Gemeenteblad van Hardenberg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hardenberg | Gemeenteblad 2022, 557079 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hardenberg | Gemeenteblad 2022, 557079 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
VERORDENING JEUGDHULP Gemeente Hardenberg 2023
De raad van de gemeente Hardenberg,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, derde lid, van de Jeugdwet;
gelezen het advies van de Participatieraad Sociaal Domein Hardenberg van 4 juli 2022.
- de Jeugdwet de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede en toegankelijke jeugdhulp bij de gemeente heeft belegd;
- het uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen allereerst bij de ouder(s) en de jeugdige zelf ligt;
- het noodzakelijk is om regels vast te stellen over:
- de door het college te verlenen individuele voorzieningen en overige voorzieningen;
- de voorwaarden voor toekenning,
- de wijze van beoordeling van en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening;
- de wijze waarop de toegang tot en de toekenning van een individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen;
- de wijze waarop de hoogte van een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld;
- de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of een persoonsgebonden budget, alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet;
- de waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp of de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan;
- het voorts wenselijk is te bepalen onder welke voorwaarden degene aan wie een persoonsgebonden budget wordt verstrekt de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot diens sociale netwerk;
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
budgetplan: door de jeugdige en/of zijn ouders ingediend inhoudelijk plan met begroting en doelen voor de invulling van het pgb. Uit het plan en het (bewuste keuze)gesprek dient te blijken dat de jeugdige in staat is om het pgb te beheren en dat de zorg en ondersteuning die met het pgb wordt ingekocht veilig, doeltreffend en clientgericht wordt verstrekt;
cliëntondersteuning: onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen.
pgb-aanbieder: Van een pgb-aanbieder is sprake als de hulp verleend wordt door onderstaande personen, met uitzondering van personen uit het sociaal netwerk van de budgethouder(s):
personen die werkzaam zijn bij een instelling die ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staat in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007), en die beschikken over afgeronde relevante opleidingen/diploma’s, zoals genoemd in bijlage 1, die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken, of;
personen die aangemerkt zijn als Zelfstandige zonder personeel. Daarnaast moeten ze ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007) en beschikken over afgeronde relevante opleidingen/diploma’s, zoals genoemd in bijlage 1, die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken, of;
Samen Doen team: een team van medewerkers:
consulenten die het voorliggend veld goed kennen. Zij leveren informatie en advies. Ze gaan met jeugdige en/of zijn ouders op zoek naar oplossingen vanuit het eigen netwerk of in de eigen omgeving. Ook leveren zij (indien nodig) kortdurende ondersteuning (maximaal 5 gesprekken) waarna de jeugdige en/of zijn ouder(s) weer zelfstandig verder kan.
consulenten met kennis van wet- en regelgeving op het gebied van de Jeugdwet. Zij ondersteunen jeugdige en/of zijn ouder(s) bij het maken een ondersteuningsplan, bepalen of er inzet van maatwerk nodig is en zo ja met welke doelen en hoeveel tijd daarvoor nodig is. Zij begeleiden jeugdige en/of zijn ouder(s) bij het proces om hun veerkracht te zoeken. Indien nodig vervullen ze de rol van casusregisseur, organiseren een multidisciplinair overleg en bewaken van de afstemming en de voortgang.
Hoofdstuk 2. Algemene voorzieningen
Artikel 2. Toegang algemene voorziening
Een algemene voorziening is rechtstreeks toegankelijk zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften en persoonskenmerken van de jeugdige of zijn ouder(s).
Hoofdstuk 3. Individuele voorzieningen
Artikel 5. Criteria individuele voorzieningen
Artikel 6. Aanvullende criteria individuele begeleiding ontwikkelingsgericht
In aanvulling op de criteria uit artikel 5 kan een jeugdige en/of ouder(s)/opvoeder(s) individuele begeleiding ontwikkelingsgericht krijgen als hij eveneens voldoet aan de volgende criteria:
Artikel 7. Aanvullende criteria begeleiding groep ontwikkelingsgericht
Artikel 8. Aanvullende criteria begeleiding groep respijtzorg
In aanvulling op de criteria uit artikel 5 kan een jeugdige na onderzoek begeleiding groep respijtzorg ontvangen als hij:
de ondervonden beperkingen ten aanzien van de opgroei- en opvoedproblemen en/of een verstandelijke beperking niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk en vrijwilligers, dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen en met algemeen gebruikelijke zaken of diensten kan verminderen of kan wegnemen;
Artikel 9. Aanvullende criteria basis GGZ
Artikel 10. Aanvullende criteria specialistische GGZ
een behandeling die zorgvraaggericht is in plaats van productgericht. Hiermee wordt van aanbieder verwacht dat zij zo is toegerust, dat zij in staat is om alle zorgvragen die binnen de specialistische jeugd GGZ vallen behandeld kunnen worden. Er is daarbij geen sprake van één leidend principe binnen de behandeling.
Artikel 11. Aanvullende criteria medicatiecontrole
Jeugdigen die in het kader van hun behandeling gebruik maken van medicijnen waarbij na de behandeling nog controle op de medicijnen dient plaats te vinden, kunnen in aanmerking komen voor medicatiecontrole.
