 

BIZ

 

 

Westvoorne

WOZ

 

OZB

 

Rioolheffing eigenaar

 

Rioolheffing gebruiker

 

Afvalstoffenheffing

 

Reinigingsrechten vastrecht

 

Hondenbelasting

 

Grafrechten

 

Toeristenbelasting

 

 

Waterschap Hollandse Delta Watersysteemheffing

Watersysteemheffing

 

Wegenheffing

 

Zuiveringsheffing

 

Verontreinigingsheffing

 

Naar boven