Artikel
|
Omschrijving
|
Vast tarief
|
Variabel tarief
|
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
|
aanlegkosten:
|
|
2.1.1.1
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten, die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting niet inbegrepen.
|
|
|
bouwkosten:
|
|
2.1.1.2
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke relatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting niet inbegrepen.
|
|
|
vooroverleg:
|
|
2.1.1.3
|
in ieder geval een principeverzoek, legalisatieonderzoek en conceptaanvraag.
|
|
|
Wabo:
|
|
2.1.1.4
|
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
|
|
|
APV:
|
|
2.1.1.5
|
Algemene plaatselijke verordening Wassenaar 2022
|
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
2.90.1
|
Overige directe kosten
|
|
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg
|
2.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
2.2.1
|
om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is:
|
|
|
2.2.1.1.1
|
indien géén sprake is van bouwactiviteiten (artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo): en tevens geen sprake van de activiteit 'planologisch strijdig gebruik' (artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo) van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld
|
|
25,00%
|
2.2.1.1.2
|
met een minimum van
|
€ 546,00
|
|
2.2.1.1.3
|
Indien er sprake is van bouwactiviteiten (artikel 2.1, eerste lid onder a, van de Wabo) en geen sprake is van de activiteit "planologisch strijdig gebruik" (artikel 2.1. eerste lid, onder c, van de Wabo), leges op basis van de staffel zoals genoemd bij artikel 2.2.1.2
|
|
|
|
Dit bedrag wordt verhoogd met:
|
|
|
|
indien de bouwkosten minder dan € 50.000 bedragen
|
€ 620,00
|
|
|
indien de bouwkosten € 50.000 of meer, maar minder dan € 100.000 bedragen
|
€ 930,00
|
|
|
indien de bouwkosten € 100.000 of meer, maar minder dan € 200.000 bedragen
|
€ 1.241,00
|
|
|
indien de bouwkosten € 200.000 of meer, maar minder dan € 500.000 bedragen
|
€ 1.550,00
|
|
|
indien de bouwkosten € 500.000 of meer bedragen
|
€ 1.860,00
|
|
|
van de op grond van artikel 2.3.4 verschuldigde leges
|
|
|
2.2.1.2
|
indien sprake is van de activiteit ‘planologisch strijdig gebruik’ (artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo) waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit (artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo): van de op grond van artikel 2.3.3 verschuldigde leges (exclusief de verhoging voor de bouwactiviteit conform artikel 2.3.1)
|
|
50,00%
|
|
Dit bedrag wordt verhoogd met:
|
|
|
|
indien de bouwkosten minder dan € 50.000 bedragen
|
€ 620,00
|
|
|
indien de bouwkosten € 50.000 of meer, maar minder dan € 100.000 bedragen
|
€ 930,00
|
|
|
indien de bouwkosten € 100.000 of meer, maar minder dan € 200.000 bedragen
|
€ 1.241,00
|
|
|
indien de bouwkosten € 200.000 of meer, maar minder dan € 500.000 bedragen
|
€ 1.550,00
|
|
|
indien de bouwkosten € 500.000 of meer bedragen
|
€ 1.860,00
|
|
|
van de op grond van artikel 2.3.4 verschuldigde leges
|
|
|
2.2.1.4
|
indien sprake is van de activiteit ‘planologisch strijdig gebruik’ (artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo) waarbij niet tevens sprake is van een bouwactiviteit (artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo):
|
|
50,00%
|
2.2.2
|
Onder het houden van vooroverleg wordt in ieder geval verstaan het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is, het beoordelen van een principeverzoek of een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning of het beoordelen van een legalisatieonderzoek.
|
|
|
2.90.2
|
Overige directe kosten
|
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen en adviezen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.1.1
|
een promillage van de bouwkosten van
|
|
51,70‰
|
2.3.1.2
|
met een minimumbedrag van
|
€ 57,30
|
|
2.3.1.3
|
indien een vergunning op meer dan 10 woningen betrekking heeft:
|
|
|
|
voor de eerste tien woningen het verschuldigde recht overeenkomstig het onder 2.3.1.1. genoemde tarief
|
|
|
|
en in afwijking van dit tarief voor het aantal woningen boven tien:
|
|
|
|
voor de 11e t/m 50e woning, een promillage van van de bouwkosten van het aantal woningen
|
|
45,90‰
|
|
voor de 51e t/m 100e woning, een promillage van van de bouwkosten van het aantal woningen
|
|
41,70‰
|
|
voor het aantal woningen boven de 100e een promillage van van de bouwkosten van het aantal woningen boven de 100.