Artikel 12. Aanvullende criteria ambulante dagbehandeling
Ambulante dagbehandeling is gericht op:
herstel of voorkoming van verergering van gedragsproblemen, op herstel en/of het aanleren van vaardigheden of gedrag en het realiseren van een blijvende verbetering in het functioneren. De behandeling kan ook gericht zijn op het verbeteren van de interactie binnen het systeem. Het gaat hierbij om gerichte professionele interventies.
Artikel 13. Aanvullende criteria ambulante jeugd- en opvoedhulp basis
Artikel 14. Aanvullende criteria ambulante jeugd- en opvoedhulp specialistisch
Artikel 15. Aanvullende criteria scheidingshulpverlening
Artikel 16. Criteria dyslexiezorg
Artikel 17. Criteria vervoersvoorziening/vergoeding
Een maatregel die de rechter dwingend oplegt wanneer een gezonde en veilige ontwikkeling van de jeugdige (ernstig) wordt bedreigd en vrijwillige hulp niet (voldoende) helpt.
Hoofdstuk 2. Aanvraag en onderzoek
Artikel 22. Onderzoek en opstellen ondersteuningsplan
Voor of tijdens het gesprek verschaft de jeugdige of zijn ouder(s) het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college hiervoor nodig zijn en waarover hij op dat moment redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. De jeugdige of zijn ouder(s) verstrekken in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Artikel 23. Toegang en besluit
Het college draagt zorg voor de inzet van jeugdhulp na verwijzing door de huisarts, medisch specialist of jeugdarts, als en voor zover de jeugdhulpaanbieder van oordeel is dat inzet van jeugdhulp nodig is. Het college legt de te verlenen individuele voorziening vast in een beschikking als bedoeld in artikel 25.
Het college zorgt voor inzet van de jeugdhulp die de rechter of de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel, die de rechter, het openbaar ministerie, de selectiefunctionaris, de inrichtingsarts of de directeur van de justitiële inrichting nodig achten bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing, of die de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van jeugdreclassering. Hiervoor verstrekt het college geen beschikking als bedoeld in artikel 25.
Artikel 24. Onderzoek en toegang dyslexiezorg
Artikel 25. Inhoud en geldigheidsduur beschikking
Hoofdstuk 3. De voorwaarden voor een persoonsgebonden budget
Als een jeugdige en/of zijn ouder(s) in aanmerking wil komen voor een individuele voorziening, maar de ondersteuning zelf wenst in te kopen door middel van een door het college te verstrekken pgb, beoordeelt het college of wordt voldaan aan alle wettelijke voorwaarden om in aanmerking te komen voor een pgb zoals omschreven in artikel 8.1.1. van de wet.
Het college beoordeelt of de jeugdige en/of zijn ouder(s), eventueel met behulp van zijn pgb-beheerder, in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen en het uitvoeren van de aan een pgb verbonden taken. De jeugdige en/of zijn ouder(s) of zijn pgb- beheerder dient ten minste aan te geven dat:
Bij een informele hulp dient de jeugdige, zijn ouder(s) of pgb-beheerder aan te tonen dat: de jeugdige een gelijkwaardig of beter resultaat kan behalen als iemand uit het sociale netwerk de zorg verleent, en als dit leidt tot volwaardige dienstverlening die passend is aan de hulpvraag van de jeugdige.
Het college beoordeelt of de jeugdige en/of zijn ouder(s) of zijn pgb-beheerder in staat is om het pgb te beheren en de hulp die de jeugdige en/of zijn ouder(s) met het pgb wenst in te kopen naar het oordeel van het college van voldoende kwaliteit is en dus veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht is. Het pgb-beheer en de kwaliteit van de ondersteuning wordt getoetst door middel van het bewuste keuzegesprek en het budgetplan zoals omschreven in lid 1 t/m 5.
De kwaliteit van de met het pgb ingekochte professionele hulp voor jeugdhulp voldoet minimaal aan de eisen die de gemeente stelt aan de gecontracteerde zorgaanbieders die vergelijkbare hulp leveren, hierbij moeten pgb-aanbieders en een eventuele onderaannemer die onder zijn verantwoordelijkheid werkzaamheden verricht, voldoen aan de (kwaliteits)criteria zoals genoemd in bijlage 1, en:
Het niet voldoen aan de kwaliteitseisen heeft tot gevolg dat het college de aanvraag van de jeugdige en/of zijn ouder(s) voor hulp in de vorm van een pgb afwijst. Het college kan de pgb-aanbieder een waarschuwing met een redelijke hersteltermijn geven, of de pgb-aanbieder niet (langer) accepteren in het kader van een pgb.
Artikel 27. Voorwaarden pgb voor informele hulp
Voordat een jeugdige of zijn ouder(s) een aanvraag doet voor een voorziening, wordt van hem verwacht dat hij eerst een beroep doet op zijn eigen kracht, familie en vrienden. Er wordt geen pgb verstrekt wanneer het gebruikelijk is dat de activiteiten door de wettelijke vertegenwoordigers dan wel het sociaal netwerk worden verricht gelet op de leeftijd van de jeugdige, zoals:
Artikel 28. Voorwaarden pgb-beheerder
Het beheren van het pgb kan door zowel de jeugdige en/of zijn ouder(s) als door een pgb-beheerder worden uitgevoerd. Indien de pgb-beheerder het pgb gaat beheren, dan zijn de regels over het pgb beheer waar jeugdige en/of zijn ouder(s) wordt genoemd van overeenkomstige toepassing op de pgb-beheerder.
