Nadere regels voor het beheer en gebruik van grafbedekkingen, graven en asbezorging op de gemeentelijke begraafplaats Doesburg

Het college van Burgemeester en Wethouders van Doesburg,

gelet op de ‘Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats voor de gemeente Doesburg’, besluiten vast te stellen de ‘Nadere regels voor het beheer en gebruik van grafbedekkingen, graven en asbezorging op de gemeentelijke begraafplaats Doesburg’.

Artikel 1. Openstelling en begraaftijden

  • 1.

    De begraafplaats is voor eenieder dagelijks toegankelijk in de zomer van 8.00 uur tot 20.00 uur en in de winter van 8.00 uur tot 17.00 uur.

  • 2.

    De tijd van begraven en het bezorgen van overledenen is op maandag tot en met vrijdag van 10.00 uur tot 15.00 uur en zaterdag van 10:00 uur tot 12.00 uur voor zover deze dagen niet algemeen erkende feestdagen zijn als bedoeld in de Algemene termijnenwet.

  • 3.

    Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken waarbij een extra toeslag in rekening wordt gebracht bij de rechthebbende van het graf.

Artikel 2. Aantal overledenen en asbussen

  • 1.

    Per graf mogen maximaal worden geplaatst:

    • a

      particulier graf 2 personen en 2 asbussen

    • b

      particuliere urnennis 2 asbussen of urnen

    • c

      particulier urnengraf 3 asbussen of urnen

  • 2.

    De graven bestaan uit twee lagen. De tweede laag betreft de eerst begravene en de eerste laag de tweede begravene.

  • 3.

    Het is toegestaan een graf te schudden waarbij maximaal twee stoffelijke resten worden samengevoegd op de tweede begraaflaag. Het college bepaalt of het samenvoegen technisch mogelijk is door de grondwaterstand. Hierbij wordt artikel 5.4 van het Besluit op de Lijkbezorging in acht genomen. De gemeente compenseert rechthebbenden niet indien er geen mogelijkheid is tot nieuwe begraving.

  • 4.

    Het schudden van een particulier graf kan per graf maximaal één keer plaats vinden.

Artikel 3. Graftermijnen

  • 1.

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag de volgende uitsluitende rechten:

    • a

      het recht op een particuliergraf voor een termijn van 20 jaar;

    • b

      het recht op een particuliere urnennis of particulier urnengraf voor een termijn van 20 jaar.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden verlengd telkens met een termijn van 10 jaar, mits de aanvraag binnen twee jaar voor het verstrijken van de lopende graftermijn wordt ingediend.

  • 3.

    Indien de termijn van het uitsluitend recht op een particulier graf minder dan 10 jaar bedraagt bij een bijzetting van een lijk in een bestaand graf, dient het recht voorafgaand aan de bijzetting met 10 jaar verlengd te worden.

Artikel 4. Afmetingen graf

  • 1.

    De afmetingen (lxb) van het grafoppervlak bedragen:

    • a

      particulier graf 200 x 100 cm

    • b

      particulier urnengraf 50 x 50 cm

    • c

      particuliere urnennis 30 x 30 cm

Artikel 5. Afmeting gedenktekens

  • 1.

    De afmetingen van een gedenkteken op een particulier graf moet voldoen aan de volgende eisen:

    • a

      situatie liggend lengte 180 cm x breedte 80 cm x minimum dikte 8 cm

    • b

      situatie staand hoogte 100 cm x breedte 80 cm x minimum dikte 6 cm

    • c

      indien sprake is van banden rondom, bedraagt de minimum dikte van de banden 8 cm

  • 2.

    De afmetingen van een gedenkteken op een particulier urnengraf moet voldoen aan de volgende eisen:

    • a

      situatie liggend lengte 40 cm x breedte 40cm x dikte 4 tot 10 cm

    • b

      situatie staand hoogte 40 cm x breedte 40 cm x dikte 4 tot 10 cm

    • c

      indien sprake is van banden rondom, bedraagt de dikte van de banden 6 cm

  • 3.

    De gemeente voorziet de particuliere urnennissen van een afdekplaat. De rechthebbende kan deze plaat laten voorzien van een inscriptie, gedenkteken en of belettering in of op de plaat aangebracht met een maximale diepte of maximale dikte van 1 cm.

Artikel 6. Voorwaarden gedenktekens

  • 1.

    Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde hout soort.

  • 2.

    Voor de gedenktekens op de grafvakken A en B mogen enkel volledige (natuurlijke) stenen worden gebruikt in de kleurstelling wit, grijs, zwart of bruin. Elektrische of mechanische functionaliteiten mogen niet in de gedenktekens zijn verwerkt.