|
|
36,10‰
|
|
In geval de woningen van verschillende grootte of van een verschillend type zijn, wordt voor de berekening van het verschuldigde recht uitgegaan van de gemiddelde bouwkosten per woning, verkregen door het aantal woningen te delen op de totale bouwkosten.
|
|
|
2.3.1.4
|
Voor een van rechtswege verleende omgevingsvergunning is voor wat betreft de activiteit bouwen uitsluitend het onder 2.3.1.1 t/m 2.3.1.3 genoemde van toepassing.
|
|
|
2.3.1.5
|
Voor het in behandeling nemen van een verzoek om een omgevingsvergunningsvrij bouwwerk als bedoeld in de Wabo en deze (vooraf) te laten toetsen door de Commissie Welstand en Cultureel Erfgoed bedraagt het tarief
|
€ 49,25
|
|
2.3.1.6
|
Indien de werkelijke aanleg- of bouwkosten na het gereedkomen van de werkzaamheden afwijken van de volgens 2.1.1.1 en/ of 2.1.1.2 vastgestelde bedragen, zijn over het verschil afzonderlijk leges verschuldigd. Het verschuldigde bedrag wordt berekend door op de werkelijke aanleg- of bouwkosten het desbetreffende tarief toe te passen en vervolgens de reeds geheven leges als voorheffing in mindering te brengen.
|
|
|
2.3.1.6.1
|
In rekening gebrachte advertentiekosten die zijn gemaakt voor een voorgeschreven publicatie worden niet gerestitueerd.
|
|
|
2.3.1.7
|
In afwijking van het bepaalde in de onderdelen 2.3.1.1 tot en met 2.3.1.3 worden voor een aanvraag voor het plaatsen van zonnepanelen geen leges geheven. Indien zonnepanelen onderdeel uitmaken van een aanvraag om een omgevingsvergunning, bestaande uit meer onderdelen dan uitsluitend die zonnepanelen, dan worden voor de vaststelling van het legesbedrag de bouwkosten van de zonnepanelen buiten beschouwing gelaten.
|
|
|
Welstandstoets
|
|
2.3.1.8
|
Voor de beoordeling van de aanvraag om een omgevingsvergunning door de Commissie Welstand en Cultureel erfgoed worden de overeenkomstig onder onderdeel 2.3.1 berekende tarieven als volgt verhoogd.
|
|
|
2.3.1.8.1
|
Bij door het bevoegd gezag vastgestelde kosten van bouwen, vernieuwen, veranderen of uitbreiden, waartoe vergunning wordt gevraagd, de gehele afwerking inbegrepen, van:
|
|
|
|
|
€ 62,95
|
|
|
- b.
€ 2.500,00 of meer, doch minder dan € 5.000,00 vermeerderd met een promillage van de bouwkosten boven de € 2.500,00
|
€ 62,95
|
11,10‰
|
|
- c.
of meer, doch minder dan € 25.000,00 vermeerderd met een promillage van de bouwkosten boven de €5.000,00
|
€ 92,15
|
5,90‰
|
|
- d.
€ 25.000,00 of meer, doch minder dan € 250.000,00 vermeerderd met een promillage van de bouwkosten boven de € 25.000,00
|
€ 213,00
|
1,80‰
|
|
- e.