Naast hetgeen dat bepaald is in het vorige lid wordt een pgb-beheerder alleen geacht de aan het pgb verbonden taken op verantwoorde wijze te kunnen uitvoeren indien:
hij niet tevens de pgb-aanbieder of informele hulp is van de hulp die met het pgb wordt ingekocht. De pgb-beheerder is in ieder geval niet tevens de pgb-aanbieder of informele hulp, diens vast/flexibel personeel, diens organisatie adviseur of op andere wijze aan de zorgaanbieder verbonden persoon (de combinatie van zorgverlener en pgb-beheerder in één persoon of instantie is gezien de belangenverstrengeling onwenselijk en niet toegestaan);
Het pgb is niet bedoeld als inkomensvoorziening of tegen inkomensderving. Dit wordt anders wanneer als een keuze moet worden gemaakt tussen het verlenen van jeugdhulp of het verkrijgen van inkomen. De financiële consequenties voor de zorg van de jeugdige worden meegenomen bij de beoordeling om wel of geen pgb toe te kennen.
Het is niet toegestaan een overeenkomst af te sluiten met een aanbieder dan wel een derde (in geval van een pgb) waarin het bieden van de geïndiceerde ondersteuning mede afhankelijk is van de woonruimte die door de organisatie dan wel derde wordt geboden, tenzij het verblijf onderdeel is van de indicatie.
Het is een jeugdige, zijn ouder(s) of pgb-beheerder niet toegestaan om met een zorgverlener een vast maandloon overeen te komen dan wel een andersoortige afspraak te maken op basis waarvan uitbetaling door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) aan pgb-aanbieder of informele hulp plaatsvindt zonder voorafgaande verplichting van jeugdige en/of zijn ouder(s) tot overlegging aan SVB van een door jeugdige en/of zijn ouder(s) geaccordeerde factuur of specificatie van ingezette zorg.
Het college verstrekt geen pgb voor ondersteuning van een zorgverlener indien er twijfels zijn over de integriteit van de zorgverlener, wat zich in ieder geval voordoet indien de zorgverlener:
er sprake is van feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat de pgb-aanbieder en/of zijn directie en/of de aan hen gelieerde vennootschappen een zakelijk samenwerkingsverband onderhouden met derden die in relatie staan tot strafbare feiten of daarvan verdacht worden;
Indien het op basis van lid 1 vastgestelde pgb in een individueel geval onvoldoende is om de aangewezen voorziening te kunnen inkopen, wordt het tarief zodanig aangepast dat de hulp hiermee bij tenminste één aanbieder kan worden ingekocht en bedraagt nooit meer dan de kostprijs van de in betreffende situatie goedkoopste adequate in de gemeente beschikbare individuele in natura.
Bij jeugdhulp die wordt verleend op basis van een verklaring als bedoeld in artikel 8ab lid 1 Regeling Jeugdwet bedraagt het pgb:
de tegemoetkoming per kalendermaand voor schoonmaakmiddelen, levensmiddelen, kleding of reiskosten zoals bedoeld in artikel 8ab lid 1 van de Regeling Jeugdwet. De tegemoetkoming wordt berekend aan de hand van de door het college vastgestelde vergoedingenlijst die waar mogelijk gebaseerd is op richtbedragen van het Nibud.
Hoofdstuk 4. Herziening, intrekking, terugvordering en bestrijding misbruik
Artikel 32. Herziening, intrekking en terugvordering
Degene aan wie krachtens deze verordening een individuele voorziening is verstrekt, is verplicht op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening.
Hoofdstuk 5. Afstemming met andere voorzieningen
Artikel 35. Afstemming met gezondheidszorg
Het college maakt afspraken met de zorgverzekeraars en het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) hoe de continuïteit van zorg te garanderen voor jeugdigen die jeugdhulp ontvangen en de leeftijd van 18 jaar bereiken en daarmee onder de Zorgverzekeringswet of Wet langdurige zorg komen te vallen, en hoe te voorkomen dat jeugdigen tussen wal en schip vallen wanneer er discussie is over het wettelijke kader.
Artikel 37. Afstemming met het justitiedomein
Het college maakt afspraken met de gecertificeerde instellingen, de Raad voor de Kinderbescherming en Justitiële Jeugdinrichtingen over het overleg over de inzet van jeugdhulp bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing en jeugdreclassering als bedoeld in artikel 2.4 lid 2 onderdeel b van de wet.
Artikel 39. Afstemming met Veilig Thuis
Het college maakt afspraken met Veilig Thuis over de toegang naar algemene en individuele voorzieningen.
Artikel 41. Afstemming met voorzieningen werk en inkomen
Het college draagt zorg dat het toegangsteam, jeugdhulpaanbieders en de gecertificeerde instellingen financiële belemmeringen voor het slagen van preventie en jeugdhulp vroegtijdig signaleren en waar nodig jeugdigen en hun ouder(s) helpen de juiste ondersteuning vanuit de gemeentelijke voorzieningen –zoals schuldhulpverlening, inkomensvoorzieningen, re-integratievoorzieningen en armoedevoorzieningen - te krijgen om deze belemmeringen weg te nemen.
