Beleidsregel omgevingsvergunning beperkte milieutoets gesloten bodemenergiesystemen Klein Plaspoelpolder en Overgoo

Burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg;

 

Gelet op artikel 4:81 lid 1 Algemene wet bestuursrecht, artikelen 2.1 lid 1 sub i en 2.4 lid 1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 2.2a lid 6 Besluit Omgevingsrecht;

 

Gelet op de artikelen 4 lid 1 en 5 van de Verordening interferentiegebieden Klein Plaspoelpolder en Overgoo bodemenergiesystemen Leidschendam-Voorburg 2022;

 

Overwegende dat in artikel 2 van de Verordening interferentiegebieden Klein Plaspoelpolder en Overgoo bodemenergiesystemen Leidschendam-Voorburg 2022 de gebieden Klein Plaspoelpolder en Overgoo zijn aangewezen als interferentiegebieden ter bevordering van een doelmatig gebruik van bodemenergie;

 

Overwegende dat in deze interferentiegebieden een vergunningplicht geldt voor alle gesloten bodemenergiesystemen;

 

Overwegende dat het college van de gemeente Leidschendam-Voorburg bevoegd is te beslissen op aanvragen voor gesloten bodemenergiesystemen binnen de gemeente;

 

Overwegende dat het college van de gemeente Leidschendam-Voorburg een bodemenergieplan heeft opgesteld voor Klein Plaspoelpolder en Overgoo om aldaar de toepassing van bodemenergiesystemen nader te reguleren ten behoeve van de optimale benutting van de ondergrond;

 

Overwegende dat het college van de gemeente Leidschendam-Voorburg haar bevoegdheid om te beslissen op aanvragen voor gesloten bodemenergiesystemen uit oogpunt van kenbaarheid en efficiëntie van de vergunningverlening nadere invulling wil geven;

 

Gezien het collegebesluit van 6 december 2022 (ibabs nummer 3052);

 

Besluiten:

 

vast te stellen de Beleidsregel omgevingsvergunning beperkte milieutoets gesloten bodemenergiesystemen Klein Plaspoelpolder en Overgoo;

 

 

 

Artikel 1 Begrippen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

 

  • 1.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg;

  • 2.

    Gesloten bodemenergiesysteem: een installatie waarmee gebruik wordt gemaakt van de bodem voor de levering van warmte of koude ten behoeve van verwarming of koeling van gebouwen, door middel van een gesloten circuit van zich in de bodem bevindende leidingen, met inbegrip van het bovengrondse deel van de installatie;

  • 3.

    Interferentie: onderlinge beïnvloeding van nabijgelegen bodemenergiesystemen, die kan leiden tot een hoger of lager rendement van een individueel bodemenergiesysteem;

  • 4.

    Interferentiegebied: twee gebieden (Klein Plaspoelpolder en Overgoo zoals deze zijn aangeduid op de kaart in Bijlage 1) binnen de gemeente Leidschendam-Voorburg waarin ordening van bodemenergiesystemen wenselijk is met het oog op het voorkomen van negatieve interferentie tussen bodemenergiesystemen of anderszins ter bevordering van het doelmatig gebruik van bodemenergie.

 

Artikel 2 Reikwijdte

Deze beleidsregel is van toepassing op de besluitvorming door het college op vergunningaanvragen voor een omgevingsvergunning beperkte milieutoets voor gesloten bodemenergiesystemen in Klein Plaspoelpolder en Overgoo.

 

Artikel 3 Doel van deze beleidsregel

Het doel van deze beleidsregel is om in interferentiegebieden de ondergrond optimaal te benutten

voor bodemenergie.

 

Artikel 4 Gebruiksregel gesloten bodemenergiesystemen

  • 1.

    Gesloten bodemenergiesystemen mogen tot een maximale diepte van 120 meter minus maaiveld gerealiseerd worden.

  • 2.

    De bodemlussen en het leidingwerk moeten gerealiseerd worden op eigen terrein, gedeeld terrein of terrein van derden niet zijnde de gemeente, mits afstemming heeft plaatsgevonden en schriftelijke toestemming is verkregen door de betreffende eigenaar.

  • 3.

    Indien het redelijkerwijs niet mogelijk is om aan alle gebruiksregels te voldoen, kan afgeweken worden van de gebruiksregels uit de voorgaande leden. Afwijkingen op de gebruiksregels moeten met gedegen en voldoende onderbouwing ter goedkeuring aan het college worden voorgelegd.

 

Artikel 5 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt in werking de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als ‘Beleidsregel omgevingsvergunning beperkte milieutoets gesloten bodemenergiesystemen Klein Plaspoelpolder en Overgoo’.

