Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2023

De raad van de gemeente Etten-Leur;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2022, met overneming van de daarin vermelde motieven;

 

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de:

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2023

Artikel 1 Definitie

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 van de Wet milieubeheer

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit.

  • 1.

    Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Vrijstelling

Van belastingplichtigen door wie blijkens schriftelijke verklaring van huisarts of medisch specialist of kopie van een afleverbon/factuur/recept als gevolg van een stoma of thuisdialyse extra afvalstoffen worden aangeboden worden vrijgesteld:

  • a.

    10 ledigingen van de restafvalcontainer;

  • b.

    30 aanbiedingen aan de ondergrondse restafvalcontainer;

  • c.

    60 aanbiedingen in een bemeterde rolcontainer.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de grondslagen genoemd in lid 2 van dit artikel en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    De grondslagen van de belasting zijn:

    • a.

      een vast bedrag per perceel;

    • b.

      het aantal ledigingen, aanbiedingen en inworpen van de periodiek ingezamelde restafvalstoffen per perceel;

    • c.

      het op afroep inzamelen of achterlaten op de milieustraat of andere incidentele dienstverlening als bedoeld in de hoofdstuk 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting bedoeld in artikel 5 wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting als bedoeld in artikel 5, lid 2, letter a, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht als bedoeld in onderdeel 1.1 van de tarieventabel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht, als bedoeld in onderdeel 1.1 van de tarieventabel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 5.

    De belasting als bedoeld in artikel 5, lid 2, letter b, is verschuldigd na afloop van het belastingjaar of eerder indien de belastingplicht binnen de gemeente wordt beëindigd in de loop van het belastingjaar.

  • 6.

    De belasting als bedoeld in artikel 5, lid 2, letter c, is verschuldigd na afloop van het belastingjaar of eerder indien de belastingplicht binnen de gemeente wordt beëindigd in de loop van het belastingjaar.

  • 7.

    Belastingbedragen tot € 5,00 worden niet geheven. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van alle op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan € 10.000,00 dat dit bedrag en een bestuurlijke boete op dit aanslagbiljet moeten worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 3.

    Betaling via automatische incasso is voor alle aanslagen mogelijk. In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel geldt, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen € 100,00 of meer, doch niet meer dan € 10.000,00 bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnbedragen, waarvan de eerste vervalt op de 28e dag van elke maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4.

    De in het derde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen 56 dagen na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan geldt de betaaltermijn als bedoeld in het eerste lid.

  • 5.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de belasting kan kwijtschelding worden verleend van de belasting als bedoeld in onderdeel 1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 11 Overgangsrecht

De 'Verordening afvalstoffenheffing Etten-Leur 2022’, vastgesteld bij raadsbesluit van 21 december 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening afvalstoffenheffing Etten-Leur 2023’.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van

De raad voornoemd,

Dhr. drs. W.C.M. Voeten MBA

griffier

Mw. dr. M.W.M. de Vries

voorzitter

Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de ‘Verordening afvalstoffenheffing Etten-Leur 2023’

 

Hoofdstuk 1 Tarieven vast bedrag afvalstoffenheffing

1.1

De belasting als bedoeld in artikel 5, lid 2, onder a, bedraagt per perceel, per belastingjaar,

€ 216,12

1.2

De belasting in onderdeel 1.1 wordt voor een extra papiercontainer of gft-container of restafvalcontainer verhoogd met een belastingbedrag per container, per belastingjaar of gedeelte daarvan

€ 18,00

(maximaal één extra container per soort)

Hoofdstuk 2 Tarieven hoeveelheid periodiek ingezamelde afvalstoffenheffing

2.1

De belasting als bedoeld in artikel 5, lid 2, onder b, bedraagt per perceel:

2.1.1

Bij een restafvalcontainer per lediging

€ 7,50

2.1.2

bij een ondergrondse restafvalcontainer per inworp

€ 2,50

2.1.3

bij een bemeterde rolcontainer per aanbieding

€ 1,25

2.1.4

per lediging van een GFT-afval of papier container

nihil

Hoofdstuk 3 Tarieven milieustraat, op afroep inzamelen, incidentele dienstverlening afvalstoffenheffing

3.1

De belasting als bedoeld in artikel 5, lid 2, onder c bedraagt voor het op aanvraag aan huis inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen:

3.1.1.

Bij gebruik van een zogenaamde big bag, per stuk

€ 99,00

3.1.2

bij los aanbieden van grof huishoudelijk afval, per m3 of gedeelte daarvan

€ 100,00

3.1.3

voor bruikbaar huisraad

nihil

3.1.4

voor elektronische en elektrische apparatuur, per object

nihil

3.2

De belasting als bedoeld in artikel 5, lid 2, onder c bedraagt voor het achterlaten van grove huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:

3.2.1

voor grof huishoudelijk restafval, per ½ m3 of gedeelte daarvan

€ 12,50

3.2.2

voor B-hout (geschilderd), per ½ m3 of gedeelte daarvan

€ 12,50

3.2.3

voor C-hout (geïmpregneerd), per ½ m3 of gedeelte daarvan

€ 12,50

3.2.4

voor dakleer, per ½ m3 of gedeelte daarvan

€ 12,50

3.2.5

voor gips, per ½ m3 of gedeelte daarvan

€ 12,50

3.2.6

voor tapijt, per ½ m3 of gedeelte daarvan

€ 12,50

3.2.7

voor schoon puin, per ½ m3 of gedeelte daarvan

€ 12,50

3.3

Onverminderd het bepaalde in 3.2 wordt de eerste m3 op jaarbasis niet in rekening gebracht.

 

Behorende bij raadsbesluit van

Dhr. drs. W.C.M. Voeten MBA

griffier

Naar boven