Hoofdstuk 6. Waarborgen verhouding prijs en kwaliteit
Artikel 42. Verhouding prijs en kwaliteit jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen
Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, rekening met:
Hoofdstuk 7. Klachten en medezeggenschap
Het college hanteert de vastgestelde gemeentelijke klachtenregeling voor de afhandeling van klachten, voor zover de klacht betrekking heeft op professionals werkzaam onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Dit betreft dan o.a. de wijze van afhandeling van meldingen, verzoeken en aanvragen als bedoeld in deze verordening.
Artikel 46. Betrekken ingezetenen bij ontwikkelen beleid
Het college draagt er zorg voor dat de Participatieraad tijdig in het bezit is van alle informatie die noodzakelijk is voor het overleg met de gemeente of om zijn adviesrol naar behoren uit te oefenen.Hierbij wordt aansluit gezocht bij de termijnen zoals genoemd in de verordening van de Participatieraad.
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per jaar geëvalueerd. Het college zendt hiertoe jaarlijks aan de gemeenteraad en de participatieraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jeugdige of zijn ouder(s) afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hardenberg van 6 december 2022.
De raad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
F.G.S. Droste M.W. Offinga
Bijlage 1: Kwaliteitscriteria pgb zorgaanbieders en onderaannemers
Het college is eindverantwoordelijk voor de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg aan burgers. Ook als de hulp wordt geboden via een pgb. De zorgaanbieders dienen te werken met deskundig personeel en moeten kwalitatief goede zorg bieden, waarin de jeugdige en/of zijn ouder(s) en zijn netwerk centraal staan. In deze bijlage staan (aanvullende) kwaliteitseisen, naast die de relevante wetgeving noemt, waaraan deze pgb zorgaanbieders aan moeten voldoen. Deze eisen zijn ook aan de gecontracteerde aanbieders gesteld om de kwaliteit van de zorg te waarborgen.
Waar in deze bijlage wordt gesproken van ‘zorgaanbieder’, wordt de pgb-aanbieder bedoeld.
|
Zorgaanbieder voldoet aan de regels zoals vastgelegd in de Zorgbrede Governance code. Zorgaanbieder is op de hoogte van de regels van deze code en handelt conform deze code. |
|
Zorgaanbieder verleent hulp of ondersteuning met inachtneming van de eisen die volgens de algemeen aanvaarde professionele standaard aan Zorgaanbieder worden gesteld. De bij de zorgaanbieder in dienst zijnde medewerkers houden zich aan de voor hen geldende beroepscode. |
|
Zorgaanbieder stelt zich op de hoogte van de laatste relevante ontwikkelingen, kwaliteitseisen en wet- en regelgeving op landelijk niveau en handelt ernaar (oa. Jeugdwet, Wmo, Wtza, Wlz, Zvw en Wet Bibob). |
|
Zorgaanbieder neemt kennis van:
Zorgaanbieder onderschrijft de beleidsmatige uitgangspunten en handelt ernaar. Zorgaanbieder conformeert zich aan wijzigingen in beleid en lokale wet- en regelgeving. |
|
Zorgaanbieder salarieert maximaal overeenkomstig de Wet Normering Topinkomens en bijbehorende nadere regelingen. |
|
Zorgaanbieder dient op werkdagen minimaal van 09.00 – 17.00 uur telefonisch bereikbaar te zijn voor het college. |
|
Zorgaanbieder behandelt jeugdige en/of zijn ouder(s) en medewerkers van het college op een respectvolle wijze en zet geen zogenoemde agressieve verkooptechnieken in. |
|
De zorgaanbieder signaleert veranderingen in de situatie van de jeugdige en/of zijn ouder(s) en zijn omgeving/sociale netwerk met mogelijk gevolgen voor de mate van de inzet voor de jeugdige en/of zijn ouder(s). Zorgaanbieder bespreekt deze veranderingen in de situatie van de jeugdige en/of zijn ouder(s). Vervolgens meldt jeugdige en/of zijn ouder(s) of zorgaanbieder deze verandering in de situatie bij het college. |
|
Zorgaanbieder zoekt actief naar mogelijkheden om hulp of ondersteuning af te schalen. Dat wil zeggen verkorten van ondersteuningsduur, complexiteit of intensiteit (bijvoorbeeld door inzet van voorzieningen uit het voorliggend veld, vrijwilligers en eigen netwerk van de jeugdige en/of zijn ouder(s)). De hulp of ondersteuning is gericht op ontwikkeling, blijvende participatie en/of stimulering van de zelfredzaamheid, passend bij de levensfase van de jeugdige en/of zijn ouder(s). |
|
Zorgaanbieder draagt zorg voor gelijkwaardige vervanging (continuïteit en kwaliteit) bij afwezigheid van de (ingehuurde) medewerker van zorgaanbieder, bijvoorbeeld door verlof of ziekte. |
|
Zorgaanbieder zal het Hulpverleningsplan (zonder vertrouwelijke informatie) of na toestemming van de jeugdige en/of zijn ouder(s) aan het college te verstrekken. |
|
Zorgaanbieder treedt op als casusregisseur. De zorgaanbieder is verantwoordelijk voor het opstellen, bewaken, structureren en coördineren van de uitvoering van het hulp of ondersteuning. Hierbij draagt de zorgaanbieder zorg voor een effectieve en efficiënte samenwerking op operationeel niveau. De casusregisseur draagt zorg voor de continuïteit en kwaliteit van de hulp of ondersteuning. Daar waar hapering of stagnatie optreedt meldt de zorgaanbieder dit bij het college en vindt waar nodig afstemming plaats tussen het college en zorgaanbieder. Het college heeft dan de verantwoordelijkheid om het proces weer op gang te brengen. |
|
