Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting 2023

De raad der gemeente Hattem;

 

Gelezen het voorstel van het college d.d. 15 november 2022, no 51774;

 

Gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

 

Besluit:

 

vast te stellen de:

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN WATERTOERISTENBELASTING 2023.

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam ‘watertoeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van verblijf binnen de gemeente op vaartuigen waarvoor wegens de aanwezigheid in het watergebied van de gemeente in welke vorm dan ook een vergoeding wordt betaald door personen die niet als ingezetene in de basisregistratie personen van de gemeente zijn opgenomen.

Artikel 2 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vaartuig: dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie- of andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    lengte: de lengte over alles;

  • c.

    vaste ligplaats: een ligplaats die naar plaatselijk gebruik, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders, is bestemd voor het regelmatig afmeren of ter anker leggen van een zelfde vaartuig gedurende een periode van tenminste een maand;

  • d.

    etmaal: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren, aanvangend om 21.00 uur;

  • e.

    maand: een aaneengesloten tijdvak van 30 etmalen;

  • f.

    seizoen: het tijdvak van 16 april tot en met 16 oktober;

  • g.

    schipper: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die tegen vergoeding gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1 aan hem ter beschikking staande ligplaatsen dan wel op hem ter beschikking staande vaartuigen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3.

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig de kapitein, de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig als in artikel 2 bedoeld dan wel een andere persoon die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf door degene die verblijf houden aan boord van:

  • a.

    als een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden;

  • b.

    vaartuigen met een lengte tot 6 meter;

  • c.

    een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijk watergebied bevindt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar het etmalen dat verblijf is gehouden. Voor de toepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een etmaal voor een vol etmaal gerekend.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid wordt, met toepassing van artikel 6, de belasting geheven naar vaste bedragen per vaste ligplaats.

Artikel 6 Forfaitaire maatstaf van heffing

Voor vaartuigen met een lengte van meer dan 6 meter op vaste ligplaats kan het aantal etmalen, op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige, op basis van een forfaitaire maatstaf worden vastgesteld. In dit verzoek bij de aangifte dient de belastingplichtige aan te tonen dat er geen direct zicht is op het aantal werkelijke aantal etmalen. Het verzoek bij de aangifte kan niet per vaste ligplaats worden gedaan.

Artikel 7 Belastingtarief

  • 1.

    Het tarief bedraagt per persoon, per etmaal € 1,56.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief, met toepassing van artikel 6, voor verblijf op vaartuigen met een lengte van meer dan 6 meter, op een vaste ligplaats, per vaste ligplaats;

    • a.

      per belastingjaar € 89,50;

    • b.

      per maand € 16,00.

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Aanslaggrens

De belasting wordt niet geheven indien het aantal etmalen gedurende het belastingjaar minder dan tien bedraagt.

Artikel 11 Voorlopige aanslag

Na de aanvang van het belastingjaar doch niet vóór 1 mei kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 12 Termijnen van betaling

  • 1.

    De voorlopige aanslagen dienen te worden voldaan in drie gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op die waarin het aanslagbiljet is gedagtekend, de tweede een maand na de eerste vervaldag en zo vervolgens.

  • 2.

    De overige aanslagen dienen te worden voldaan in één termijn welke vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die waarin het aanslagbiljet is gedagtekend.

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij de invordering van watertoeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.

Artikel 15 Aangifteplicht

De belastingplichtige, bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, indien hij niet binnen vier weken na afloop van het belastingjaar een uitnodiging heeft ontvangen tot het doen van aangifte, binnen twee na afloop van deze termijn schriftelijk aan de aangewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, te verzoeken tot een uitnodiging tot het doen van aangifte. De gemeente behoudt zich te allen tijde het recht voor alsnog een uitnodiging tot het doen van aangifte te verzenden, dan wel, bij gebrek aan een aangifte door belastingplichtige, de grondslag voor de berekening van de watertoeristenbelasting te schatten en middels ambtshalve aanslag op te leggen.

Artikel 16 Nachtverblijfregister

  • 1.

    De belastingplichtige is verplicht per belastingjaar een nachtverblijfregister bij te houden.

  • 2.

    Van iedereen aan wie gelegenheid tot overnachting wordt gegeven moeten in het nachtverblijfregister ten minste de volgende gegevens worden opgenomen:

    • a.

      Naam en woonplaats;

    • b.

      Datum van aankomst en vertrek;

    • c.

      Het aantal overnachtingen waarvoor watertoeristenbelasting is verschuldigd.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders kan voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen voor de in lid 1 bedoelde verplichting gehele of gedeeltelijke ontheffing verlenen, zo nodig onder door het college te stellen voorwaarden.

Artikel 17 Overgangsrecht

De verordening watertoeristenbelasting 2022 van 13 december 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 18, tweede lid, genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2023;

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening watertoeristenbelasting 2023".

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 12 december 2022.

De griffier,

De voorzitter,

Naar boven