Verordening tot wijziging van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020 – najaar 2022

[Dit wijzigingsbesluit zal vanwege de verschillende data van inwerkingtreding in twee verschillende publicaties verwerkt worden. In dit Gemeenteblad zullen de wijzigingen van artikel I en V verwerkt worden.]

De raad van de gemeente Leiden:

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (Raadsvoorstel RV 22.0068 van 18 oktober 2022), gelet op de artikel 149 van de Gemeentewet en de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020, mede gezien het advies van de commissie Stedelijke Ontwikkeling,

BESLUIT:

Artikel I Wijziging van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020, met uitzondering van de wijzigingen met betrekking tot de inwerkingtreding van de Omgevingswet

De Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020 wordt als volgt gewijzigd:

• A. In artikel 1.2, eerste, tweede en derde lid, artikel 1.4, eerste lid, artikel 2.1.2.1, artikel 2.2.1.2, tweede lid, artikel 2.3.1.1, tweede lid, artikel 2.3.2.1, vierde lid, artikel 2.3.3.3, tweede lid, artikel 2.4.1.2, tweede lid, artikel 3.2.3.1, eerste lid, artikel 3.2.3.2, derde lid, artikel 3.4.1.4, eerste lid, artikel 3.4.1.5, eerste lid, artikel 3.4.1.6, derde lid, artikel 3.4.2.1, derde lid, artikel 3.4.2.4, tweede lid, artikel 3.4.3.3, artikel 3.4.3.7, tweede lid, artikel 3.4.4.1, derde lid, artikel 3.4.4.3, tweede lid, artikel 3.4.4.8, eerste lid, artikel 3.4.5.1, tweede lid, artikel 3.4.5.3, elfde lid en zeventiende lid, artikel 3.4.6.4, eerste lid, artikel 3.4.9.1, derde lid, artikel 3.4.10.1, tweede lid, artikel 3.4.10.2, tweede lid, derde lid en vierde lid, artikel 3.6.1.6, eerste lid en derde lid, artikel 3.6.1.9, tweede lid, artikel 3.6.1.11, vierde lid, artikel 3.6.1.12, tweede lid, artikel 3.6.1.13, eerste lid, artikel 3.6.2.1, eerste lid, artikel 3.6.2.2, eerste lid, artikel 4.2.1.2, tweede lid, artikel 5.1.1.1, eerste lid, artikel 5.1.1.2, tweede lid, artikel 7.1.2.8, tweede en derde lid, worden de hoofdletters direct na de letter van de sub vervangen door kleine letters.

• B. In artikel 1.2, vijfde lid, wordt de tweede ‘is' verwijderd.

• C. In artikel 1.3 aanhef wordt “ (aanhalingstekens) vervangen door : (dubbele punt).

• D. In artikel 2.1.2.2, eerste lid onder d, wordt ‘vergunning’ vervangen door ‘vergunningen’ en ‘verordeningen’ door ‘verordening’.

• E. In artikel 2.3.1.1, tweed lid, wordt in de aanhef ‘staat’ vervangen door ‘staan’.

• F. In artikel 2.3.1.1, tweede lid, sub a wordt ‘beschermde’ verwijderd.

• G. Artikel 2.3.1.1, tweede lid, sub b komt te luiden: b. de locatie en kadastrale gegevens van het gemeentelijk monument, de datum van de aanwijzing en een beschrijving van het gemeentelijk monument;

• H. In de titel van paragraaf 2.3.2, in de titel van artikel 2.3.2.1, in artikel 2.3.2.1, eerste lid, tweede lid en derde lid, in artikel 2.3.2.3, eerste lid en tweede lid, in artikel 2.3.2.6, derde en vierde lid, in artikel 3.5.1.1, eerste lid en tweede lid, sub a en b, in de titel van artikel 6.1.2.1, in artikel 6.1.2.1, in de titel van paragraaf 6.2.1 en in artikel 6.2.1.1, eerste lid, wordt ‘beschermd’ verwijderd.

• I. In artikel 2.3.2.1, eerste lid, artikel 2.3.2.3, eerste lid en tweede lid en artikel 6.1.2.1 wordt ‘of terrein’ verwijderd.

• J. Artikel 2.3.2.4, derde lid vervalt.

• K. In artikel 2.3.3.1, tweede lid, wordt ‘kunnen’ vervangen door ‘kan’.