Als de Jeugdige en/of zijn ouder(s) overgaat naar een andere zorgaanbieder, zorgt zorgaanbieder voor een soepele, professionele overdracht naar deze (nieuwe) zorgaanbieder, waarbij de continuïteit van de hulp of ondersteuning is gewaarborgd. Zorgaanbieder draagt terstond, maar uiterlijk binnen één (1) week na de overdracht het dossier van de Jeugdige en/of zijn ouder(s) compleet en kosteloos over aan deze zorgaanbieder en neemt daarbij de privacywetgeving in acht. |
|
Hulp of ondersteuning die wordt ingezet voordat een maatwerkvoorziening is verstrekt zal niet worden vergoed. Indien de looptijd van de maatwerkvoorziening is verstreken en deze niet is vervangen door een nieuwe maatwerkvoorziening, wordt de hulp of ondersteuning niet vergoed. |
|
De zorgaanbieder maakt met jeugdige en/of zijn ouder(s) duidelijke werkafspraken over de levering van de hulp of ondersteuning, vastgelegd in een Hulpverleningsplan. Basis voor dit Hulpverleningsplan is het Ondersteuningsplan dat door de het college wordt opgesteld of de verwijzing van een derde. Dit Hulpverleningsplan voldoet in ieder geval aan de volgende eisen:
|
|
Zorgaanbieder sluit de hulp of ondersteuning af met een eindevaluatie welke is ondertekend door jeugdige en/of zijn ouder(s). In de eindevaluatie worden de gestelde doelen en resultaten vanuit het Hulpverleningsplan geëvalueerd. |
|
De zorgaanbieder dient bij methodieken en interventies in te zetten die onafhankelijk zijn onderzocht en daarbij effectief zijn bevonden. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van interventies en methodieken die zijn opgenomen en beschreven in een van volgende databanken:
De zorgaanbieder is verplicht de in het kader van de hulp of ondersteuning in te zetten methodieken op te nemen in het Hulpverleningsplan. Indien het gaat om een (nieuwe) interventie of methodiek die niet is opgenomen en beschreven in één van de in het bovenstaand beschreven databanken, heeft het college het recht de methodiek te verifiëren en accorderen. |
|
Zorgaanbieder is bekend met het gedachtegoed van Positieve gezondheid en werkt vanuit dit gedachtegoed. |
|
De zorgaanbieder draagt er zorg voor dat de hulp of ondersteuning van goede kwaliteit is. Hulp of ondersteuning wordt in elk geval:
|
|
Als zorgaanbieder inschat dat het waarschijnlijk is dat een jeugdige en/of zijn ouder(s) in aanmerking komt voor hulp of ondersteuning op grond van een andere wet, en deze ondersteuning nodig is om tot een oplossing van de hulp- of ondersteuningsvraag van de jeugdige en/of zijn ouder(s) te komen, begeleidt zorgaanbieder de jeugdige en/of zijn ouder(s) bij het aanvragen hiervan of spreekt zij met de reeds betrokken zorgaanbieder af dat de zorgaanbieder hierin begeleidt. |
|
Zorgaanbieder en indien van toepassing onderaannemers en/of samenwerkende partijen werken mee aan van toepassing zijnde inspecties door de daarvoor aangewezen organisaties en geven opvolging aan aanbevelingen die hieruit naar voren komen. Zorgaanbieder dient het college over de aanbevelingen te informeren en dient concreet aan te geven indien aanbevelingen de hulp of ondersteuning aan de Jeugdige en/of zijn ouder(s) van het college raakt. |
|
Zorgaanbieder voldoet daarnaast aan de gestelde eisen ter bevordering van de rechtspositie van de Jeugdige en/of zijn ouder(s), waaronder in ieder geval:
|
|
Levering geschiedt door inzet van voldoende gekwalificeerde medewerkers en – voor zover van toepassing - op basis van een voor Zorgaanbieder geldende cao. |
|
Zorgaanbieder beschikt over een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) screeningsprofiel ‘gezondheidszorg en welzijn van mens en dier’ van personen die beroepsmatig of niet incidenteel als vrijwilliger in contact kunnen komen met Jeugdige en/of zijn ouder(s). De VOG mag niet ouder(s) zijn dan drie (3) maanden bij aanvang van de werkzaamheden van de medewerker. Zorgaanbieder verlangt van haar werknemers een nieuwe VOG op het moment dat redelijkerwijs het vermoeden bestaat dat daar aanleiding toe is. |
|
Zorgaanbieder beperkt voor de Jeugdige en/of zijn ouder(s) zoveel mogelijk het aantal wisselingen van medewerkers die hulp of ondersteuning leveren. |
|
Indien zorgaanbieder gebruik maakt van vrijwilligers bij de hulp of ondersteuning van de jeugdige en/of zijn ouder(s), draagt hij er zorg voor dat de kwaliteit en betrouwbaarheid van de hulp of ondersteuning wordt geborgd. |
|
De zorgaanbieder faciliteert en begeleidt de ingezette vrijwilligers. |
|
Vrijwilligers met jeugdige en/of zijn ouder(s) contact dienen in ieder geval te beschikken over een geldige Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) screeningsprofiel ‘gezondheidszorg en welzijn van mens en dier’. |
|
Zorgaanbieder garandeert dat vrijwilliger met Jeugdige en/of zijn ouder(s) contact:
|
|
Inzet van onderaannemers is alleen toegestaan indien de Het college hier schriftelijk toestemming voor heeft gegeven. Hulp of ondersteuning die is geleverd door een onderaannemer waarvoor deze toestemming ontbreekt, kan niet in rekening worden gebracht bij Het college. |
|
Het college gaat ten aanzien van coöperaties aanvullende voorwaarden stellen met betrekking tot de inzet van de leden van de coöperatie. Deze liggen in lijn met hetgeen van hoofd-onderaannemers gevraagd wordt.
