Titel 1
|
Algemene
dienstverlening
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 1
|
Burgerlijke stand
|
|
|
1.1.1
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in het gemeentehuis van Rijssen:
|
|
|
1.1.1.1
|
op maandag en woensdag tussen 9.30 en 17.00 uur en op dinsdag, donderdag en vrijdag tussen 9.00 en 17.00 uur
|
€
|
460,00
|
1.1.1.2
|
op een andere dag, of een ander tijdstip, behoudens op maandag en woensdag tussen 9.00 en 9.30 uur
|
€
|
701,00
|
1.1.2
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een
|
|
|
|
partnerschap in 1 van de overige door de gemeente aangewezen locaties
|
|
|
1.1.2.1
|
op maandag tot en met vrijdag tussen 10.00 en 17.00 uur
|
€
|
349,00
|
1.1.2.2
|
op een andere dag of een ander tijdstip
|
€
|
590,00
|
|
N.B. de huur voor de overige locaties moet op de locatie zelf worden voldaan.
|
|
|
1.1.3
|
De tarieven bedragen voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik wordt gemaakt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte, zoals die zijn opgenomen onder de onderdelen 1.1.1 en 1.1.2
|
|
|
1.1.4
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:
|
|
|
1.1.4.1
|
een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering
|
€
|
50,00
|
1.1.4.2
|
een trouwboekje of partnerschapsboekje in een luxe uitvoering
|
€
|
64,50
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2
|
Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
|
|
|
1.2.
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:
|
|
|
1.2.1
|
van een nationaal paspoort:
|
|
|
1.2.1.1
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€
|
77,85
|
1.2.1.2
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€
|
58,85
|
1.2.2
|
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):
|
|
|
1.2.2.1
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€
|
77,85
|
1.2.2.2
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€
|
58,85
|
1.2.3
|
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):
|
|
|
1.2.3.1
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€
|
77,85
|
1.2.3.2
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€
|
58,85
|
1.2.4
|
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen
|
€
|
58,85
|
1.2.5
|
van een Nederlandse identiteitskaart:
|
|
|
1.2.5.1
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€
|
70,35
|
1.2.5.2
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€
|
37,95
|
1.2.6
|
van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon
|
€
|
34,25
|
1.2.7
|
voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen
|
€
|
53,00
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3
|
Rijbewijzen
|
|
|
1.3.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs
|
€
|
44,65
|
1.3.2
|
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt:
|
|
|
1.3.2.1
|
bij een spoedlevering vermeerderd met
|
€
|
34,10
|
1.3.2.2
|
bij een aanvraag in verband met (beschadiging of) vermissing van een eerder afgegeven rijbewijs vermeerderd met
|
€
|
22,30
|
1.3.3
|
De verhogingen genoemd in onderdeel 1.3.2 zijn in voorkomend geval cumulatief verschuldigd
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4
|
Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen
|
|
|
1.4.1
|
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4 wordt onder 1 verstrekking verstaan verstrekking van 1 of meer gegevens omtrent 1 persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.
|
|
|
1.4.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking of (gezins-) uittreksel
|
€
|
8,65
|
1.4.3
|
Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder 1 verstrekking verstaan verstrekking van 1 of meer gegevens omtrent 1 persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen
|
|
|
1.4.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking of (gezins-)uittreksel
|
€
|
8,65
|
,
|
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, lid 2, van het Besluit basisregistratie personen
|
€
|
7,50
|
1.4.6
|
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier
|
€
|
26,10
|
1.4.7
|
Het op grond van subonderdeel 1.4.6 verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5
|
Verstrekkingen uit het Kiezersregister
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6
|
Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7
|
Bestuursstukken
|
|
|
|
N.V.T.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 8
|
Vastgoedinformatie
|
|
|
1.8.1
|
Het tarief bedraagt voor:
|
|
|
1.8.1.1
|
het verstrekken van informatie aan makelaars met betrekking tot bodemverontreiniging
|
€
|
52,50
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 9
|
Overige publiekszaken
|
|
|
1.9
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
1.9.1
|
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag
|
€
|
41,35
|
1.9.2
|
tot het legaliseren van een handtekening
|
€
|
8,65
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 10
|
Gemeentearchief
|
|
|
1.10.1
|
Het tarief bedraagt voor het voor het op verzoek doen van naspeuring in het
|
|
|
|
gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier
|
€
|
26,10
|
1.10.2
|
Het op grond van subonderdeel 1.10.1 verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 11
|
Huisvestingswet
|
|
|
|
N.V.T.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 12
|
Leegstandwet
|
|
|
1.12.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
1.12.1.1
|
tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, lid 1, van de Leegstandwet
|
€
|
210,00
|
1.12.2.2
|
tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld
|
|
|
|
in artikel 15, lid 9, van de Leegstandwet
|
€
|
104,00
|
1.12.2
|
Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1.12.1.1 en 1.12.1.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. (Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.)