• L. In artikel 2.3.3.3, eerste lid, wordt ‘artikel 16, eerste lid’ vervangen door ‘artikel 2.3.3.1’.

• M. In artikel 2.4.1.1, tweede lid, wordt ‘lid 3’ vervangen door ‘het derde lid’.

• N. In artikel 2.4.1.1, derde lid, aanhef, wordt achter Aanwijzing en bescherming bomen Leiden het jaartal ‘2021’ gevoegd.

• O. In artikel 2.4.1.1, derde lid, sub b wordt het cijfer 3 vervangen door ‘drie’ en in sub d wordt het cijfer 10 vervangen door ‘tien’.

• P. In artikel 2.4.1.2, eerste lid, wordt ‘(2018)’ verwijderd.

• Q. Artikel 2.4.1.2, tweede lid, komt te luiden: 2. Een boom is in ieder geval onderdeel van een waardevolle boomstructuur als deze vermeld staat als boomstructuur of laan op de Kaart met Waardevolle boomstructuren.

• R. Paragraaf 3.2.3 wordt vernummerd naar 3.2.2 en de artikel 3.2.3.1 tot en met 3.2.3.4 worden vernummerd naar artikel 3.2.2.1 tot en met 3.2.2.4.

• S. In artikel 3.2.2.3 (nieuw), eerste lid, wordt ‘3.2.3.2’ vervangen door ‘3.2.2.2’.

• T. In artikel 3.2.2.4 (nieuw), eerste lid, wordt ‘artikel 3.2.3.2 of 3.2.3.3’ vervangen door ‘artikel 3.2.2.2 of 3.2.2.3’.

• U. Artikel 3.3.1.4, vierde lid, komt te luiden: 4. Op de aanvraag om een ontheffing als bedoeld in het tweede lid is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.

• V. Voor ‘3.3.2 Overige milieubelastende activiteiten’ wordt ingevoegd: Paragraaf.

• W. In artikel 3.3.2.1, eerste lid, wordt ‘opheffing’ vervangen door ‘beëindiging’.

• X. Artikel 3.4.4.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. in het derde lid, sub b, wordt de . (punt) aan het einde van de zin vervangen door een ; (puntkomma)

  • 2. het achtste lid, komt te luiden: 8. Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

• Y. Artikel 3.4.4.2, vijfde lid, komt te luiden: 5. Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

• Z. Artikel 3.4.5.1, vierde lid, komt te luiden: 4. Op de aanvraag om een vergunning als bedoeld in het eerste lid is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.

• AA. De titel van artikel 3.4.6.1 komt te luiden: ‘Verbod handelsreclame (APV)’ en het artikel komt te luiden:

  • 1. Het is niet toegestaan om op, in of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken met een opschrift, aankondiging of afbeelding als daardoor het verkeer in gevaar wordt gebracht of ernstige hinder voor de omgeving ontstaat.

  • 2. Het is zonder vergunning niet toegestaan om handelsreclame te maken, te laten maken, aan te brengen of te laten aanbrengen in de gevallen als nader door het college bepaald.

  • 3. Het verbod uit het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Activiteitenbesluit milieubeheer.

• AB. Artikel 3.4.6.2, tweede lid, komt te luiden: 3. Op de aanvraag om een ontheffing als bedoeld in het tweede lid is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

• AC. Artikel 3.4.6.3, derde lid, sub k, komt te luiden: k. monumenten in de zin van de Erfgoedwet en deze verordening.

• AD. Artikel 3.4.6.3, twintigste lid, komt te luiden: 20. Het bepaalde in het elfde tot en met het vijftiende, en het zeventiende lid is niet van toepassing op monumenten in de zin van de Erfgoedwet en deze verordening.

• AE. In artikel 3.4.6.4, eerste lid, sub a, wordt . (punt) vervangen door ; (puntkomma).

• AF. Artikel 3.4.7.1, vijfde lid, komt te luiden: 5. Op de aanvraag om een ontheffing als bedoeld in het tweede lid is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.

• AG. Artikel 3.4.7.2, derde lid, komt te luiden: 3. Op de aanvraag om een ontheffing als bedoeld in het tweede lid is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.

• AH. In artikel 3.4.7.6, eerste lid, wordt verwijderd de tweede: te parkeren.