|
|
De zorgaanbieder zorgt voor een goede samenwerking met medewerkers van andere relevante organisaties onder andere: gezondheidszorg, begeleiders op school, thuiszorg. |
|
Zorgaanbieder draagt zorg voor een adequate klachtenprocedure vergelijkbaar met de procedure zoals omschreven in de artikelen 13 t/m 17 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (hierna: WKKGZ), welke voorziet in een snelle en correcte afhandeling van klachten van Jeugdige en/of zijn ouder(s). Zorgaanbieder is tevens aangesloten bij een onafhankelijk geschilleninstantie. |
|
Zorgaanbieder draagt actief bij aan een cliënttevredenheidsonderzoek Menselijke Maat. |
|
Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Zorgaanbieder hanteert een ‘meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ en bevordert het gebruik en de kennis van de Meldcode onder medewerkers. Indien er sprake is van onveiligheid (in het kader van de Meldcode), dan stelt de Zorgaanbieder een veiligheidsplan op. Zorgaanbieder wijst ten minste één aandachtsfunctionaris aan die lid is van de landelijke vakgroep aandachtsfunctionarissen kindermishandeling (LVAK). Deze aandachtsfunctionaris waarborgt de implementatie van de Meldcode. Deze functionaris is aanspreekpunt voor de zorg- en veiligheidspartners in het kader van de aanpak van huiselijk geweld en participeert in het ontwikkelplan huiselijk geweld en kindermishandeling van de het college Hardenberg. Ook is de aandachtsfunctionaris bekend met de specialisten die kunnen worden ingeschakeld voor specifieke vormen van huiselijk geweld. Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) Zorgaanbieder meldt datalekken bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Calamiteiten en geweldsincidenten Zorgaanbieder is bekend en handelt conform de vigerende calamiteitenprotocollen van de IGJ en het college. Zorgaanbieder meldt calamiteiten en geweldsincidenten[1] zo spoedig mogelijk (uiterlijk binnen drie (3) werkdagen) bij Het college en – waar het gaat om zorg of ondersteuning op grond van de Jeugdwet – aan de IGJ. Dit in verband met de coördinatie van (dreigende) maatschappelijke onrust[2] en/of (verwachte) media-aandacht. Ontslag medewerker wegens disfunctioneren Zorgaanbieder die zorg of ondersteuning op grond van de Jeugdwet biedt doet binnen drie (3) werkdagen melding bij de IGJ bij ontslag van een medewerker wegens disfunctioneren. Zorgaanbieder meldt signalen over (vermoedens van) fraude, financiële fouten, kwaliteitsproblemen of ongewenste werkwijzen bij het LMZ. |
|
Zorgaanbieder stelt het college binnen vijf (5) werkdagen op de hoogte van:
|
|
De zorgaanbieder voert een deugdelijke administratie, waarbij in ieder geval inkomsten, uitgaven, verplichtingen, jeugdige en/of zijn ouder(s) dossiers en verantwoording te herleiden zijn naar bron en bestemming. |
|
De zorgaanbieder heeft schriftelijk vastgelegd welke organen van de Zorgaanbieder bevoegd zijn ten aanzien van welk onderdeel of aspect van de bedrijfsvoering. |
|
De zorgaanbieder heeft schriftelijk en inzichtelijk vastgelegd hoe de hulp of ondersteuning wordt georganiseerd. Daarbij wordt gemeld van welke andere bedrijven of dochterondernemingen gebruik wordt gemaakt en wat de aard is van de relaties met die andere verbanden, waaronder begrepen verantwoordelijkheden, taken en beslissingsbevoegdheden. |
|
De activiteiten van de zorgaanbieder in het kader van de maatwerkvoorziening worden in de bedrijfsadministratie financieel onderscheiden van andere activiteiten van de zorgaanbieder. |
|
Het college mengt zich niet in deze ondernemingsvrijheid, tenzij de bedrijfsvoering en/of de financiële situatie van de organisatie de continuïteit en de kwaliteit van de hulp of ondersteuning in gevaar brengt. Van een gevaar voor de continuïteit is sprake indien in eenzelfde boekjaar sprake is van een negatief eigen vermogen én een negatief financieel resultaat. Om de kwaliteit van de ondersteuning te waarborgen dient de zorgaanbieder te voldoen aan onderstaande voorwaarden:
|
|
Zorgaanbieder conformeert zich aan het principe ‘zorggeld moet worden besteed aan zorg’. Het college hanteert daarbij het uitgangspunt dat zorgaanbieder 5% van het voorwerp van de Opdracht reserveert voor reserves. Bij significante afwijkingen zal Het college in gesprek gaan met Zorgaanbieder over de kwaliteit en de rechtmatigheid van de geleverde en gedeclareerde hulp of ondersteuning en de herkomst van het hoge of lage nettoresultaat. |
