Verordening lijkbezorgingsrechten 2023

De raad van de gemeente Hof van Twente;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de navolgende VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LIJKBEZORGINGSRECHTEN (Verordening lijkbezorgingsrechten 2023)

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De begrippen gehanteerd in deze verordening zijn gelijk aan de begripsomschrijvingen zoals deze zijn vastgelegd in de geldende Beheerverordening algemene begraafplaatsen en herdenkingsparken Hof van Twente en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsbesluiten.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

 

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

 

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven ter zake van:

a. het begraven dan wel bijzetten van asbussen met of zonder urnen van doodgeboren kinderen of zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven dan wel in één asbus worden bijgezet;

b. het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag of op verzoek van de overheid.

 

Artikel 5 Tarieven en maatstaf van heffing

1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

3. Een dubbel graf, zoals bedoeld in de geldende Uitvoeringsbesluit graven, asbezorging en gedenkplaatsen, wordt voor de heffing van de lijkbezorgingsrechten gelijkgesteld aan twee enkele graven.

 

Artikel 6 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

 

Artikel 9 Betalingstermijn

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden voldaan binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

 

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

 

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

1. De ‘Verordening Lijkbezorgingsrechten 2022’ vastgesteld op 23 november 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

4. Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2023’.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hof van Twente d.d.

22 november 2022.

De raad van Hof van Twente,

de griffier, de voorzitter,

mr. A. Venema drs. H.A.M. Nauta-van Moorsel MPM

Tarieventabel bij de Verordening Lijkbezorgingsrechten 2023

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

Titel 1.1

Grafrechten

1.1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven voor een periode van 10 jaar:

a. voor een enkel graf

€ 1.137,10

b. voor een dubbeldiep graf

€ 1.518,40

1.1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven voor een periode van 20 jaar:

a. voor een enkel graf

€ 1.421,50

b. voor een dubbeldiep graf

€ 1.896,40

1.1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven voor een periode van 30 jaar:

a. voor een enkel graf:

€ 1.705,90

b. voor een dubbeldiep graf

€ 2.274,50

1.1.4

In afwijking van lid a van de onderdelen 1.1.1 t/m 1.1.3 wordt voor een kindergraf waarin een kind van beneden één jaar wordt begraven een recht geheven gelijk aan 25% en indien er een kind van 1 tot 12 jaar wordt begraven een recht geheven gelijk aan 50% van de daarbij behorende tarieven

Titel 1.2

Rechten urnengraf, -zuil en -kelder

1.2.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt geheven voor een periode van 10 jaar

€ 1.137,10

1.2.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt geheven voor een periode van 20 jaar

€ 1.421,50

1.2.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt geheven voor een periode van 30 jaar

€ 1.705,90

Titel 1.3

Rechten gedenkplaats

1.3.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een gedenkplaats wordt geheven voor een periode van 10 jaar

€ 1.137,10

1.3.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een gedenkplaats wordt geheven voor een periode van 20 jaar

€ 1.421,50

1.3.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een gedenkplaats wordt geheven voor een periode van 30 jaar

€ 1.705,90

Titel 1.4

Overige bepalingen verlenen van rechten

1.4.1

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in de titels 1.1 t/m 1.3 met 10, 20 en 30 jaar wordt een recht geheven gelijk aan respectievelijk 50%, 100% en 150% van

 

€ 1.421,50

1.4.1.1

In afwijking van onderdeel 1.4.1 wordt voor het verlengen van het uitsluitend recht, als bedoeld onder lid a van de onderdelen 1.1.1 t/m 1.1.3 voor een kindergraf waarin een kind van beneden één jaar is begraven een recht geheven gelijk aan 25% en indien er een kind van 1 tot 12 jaar is begraven een recht geheven gelijk aan 50% van het berekende tarief in onderdeel 1.4.1

1.4.1.2

In afwijking van onderdeel 1.4.1 wordt voor het verlengen van het uitsluitend recht voor een dubbeldiep graf als bedoeld onder titel 1.1 met 10, 20 en 30 jaar een recht geheven gelijk aan respectievelijk 50%, 100% en 150% van

 

 

€ 1.896,40

1.4.2

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in de titels 1.1 t/m 1.3 om de wettelijke grafrust van 10 jaar te waarborgen wordt per jaar van de verlenging een recht geheven gelijk aan

 

 

