Verordening participatie gemeente Loon op Zand 1.0.

De raad van de gemeente Loon op Zand;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 november 2022;

gelet op de artikelen 149 en 150 van de Gemeentewet;

overwegende dat we het belangrijk vinden dat we lokale democratische processen door participatie van inwoners willen verrijken;

dat we hiermee de samenwerking tussen gemeente en inwoners willen versterken;

dat we helderheid willen geven over de invulling van de participatieprocedure;

besluit vast te stellen de Verordening participatie gemeente Loon op Zand 1.0.

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening verstaan we onder:

• Beleidsvoornemen: voornemen van een bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.

• Participatie: betrekken van inwoners en belanghebbenden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van gemeentelijk beleid.

Paragraaf 2. Participatie

Artikel 2. Onderwerp van participatie

• 1. Elk bestuursorgaan besluit over eigen bevoegdheden zelf of participatie wordt toegepast.

• 2. Participatie wordt altijd toegepast als de wet daartoe verplicht.

• 3. Er is geen participatie mogelijk:

  • a. over ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

  • b. als participatie bij of volgens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

  • c. als sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

  • d. over de vaststelling van de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

  • e. als de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat we participatie niet kunnen afwachten;

  • f. als het belang van participatie niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Artikel 3. Procedure participatie

• 1. Voor participatie geldt de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

• 2. Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere participatieprocedure vaststellen.

Artikel 4. Eindverslag participatie

• 1. Na de participatie maakt het bestuursorgaan hiervan een eindverslag.

• 2. Het eindverslag bevat in ieder geval:

  • a. een overzicht van de gevolgde participatieprocedure;

  • b. een overzicht van de mondelinge en schriftelijke zienswijzen die tijdens de participatieprocedure zijn ingebracht;

  • c. een reactie op deze zienswijzen, waarbij het bestuursorgaan aangeeft welke punten het wel en niet overneemt.

• 3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

Paragraaf 3. Slotbepalingen

Artikel 5. Intrekking oude regeling

De “inspraakverordening gemeente Loon op Zand”-vastgesteld op 30 oktober 2003 wordt ingetrokken.

Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel

• 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking

• 2. Deze verordening noemen we: Verordening participatie gemeente Loon op Zand 1.0.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 december 2022.

De voorzitter,

De griffier,

Toelichting Verordening participatie Loon op zand 1.0

Algemeen

Op dit moment hebben de meeste gemeenten nog een Inspraakverordening. Hierin staan de regels voor hoe gemeenten inwoners en andere belanghebbenden bij de voorbereiding van beleid betrekken. Iedere gemeente moet op grond van artikel 150 van de Gemeentewet zo’n verordening hebben. Op 30 oktober 2003 stelde onze raad de huidige Inspraakverordening 2004 vast.

Op 26 september 2022 ontving de Tweede Kamer het wetsvoorstel ‘Versterking participatie op decentraal niveau’. Hiermee wil de regering inwoners voortaan ook betrekken bij de uitvoering en evaluatie van beleid. In de nieuwe Participatieverordening staan -voor zowel inwoners als raad- regels over hoe participatie mogelijk is.

Inwoners kunnen zich op verschillende manieren tot het gemeentebestuur wenden. Denk bijvoorbeeld aan het schrijven van brieven, het bezoeken van spreekuren of informatiebijeenkomsten, het spreekrecht en het bijwonen van de beeldvormende en/of opiniërende ronde.

Participatie is van een andere orde dan de mogelijkheid om de concrete uitkomsten van de beleidsvaststelling aan te vechten met bezwaar en beroep. Participatie betekent namelijk het betrekken van inwoners en belanghebbenden bij de voorbereiding, uitvoering of evaluatie van gemeentelijk beleid. Inwoners krijgen dus in toenemende mate een belangrijke rol in de agendering, de voorbereiding, de totstandkoming, de uitvoering en de beoordeling van beleid. Niet alleen omdat zij de gevolgen van beleid ervaren, maar ook omdat de gemeente het belangrijk vindt om de kennis van inwoners bij het politieke proces te betrekken. Zo wordt participatie onderdeel van het totale besluitvormingsproces.

In dit wetsvoorstel staat onder andere het uitdaagrecht als specifieke vorm van participatie. Hiermee krijgen initiatieven uit de samenleving ruimte. Inwoners kunnen de gemeente vragen om de uitvoering van een taak over te nemen (al dan niet met bijhorend budget). Dit omdat zij denken een taak beter of efficiënter te kunnen uitvoeren. Denk bijvoorbeeld aan het beheer of onderhoud van een park of buurthuis. Hiermee laat de overheid zien dat zij de uitvoering van een overheidstaak aan een inwoner of maatschappelijke partij toevertrouwt. De gemeente vergroot zo de betrokkenheid en het eigenaarschap van inwoners en maatschappelijke partijen in hun directe leefomgeving. Dit biedt kansen om de kwaliteit van beleid te verbeteren. Daarnaast kan het leiden tot nieuwe vormen van samenwerking en sociale verbinding. Op die manier draagt het uitdaagrecht bij aan een veerkrachtige samenleving.

Iedere gemeente moet voor de invoering van de Omgevingswet -nog steeds naar verwachting op 1 januari 2023- een Participatieverordening vaststellen. Met de Verordening participatie Loon op zand 1.0 voldoen we aan deze wettelijke verplichting. In de volgende versie werken we het uitdaagrecht uit, waarbij de raad vooraf de kaders vaststelt.

Toelichting artikelen

Artikel 2 – Onderwerp van participatie

Lid 1

Elk bestuursorgaan over zijn eigen bevoegdheden besluit of participatie mogelijk is. Met bestuursorgaan bedoelen we raad, college en burgemeester. Uitgangspunt is dat onze inwoners, bedrijven en verenigingen zoveel mogelijk mee kunnen praten over gemeentelijk beleid.

Artikel 3. Procedure participatie

lid 1

Nadat een bestuursorgaan een beleidsvoornemen ter inzage legt en bekend maakt, kunnen belanghebbenden 6 weken schriftelijk of mondeling hun zienswijze inbrengen.

lid 2

Als het bestuursorgaan de procedure van lid 1 niet geschikt vindt voor een specifiek beleidstraject, kunnen belanghebbenden een andere participatieprocedure volgen, die het bestuursorgaan vooraf toelicht.

Artikel 4. Eindverslag participatie

Lid 3

De bekendmaking van de resultaten van de participatieprocedure is heel belangrijk. Hiermee ronden we namelijk deze procedure af. Het ligt voor de hand dat degenen die hebben geparticipeerd een exemplaar van het eindverslag ontvangen. Daarnaast kunnen we het eindverslag publiceren in de Duinkoerier en op onze gemeentelijke website. Als het aantal participanten groot is, kunnen we volstaan met een algemene bekendmaking. Het is belangrijk dat het bestuursorgaan al aan het begin van de participatieprocedure duidelijkheid geeft over de communicatie.

Artikel 5. Intrekking oude regeling

Met deze bepaling trekken we de bestaande Inspraakverordening 2004 in.