|
Zorgaanbieder past de relevante cao’s toe. Zorgaanbieder kiest ten behoeve van het realiseren van één (1) werkgever, gelet op zijn taken en de werkingssfeer-bepaling in de cao’s, een passende cao. Dit betekent niet dat cao’s geharmoniseerd moeten worden, maar dat er één dominante cao is. |
|
Zorgaanbieder stelt medewerkers die worden ingehuurd als payroll- of uitzendkracht gelijk wat betreft de beloning conform wet Waadi. Daarmee hebben deze inhuurkrachten recht op de eindejaarsuitkering en de levensloopbijdrage, naast de andere arbeidsvoorwaarden die gelden voor de uitzend-cao(ABU). |
|
Zorgaanbieder geeft invulling aan het begrip goed werkgeverschap (denk aan zorgvuldig, sociaal, transparant en controleerbaar). Het college beschouwt in ieder geval verloop (uitstroom fte/totaal fte), verzuim (aantal ziektedagen medewerkers / totaal aantal beschikbare dagen medewerkers) en de tevredenheid en ontwikkeling van medewerkers als indicatoren voor goed werkgeverschap. Zorgaanbieder streeft naar duurzame inzetbaarheid van medewerkers en zet zich in om verzuim te voorkomen. |
|
Zorgaanbieder voldoet aan de wetgeving omtrent arbeidsomstandigheden. Zorgaanbieder zorgt voor de veiligheid, gezondheid en welzijn van medewerkers conform de Arbo-eisen. Zorgaanbieder draagt zorg voor een actief HR beleid voor het werven en deskundig en vitaal houden van medewerkers. |
Zorgaanbieder werkt conform de wettelijke norm van verantwoorde werktoedeling. De norm verplicht de zorgaanbieder van jeugdhulp en jeugdbescherming (gecertificeerde instellingen) tot:
Zorgaanbieder heeft in ieder geval een geregistreerde gedragswetenschapper, in dienst of ter beschikking heeft, die voldoet aan de geldende beroepscodes. |
|
Het is voor een zorgaanbieder mogelijk om in het kader van de hulp een niet-geregistreerde medewerker in te zetten in combinatie met een geregistreerde medewerker, of onder verantwoordelijkheid van een geregistreerde medewerker. Indien een zorgaanbieder een niet-geregistreerde medewerker wenst in te zetten, stelt het college de volgende eisen:
Het is voor de jeugdige en/of zijn ouder(s) duidelijk welke geregistreerde medewerker de regie voert en het aanspreekpunt is. |
|
Begeleiding individueel kan niet op hetzelfde tijdstip worden ingezet als begeleiding groep, Jeugd GGZ, dagbehandeling, jeugd- en opvoedhulp, residentiële zorg. De verschillende vormen van jeugdhulp kunnen wel naast elkaar worden ingezet. |
|
Begeleiding groep wordt geïndiceerd in dagdelen, een dagdeel kent 4 uur. Per etmaal kunnen maximaal 2 dagdelen worden ingezet. |
|
Het tarief voor begeleiding groep betreft een integraal tarief, waar ook (indien nodig) de afstemming met ouder(s) onder valt. |
|
Begeleiding groep ontwikkelingsgericht wordt verleend door minimaal één medewerker volgens de norm verantwoorde werktoedeling op maximaal 5 jeugdigen. |
|
Begeleiding groep respijtzorg wordt verleend door minimaal één medewerker volgens de norm verantwoorde werktoedeling op maximaal 6 jeugdigen. |
|
Zorgaanbieder zorgt dat de locatie voor begeleiding groep waar hulp plaatsvindt, voldoet aan alle relevante wet- en regelgeving (bestemmingsplan). Waar nodig heeft het college de vereiste vergunningen verstrekt om ter plaatse hulp te bieden. De locatie is aangepast aan (de kwetsbaarheid van) de doelgroep. |
|
Behandeling vindt zoveel mogelijk plaats in de thuissituatie en/of leefomgeving van de jeugdige. |
|
Er is minimaal één WO-opgeleide gedragswetenschapper bij de behandeling ambulante jeugd – en opvoedhulp jeugdigen en scheidingshulpverlening betrokken. Naast de direct betrokken gedragswetenschapper is een tweede professional voor consultatie en multidisciplinair overleg beschikbaar en hier wordt periodiek casusgericht overleg mee gevoerd. Hiermee wordt voldaan aan het vier-ogen-principe. |
|
Een behandeling in het kader van de jeugd- en opvoedhulp duurt een afgebakende periode, met een start en eindpunt. De maximale duur is negen (9) maanden. Eventuele verlenging kan alleen in overleg met het Samen Doen team. Beeldvormend/handelingsgericht diagnostisch onderzoek of observatieonderzoek is in de regel onderdeel van de behandeling. Uiterlijk na deze periode van onderzoek worden de behandeldoelen opgesteld, met een daaraan gekoppelde behandeltermijn. Zorgaanbieder, de jeugdige en de ouder(s)/ verzorger(s) maken o.a. afspraken over de te behalen doelen, de inzet (duur) van de behandeling jeugdhulp en tussen – en eindevaluatie. Binnen de indicatie kunnen zij samen invullen hoe lang en hoe vaak er contact is en hiervoor een planning maken. |