 

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 6 december 2022,

dhr. A. van Mazijk, dhr. J. Bijl

secretaris, burgemeester

bijlage

Algemene toelichting

Gesloten bodemenergiesystemen

 

Gesloten bodemenergiesystemen zijn meldings- en soms vergunningplichtig. Alle gesloten systemen

moeten conform de landelijke vastgestelde regelgeving tenminste gemeld worden (conform het Besluit lozen buiten inrichting of Activiteitenbesluit milieubeheer). Voor gesloten systemen met een bodemzijdig vermogen groter dan of gelijk aan 70 kW, alsmede alle systemen die in een interferentiegebied worden gerealiseerd, moet ook een Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets (OBM) worden aangevraagd bij

het bevoegd gezag (gemeente Leidschendam-Voorburg). De belangrijkste aspecten voor de melding en vergunningverlening voor gesloten systemen zijn samengevat in Tabel 3.5 en daaronder nader toegelicht.

Tabel 3.5 Belangrijkste aspecten melding en vergunning gesloten systemen

 

aspect

toelichting

bevoegd gezag

Gemeente Leidschendam-Voorburg

melding

alle systemen

vergunningplicht

≥ 70 kW of ligging in interferentiegebied

doorlooptijd

melding: 4 weken voor start werkzaamheden

vergunning: 8 weken tot publicatie definitieve beschikking (OBM)

belangrijkste algemene regels

- de temperatuur van de circulatievloeistof mag niet hoger zijn dan 30 °C en niet lager zijn dan -3 °C, de gemeente heeft de mogelijkheid om een hogere temperatuur toe te staan;

- bij vermoedelijke lekkage: onmiddellijk buiten werking stellen en circulatievloeistof verwijderen (tenzij de circulatievloeistof uit alleen water bestaat);

- gesloten bodemenergiesystemen mogen geen negatieve invloed hebben op reeds aanwezige bodemenergiesystemen of andere belanghebbenden in de omgeving;

- een koudeoverschot is in principe toegestaan en een warmteoverschot verboden, de gemeente heeft de mogelijkheid om het koudeoverschot te beperken.

 

Deze (en andere) voorschriften gesteld aan het installeren en het in werking hebben van gesloten

bodemenergiesystemen zijn opgenomen in hoofdstuk 3a van het Besluit lozen buiten inrichting en

paragraaf 3.2.8 uit het Activiteitenbesluit milieubeheer.

 

Op het moment dat het plangebied van Klein Plaspoelpolder en Overgoo is aangewezen als interferentiegebied via een gemeentelijke verordening, gaat voor alle gesloten bodemenergiesystemen

een vergunningsplicht gelden. Door het vaststellen en verankeren van een gemeentelijke beleidsregel

kan de gemeente vastleggen op basis van welke regels een vergunningaanvraag voor een gesloten

bodemenergiesysteem wordt getoetst. Deze regels zijn gebaseerd op het voorkomen van interferentie

tussen systemen en het bevorderen van doelmatig gebruik van de ondergrond voor zowel

open als gesloten bodemenergiesystemen. Dit kan betekenen dat de gemeentelijke beleidsregel beperkingen oplegt aan de aanleg van gesloten systemen.

De ordening van de open bodemenergiesystemen in Klein Plaspoelpolder en Overgoo worden door de Gedeputeerde Staten van provincie Zuid-Holland vastgelegd in een provinciale beleidsregel.

 

Artikelsgewijze toelichting

  • 1.

    Om zowel de gesloten als de open bodemenergiesystemen in Klein Plaspoelpolder en Overgoo optimaal te benutten is de bodem verticaal opgedeeld in zones. Gesloten bodemenergiesystemen mogen geplaatst worden tot 120 meter beneden maaiveld en open bodemenergiesystemen in het derde watervoerende pakket vanaf 130 m-mv. Hiermee wordt een duidelijk kader geschetst en kunnen de twee type systemen fysiek gezien zeer dicht bij elkaar gepositioneerd worden zonder dat ze thermisch met elkaar interfereren.

  • 2.

    Deze regel is opgesteld vanuit de behoefte om de schaars beschikbare openbare ruimte optimaal te gebruiken. Met een diversiteit aan in te passen functies creëert het inpassen van gesloten bodemenergiesystemen in openbare ruimte een ongewenste extra druk op de ondergrond.

  • 3.

    Om ruimte te bieden voor uitzonderlijke situaties, kan afgeweken worden van de gestelde regels in lid 1 en 2. Dit moet echter altijd in overleg en met voldoende onderbouwing aan het college te worden voorgelegd.

 

BIJLAGE 1 Kaart interferentiegebieden bodemenergiesystemen Klein Plaspoelpolder en Overgoo

 

 

Naar boven