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 13
|
Verordening op de verblijfsrecreatie
|
|
|
|
N.V.T.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 14
|
Marktstandplaatsen
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 15
|
Winkeltijdenwet
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 16
|
Kansspelen
|
|
|
1.16.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:
|
|
|
1.16.1.1
|
voor een periode van 12 maanden voor 1 kansspelautomaat
|
€
|
56,50
|
1.16.1.2
|
voor een periode van 12 maanden voor 2 of meer kansspelautomaten, voor de 1e kansspelautomaat
|
€
|
56,50
|
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat
|
€
|
34,00
|
1.16.1.3
|
voor 1 kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan 4 jaar of voor onbepaalde tijd
|
€
|
226,50
|
1.16.1.4
|
voor 2 of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan 4 jaar of voor onbepaalde tijd, voor de 1e kansspelautomaat
|
€
|
226,50
|
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat
|
€
|
136,00
|
1.16.2
|
De subonderdelen 1.16.1.1 en 1.16.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan 12 maanden maar ten hoogste 4 jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.
|
|
|
1.16.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)
|
€
|
52,50
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 17
|
Kabel- en leidingwerken
|
|
|
1.17.1
|
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van instemmingsbesluit of vergunning voor de uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Rijssen-Holten 2016
|
€
|
393,00
|
1.17.1.1
|
In verband met het herstel van tegel-, klinker- en sierbestratingen alsmede gesloten verhardingen en bermen en gazons, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, wordt een vergoeding berekend en in rekening gebracht: overeenkomstig de actuele tarieventabel behorend bij de Richtlijn Tarieven (graaf-) werkzaamheden Telecom van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
|
|
|
1.17.1.2
|
Bij werkzaamheden in groenvoorzieningen zal de groenvoorziening in overleg met de gemeente door een erkend groenbedrijf, op kosten van de aanvrager, hersteld worden.
|
|
|
1.17.1.3
|
Indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
1.17.2
|
Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 1.17.1.3 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de 5e werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze 5e werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 18
|
Verkeer en vervoer
|
|
|
1.18
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
1.18.1
|
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990
|
€
|
52,50
|
1.18.2
|
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van het Regeling voertuigen
|
€
|
52,50
|
1.18.3
|
tot het verkrijgen van een Gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)
|
|
|
1.18.3.1
|
als geen medische keuring noodzakelijk is
|
€
|
57,00
|
1.18.3.2
|
als wel een medische keuring noodzakelijk is
|
€
|
161,00
|
1.18.4
|
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 10 van de Wegenverkeerswet 1994
|
€
|
26,10
|
1.18.5
|
tot het wijzigen van een verleende ontheffing als bedoeld in artikel 149, lid 1, sub d van de Wegenverkeerswet 1994
|
€
|
17,40
|
1.18.6
|
tot het onttrekken van een weg of weggedeelte aan het openbaar verkeer als bedoeld in artikel 11 van de Wegenwet
|
€
|
1.261,00
|
1.18.7
|
tot wijziging/herziening van de Wegenlegger
|
€
|
2.201,00
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 19
|
Kinderopvang
|
|
|
1.19.1
|
Het tarief bedraagt voor van het in behandeling nemen van een aanvraag om registratie in het Landelijk Register (LRK):
|
|
|
1.19.1.1
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op een gastouderopvang
|
€
|
280,00
|
1.19.1.2
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op een tweede of volgende locatie
|
€
|
|
1.19.2.1
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op een eerste gastouderbureau, kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang
|
€
|
558,00
|
1.19.2.2
|
Indien het een tweede of volgende locatie betreft
|
€
|
866,00
|
1.19.3
|
