Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordoostpolder 2022

De raad van de gemeente Noordoostpolder;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 november 2022, no. 22.0001708;

 

gezien het advies van de raadscommissie samenlevingszaken van 28 november 2022;

 

gezien het advies van Participatieraad Sociaal Domein van 30 september 2022;

 

gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, 2.1.4a eerste, tweede, vierde en zesde lid, 2.1.4b tweede lid, 2.1.5 eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6 vierde lid, en 2.6.6 eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 5.4 Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, alsmede gelet op artikel 156 van de Gemeentewet;

 

overwegende dat het van groot belang is dat de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 zorgvuldig en correct wordt uitgevoerd, dat een aanvraag om een maatwerkvoorziening mondeling kan worden ingediend en dat de algemene voorziening wasservice wijzigingen in de verordening nodig maken;

 

besluit vast te stellen de:

 

Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordoostpolder 2022

Artikel I

De Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordoostpolder 2022 wordt gewijzigd als volgt:

 

A. Artikel 3.1 wordt gewijzigd als volgt:

Er wordt een nieuw lid 3 ingevoerd luidende: Het college kan een mondeling verzoek van de cliënt aanmerken als aanvraag.

De leden 3 tot en met 6 worden vernummerd tot de leden 4 tot en met 7.

 

B. Artikel 9.7 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 9.7 Hoogte persoonsgebonden budget beschermd wonen

  • 1.

    De hoogte van het persoonsgebonden budget voor beschermd wonen is toereikend voor het beschermd wonen in een goedgekeurde accommodatie met bijbehorend toezicht.

  • 2.

    De hoogte van het persoonsgebonden budget bij een indicatie voor beschermd wonen wordt vastgesteld op basis van de feitelijke situatie als de cliënt de indicatie niet verzilverd in een accommodatie.

Artikel 9.7 Hoogte persoonsgebonden budget beschermd wonen

  • 1.

    De hoogte van het persoonsgebonden budget voor beschermd wonen wordt bepaald door de indicatiestelling beschermd wonen.

  • 2.

    Het tarief is maximaal 90% van het desbetreffende tarief voor zorg in natura minus de zogenaamde Normatieve Huisvestingscomponent (NHC). Met het van toepassing zijnde tarief kan cliënt individuele begeleiding, groepsbegeleiding, dagbesteding en toezicht bekostigen.

  • 3.

    Het college stelt de tarieven vast in het Besluit.

 

C. Artikel 10.2 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 10.2 Maatwerkvoorziening beschermd wonen

  • 1.

    De cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor beschermd wonen met inachtneming van de toepasselijke regels van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (landelijk).

  • 2.

    De bijdrage in de kosten is ook verschuldigd gedurende tijdelijke afwezigheid uit de accommodatie voor beschermd wonen.

Artikel 10.2 Maatwerkvoorziening beschermd wonen en opvang

  • 1.

    De cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor beschermd wonen met inachtneming van de toepasselijke regels van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (landelijk).

  • 2.

    De bijdrage in de kosten is ook verschuldigd gedurende tijdelijke afwezigheid uit de accommodatie voor beschermd wonen.

  • 3.

    De cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor maatschappelijke opvang indien deze één etmaal of langer wordt gebruikt. De bijdrage wordt geïnd door de aanbieder met inachtneming van de toepasselijke regels van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (landelijk).

 

D. Artikel 10.3 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 10.3 Kostprijs

  • 1.

    De kostprijs van de maatwerkvoorziening voor:

    • a.

      hulpmiddel: de huur- of koopprijs die het college verschuldigd is aan de aanbieder waaronder eventueel bijkomende kosten zoals instandhoudingskosten;

    • b.

      hulpmiddel: de kosten op basis van een door het college goedgekeurde offerte;

    • c.

      woningaanpassing: de kosten volgens het Programma van Eisen.

  • 2.

    De kostprijs van een persoonsgebonden budget is gelijk aan het bedrag van het persoonsgebonden budget in de betreffende budgetperiode.