• AI. Artikel 3.4.7.6, zesde lid, komt te luiden: 6. Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

• AJ. Artikel 3.4.7.9 vervalt.

• AK. In artikel 3.4.7.10, eerste lid, wordt ‘op te heffen’ vervangen door ‘te beëindigen’.

• AL. Artikel 3.4.9.1, zesde lid, komt te luiden: 6. Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.

• AM. Artikel 3.4.10.1, eerste lid, komt te luiden: 1. Het is niet toegestaan op enig terrein, anders dan een weg, met een motorvoertuig of bromfiets te crossen buiten wedstrijdverband, een wedstrijd, trainings- of proefrit te houden, voor te bereiden of daaraan deel te nemen of een motorvoertuig of bromfiets daar aanwezig te hebben met het doel dat te doen.

• AN. In artikel 3.4.10.2, derde lid, sub a, wordt de . (punt) aan het einde van de zin vervangen door ; (puntkomma).

• AO. Artikel 3.4.11.2 komt te luiden: Artikel 3.4.11.2 Mandaatverboden (Marktverordening) De bevoegdheid om een vergunning te verlenen of in te trekken als bedoeld in deze paragraaf kan niet worden gemandateerd aan een toezichthouder afdeling handhaving openbare ruimte. De dagplaatsvergunning kan als uitzondering hierop wel aan een toezichthouder afdeling handhaving openbare ruimte worden gemandateerd.

• AP. In artikel 3.4.11.3, eerste lid, sub c, wordt ‘vergunninghouders’ vervangen door ‘vergunninghouder’.

• AQ. In artikel 3.4.11.8, tweede lid, sub a, wordt de , (komma) vervangen door ; (puntkomma).

• AR. In artikel 3.4.11.8, tweede lid, sub b, in artikel 3.4.11.9, zesde lid en in artikel 3.4.11.16 wordt ‘marktmeester’ vervangen door ‘toezichthouder afdeling handhaving openbare ruimte’.

• AS. In artikel 3.4.11.15, tweede lid, wordt ‘lid 1’ vervangen door ‘het eerste lid’.

• AT. Voor de tekst van artikel 3.6.1.1 wordt een ‘1’ geplaatst en vervolgens wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende: 2. Op de activiteiten zoals opgenomen in deze paragraaf is het beleidskader met afwegingen voor aanwijzing en bescherming bomen Leiden 2021 van toepassing.

• AU. In artikel 3.6.1.2, tweede lid, artikel 3.6.1.3, vierde lid, artikel 3.6.1.4, derde lid, artikel 3.6.1.5, tweede lid, artikel 3.6.1.6, eerste lid, sub c en artikel 4.1.1.1, onder b, wordt ‘Plantenziektenwet’ vervangen door ‘Plantgezondheidswet’.

• AV. In de titel van artikel 3.6.1.3 wordt ‘van’ verwijderd.

• AW. In artikel 3.6.1.3, eerste lid, wordt ‘voor’ verwijderd en de . (punt) vervangen door ; (puntkomma).

• AX. Artikel 3.6.1.3, tweede lid, vervalt en in het derde lid vervalt ‘, ook met inachtneming van het tweede lid’.

• AY. Artikel 3.6.1.3, vierde lid, wordt ‘en tweede’ vervangen door ‘lid’.’

• AZ. In artikel 3.6.1.4, tweede lid, wordt ‘artikel 3.6.1.8, lid 2, sub f’ vervangen door ‘artikel 3.6.1.8, tweede lid, onder f’ en ‘artikel 3.6.1.4, lid 1’ wordt vervangen door ‘artikel 3.6.1.4, eerste lid’.

• BA. In artikel 3.6.1.4, vierde lid, wordt ‘3’ vervangen door ‘drie’ en wordt ‘artikel 3.6.1.10, lid 2’ vervangen door ‘artikel 3.6.1.10, tweede lid’.

• BB. Artikel 3.6.1.5, eerste lid, komt te luiden: 1. Het is niet toegestaan om zonder vergunning van het college in het kader van een activiteit zoals bedoeld in afdeling 3.2 en 3.4 van deze verordening een houtopstand met een omtrek van 45 centimeter, gelijkstaand aan een diameter van 14 centimeter, of groter in openbaar toegankelijke ruimte of in ruimte die na de ontwikkelactiviteiten wordt overgedragen naar de openbaar toegankelijke ruimte, te vellen of te doen vellen.