Als een wijziging leidt tot een onderzoek na registratie van de GGD indien het een kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang betreft, geldt eenzelfde tarief als genoemd in onderdeel 1.19.2.2
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 20
|
Diversen
|
|
|
1.20.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
|
|
|
1.20.1.1
|
afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina
|
€
|
0,55
|
1.20.1.2
|
kaarten of tekeningen dan wel kopieën daarvan per kaart, tekening of kopie, voor de eerste afdruk, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen
|
|
|
1.20.1.2.1
|
formaat A4 of kleiner, per bladzijde
|
€
|
2,10
|
1.20.1.2.2
|
in formaat A3, per bladzijde
|
€
|
4,20
|
1.20.2
|
kaarten en tekeningen dan wel kopieën daarvan, al dan niet behorend bij de in de subonderdelen 1.20.1.1 en 1.20.1.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of kopie
|
€
|
14,80
|
1.20.3
|
kaarten of tekeningen dan wel kopieën daarvan per kaart, tekening of kopie, voor elke extra afdruk
|
|
|
1.20.3.1
|
formaat A4 of kleiner, per bladzijde
|
€
|
0,45
|
1.20.3.2
|
in formaat A3, per bladzijde
|
€
|
0,90
|
1.20.4
|
Kaarten of tekeningen, dan wel kopieën daarvan, al dan niet behorend bij de in onderdeel 1.20.3 genoemde stukken voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of kopie
|
€
|
3,50
|
1.20.5
|
Als de informatieverstrekking in de onderdelen 1.20.1 tot en met 1.20.4 plaatsvindt in digitale vorm zijn dezelfde tarieven van toepassing voor zover handelingen moeten worden verricht zoals het scannen of bewerken van documenten.
|
|
|
|
|
|
|
Titel 2
|
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 1
|
Begripsomschrijvingen
|
|
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
|
2.1.1.1
|
aanlegkosten:
|
|
|
|
de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;
|
|
|
2.1.1.2
|
bouwkosten:
|
|
|
|
de som van de bedragen die volgt uit toepassing van de door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen 'Bouwkostennormen Rijssen-Holten 2023' op de aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit. Als de bouwkostennormen niet voorzien in het bouwwerk of in de bouwactiviteit waarop de aanvraag betrekking heeft, wordt onder bouwkosten verstaan de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald, exclusief BTW, voor het tot stand brengenvan het bouwwerk of de bouwactiviteiten waarop de aanvraag betrekking heeft. Voor toepassing van de 'Bouwkostennormen Rijssen-Holten 2023' worden het aantal meters (m), vierkante meters (m²) en kubieke meters (m³) als volgt berekend: m: de lengte van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, zijnde de grootste afmeting van het bouwwerk; m²: de oppervlakte van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, gemeten langs de buitenomtrek; m³: de inhoud van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, gemeten langs de buitenomtrek.
|
|
|
2.1.1.3
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2
|
Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
|
|
|
2.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
2.2.1
|
tot beoordeling van een principeverzoek/schetsplan
|
€
|
250,00
|
2.2.2
|
verhoogd met de kosten van het voor de aanvraag uitgebrachte advies omtrent welstand.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3
|
Omgevingsvergunning
|
|
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.3.1.1.1
|
indien de bouwkosten niet meer dan € 200.000 bedragen:
|
|
2,40%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€
|
217,00
|
2.3.1.1.2
|
vermeerderd met
|
|
1,85%
|
|
van het deel van de bouwkosten van € 200.000,- tot en met € 500.000,-;
|
|
|
|
en
|
|
1,60%
|
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten de € 500.000,- te boven gaan.
|
|
|
2.3.1.1.3
|
indien de bouwkosten niet meer bedragen dan € 1.000,-
|
€
|
123,00
|
|
|
|
|
2.3.1.2
|
Welstandstoets
|
|
|
2.3.1.2.1
|
De verschuldigde leges op grond van onderdeel 2.3.1 worden, indien toetsing aan welstandscriteria moet plaatsvinden, verhoogd met de kosten van het voor de omgevingsvergunning uitgebrachte advies omtrent welstand.