€ 250.000,00 of meer vermeerderd met een promillage van de bouwkosten boven de € 250.000,00
|
€ 635,00
|
0,20‰
|
|
met een maximum van
|
€ 2.095,00
|
|
Advies agrarische beoordelingscommissie
|
|
2.3.1.9
|
Onverminderd het bepaalde in 2.3.1 worden indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische beoordelingscommissie nodig is, de werkelijke kosten hiervan in rekening gebracht.
|
|
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
2.3.1.10
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en 2.3.2 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouw- dan wel aanlegactiviteit
|
€ 966,00
|
|
Aanlegactiviteiten
|
|
2.3.2
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
48,80‰
|
|
van de aanlegkosten, met een minimum van:
|
€ 161,00
|
|
|
welk bedrag wordt verhoogd met een bedrag van indien advertentiekosten moeten worden gemaakt
|
€ 709,00
|
|
|
Het bepaalde onder 2.3.1.6 is van overeenkomstige toepassing.
|
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
2.3.3
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1⁰, van de Wabo wordt toegepast
|
€ 316,00
|
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2⁰, van de Wabo wordt toegepast
|
€ 663,00
|
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3⁰, van de Wabo wordt toegepast
|
€ 6.243,00
|
|
|
vermeerderd met 0,01% van de bouwkosten
|
|
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast
|
€ 2.340,00
|
|
2.3.3.5
|
n.v.t.
|
|
|
2.3.3.6
|
n.v.t.
|
|
|
2.3.3.7
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast
|
€ 556,00
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
2.3.4
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1⁰, van de Wabo wordt toegepast
|
€ 316,00
|
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2⁰, van de Wabo wordt toegepast
|
€ 663,00
|
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3⁰, van de Wabo wordt toegepast
|
€ 6.243,00
|
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast
|
€ 2.340,00
|
|
2.3.4.5
|
n.v.t.
|
|
|
2.3.4.6
|
n.v.t.
|
|
|
2.3.4.7
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast
|
€ 556,00
|
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
2.3.5
|
|
|
|
2.3.5.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, inhoudende toestemming tot het in gebruik nemen van een bouwwerk of inrichting met het oog op de brandveiligheid is een basistarief verschuldigd van:
|
€ 592,00
|
|
2.3.5.2
|
Voor het verlenen van een vergunning als hier bedoeld, wordt het hiervoor onder 2.3.5.1 genoemde bedrag verhoogd voor inrichtingen met een oppervlakte tussen:
|
|
|
|
0 t/m 200 m2 met
|
€ 302,00
|
|
|
201 t/m 500 m2 verhoogd met een vast bedrag
|
€ 302,00
|
|
|
+ een bedrag per m2 boven 200 m2
|
€ 1,95
|
|
|
501 t/m 2.000 m2 verhoogd met een vast bedrag
|
€ 899,00
|
|
|
+ een bedrag per m2 boven 500 m2
|
€ 0,75
|
|
|
2.001 t/m 5.000 m2 verhoogd met een vast bedrag
|
€ 2.028,00
|
|
|
+ een bedrag per m2 boven 2.000 m2
|
€ 0,35
|
|
2.3.5.2.5
|
groter dan 5.000 m2 verhoogd met een vast bedrag
|
€ 3.079,00
|
|
2.3.5.2.5.1
|
+ een bedrag per m2 boven 5.000 m2
|
€ 0,20
|
|
2.3.5.2.5.2
|
met een maximum van
|
€ 4.197,00
|
|
2.3.5.3
|
Voor een controle naar aanleiding van een melding op grond van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo met nevenactiviteiten bedraagt het tarief
|
€ 188,00
|
|
2.3.5.4
|
Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het opmaken van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder d, van de Wabo, inhoudende een tijdelijke toestemming tot het in gebruik nemen van een bouwwerk of inrichting bedraagt het tarief: Dit bedrag wordt vermeerderd met:
|
€ 242,00
|
|
2.3.5.4.1
|
indien de omgevingsvergunning wordt aangevraagd voor een maximale duur van 7 x 24 uur ten behoeve van:
|
|
|
|
0 t/m 150 personen
|
€ 161,00
|
|
|
151 t/m/ 250 personen
|
€ 322,00
|
|
|
251 t/m 1.000 personen
|
€ 635,00
|
|
|
meer dan 1.000 personen
|
€ 805,00
|
|
2.3.5.4.2
|
indien de omgevingsvergunning wordt aangevraagd voor een gebruik van langer dan 7 x 24 uur, doch niet langer dan zes maanden
|
€ 966,00
|
|
2.3.5.4.3
|
voor een hercontrole van een inrichting waarvoor een vergunning als hierboven onder 2.3.5.4 is afgegeven, indien niet voldaan is aan naleving van de vergunningvoorschriften vermeld in deze vergunning
|
€ 161,00
|
|
2.3.5.5
|
Indien een aanvraag om een vergunning als bedoeld onder 2.3.5.1. en 2.3.5.4:
|
|
|
|
- a.