• BC. In artikel 3.6.1.6, eerste lid, sub b en c, wordt de . (punt) vervangen door ; (puntkomma). Een nieuw sub wordt toegevoegd, luidende: d. een houtopstand met een omtrek van 45 centimeter, gelijkstaand aan een diameter van 14 centimeter, of kleiner.

• BD. Achter artikel 3.6.1.6, derde lid, sub c, wordt de . (punt) vervangen door ; (puntkomma).

• BE. In de titel van artikel 3.6.1.9 wordt ‘beschermde’ verwijderd.

• BF. Artikel 3.6.1.6, tweede lid, sub b komt te luiden: b. de reden van de aanvraag verband houdt met mogelijke gevaarzetting en/of overlast en dit niet voldoende gemotiveerd wordt aangetoond;

• BG. In artikel 3.6.1.9, tweed lid, sub c, wordt achter ‘Aanwijzing en bescherming bomen Leiden’ het jaartal 2021 gevoegd.

• BH. In artikel 3.6.1.10, derde lid, in artikel 3.6.1.11, tweede lid en in artikel 3.6.1.11, vierde lid, sub d, wordt achter ‘Bomenfonds’ toegevoegd: als bedoeld in paragraaf 5.1.1.

• BI. In artikel 3.6.1.10, vijfde lid, wordt ‘n’ vervangen door ‘in’.

• BJ. In artikel 3.6.1.11, derde lid, wordt ‘artikel 3.6.1.10 lid 2’ vervangen door ‘artikel 3.6.1.10, tweede lid’.

• BK. Artikel 3.6.1.12, tweede lid, sub d komt te luiden: d. indien een houtopstand geveld wordt in verband met een ruimtelijke ontwikkeling: een omschrijving van de groeiplaats (bovengronds en ondergronds) met onderbouwing dat deze groeiplaats van voldoende kwalitatieve waarde is om de te herplanten houtopstand, conform het gestelde wenselijke eindbeeld ter plaatse, duurzaam te handhaven;

• BL. Artikel 3.6.1.12, tweede lid, sub e komt te luiden: e. indien een houtopstand geveld wordt in verband met een ruimtelijke ontwikkeling: een beheerplan voor de eerste drie jaren, gerekend vanaf de aanplant, waarin onder andere de termijn voor de eerste aanplant, inboetperioden, aanwijzingen voor plantgatvoorbereiding, verzorging- en groeibevorderende maatregelen, welk plantmateriaal, welke soort, de stamomtrek en het aantal is opgenomen;

• BM. Artikel 3.6.2.1, eerste lid, onder b, komt als volgt te luiden: b. binnen de bebouwde kom op een openbare plaats als die hond niet is aangelijnd;

• BN. Artikel 3.6.2.1, eerste lid, onder c, komt als volgt te luiden: c. buiten de bebouwde kom op een door het college aangewezen plaats als die hond niet is aangelijnd;

• BO. Artikel 3.6.2.1, eerste lid, sub c, wordt vernummerd naar sub d.

• BP. In artikel 3.6.2.1, derde lid, wordt ‘het eerste lid, aanhef en onder a en b’ vervangen door ‘het eerste lid, aanhef en onder a tot en met c’.

• BQ. Artikel 3.6.2.2, tweede lid, komt als volgt te luiden: 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder a, is niet van toepassing voor de bijenhouder die rechthebbende is op de woningen of gebouwen als bedoeld in dat lid.

• BR. Artikel 3.6.2.2, derde lid, komt als volgt te luiden: 3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder b, is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Omgevingsverordening van de provincie Zuid-Holland.

• BS. Artikel 3.6.2.2, vijfde lid, komt als volgt te luiden: 5. Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

• BT. Artikel 4.1.1.2, eerste lid, komt te luiden: 1. Bij kabel- en/of leidingwerkzaamheden in de nabijheid van bomen wordt de minimale graafafstand tot stabiliteitskluit conform de actuele versie van het Handboek Bomen van het Norminstituut Bomen in acht genomen.

• BU. In artikel 4.1.1.2, tweede lid, wordt verwijderd: (Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen).

• BV. In artikel 4.1.1.3, vierde lid, wordt ‘de Richtlijnen NVTB (Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen)’ vervangen door ‘de Richtlijnen NVTB of het Handboek Bomen van het Norminstituut Bomen’.