|
Voor echtsscheidingshulpverlening kunnen de volgende functies of functies vergelijkbaar met onderstaande in worden gezet vanuit het functieboek jeugdzorg (CAO jeugdzorg) [4] :
Daarnaast kan de directe begeleider altijd een gedragswetenschapper consulteren (minimaal wo-niveau). Begeleide omgang op therapeutisch niveau wordt uitgevoerd door jeugdhulpverleners die ervaring hebben opgedaan met een uitgewerkte module begeleide omgang op therapeutisch en professioneel niveau in samenwerking met de Raad voor de Kinderbescherming. |
De gemeente stelt eisen aan de deskundigheid van medewerkers Wmo begeleiding en jeugdhulp zoals hierboven opgenomen. Medewerkers moeten beschikken over een afgeronde voor de hulp of ondersteuning relevante beroepsopleiding. Onder een relevante beroepsopleiding wordt in ieder geval verstaan:
1. Middelbaar Beroepsonderwijs:
Wanneer een medewerker niet over een relevant MBO- en/of HBO-diploma beschikt kan via een EVC-traject bij een erkende EVC-aanbieder aangetoond worden dat de medeweker door middel van werkervaring wel vakbekwaam is.
Het Nationaal Kenniscentrum EVC beheert en onderhoudt het register inzake de EVC procedures van erkende EVC aanbieders. Via een procedure voor het Erkennen van jouw Verworven Competenties (EVC) wordt aan de hand van een erkende EVC standaard precies in kaart gebracht wat je daarvan aan kennis en vaardigheden in huis hebt. Er wordt gekeken naar wat je in de praktijk hebt (bij)geleerd en dit alles wordt vastgelegd in een uitgewerkt persoonlijk ervaringscertificaat. Met een Ervaringscertificaat kun je vervolgens de Examenkamer vragen om een vakbekwaamheidsbewijs af te geven.
Voor meer informatie: Website Nationaal Kenniscentrum EVC: https://www.ervaringscertificaat.nl/ Website Examenkamer: https://www.examenkamer.nl/
Buitenlandse diploma’s of andere vorm van validering van formeel onderwijs worden slechts geaccepteerd onder overleggen van een door namens de Nederlandse overheid door SBB of Nuffic afgegeven diplomavergelijking of waardering.
6. Buitenlandse Vakbekwaamheidsbewijs:
Buitenlandse bewijzen van vakbekwaamheid en andere vormen van validering van informeel en non formeel leren en vakvolwassenheid worden slechts geaccepteerd onder overleggen van een door namens de EVC convenant partners door het Nationaal Kenniscentrum EVC afgegeven verklaring inzake vakvolwassenheid en/of vakbekwaamheid.
Bij Jeugd dient gewerkt te worden volgens de norm verantwoorde werktoedeling.[5] Bij de uitvoering van Jeugdhulp is een SKJ of BIG registratie verplicht zoals genoemd in artikel 4.1.6 Jeugdwet en artikel 5.1.1. Besluit Jeugdwet. Er kan slechts een niet geregistreerde professional worden ingezet indien aannemelijk wordt gemaakt dat de kwaliteit van de uit te voeren taak niet nadelig wordt beïnvloed.
MBO: CREBO: Centraal Register Beroepsonderwijs
HBO: CROHO: Centraal Register Hoger Onderwijs
WO: CROHO: Centraal Register Hoger Onderwijs
DUO: Register van op naam gestelde diploma’s
Opleidingen MBO- CREBO register
Opleidingen HBO – WO – CROHO register
Opleidingen o.b.v. SKJ registratie
[1] Een calamiteit is een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van de zorg en die tot de dood van of een ernstig schadelijk gevolg voor een Jeugdige en/of zijn ouder(s) heeft geleid. Een geweldsincident is: seksueel binnendringen van het lichaam van of ontucht met een cliënt, alsmede geweld jegens een cliënt, door iemand die in dienst of in opdracht van een instelling of opdrachtnemer van een instelling werkzaam is, dan wel door een andere Jeugdige en/of zijn ouder(s) met wie de Jeugdige en/of zijn ouder(s) gedurende het etmaal of een dagdeel in een accommodatie van een instelling verblijft.
[2] Maatschappelijke onrust staat hierbij voor ‘het verschijnsel waarbij één of enkele incidenten plaatsvinden die leiden tot subjectieve en/of objectieve problemen op het gebied van openbare orde en veiligheid’.
[3] Zie opleidingseisen verderop in bijlage 1.
[4] https://www.jeugdzorg-werkt.nl/bijlage-11-cao-functieboek-met-losse-bijlagen
[5] Zie hiervoor Kwaliteitskader Jeugd: kwaliteitskader-Jeugd-v2.1.pdf (skjeugd.nl)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-557079.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.