€ 71,00

1.4.2.1

In afwijking van onderdeel 1.4.2 dient voor het verlengen van het uitsluitend recht voor een dubbeldiep graf als bedoeld onder titel 1.1 om de wettelijke grafrust van 10 jaar te waarborgen wordt per jaar van de verlenging een recht geheven gelijk aan

 

 

€ 94,80

1.4.3

Voor de uitgifte van extra graven op grond van artikel 2, lid 2, punt d van de geldende Uitvoeringsbesluit graven, asbezorging en gedenkplaatsen worden vanaf het tijdstip van uitgifte de bedragen geheven als genoemd in Titel 1.1 overeenkomstig de periode waarvoor het uitsluitend recht wordt uitgegeven

Hoofdstuk 2 Begraven

2.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven

€ 967,40

2.2

Voor het begraven van een lijk van een kind van beneden 12 jaar wordt geheven

€ 620,30

2.3

Voor het begraven van een lijk van een kind van beneden één jaar wordt geheven

€ 457,80

2.4.

Voor het begraven van levenloos geboren kinderen of kort na de geboorte overleden kinderen van een meervoudige geboorte, die in één kist worden begraven, wordt het recht slechts eenmaal geheven

2.5

Indien het begraven plaatsvindt op een zaterdag wordt het tarief, bedoeld in 2.1, 2.2 en 2.3 verhoogd met 25%

2.6

Indien het tijdstip van begraven afwijkt van vastgestelde tijdstippen zoals bedoeld in artikel 10 lid 1 van de geldende Beheerverordening algemene begraafplaatsen en herdenkingsparken Hof van Twente wordt het tarief, bedoeld in 2.1, 2.2 en 2.3 met inachtneming van punt 2.5 verhoogd met

 

 

 

€ 125,50

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven

€ 237,30

3.2

Voor het tijdelijk bewaren en afgeven van een asbus wordt geheven

€ 78,90

Hoofdstuk 4 Grafbedekking en onderhoud

4.1

Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in artikel 19 van de geldende Beheerverordening algemene begraafplaatsen en herdenkingsparken Hof van Twente wordt geheven:

4.1.1

voor de aanleg van een grafkelder

€ 3.221,30

4.1.2

voor het plaatsen van een gedenkteken en kruizen, per gedenkteken of kruis

€ 362,40

4.1.3

voor het plaatsen van een zerk

€ 362,40

Hoofdstuk 5 Inschrijven en overboeken van particuliere graven

en urnennissen

5.1

Voor het inschrijven en overboeken van particuliere graven in een daartoe bestemd register wordt geheven

€ 15,90

5.2

Voor het inschrijven en overboeken van particuliere urnengraven in een daartoe bestemd register wordt geheven

€ 15,90

5.3

Voor het inschrijven en overboeken van urnennissen in een daartoe bestemd register wordt geheven

€ 15,90

Hoofdstuk 6 Opgraven, ruimen, verstrooien

6.1

Voor het opgraven van een lijk wordt geheven

Tarief A

6.2

Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven

Tarief A

6.3

Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in een ander graf wordt geheven

Tarief A

6.4

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven

Tarief A

6.5

Voor het ruimen van een graf op verzoek van belanghebbende wordt geheven

Tarief A

6.6

Voor het gebruik maken van het strooiveld en het verstrooien van as per asbus, met de mogelijkheid voor het plaatsen van een gedenkplaatje op de zuil voor een periode van 20 jaar, wordt geheven

€ 232,30

6.7

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot een dienst genoemd onder 6.1 tot en met 6.5 en 7.2 wordt geheven:

Tarief A: Een bedrag gelijk aan alle kosten welke de gemeente zelf en eventuele externe partijen zullen maken, verbonden aan de te verrichten dienst, blijkend uit een begroting die terzake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld.

Hoofdstuk 7 Overige heffingen

7.1

Voor het toezicht op het bewaren van een lijk in het mortuarium op de begraafplaats wordt per etmaal of een gedeelte daarvan geheven

€ 159,30

7.2

Het tarief bedraagt ter zake van het verlenen van (een) dienst(en) voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

Tarief A

7.3

Voor het verlengen van een gedenkplaatje op de herdenkingszuil van het strooiveld voor een periode van 10 jaar wordt geheven

€ 58,20

Behoort bij het raadsbesluit d.d. 22 november 2022

De griffier,

mr. A. Venema

 

Naar boven