|
|
|
|
Deze kosten bedragen voor het
|
|
‰ van de
|
|
deel van de bouwkosten dat ligt
|
|
bouwkosten
|
|
tussen € 0,00 tot en met € 230.000,00
|
|
3
|
|
tussen € 230.000,00 tot en met € 455.000,00
|
|
1/2
|
|
tussen € 455.000,00 tot € 680.000,00
|
|
1/4
|
|
boven € 680.000,00
|
|
1/8
|
|
De kosten, berekend overeenkomstig dit onderdeel, worden op gehele euro's naar boven afgerond.
|
|
|
2.3.1.2.2
|
Het minimumtarief bedraagt
|
€
|
75,00
|
2.3.1.2.3
|
Voor ieder volgend advies voor dezelfde omgevingsvergunning geldt
|
€
|
75,00
|
|
|
|
|
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
2.3.1.4
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:
|
|
50%
|
|
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
2.3.2.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanleg- activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€
|
549,00
|
2.3.2.2
|
Indien de aanvraag om een aanlegvergunning uitsluitend betrekking heeft op het verwijderen van houtopstand bedragen de leges voor het in behandeling nemen van het verzoek, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€
|
121,00
|
|
|
|
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit/aanlegactiviteit
|
|
|
2.3.3
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit/aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a en b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
|
|
|
wordt het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met:
|
€
|
210,00
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):
|
|
|
|
wordt het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met:
|
€
|
314,00
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
|
|
|
wordt het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met:
|
€
|
4.494,00
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
|
|
|
wordt het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met:
|
€
|
N.V.T.
|
2.3.3.5
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
|
|
|
wordt het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met:
|
€
|
429,00
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
|
|
|
wordt het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met:
|
€
|
429,00
|
2.3.3.7
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
|
|
|
wordt het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met:
|
€
|
429,00
|
|
|
|
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€
|
731,00
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking) voor zover dit geen evenementen betreft:
|
€
|
941,00
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€
|
4.494,00
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€
|
N.V.T.
|
2.3.4.5
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€
|
429,00
|
2.3.4.6
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€
|
429,00
|
2.3.4.7
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€
|
429,00
|
2.3.4.a
|
Melding planologisch gebruik Crisis- en Herstelwet
|
|
|
|
Indien een melding betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 7c lid 5 Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€
|
0,00
|
2.3.4.b
|
Aanvraag planologisch strijdig gebruik Crisis- en herstelwet
|
|
|
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 7c lid 13 Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€
|
4.494,00
|
|
|
|
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken van bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
|
2.3.5.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte:
|
|
|
|
van 0 t/m 500 m²
|
€
|
730,00
|
|
groter dan 500 m² met maximaal 3 bouwlagen
|
€
|
915,00
|
|
groter dan 500 m² met meer dan 3 bouwlagen
|
€
|
993,00
|
2.3.5.2
|
een aanvraag van een verklaring van overdracht van omgevingsvergunning aan de nieuwe gebruiker
|
€
|
105,00
|
2.3.5.3
|
Indien een aanvraag om ontheffing of vergunning tijdens de behandeling door de aanvrager wordt ingetrokken of wordt geweigerd, worden de volgens subonderdeel 2.3.5.1 berekende leges met 50% verminderd.
