Gemeenteblad van Medemblik
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Medemblik | Gemeenteblad 2022, 563775 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Medemblik | Gemeenteblad 2022, 563775 | beleidsregel |
BIBOB beleid gemeente Medemblik 2022
De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
overwegende, dat de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;
Het bestuursorgaan past, met inachtneming van hetgeen in deze beleidsregels is bepaald, de wet toe met betrekking tot:
de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van die wet (omgevingsvergunning inrichtingen Wet milieubeheer) en in gevallen dat de inrichtingen vallen onder de risicocategorieën:
de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder i van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op de gevallen als bedoeld in artikel 2.2a, eerste lid onder b en tweede lid onder c tot en met f van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).
indien sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie van een of meerdere partners van het samenwerkingsverband RIEC die een aanleiding vormen, onder andere door gebruik van de indicatorenlijst, om te vermoeden dat de beschikking zal worden misbruikt, dan zal het bestuursorgaan de wet toepassen bij:
Het bestuursorgaan kan ter zake een beschikking zoals bedoeld in artikel 5 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Medemblik’ en die niet valt onder lid 1 sub e van dit artikel, van een betrokkene verlangen het Bibob-vragenformulier in te vullen indien de omstandigheden van het concrete geval daartoe aanleiding geven.
De gemeente kan de wet toepassen met betrekking tot vastgoedtransacties als bedoeld in artikel 1 van de Wet Bibob waarbij de gemeente als partij betrokken is. Dit geldt voor alle huurtransacties vanaf € 25.000, uitgaande van een jaarhuur, en overige vastgoedtransacties vanaf € 50.000. Voorafgaand aan de onderhandelingen daartoe, zal de gemeente de wederpartij door middel van een integriteitsverklaring in kennis stellen dat een Bibob-toets deel kan uitmaken van de procedure. Vanaf gemelde drempelbedragen dient altijd een Bibob-vragenformulier te worden ingevuld, als bedoeld in artikel 6.
Een integriteitsverklaring maakt een onlosmakelijk deel uit van iedere vastgoedtransactie. Bij alle vastgoedtransacties, ook beneden de in lid 1 genoemde drempelbedragen vindt een screening plaats, mede aan de hand van een indicatorenlijst. Vervolgens kan worden besloten om een Bibob-toets op te starten. Afhankelijk van de uitkomst van de screening en/of de Bibob-toets, worden de onderhandelingen wel of niet opgestart.
Artikel 3 Overige situaties waarin de wet wordt toegepast
Het bestuursorgaan zal naast hetgeen in de voorgaande artikelen met betrekking tot de aangevraagde beschikkingen is bepaald, bij iedere aangevraagde beschikking, reeds verleende beschikking of in het geval van een aanvraag om een beschikking anders dan op grond dan genoemd in artikel 2 van deze beleidsregel, en Bibob-toets uitvoeren, indien er op grond van:
Artikel 4 Beoordeling en eigen onderzoek
Indien aan het reguliere eisen wordt voldaan en indien op grond van deze beleidsregel het Bibob vragenformulier is uitgereikt, voert het bestuursorgaan een Bibob-toets uit. Indien deze toets hiertoe aanleiding geeft, dan zal de informatiepositie van het bestuursorgaan worden versterkt door een verzoek om informatie bij de politie en/of de Justitiële Informatiedienst en/of het RIEC en/of een verzoek om advies bij het bureau.
Het onderzoek naar het zich voordoen van de mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet bestaat uit:
het verzamelen bewerken en analyseren van informatie die, al dan niet door middel van de gegevens zoals vermeld in het Bibob vragenformulier en bijbehorende bijlagen is verstrekt door de betrokkene alsmede van gegevens die zijn gekregen uit informatiebronnen van de partners van het RIEC samenwerkingsverband en andere bronnen die het bestuursorgaan volgens de wet kan raadplegen.
Er zijn drie aanleidingen die in een concreet geval leiden tot een verzoek om advies aan het Bureau:
Indien advies gevraagd is aan het Bureau over een aanvraag, kan betrokkene geen beroep doen op de rechten uit de eventueel te verlenen beschikking totdat het bestuursorgaan beslist heeft op de beschikkingsaanvraag.