wordt ingetrokken, voordat daarop is beschikt, kan op verzoek een teruggaaf van 50% van verschuldigde leges worden verleend.
|
|
|
|
- b.
wordt afgewezen, kan op verzoek een teruggaaf van 50% van de verschuldigde leges worden verleend.
|
|
|
|
- c.
niet-ontvankelijk wordt verklaard, kan op verzoek een teruggaaf van 75% van de betaalde leges worden verleend.
|
|
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads-of dorpsgezichten
|
|
2.3.6
|
|
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 10 van de Erfgoedverordening Wassenaar 2016, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.3.6.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument
|
€ 255,00
|
|
2.3.6.1.2
|
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht
|
€ 255,00
|
|
2.3.6.2
|
Het tarief onder 2.3.6.1.1 en 2.3.6.1.2 wordt verhoogd met
|
€ 107,00
|
|
2.3.6.2.1
|
indien de procedure publicatie voorschrijft en advertentiekosten moeten worden gemaakt.
|
|
|
2.3.6.3
|
Indien de beoordeling van de onder 2.3.6.1 bedoelde aanvraag door de Commissie Welstand en Cultureel erfgoed vereist is wordt het hiervoor onder 2.3.6.1.1 en 2.3.6.1.2 bedoelde tarief verhoogd overeenkomstig de in artikel 2.3.1.7 vermelde berekeningswijze.
|
|
|
2.3.6.4
|
Het onder 2.3.6.3 vermelde is niet van toepassing indien op basis van een andere vergunningplichtige activiteit reeds het onder artikel 2.3.1.7 genoemde in rekening wordt gebracht
|
|
|
2.3.6.5
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of van de Erfgoedverordening Wassenaar 2016, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 322,00
|
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
2.3.7
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 322,00
|
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
2.3.8
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening Wassenaar 2022 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief een promillage van:
|
|
48,80‰
|
|
van de aanlegkosten met een minimum van
|
€ 161,00
|
|
|
welk bedrag wordt verhoogd met een bedrag van
|
€ 710,00
|
|
|
indien advertentiekosten worden gemaakt
|
|
|
Uitweg / inrit
|
|
2.3.9
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening Wassenaar 2022 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 349,00
|
|
2.3.9.1
|
In het geval het hiervoor bedoelde verzoek wordt afgewezen, wordt een teruggaaf van de geheven leges verleend van
|
€ 80,50
|
|
Kappen
|
|
2.3.10
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening Wassenaar 2022 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.10.1
|
indien de aanvraag betrekking heeft op 1 (één) boom
|
€ 174,00
|
|
2.3.10.2
|
indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 1 (één) boom
|
€ 174,00
|
|
|
welk bedrag wordt verhoogd met een bedrag van
|
€ 34,65
|
|
|
voor elke boom boven het aantal van 1 (één)
|
|
|
|
met een maximum verhoging van
|
€ 312,00
|
|
Handelsreclame
|
|
2.3.11
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:15 van de Algemene plaatselijke verordening Wassenaar 2022 een vergunning of ontheffing is vereist, en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1 (bouwactiviteit), bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.11.1
|
indien de activiteit bestaat uit het maken of voeren van die handelsreclame bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder h, van de Wabo:
|
€ 40,05
|
|
2.3.11.2
|
Indien verzoeken om omgevingsvergunning (reclame) bedoeld onder 2.3.11.1 om advies wordt voorgelegd aan de Commissie Welstand en Cultureel erfgoed wordt het hiervoor genoemd bedrag verhoogd met
|
€ 53,50
|
|
Opslag van roerende zaken
|
|
2.3.12
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente Wassenaar, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening Wassenaar 2022 een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.12.1
|
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:
|
€ 241,00
|
|
2.3.12.2
|
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:
|
€ 241,00
|
|
Natura 2000-activiteiten
|
|
2.3.13.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 483,00
|
|
2.3.13.2
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in de Wet Natuurbescherming in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:
|
€ 483,00
|
|
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)
|
|
2.3.14
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 483,00
|
|
Andere activiteiten
|
|
2.3.15
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
|
2.3.15.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 161,00
|
|
2.3.15.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.15.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:
|
€ 40,05
|
|
2.3.15.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
2.3.16
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.16.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
|
2.3.16.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