Artikel 10.3 Kostprijs

  • 1.

    De kostprijs van de maatwerkvoorziening voor:

    • a.

      hulpmiddel: de huur- of koopprijs die het college verschuldigd is aan de aanbieder waaronder eventueel bijkomende kosten zoals instandhoudingskosten;

    • b.

      hulpmiddel: de kosten op basis van een door het college goedgekeurde offerte;

    • c.

      woningaanpassing: de kosten volgens het Programma van Eisen.

  • 2.

    De kostprijs van een persoonsgebonden budget is gelijk aan het bedrag van het persoonsgebonden budget in de betreffende budgetperiode.

  • 3.

    De kostprijs van de algemene voorziening wasservice: de kosten die het college verschuldigd is aan de aanbieder minus de bijdrage in de kosten die cliënten verschuldigd zijn.

 

E. Er wordt een nieuw artikel 10.5 toegevoegd luidend als volgt:

 

Artikel 10.5 algemene voorziening wasservice

  • 1.

    De cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor het gebruik van de wasservice.

  • 2.

    De hoogte van de bijdrage voor de wasservice is gebaseerd op de kosten voor wassen en drogen volgens de Nibud prijzengids. Het college stelt die bedragen vast in het Besluit.

  • 3.

    De bijdrage in de kosten wordt geïnd door de aanbieder.

F. Artikel 15.2 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 15.2 Indexering

Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en de op deze verordening berustende vigerende Besluit geldende bedragen verhogen of verlagen aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie, zoals bepaald in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (landelijk).

Artikel 15.2 Indexering

Het college kan jaarlijks per 1 januari de bedragen in het Besluit verhogen of verlagen.

Artikel II Overgangsrecht

Artikel 10.5 en daarmee de beoordeling of de algemene voorziening wasservice een passende oplossing is, is niet van toepassing op aanvragen die voor 1 januari 2023 zijn ingediend en waarop bij inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist.

Artikel III Inwerkingtreding

Deze Verordening treedt in werking op 1 januari 2023.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 12 december 2022.

De griffier,

de voorzitter,

Toelichting op de Verordening voor het wijzigen van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordoostpolder 2022

De Toelichting op de Verordening voor het wijzigen van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordoostpolder 2022 wordt gewijzigd als volgt. De gewijzigde onderdelen bij de toelichting op de verordening sluiten aan bij de gewijzigde onderdelen van de hiervoor beschreven wijzigingen van de verordening.

 

Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordoostpolder 2022

De Algemene toelichting wordt gewijzigd als volgt: Aan het einde van de algemene toelichting en vóór het woord artikelsgewijs wordt ná invoeging van een witregel de volgende zin toegevoegd:

 

Met ingang van 1 januari 2023 is in Noordoostpolder een algemene voorziening wasservice gerealiseerd voor cliënten die niet zelf of met hulp van anderen in staat zijn tot het wassen en drogen van kleding en ander wasgoed.

 

Artikel I, onderdeel A

De toelichting op het derde lid, vierde lid en vijfde en zesde lid wordt vernummerd tot vierde lid, vijfde lid en zesde en zevende lid. Ná de toelichting op het eerste en tweede lid wordt de volgende tekst ingevoegd.

 

Derde lid

In dit lid is de bevoegdheid van het college opgenomen om een mondeling verzoek van een cliënt als aanvraag aan te merken.

 

Gewijzigde toelichting artikel 4.1

 

Aan de toelichting op artikel 4.1 eerste lid aanhef en onder b wordt de volgende tekst toegevoegd.

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Eerste lid aanhef en onder b

-

Eerste lid aanhef en onder b

In overeenstemming met het te voeren beleid en de vaste rechtspraak geldt dat strijkvrije kleding als algemeen gebruikelijke voorziening wordt aangemerkt (CRVB:2019:2585 RBMNE:2020:1866). Dat betekent dat geen indicatie wordt afgegeven voor het strijken van de was, tenzij dat om gezondheidsredenen noodzakelijk is.