Artikel 10 Meldingsplicht aan het bureau
Indien de gemeente na het eigen onderzoek, zonder advies van het Bureau, concludeert tot een ernstig gevaar of mindere mate van gevaar, meldt men dit onverwijld aan het Bureau, ook wanneer de gemeente redelijkerwijs vermoedt dat een betrokkene zich vanwege het toepassen van deze Wet Bibob terugtrekt uit de procedure nadat een eigen onderzoek is gestart. De meldplicht start vanaf het moment dat een eigen onderzoek is gestart (art. 7a, lid 8, Wet Bibob).
De onderhavige beleidsregel wordt wel toegepast bij lopende aanvragen in de situatie dat verkregen informatie van het LBB en/of informatie verkregen van een of meerdere partners van het samenwerkingsverband RIEC en/of de door het Openbaar Ministerie gedane verwijzing naar de mogelijkheid tot het vragen van een advies bij het Landelijk Bureau ingevolge artikel 26 van de wet (OM-tip), aanleiding geeft alsnog een Bibob-toets uit te voeren.
Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik, gehouden op 13 december 2022.
De secretaris,
A. Griekspoor
De burgemeester,
D. Straat
Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Medemblik op 13 december 2022
De burgemeester,
D. Straat
Toelichting BIBOB beleid gemeente Medemblik 2022
Op 1 oktober 2022 is de tweede tranche van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur in werking getreden. Met de wet Bibob wordt het openbaar bestuur in staat gesteld zich te beschermen tegen het risico dat criminele activiteiten worden gefaciliteerd bij het verlenen van vergunningen en subsidies en het gunnen van opdrachten in het kader van aanbestedingen. De wet Bibob is bedoeld als een aanvulling op de bestaande mogelijkheden om een vergunning te weigeren of in te trekken. De wet Bibob maakt het mogelijk de integriteit van de aanvrager en de bij de aanvraag betrokken (rechts)personen te beoordelen.
Het is de eigen beslissing en verantwoordelijkheid van de gemeente om het Bibob-instrument toe te passen. Vanwege de grote mate van bestuurlijke keuzevrijheid bij de toepassing van de wet Bibob verdient het de voorkeur dat de toepassing plaatsvindt op basis van een beleidsregel, waarin zowel het college als de burgemeester als bestuursorgaan duidelijk aangeeft op welke wijze de wet Bibob door hen toegepast zal worden. Dit schept duidelijkheid naar de burgers en ondernemingen die mogelijkerwijs aan een Bibob-onderzoek kunnen worden onderworpen. Met name de afweging om tot een Bibob-onderzoek over te gaan, dient (juist met het oog op het ingrijpende karakter van het instrument) weloverwogen en met inachtneming van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur te worden genomen. Daarbij spelen proportionaliteit, subsidiariteit, rechtszekerheid en rechtsgelijkheid een belangrijke rol.
Uitgangspunten wet Bibob algemeen
De beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit zijn belangrijke uitgangspunten van de wet. Het Bibob-instrumentarium moet worden gezien als een ultimum remedium. De toepassing van de wet Bibob is een aanvullend middel op bestaande mogelijkheden om bijvoorbeeld een vergunning te weigeren of een subsidie in te trekken. De gemeente dient nadrukkelijk eerst andere mogelijkheden te benutten die de reguliere wetgeving biedt.
De reikwijdte van de wet Bibob strekt zich uit tot de sectoren waarvan de dreiging van criminele activiteiten en inmenging het grootst is. Meer specifiek worden deze benoemd in de wet Bibob zelf en de sectoren die bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) zijn aangewezen (Besluit Bibob).
De wet Bibob is een (preventief) bestuursrechtelijk instrument. De gemeente beoogt met toepassing van de wet Bibob te voorkomen dat zij ongewild criminele activiteiten faciliteert waardoor de veiligheid, de leefbaarheid, de rechtsorde of de bestuurlijke slagkracht worden aangetast. Door de inzet van de wet Bibob wordt tevens de concurrentiepositie van bonafide ondernemers beschermd.