• BW. In artikel 5.1.1.3, tweede lid, wordt ‘artikel 3.6.1.12 Lid 2a’ vervangen door ‘artikel 3.6.1.12, tweede lid, onder a’.

• BX. Artikel 6.1.1.1 vervalt.

• BY. Artikel 7.1.1.2 vervalt.

• BZ. Artikel 7.1.1.4 komt te luiden: Artikel 7.1.1.4 Onmiddellijke verwijdering (Marktverordening)

  Het college kan, onverminderd het bepaalde in artikel 7.1.2.4, een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten onmiddellijk van de markt te vertrekken als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog, of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.

• CA. In artikel 7.1.2.2, eerste lid, wordt ‘lid 2’ vervangen door ‘tweede lid’.

• CB. Na artikel 7.1.2.5 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

  Artikel 7.1.2.6 Strafbepaling APV

  • 1. Overtreding van het bij of krachtens de in paragraaf 3.1.2, 3.3.1, 3.3.2, 3.4.4 tot en met 3.4.10 en 3.6.2 en artikel 4.2.1.1 bepaalde en de op grond van artikel 3.1.2.2 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie, met uitzondering van de artikelen genoemd in het tweede lid.

  • 2. Overtreding van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en de daarbij op grond van artikel 3.1.2.2 gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie: artikel 3.4.4.1 en 3.4.4.8.

• CC. Artikel 7.1.2.8 wordt vernummerd naar artikel 7.1.2.7.

• CD. Artikel 7.2.1.3 komt te luiden:

  Artikel 7.2.1.3 Overgangsrecht bouwen

• De artikelen in paragraaf 3.2.1 gelden als Bouwverordening in de zin van artikel 8 van de Woningwet .

• CE. Artikel 7.3.1.2 tweede lid, komt te luiden: 2. Paragraaf 3.2.2 en artikel 7.1.2.5 vervallen op 1 juli 2024 en worden dan herzien.

• CF. In Bijlage 1 wordt, onder vernummering van de overige begrippen, het volgende begrip toegevoegd: Bebouwde kom: het gebied binnen de grenzen die zijn vastgesteld op grond van artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994.

• CG. In Bijlage 1 komt het begrip ‘marktmeester’ te vervallen.

• CH. In Bijlage 1 worden de volgende begrippen gewijzigd:

  • het begrip ‘Beschermd gemeentelijk monument’ wordt als volgt gewijzigd:

    Gemeentelijk monument: Een onroerende zaak die deel uitmaakt van cultureel erfgoed en die is aangewezen op grond van deze verordening en:

    • a. een zaak betreft die van algemeen belang is vanwege haar schoonheid, betekenis voor de wetenschap of (cultuur)historische waarde, of;

    • b. een terrein betreft dat van algemeen belang is vanwege de aanwezigheid van overblijfselen, voorwerpen of andere sporen dat mensen daar in het verleden zijn geweest, met inbegrip van die overblijfselen, voorwerpen en sporen;

  • de definitie van ‘handelsreclame’ komt te luiden: Handelsreclame: Iedere openbare aanprijzing van goederen en/of diensten en/of activiteiten, waarmee kennelijk wordt beoogd een commercieel belang te dienen;

  • de definitie van ‘reclameaanduiding’ komt te luiden: Reclameaanduiding: Elk opschrift, aankondiging of afbeelding op, aan of in een onroerende of roerende zaak, die gericht is op het maken van handelsreclame;

  • de definitie van ‘rijksmonument’ komt te luiden: Rijksmonument: Monument of archeologisch monument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet.

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel III Wijziging van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020, met betrekking tot de inwerkingtreding van de Omgevingswet

De Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020 wordt als volgt gewijzigd:

• A. Artikel 2.3.3.1, tweede lid, komt te luiden: 2. Als een stadsgezicht is aanwezen op grond van artikel 2.34, vierde lid Omgevingswet of op grond van een provinciale verordening, kan deze niet worden aangewezen als gemeentelijk beschermd stadsgezicht.

• B. In artikel 2.3.3.3, tweede lid, sub a wordt ‘artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988’ vervangen door ‘artikel 2.34, vierde lid Omgevingswet’.

• C. Artikel 2.3.3.4 komt te vervallen.