 

Ná de toelichting op artikel 4.1 eerste lid aanhef en onder b wordt de volgende tekst ingevoegd.

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

-

Eerste lid aanhef en onder d

Met ingang van 1 januari 2023 is de algemene voorziening wasservice gerealiseerd. Deze bestaat uit het wassen en drogen van de was die door de aanbieder bij de cliënt wordt opgehaald en weer thuisgebracht. Het college beoordeelt tijdens het onderzoek ná de melding van de ondersteuningsvraag of de wasservice een geschikte oplossing is.

 

Artikel I, onderdeel B

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 9.7 Hoogte persoonsgebonden budget beschermd wonen

 

Tweede lidVoor situaties zoals bedoeld in dit lid bepaalt het college de hoogte van het pgb op basis van de aangewezen ondersteuning. De werkwijze is dan net als bij de indicatie voor ambulante ondersteuning als bedoeld in hoofdstuk 6 van de verordening.

Artikel 9.7 Hoogte persoonsgebonden budget beschermd wonen

 

Tweede lidVoor situaties zoals bedoeld in dit lid bepaalt het college de hoogte van het pgb op basis van de aangewezen ondersteuning. Het tarief is een percentage van het ZIN-tarief zonder de normatieve huisvestigingscomponent.

 

Derde lid

Spreekt voor zich, behoeft geen toelichting.

 

Artikel I, onderdeel C

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 10.2 Maatwerkvoorziening beschermd wonen

Artikel 10.2 Maatwerkvoorziening beschermd wonen en opvang

Spreekt voor zich, behoeft geen nadere toelichting. Het is aan het college om te bepalen wat onder tijdelijk als bedoeld in het tweede lid wordt verstaan.

Dit artikel schrijft voor dat de cliënt een bijdrage in de kosten is verschuldigd voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang. Het betreft 24-uurs verblijfsvoorzieningen. Het is aan het college om te bepalen wat onder tijdelijk als bedoeld in het tweede lid wordt verstaan.

 

Artikel I, onderdeel D

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 10.3 Kostprijs

De kostprijs is (mede) bepalend voor de bijdrage in de kosten die de cliënt verschuldigd is. Die mag niet meer bedragen dan de kostprijs. Dit is met name van belang als de kostprijs lager is dan het wettelijke maximale tarief (abonnementstarief). Opgemerkt wordt dat er niet snel sprake zal zijn van hulpmiddelen en woningaanpassingen die qua kosten lager zijn dan het abonnementstarief. De kostprijs van het pgb is gelijk aan de hoogte van het pgb in de budgetperiode.

Artikel 10.3 Kostprijs

De kostprijs is (mede) bepalend voor de bijdrage in de kosten die de cliënt verschuldigd is. Die mag niet meer bedragen dan de kostprijs. Dit is met name van belang als de kostprijs lager is dan het wettelijke maximale tarief (abonnementstarief). Opgemerkt wordt dat er niet snel sprake zal zijn van hulpmiddelen en woningaanpassingen die qua kosten lager zijn dan het abonnementstarief. De kostprijs van het pgb is gelijk aan de hoogte van het pgb in de budgetperiode. De kostprijs van de wasservice is hoger dan de bijdrage die cliënten betalen voor het gebruik. Niet alle kosten die de gemeente heeft worden aan cliënten via de bijdrage doorberekend (zie art. 10.5)

 

Artikel I, onderdeel E

-

Artikel 10.5 Algemene voorziening wasservice

De hoogte voor de bijdrage in de kosten voor de wasservice is gebaseerd op de kosten voor wassen en drogen die ieder huishouden heeft volgens de Nibud prijzengids. Het Nibud is een onafhankelijk kennis- en adviescentrum op het gebied van huishoudfinanciën en stelt daar normbedragen over vast. De aanbieder van de wasservice int de bijdrage.

 

Naar boven