|
|
|
2.3.5.4
|
Indien voor een aanvraag voor het verstrekken van een omgevingsvergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een bouwwerk extern advies ingewonnen dient te worden, worden de verschuldigde leges verhoogd met deze advieskosten. De meer verschuldigde leges worden door middel van een door of namens burgemeester en wethouders op te stellen begroting van kosten ter kennis gebracht aan de aanvrager. Voor de toepassing van dit artikel wordt een aanvraag in behandeling genomen op de 5e werkdag na de dag waarop de begroting van de kosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.6
|
Sloopactiviteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of de Erfgoedverordening gemeente Rijssen-Holten 2018, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.3.6.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:
|
|
|
|
indien de inhoud van het te slopen pand (of gedeelte daarvan):
|
|
|
|
minder is dan 50 m³ en/of de aanvraag uitsluitend betrekking heeft op het verwijderen van asbest
|
€
|
446,00
|
|
50 m³ of meer bedraagt, met sloopveiligheidsplan
|
€
|
603,00
|
|
50 m³ of meer bedraagt, zonder sloopveiligheidsplan
|
€
|
446,00
|
|
|
|
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
2.3.7.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
indien de inhoud van het te slopen pand (of gedeelte daarvan):
|
|
|
2.3.7.1.1
|
minder is dan 50 m³ en/of de aanvraag uitsluitend betrekking heeft op het verwijderen van asbest
|
€
|
446,00
|
2.3.7.1.2
|
50m3 of meer bedraagt, met sloopveiligheidsplan
|
€
|
603,00
|
2.3.7.1.3
|
50m3 of meer bedraagt, zonder sloopveiligheidsplan
|
€
|
446,00
|
|
|
|
|
2.3.10
|
Kappen
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, lid 1, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met de 'Kapverordening gemeente Rijssen-Holten 2017', bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€
|
121,00
|
|
|
|
|
2.3.12
|
Natura 2000-activiteiten
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijk ordening (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoeld activiteiten:
|
€
|
418,00
|
|
|
|
|
2.3.13
|
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€
|
418,00
|
|
|
|
|
2.3.14
|
Andere activiteiten
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
|
2.3.14.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€
|
418,00
|
2.3.14.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€
|
418,00
|
2.3.14.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:
|
€
|
418,00
|
2.3.14.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.15
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.15.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
|
2.3.15.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.16
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk wordt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld, verhoogd met:
|
|
|
2.3.16.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€
|
105,00
|
2.3.16.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
€
|
105,00
|
|
|
|
|
2.3.17
|
Advies
|
|
|
2.3.17.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.3.17.2
|
Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.18
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
2.3.18.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
€
|
261,00
|
2.3.18.1.1
|
indien een ander bestuursorgaan dan de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.3.18.2
|
Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.18.1.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4
|
Vermindering
|
|
|
2.4.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om beoordeling principeverzoek/schetsplan als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het principeverzoek/schetsplan of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning, als bedoeld in hoofdstuk 3. Dit met uitzondering van de welstandsleges, bedoeld in onderdeel 2.2.2
|
|
|
2.4.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt:
|
|
|
2.4.2.1
|
bij 5 tot 10 activiteiten:
|
|
2%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
|
2.4.2.2
|
bij 10 tot 15 activiteiten:
|
|
3%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
|
2.4.2.3
|
bij 15 of meer activiteiten:
|
|
5%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5
|
Teruggaaf
|
|
|
2.5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
2.5.1.1
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 1 maand na het in behandeling nemen ervan maar voor het verlenen van de vergunning
|
|
75%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
|
2.5.1.2
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken na een termijn van 1 maand na het in behandeling nemen ervan maar voor het verlenen van de vergunning
|
|
50%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
|
2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onder- delen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
|
50%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges
|
|
|
2.5.3
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
2.5.3.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
50%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges
|
|
|
2.5.3.2
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
2.5.4
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
2.5.4.1
|
Een bedrag minder dan € 217,00 wordt niet teruggegeven.
|
€
|
217,00
|
2.5.4.2
|
De welstandsleges als bedoeld in onderdeel 2.3.1.2 worden niet teruggegeven.
|
|
|
2.5.5
|
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
|
2.5.6
|
Teruggaaf als gevolg van buiten behandeling laten van een aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
2.5.6.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 buiten behandeling stelt, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
75%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges
|
|
|
|
met dien verstande dat ten minste een bedrag van € 217,00 is verschuldigd.
|
€
|
217,00
|
2.5.7
|
Teruggaaf aanvraag planologisch strijdig gebruik Crisis- en herstelwet in verband met zonnepanelen in veldopstelling voor de eigen energiebehoefte zoals bedoeld in artikel 2.3.4.b
|
|
|
2.5.7.1
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.3.4.b en ziet op het realiseren van zonnepanelen in veldopstelling voor de eigen energiebehoefte bedraagt de teruggave:
|
|
85%
|
|
van de op grond van dat onderdeel voor betreffende activiteit verschuldigde leges met dien verstande dat een bedag van minder dan € 217,00 niet wordt teruggegeven.