  • 3.

    De lengte en de breedte van het gedenkteken mogen die van het graf, genoemd in artikel 4, niet overschrijden.

  • 4.

    De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

  • 5.

    Sierurnen moeten stevig verankerd worden op een bijpassende grondplaat of sokkel, zodanig dat verwijdering door onbevoegden wordt voorkomen.

  • 6.

    Gedenktekens moeten zodanig worden gefundeerd, dat verzakking niet mogelijk is. De constructie moet zodanig zijn, dat zij uit en in elkaar gezet kan worden zonder de cementvoegen te verbreken. Eventuele verbindingen moeten vakkundig worden aangebracht.

Artikel 7. Vergunning gedenkteken

  • 1.

    Voor het plaatsen of vervangen van een gedenkteken is een door het college verleende vergunning vereist.

  • 2.

    Een vergunning voor het plaatsen of vervangen van een gedenkteken dient schriftelijk bij het college te worden aangevraagd. Bij de aanvraag behoort een werktekening te worden ingediend. Op deze werktekening dienen tenminste voor te komen:

    • a

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte- , breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b

      de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c

      de vermelding of de letters etc. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s);

    • e

      het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop

    • f

      de positionering van het grafmonument op het graf'

  • 3.

    De beslissing op de aanvraag wordt door het college schriftelijk medegedeeld.

  • 4.

    De kosten voor het verlenen van een vergunning worden voldaan door of in naam van de rechthebbende.

  • 5.

    Het plaatsen of vervangen van een gedenkteken wordt altijd in afstemming met de beheerder gepland.

  • 6.

    Het college kan het ontwerp van een gedenkteken weigeren als dit als kwetsend en/of aanstootgevend wordt aangemerkt.

Artikel 8. Plaatsen gedenkteken

  • 1.

    Het tijdstip van plaatsing, herstel of vervanging van het gedenkteken dient ten minste twee werkdagen van tevoren kenbaar gemaakt te worden aan de beheerder. In overleg met de beheerder wordt bepaald wanneer en onder welke voorwaarden de werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd.

  • 2.

    Het plaatsen van de gedenktekens dient plaats te vinden op maandag t/m zaterdag onder de in artikel 1, eerste lid gestelde tijden.

  • 3.

    Indien er beschadigingen ontstaan ten gevolge van werkzaamheden op of aan het gedenkteken, moet de veroorzaker hiervan zich melden bij de beheerder van de begraafplaats. In overleg met de beheerder wordt bepaald of de schade door of op kosten van de veroorzaker worden hersteld.

  • 4.

    Voor het bijzetten van een overledene of een asbus in een particulier graf of het bijzetten van een asbus in een particulier urnennis of urnengraf worden grafbedekkingen of afdekplaten door of namens de rechthebbende verwijderd en/of herplaatst.

Artikel 9. Grafbeplanting

  • 1.

    Het oppervlak van het particulier graf kan door de rechthebbende van het graf worden beplant met gewassen die de voor het graf beschikbare oppervlakte, zoals genoemd in artikel 4, niet overschrijden of die door snoeien binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden. De hoogte van deze gewassen mag de voor het gedenkteken toegestane hoogte, zoals genoemd in artikel 5, op het graf niet overschrijden.

  • 2.

    Gewassen en of voorwerpen die achter het gedenkteken of buiten de ruimte van het grafoppervlak worden geplant of overhangen, kunnen van gemeentewege verwijderd worden, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is. Dit geldt ook voor afgestorven beplanting.

  • 3.

    Op een particulier graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen. Op een graf mogen éénjarige gewassen worden geplant.

  • 4.

    De winterharde gewassen die op de particuliere graven worden geplant mogen bij volle wasdom een maximale hoogte van 100 cm hebben en de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door besnoeiing binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden.

Artikel 10. Slotbepalingen

  • 1.

    De ‘Regels voor de graven, asbezorging en gedenkplaatsen voor de Algemene begraafplaats Doesburg 2011’ en de ‘Regels grafbedekkingen Algemene begraafplaats Doesburg 2011’ worden ingetrokken.

  • 2.

    Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: ‘Nadere regels voor het beheer en gebruik van grafbedekkingen, graven en asbezorging op de gemeentelijke begraafplaats Doesburg’.

  • 3.

    Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2023.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders op 22 november 2022.

De secretaris,

P. Werkman

De voorzitter

drs. L.W.C.M. van der Meijs-van de Laar

Naar boven