2.3.17
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag:
|
|
|
2.3.17.1
|
indien het bodemrapport uitsluitend een vooronderzoek naar het historisch gebruik naar de bodemgesteldheid betreft
|
€ 121,00
|
|
2.3.17.2
|
indien het bodemrapport uitsluitend een verkennend onderzoek als bedoeld in de bouwverordening en/of Ministeriele regeling omgevingsrecht betreft
|
€ 483,00
|
|
2.3.17.3
|
indien het bodemrapport een verkennend en nader onderzoek als bedoeld in de bouwverordening en/of Ministeriele regeling omgevingsrecht betreft
|
€ 805,00
|
|
2.3.17.4
|
indien het bodemrapport een verkennend en nader onderzoek als bedoeld in de bouwverordening en/of Ministeriele regeling omgevingsrecht betreft
|
€ 121,00
|
|
Advies
|
|
2.3.18.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.3.18.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.19
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
|
2.3.19.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven
|
€ 6.242,00
|
|
2.3.19.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 322,00
|
|
2.90.3
|
Overige directe kosten
|
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
|
2.4
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot ten hoogste het bedrag dat verschuldigd is voor het verlenen van een omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.
|
|
|
2.90.4
|
Overige directe kosten
|
|
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevings-vergunning voor bouw-,aanleg-, sloop- of kapactiviteiten
|
|
2.5.1
|
Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6, 2.3.7, 2.3.8, 2.3.9 en 2.3.10, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
2.5.1.1
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen 4 weken na het in behandeling nemen ervan een percentage van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
75,00%
|
2.5.1.2
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken na het in behandeling nemen ervan een percentage van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
50,00%
|
2.5.1.3
|
In rekening gebrachte advertentiekosten die zijn gemaakt voor voorgeschreven publicatie(s) worden niet gerestitueerd.
|
|
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
2.5.2.1
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 3 jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt 25% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
|
2.5.2.2
|
In rekening gebrachte advertentiekosten die zijn gemaakt voor voorgeschreven publicatie(s) en in rekening gebrachte bedragen voor uitgebrachte externe adviezen worden niet gerestitueerd.
|
|
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
2.5.3.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt een percentage van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
50,00%
|
2.5.3.2
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
Minimum bedrag voor teruggaaf
|
|
2.5.4
|
n.v.t.
|
|
|
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.5.5
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
|
Teruggaaf als gevolg van buiten behandeling stellen aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
2.5.6
|
Als de gemeente op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht besluit om de in behandeling genomen aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6, 2.3.7 en 2.3.9 niet verder te behandelen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 75% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
|
2.90.5
|
Overige directe kosten
|
|
|
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
|
2.6.1
|
Niet van toepassing
|
|
|
2.90.6
|
Overige directe kosten
|
|
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
2.7
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.5 onder 6, van de Wabo, bedraagt het tarief minimaal
|
€ 88,50
|
|
|
tenzij door de afwijking de bouwkosten met meer dan € 4.000 stijgen, in welk geval een bedrag berekend wordt naar een promillage van
|
|
21,80‰
|
|
over de meerkosten ten opzichte van de bouwkosten bij de omgevingsvergunning 1e fase
|
|
|
2.90.7
|
Overige directe kosten
|
|
|
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
2.8.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 26.060,00
|
|
2.8.2
|
In het geval de aanvrager bij de hiervoor onder 2.8.1 bedoelde aanvraag zelf een compleet concept-bestemmingsplan aanlevert, bedraagt het tarief, in afwijking van het hiervoor onder 2.8.1 genoemde tarief
|
€ 7.868,00
|
|
2.8.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6 en volgende, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 14.425,00
|
|
2.8.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het nemen van een projectbesluit ex artikel 2.1, lid 1, onder c, van de Wabo
|
€ 26.060,00
|
|
2.8.5
|
Het tarief bedraagt voor het vaststellen van een exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 4.682,00
|
|
2.90.8
|
Overige directe kosten
|
|
|