• D. Artikel 3.1.2.1, derde lid, komt te luiden: 3. Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

• E. Aan artikel 3.1.2.2 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende: 3. Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

• F. Voor de bestaande tekst van artikel 3.1.2.3 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende: 2. Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

• G. Aan artikel 3.1.2.4 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende: 3. Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

• H. In artikel 3.2.1.3, vijfde lid, worden ‘, als bedoeld in artikel 2.23 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 5.16 van het Besluit omgevingsrecht,’ en ‘als bedoeld in artikel 2.5, onder d, van de Regeling omgevingsrecht’ verwijderd.

• I. Artikel 3.3.1.4, derde lid, komt te luiden: 3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de provinciale omgevingsverordening.

• J. Artikel 3.3.2.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. Het eerste lid, aanhef, komt te luiden: 1. In het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of beëindiging van overlast of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid is het niet toegestaan op door het college aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, in de open lucht of buiten de weg, de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:

  • 2. Het derde lid komt te luiden: 3. Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet of de Omgevingsverordening van de provincie Zuid-Holland.

• K. In artikel 3.4.1.4, eerste lid, sub b, wordt ‘bestemmingsplan’ gewijzigd in ‘omgevingsplan’.

• L. Artikel 3.4.4.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. Het tweede lid vervalt en de leden 3 tot en met 8 worden vernummerd tot 2 tot en met 7.

  • 2. Het derde lid (nieuw), onder f, komt te luiden: f. beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

  • 3. In het vierde (nieuw) tot en met zesde lid (nieuw) wordt ‘bedoeld in het derde lid’ vervangen door ‘bedoeld in het tweede lid’.

  • 4. De punt achter het zesde lid wordt vervangen door een komma en daarachter wordt toegevoegd: zoals die wet luidde direct voorafgaande aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

  • 5. Het zevende lid (nieuw) komt te luiden: 7. Op de aanvraag om een vergunning, niet zijnde een omgevingsvergunning, is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

• M. Artikel 3.4.4.2 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. Het tweede en vijfde lid vervallen en de leden 3 en 4 worden vernummerd tot 2 en 3.

  • 2. Het derde lid (nieuw) komt te luiden: 3. Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Wetboek van Strafrecht of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

• N. Artikel 3.4.4.3, derde lid, komt te luiden: 3. Het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

• O. Artikel 3.4.4.6, tweede lid, komt te luiden: 2. Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door hoofdstuk 10 van de Omgevingswet of de Verordening naamgeving van de openbare ruimte en nummering Leiden.

• P. Artikel 3.4.4.9, vijfde lid, komt te luiden: 5. Het verbod als bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

• Q. In artikel 3.4.5.1, derde lid, wordt de punt achter de zin vervangen door een komma en daarachter wordt toegevoegd: zoals die wet luidde direct voorafgaande aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

• R. Artikel 3.4.6.1, derde lid komt te luiden: 3. Het verbod uit het eerste lid is niet van toepassing in gevallen waarin een omgevingsvergunning is verleend en het gevaar en de hinder zijn betrokken bij de afweging.

• S. In artikel 3.4.6.3, derde lid, sub i, komt ‘voor de activiteit Bouwen als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht’ te vervallen.

• T. In artikel 3.4.6.3, negentiende lid, wordt ‘Welstands- en monumentencommissie’ vervangen door ‘Gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit’.

• U. Artikel 3.4.7.5, tweede lid, komt te luiden: 2. Het verbod is niet van toepassing situaties waarin wordt voorzien door de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

• V. Artikel 3.4.8.1, derde lid, komt te luiden: 3. Het verbod als bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening.

• W. Artikel 3.4.8.2, eerste lid, komt te luiden: 1. Het is niet toegestaan om kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat daarvoor in het omgevingsplan is bestemd of mede bestemd.

• X. Artikel 3.4.9.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. Het tweede lid komt te luiden: 2. Het college weigert de vergunning als deze in strijd met het omgevingsplan.

  • 2. Het vierde lid komt te luiden: 4. Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of de Omgevingsverordening van de provincie Zuid-Holland.

• Y. Artikel 3.4.10.1, derde lid, komt te luiden: 3. Het verbod als bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Omgevingswet, afdeling 3.9 van het Besluit activiteiten leefomgeving, de Zondagswet of het Besluit geluidproduktie sportmotoren.

• Z. In de titel van artikel 3.5.1.3 wordt ‘sloopvergunning’ vervangen door ‘omgevingsvergunning’.