|
€
|
217,00
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6
|
Intrekking omgevingsvergunning
|
|
|
|
N.V.T.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7
|
Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
|
|
2.7
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
€
|
217,00
|
2.7.1
|
Verrekening als gevolg van afwijking eerder ingediend bouwplan
|
|
|
|
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan, waarvoor al een vergunning is verleend, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in onderdeel 2.3.1.1, met dien verstande dat zij niet minder zullen bedragen dan
|
€
|
217,00
|
|
Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld van een nieuw bouwplan sprake is.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 8
|
Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
|
|
2.8.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€
|
5.749,00
|
2.8.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€
|
4.180,00
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 9
|
Bouwvergunning eerste of tweede fase op grond van oude wetgeving
|
|
(vervallen)
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 10
|
In deze titel niet benoemde beschikking
|
|
|
2.10.1
|
Advies derden
|
|
|
|
Indien bij de beoordeling van aanvragen om vergunning als bedoeld in dit hoofdstuk adviezen worden ingewonnen van externe adviseurs, waaronder een ruimtelijke onderbouwing wordt opgesteld door een extern adviseur, wordt het verschuldigde legesbedrag verhoogd met een bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van aanvragen om vergunning van de aanvrager of melder meegedeelde externe advieskosten. Het extra recht dat wordt geheven is gelijk aan het - uit een begroting blijkend - bedrag dat de adviserende organisatie de gemeente in rekening zal brengen. De aanvraag wordt niet eerder in behandeling genomen dan de vijfde dag nadat de begroting ter kennis is gebracht van de aanvrager.
|
|
|
2.10.2
|
Als in verband met de wijziging van het bestemmingsplan een verzoek om hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder moet worden ingediend dan worden de leges verhoogd met:
|
|
|
|
- indien de aanvraag betrekking heeft op een project
|
€
|
2.244,00
|
|
- indien de aanvraag betrekking heeft op 1 woning
|
€
|
1.122,00
|
2.10.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
€
|
217,00
|
|
|
|
|
Titel 3
|
Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 1
|
Horeca
|
|
|
3.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
|
3.1.1
|
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet
|
€
|
157,00
|
3.1.2
|
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke Verordening gemeente Rijssen-Holten 2010
|
€
|
52,50
|
3.1.3
|
In afwijking van het bepaalde in onderdeel 3.1.1 bedraagt het tarief, wanneer de aanvraag betrekking heeft op een paracommerciële instelling
|
€
|
210,00
|
3.1.4
|
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, lid 4 van de Alcoholwet
|
€
|
52,50
|
3.1.5
|
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet
|
€
|
52,50
|
3.1.6
|
een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, lid 2 van de Alcoholwet
|
€
|
52,50
|
3.1.7
|
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet
|
€
|
34,90
|
|
Evenementen als bedoeld in artikel 2:24 van de APV zijn hiervan uitgezonderd.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2
|
Organiseren van evenementen of markten en overig APV
|
|
|
3.2.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor de verkoop van vuurwerk als bedoeld in artikel 2.72 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Rijssen-Holten 2010
|
€
|
34,80
|
|
Evenementen als bedoeld in artikel 2:24 van de APV zijn hiervan uitgezonderd.
|
|
|
3.2.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het innemen van een standplaats als bedoeld in artikel 5.18 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Rijssen-Holten 2010
|
€
|
52,50
|
3.2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, lid 3 van de Zondagswet
|
€
|
8,60
|
|
Evenementen als bedoeld in artikel 2:24 van de APV zijn hiervan uitgezonderd.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3
|
Seksbedrijven
|
|
|
|
N.V.T.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4
|
Huisvestingswet 2014
|
|
|
|
N.V.T.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5
|
Marktstandplaatsen
|
|
|
|
N.V.T.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6
|
Winkeltijdenwet
|
|
|
|
N.V.T.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7
|
In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
|
|
|
3.7.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag ter verkrijging van een vergunning op grond van de "Kapverordening gemeente Rijssen-Holten 2017"
|
€
|
121,00
|
3.7.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking, voor ieder daaraan besteed half uur
|
€
|
52,50
|