Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater Uitgeest 2023

De raad van de gemeente Uitgeest;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Uitgeest 18 oktober 2022;

 

gezien het advies van de Commissie Ruimtelijke Ordening 6 december 2022;

 

gelet op het bepaalde in artikel 10.32a, van de Wet milieubeheer;

 

overwegende dat de Wet milieubeheer de bevoegdheid biedt bij verordening regels te stellen over het brengen van afvloeiend hemelwater of grondwater op of in de bodem of in een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater en over het beëindigen van het lozen van afvloeiend hemelwater en grondwater in een voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater Uitgeest 2023

 

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    bouwwerk: constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren, met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bouwwerk gebonden installaties, anders dan een schip dat wordt gebruikt voor verblijf van personen en dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van Uitgeest;

  • -

    hemelwaterscheidingsgebied: gebied als bedoeld in artikel 2, waarvan de geometrische begrenzing is opgenomen in de bijlage;

  • -

    Openbaar vuilwaterriool: voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast. Een vuilwaterriool is bedoeld voor huishoudelijk afvalwater en niet voor schoon water.

Artikel 2 Lozingsverbod hemel- en grondwater

  • 1.

    Met het oog op het doelmatig beheer van afvalwater is het in het hemelwaterscheidingsgebied verboden hemelwater of grondwater te lozen op het openbaar vuilwaterriool.

  • 2.

    De lozing van hemelwater en grondwater op het openbaar vuilwaterriool wordt beëindigd als de perceeleigenaar door de gemeente hierover is aangeschreven.

  • 3.

    Het college kan in een omgevingsvergunning afwijken van het verbod, als van de eigenaar van het bouwwerk of het perceel redelijkerwijs geen andere wijze van afvoer van hemelwater of grondwater kan worden gevergd.

Artikel 3 Werkingsgebieden

  • 1.

    Het college kan het hemelwaterscheidingsgebied, bedoeld in artikel 2, wijzigen.

  • 2.

    Het college houdt bij het wijzigen van de gebieden rekening met het Programma Water en Riolering 2023-2026.

Artikel 4 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van de bepalingen bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen of groep van personen.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater Uitgeest 2023”.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Uitgeest in de openbare raadsvergadering van 15 december 2022.

De griffier,

De voorzitter,

Bijlage  

Hemelwaterscheidingskaart met hemelwaterscheidingsgebieden

 

 

Toelichting  

 

Artikel 2 Lozingsverbod hemel- en grondwater

 

Lid 1

Het eerste lid bevat het verbod om in het hemelwaterscheidingsgebied afvloeiend hemelwater en grondwater te lozen in het openbare vuilwaterriool. Dit verbod geldt dus voor zowel bestaande als nieuwe lozingen. Het lozingsverbod geldt voor alle eigenaren van bouwwerken, open erven en terreinen, voor zover deze in het hemelwaterscheidingsgebied liggen. Hiermee wordt de nadruk gelegd op de verantwoordelijkheid van de perceeleigenaar om het hemel- en grondwater zoveel mogelijk zelf te verwerken. Het lozingsverbod dwingt perceeleigenaren om dat water ofwel in het oppervlaktewater of een hemelwaterstelsel te lozen, ofwel te infiltreren in de bodem.

 

Het lozingsverbod is niet beperkt tot het bouwwerk, maar betreft ook het erf of terrein. Het verbod betreft dus het afvloeiende hemelwater dat afkomstig is van een bouwwerk en onder meer via een dakgoot, regenpijp en afvoerbuis het openbare vuilwaterriool bereikt. Maar ook het afvloeiende hemelwater dat afkomstig is van een open erf of terrein en via onder meer goten, putten of afvoerbuizen het openbare vuilwaterriool bereikt. Een open erf of terrein waarin goten en putten zijn aangebracht, is bijvoorbeeld een terras, oprit, parkeerterrein of laad- en losperron.

 

Lid 3

Het college kan een omgevingsvergunning voor afwijken van het lozingsverbod verlenen. Dat kan in uitzonderingssituaties waarin het lozingsverbod niet billijk is. Dit is het geval wanneer het lozingsverbod tot onevenredig grote nadelen voor de perceeleigenaar leidt. Het college kan de omgevingsvergunning onder beperkingen verlenen. Zo kan de vergunning bijvoorbeeld alleen betrekking hebben op de achterzijde van een bouwwerk of alleen gedurende een bepaalde overgangsperiode. Verder kan de gemeente voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden. Een voorschrift kan betrekking hebben op onder meer het treffen van een alternatieve (tijdelijke) voorziening. Het is gewenst dat het college een beleidsregel vaststelt voor het verlenen van de omgevingsvergunning, zodat voor perceeleigenaren bij voorbaat duidelijk is of het aanvragen van die vergunning wel of niet kans van slagen heeft.

 

Artikel 3 Werkingsgebieden

De gemeenteraad heeft de verordenende bevoegdheid op grond van artikel 147 van de Gemeentewet. Op grond van artikel 156 van de Gemeentewet kan de gemeenteraad deze bevoegdheid delegeren aan het college. Voor het wijzigen van het hemelwaterscheidingsgebied maakt de gemeenteraad hier gebruik van. Het college is ook de beheerder van het gemeentelijke riool en gaat over het verlenen van de omgevingsvergunning op grond van deze verordening.

Het college kan in het hemelwaterscheidingsgebied onderscheid maken in het lozen van hemelwater vanaf de voorkant (wegzijde) van het bouwwerk en vanaf de achterkant. Dit is een gevolg van het redelijkheidscriterium uit het tweede lid van artikel 10.32a Wm. Het kan in bepaalde gevallen immers vrij lastig zijn om hemelwater dat aan de achterzijde van een bouwwerk afstroomt naar een openbaar hemelwaterstelsel aan de wegzijde te brengen. Dit zal meestal voor een hele straat of een rij woningen hetzelfde zijn.

 

Bij het wijzigen van het hemelwaterscheidingsgebied houdt het college rekening met het Programma Water en Riolering dat vastgesteld wordt in 2023. Dit plan bezit een wettelijke basis en is in elke gemeente aanwezig, omdat de Wet milieubeheer dit in artikel 4.22 verplicht stelt.

 

Artikel 4 Toezichthouders

In artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt aangegeven dat onder toezichthouder wordt verstaan: een natuurlijk persoon, die bij of krachtens een wettelijk voorschrift is belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Een persoon die aangewezen is als toezichthouder, beschikt in beginsel over alle in afdeling 5.2 van de Awb opgenomen bevoegdheden.

Naar boven