De wet Bibob stelt bestuursorganen in staat om beschikkingen te weigeren of in te trekken wanneer:
Indien feiten en omstandigheden erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat ter verkrijging van de aangevraagde dan wel gegeven beschikking een strafbaar feit is gepleegd (artikel 3 lid 6). Daarnaast stelt de wet Bibob bestuursorganen in staat om bij mindere mate van gevaar aan de beschikkingvoorschriften verbinden. Deze voorschriften zijn gericht op het wegnemen of beperken van dergelijk gevaar.
Hoe verloopt een Bibob -procedure?
Een Bibob-procedure begint meestal met de aanvraag van een vergunning of andere beslissing. Soms vormt een tussentijds signaal zoals een tip van het OM of het LBB aanleiding om een onderzoek te beginnen.
Bestuursorganen verrichten vervolgens eigen onderzoek om een eerste inschatting van de risico’s te maken. Hiervoor maken zij onder meer gebruik van open bronnen en Bibob-vragenlijsten die aan de betrokkene uitgereikt worden. Ook hebben bestuursorganen de bevoegdheid om bepaalde informatie bij de politie, het OM en de Justitiële informatiedienst op te vragen. Regionale Informatie- en Expertisecentra (RIEC’s) kunnen bestuursorganen bij het eigen onderzoek ondersteuning bieden. Bij het overgrote deel van dit eigen onderzoek komen geen risico’s aan het licht. Bestuursorganen gaan dan verder met de reguliere besluitvorming.
Als een bestuursorgaan zelf voldoende informatie heeft weten te verzamelen waaruit blijkt dat er sprake is van een situatie als omschreven in artikel 3 van de wet kan het bestuursorgaan rechtstreeks overgaan tot weigering of intrekking van de beschikking. Indien de betrokkene in geval van het indienen van een aanvraag om een vergunning weigert mee te werken aan het (volledig) invullen van voornoemd Bibob-vragenformulier dan leidt dit tot niet-ontvankelijkheid van de aanvraag. Er is dan immers niet voldaan aan de voor een aanvraag geldende indieningsvereisten.
3.2 Onderzoek Landelijk Bureau Bibob
Als er wel aanwijzingen voor crimineel misbruik zijn, kunnen bestuursorganen het LBB om advies vragen. In dat geval zal het LBB een diepgravend en uitgebreid onderzoek uitvoeren. Daarbij kunnen onder andere de volgende partijen geraadpleegd worden:
Uiteindelijk brengt het LBB een gemotiveerd advies uit aan het bestuursorgaan. De landelijke Bibob-Officier van Justitie toetst conceptadviezen nog wel om strafvorderlijke belangen te waarborgen.
Het advies van het Bureau kan drie uitkomsten hebben met betrekking tot de mate van gevaar in de zin van artikel 3 van de wet:
Het bestuursorgaan kan het advies al dan niet gebruiken ter motivering van een besluit. Het ligt voor de hand dat de vergunning in het eerste geval zal worden verleend, dan wel niet zal worden ingetrokken. In het tweede geval kan worden overwogen om extra voorschriften te verbinden aan de vergunning gericht op het wegnemen of beperken van het gevaar dat de vergunning voor criminele doeleinden wordt misbruikt (artikel 3 lid 7 wet). In het geval van een ernstige mate van gevaar kan het bestuursorgaan overwegen om een aangevraagde vergunning te weigeren of een verleende vergunning in te trekken.
Voor iedereen die krachtens de wet Bibob de beschikking krijgt over gegevens met betrekking tot een derde,geldt op grond van artikel 28 van de wet Bibob een geheimhoudingsplicht.
Dit betekent dat een bestuursorgaan een Bibob-advies niet aan anderen mag doorgeven (behoudens een aantal in artikel 28 van de wet Bibob genoemde uitzonderingen). Een bestuursorgaan zal, indien het voornemen bestaat een negatieve beslissing te nemen op grond van een Bibob-advies, de aanvrager/vergunninghouder in de gelegen moeten stellen zijn zienswijze over het voornemen naar voren te brengen (artikel 33 wet). Eventuele derden die in dit advies worden genoemd zijn belanghebbenden in de zin van artikel 4:8 Awb en moeten, indien te verwachten is dat zij tegen het voornemen tot weigeren of intrekken van de vergunning bedenkingen hebben, ook in de gelegenheid worden gesteld hun zienswijze kenbaar te maken. Derden hebben overigens niet het recht om het advies in zijn geheel in te zien, maar alleen dat deel dat betrekking op hen heeft.