• AA. Artikel 3.5.1.3, derde lid, komt te luiden: 3. Het eerste lid is niet van toepassing op het slopen als gevolg van een verplichting als bedoeld in de artikelen 13, 13a of 13b van de Woningwet of ingevolge een verplichting zoals gesteld in een maatwerkvoorschrift op grond van artikel 3.5 van het Besluit bouwwerken leefomgeving.

• AB. Artikel 3.6.2.2, derde lid komt te luiden: 3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder b, is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

• AC. Afdeling 5.2 vervalt.

• AD. Artikel 6.2.3.1 komt te luiden: Artikel 6.2.3.1 Advies van de Gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Leiden (Erfgoedverordening)

  • 1. Het college vraagt advies aan de Gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Leiden, voordat zij een besluit neemt op de aanvraag van de vergunning als bedoeld in artikel 3.5.1.3.

  • 2. Als de aanvraag betrekking heeft op een gemeentelijk archeologisch monument, dan betrekt de Gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Leiden een extern deskundig senior archeoloog bij haar advies.

• AE. Artikel 6.2.3.2 komt te luiden: Artikel 6.2.3.2 Advies omgevingsvergunning beschermd rijksmonument (Erfgoedverordening)

• Het college stuurt een afschrift van een ontvankelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor een rijksmonumentenactiviteit, conform artikel 16.15a, onder c, ten eerste Omgevingswet, direct door voor advies aan de Gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Leiden.

• AF. In artikel 7.1.2.3 wordt ‘Wet algemene bepalingen omgevingsrecht’ vervangen door ‘Omgevingswet’.

• AG. Artikel 7.2.1.3 vervalt.

• AH. In Bijlage 1 worden, onder vernummering van de overige begrippen, de volgende begrippen toegevoegd:

  • Activiteitenbesluit milieubeheer: Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

  • Beperkingengebiedactiviteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

  • Gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Leiden: De commissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Leiden 2023 (Verordening WML 2023) of in een opvolgende verordening.

• AI. In Bijlage 1 wordt, in de beschrijving van het begrip Bedrijfsvaartuig, ‘het vigerende bestemmingsplan’ vervangen voor ‘het omgevingsplan’.

• AJ. In Bijlage 1 komt het begrip ‘Welstand- en Monumentencommissie’ te vervallen.

• AK. In Bijlage 1 komen de definities van ‘bouwwerk’, ‘gebouw’, ‘gemeentelijk beschermd stadsgezicht’, ‘kampeermiddel’ en ‘omgevingsvergunning’ te luiden:

  • Bouwwerk: Hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

  • Gebouw: Hetgeen daaronder wordt verstaan in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • Gemeentelijk beschermd stadsgezicht: Groepen van onroerende zaken die op grond van deze verordening als gemeentelijk beschermd stadsgezicht zijn aangewezen, omdat deze van algemeen belang zijn vanwege hun schoonheid, onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang, wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde en in welke groepen zich een of meer monumenten bevinden;

  • Kampeermiddel: Een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

  • Omgevingsvergunning: Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in de Omgevinsgwet.

• AL. De begrippen in Bijlage 1 worden op alfabetische volgorde geplaatst.

Artikel IV Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip dat de Omgevingswet in werking treedt.

Artikel V Wijziging van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020, met betrekking tot parkeren nabij een verzamelplaats voor minicontainers

De Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 3.4.7.8 komt te luiden:

Artikel 3.4.7.8 Parkeren nabij een wijkcontainer (APV) of op verzamelplaats voor minicontainers

• 1. Het is niet toegestaan een voertuig op de weg bij een wijkcontainer te parkeren op een manier dat het legen daarvan op een hinderlijke manier wordt belemmerd.

• 2. Het is niet toegestaan om een voertuig op de weg te parkeren bij de voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in minicontainers bestemde aanbiedplaatsen op een manier dat het legen daarvan op een hinderlijke manier wordt belemmerd.

• 3. Het verbod als bedoeld in het tweede lid geldt vanaf 22:00 uur de dag voorafgaand aan de door het college vastgestelde dagen waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden tot 16:00 uur op de door het college vastgestelde dagen waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

Artikel VI Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Gedaan in de openbare raadsvergadering van 1 december 2022,

de Griffier,

dhr. G.F.C. van Leiden

de Voorzitter,

drs. H.J.J. Lenferink