4. Noodzaak vaststellen Bibob -beleidsregel
Bij bestuursorganen ligt de beslissing al dan niet een Bibob-advies aan te vragen. Vanwege deze keuze- of beleidsvrijheid verdient het de voorkeur dat dit gebeurt op basis van een beleid waarin in algemene termen wordt aangegeven in welke gevallen een advies wordt aangevraagd bij het Bureau. Dit schept duidelijkheid naar de burgers en ondernemingen die aan een Bibob-onderzoek zouden kunnen worden onderworpen. Bovendien schept het een helder kader voor de toetsing van de door het bestuur in een concreet geval genomen beslissing. Met name de afweging om al dan niet tot een Bibob-onderzoek over te gaan, dient - juist met het oog op het ingrijpende karakter van dit instrument- weloverwogen en met inachtneming van beginselen van behoorlijk bestuur te gebeuren.
Daarbij spelen proportionaliteit, subsidiariteit, rechtszekerheid en rechtsgelijkheid een belangrijke rol.
5.1 Het Bibob-instrumentarium zal in de gemeente Medemblik worden toegepast met betrekking tot:
Uit onderzoek naar de dreiging van de georganiseerde misdaad in bepaalde economische
sectoren is gebleken dat bepaalde sectoren, zoals de horecasector, gevoelig zijn voor georganiseerde criminaliteit. Verenigingen, clubs, stichtingen en buurthuizen die op grond van artikel 4 Alcoholwet met een “beperkte” drank- en horecavergunning, de niet-commerciële of paracommerciële inrichtingen, opereren zonder winstoogmerk. De exploitatie van deze inrichtingen is voor de georganiseerde criminaliteit dan ook normaliter niet interessant. Derhalve is deze categorie horeca-inrichtingen uitgesloten van de werkingssfeer van het Medemblikse Bibob-beleidsregel.
Door de exploitatievergunning ex. artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening Medemblik onder de werkingssfeer van deze beleidsregel te brengen, worden (na 1-1-2025) alle aanvragen voor een exploitatievergunning aan een Bibob-toets onderworpen.
Voor horecaondernemers wordt de wet Bibob reeds toegepast bij Alcohol Vergunningen (voorheen Drank- en horecavergunningen). Deze vergunningen hebben een looptijd voor onbepaalde tijd. Dit houdt in dat alleen op het moment van de aanvraag een Bibob-toets kan plaatsvinden. Nadat een vergunning is verleend, kan er nog wel een Bibob-onderzoek ingesteld worden als er feiten/ omstandigheden bekend worden die dit rechtvaardigen.
Voor een horecabedrijf als bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet geldt dat er een vrijstelling is voor de verplichting om een exploitatievergunning te hebben. De APV voorziet in een mogelijkheid om de vrijstelling in bepaalde situaties in te trekken. Dat heeft dan als gevolg dat de onderneming in strijd gaat handelen met artikel 2:28 APV (Het is verboden een openbare inrichting te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester.)
In de gemeente Medemblik geldt een nulbeleid ten aanzien van coffeeshops. Daarom wordt er in deze beleidsregel geen aandacht besteed aan coffeeshops.
4. Seksinrichtingen/escortbedrijven; speelautomatenhallen
Seksinrichtingen/escortbedrijven en speelautomatenhallen zijn branches die, evenals de horecabranche,kwetsbaar zijn voor ernstige of georganiseerde vormen van criminaliteit.
De gemeenten Medemblik hanteert een nulbeleid ten aanzien van speelautomatenhallen. Nulbeleid houdt in dat er geen enkele speelautomatenhal binnen de gemeente is en wordt toegelaten.
Net als de hiervoor genoemde branches is de bouwbranche kwetsbaar voor ernstige of
georganiseerde vormen van criminaliteit. Het is echter niet wenselijk alle aanvragen voor een omgevingsvergunning voor de activiteit bouw aan een toetsing op basis van de wet Bibob te onderwerpen. Een selectieve aanpak is op basis van het proportionaliteitsbeginsel wenselijk. Toepassing van het Bibob-instrumentarium is immers een zwaar middel dat ingrijpt in de privacy van de aanvragers van een vergunning en overige betrokkenen. Daarnaast dienen de lasten voor de burgers en de gemeente beperkt te blijven.
Ook de milieubranche is kwetsbaar voor ernstige vormen georganiseerde criminaliteit. Daarom is in de beleidsregel ook opgenomen dat er een Bibob-toets plaatsvindt bij afvalbewerkings- en verwerkingsbedrijven, bedrijven actief in het grondverzet, sloop- en autodemontagebedrijven en vuurwerkopslagplaatsen.
Het is niet de bedoeling dat een Bibob-toets op alle evenementenvergunning wordt toegepast. De gemeente zal moeten kunnen aantonen dat de specifieke tak van evenementen vatbaar is voor criminele beïnvloeding. Voor vechtsportevenementen geldt dat aangetoond is dat deze vatbaar zijn voor criminele beïnvloeding. Uit een analyse van de politie, alsmede het RIEC, is naar voren gekomen dat er een ongewenste vervlechting is tussen de boven- en onderwereld bij vechtsportevenementen. Hierbij valt vooral de rol van organisatie en sponsoren op.
8. Vastgoedtransacties / gunningsbeslissing
Op grond van artikel 5 en 5a van de wet Bibob kan een rechtspersoon met een overheidstaak het Landelijk Landelijk Bureau Bibob om advies vragen over een partij met wie een vastgoedtransactie is of wordt aangegaan danwel over een gegadigde voor een overheidsopdracht:
Schematisch ziet de beleidsregel er als volgt uit:
Bijlage 1: Integriteitsverklaring
Integriteitsverklaring bij grondtransacties per contractpartij
De gemeente Medemblik vindt het belangrijk om eerlijk en integer zaken te doen. Dit betekent ook dat de gemeente contractpartners vraagt om integer en eerlijk te zijn. Deze integriteitstoets richt zich op hoe u de financiering heeft geregeld en waar dit geld vandaan komt. Ook wil de gemeente graag weten hoe u uw bedrijf of concern georganiseerd heeft. Door ondertekening van dit formulier verklaart u dat bepaalde integriteitsrisico’s niet op uw bedrijf of concern van toepassing zijn. Als uw antwoorden daartoe aanleiding geven, dan zal de gemeente met u een gesprek aangaan zodat u een reactie kunt geven op de bevindingen van de gemeente.
Het niet (volledig) beantwoorden van vragen en/ of niet (volledig) overleggen van de gevraagde bijlagen kan ertoe leiden dat de gesprekken om te komen tot een koopovereenkomst worden afgebroken of een reeds gesloten koopovereenkomst wordt opgeschort of beëindigd.
Wordt de grondtransactie gesloten als een natuurlijk persoon -> vul de gegevens in bij 1 en ga daarna verder met vraag 3, etc.
Wordt de grondtransactie gesloten als een rechtspersoon -> vul de gegevens in bij 2 en ga daarna verder met vraag 3, etc.
Is de contractspartij (bestuurder / vennoten) in de afgelopen 5 jaar betrokken geweest bij andere Nederlandse en / of buitenlandse ondernemingen? |
|
|
|
Voldoet u aan uw verplichtingen ten aanzien van de betaling van sociale zekerheidsbijdragen en/of belastingen, overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar u gevestigd bent? |
|
|
Bent u de afgelopen vijf jaar in negatieve zin in aanraking geweest met politie, justitie, bestuur of belastingdienst? |
Deze indicatorenlijst behoort bij het Bibob beleid gemeente Medemblik 2022, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Medemblik en door de burgemeester van Medemblik.
Indicatoren die aanleiding kunnen vormen tot het instellen van een onderzoek als bedoeld in artikel 4 van de beleidsregel c.q. tot het inwinnen van een advies als bedoeld in artikel 9 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, zijn vermeld in de onderstaande lijst. Deze lijst is niet limitatief, ook andere gronden kunnen aanleiding vormen tot het instellen van een onderzoek.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-563775.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.