Gemeenteblad van Vijfheerenlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vijfheerenlanden | Gemeenteblad 2022, 556770 | overige overheidsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vijfheerenlanden | Gemeenteblad 2022, 556770 | overige overheidsinformatie |
In ons coalitieakkoord schreven wij: “Wij leven in een prachtige gemeente. Veel mensen in Vijfheerenlanden zijn tevreden met en genieten van hun woonomgeving. Met elkaar vormen we een diverse en vitale samenleving. Elk dorp en elke wijk is uniek en tegelijkertijd zijn we samen Vijfheerenlanden. Vijfheerenlanden als geheel is meer dan de som der delen; mede daardoor zijn we een sterke partner in de regio.”
Wij constateerden in ons coalitieakkoord echter ook al, dat er sprake is van grote opgaven. Met een deel van die opgaven is ook rekening gehouden in ons coalitieakkoord. De woningmarkt zit bijvoorbeeld op slot en doorstroming vindt onvoldoende plaats. Vijfheerenlanden zal tot en met 2040 dan ook 5.000 nieuwe woningen bouwen. Daarvan zal 40% worden gerealiseerd tot en met 2026. Dat geeft ons ook de ruimte en het vertrouwen om een bijdrage te leveren aan een nieuwe opgave als noodopvang voor vluchtelingen en de huisvesting van statushouders. De oorlog in Oekraïne en de wijze waarop Rusland energieleveranties als wapen gebruikt om andere landen onder druk te zetten, heeft ons ook laten zien dat niet alleen vanuit klimaatperspectief een succesvolle energietransitie essentieel is, maar ook vanuit economisch en sociaal perspectief. Met onze bijdrage in deze energietransitie is in ons coalitieakkoord dan ook rekening gehouden.
In mei jl. heeft het Rijk zijn stikstofplannen gepubliceerd. Los van welk inhoudelijk oordeel ook over deze plannen, kan worden geconstateerd, dat er bij de totstandkoming van deze plannen, door het Rijk onvoldoende rekening is gehouden met de opvattingen en belangen van allen die direct betrokken zijn bij de uitvoering van dit nieuwe beleid. Te gemakkelijk is door het Rijk aangenomen, dat “geld” alles wel oplost. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat bijvoorbeeld de boeren op dit moment op veel sympathie kunnen rekenen in de samenleving. Dat deze sympathie regelmatig ook op meer dan ongewenste wijze (bijvoorbeeld in de vorm van dreigementen op sociale media) wordt geuit, tekent de verharde sfeer in onze samenleving, waarbij sprake lijkt te zijn van een verwijdering tussen de overheid en een deel van de samenleving. Dat vinden wij een zeer zorgelijke ontwikkeling.
Ook de gemeente Vijfheerenlanden heeft – als deel van die overheid – hiermee te maken. Wij willen onze eigen gemeentelijke opgaven met een ruim draagvlak in onze samenleving realiseren. Dat betekent dat er misschien extra inzet benodigd is om dat draagvlak te bereiken. Maar de basis van onze bestuurlijke inzet ligt in het enthousiasme dat wij willen uitstralen en in de betrokkenheid die wij voelen voor inwoners en ondernemers van Vijfheerenlanden. Vanuit die betrokkenheid willen wij onze al zo mooie gemeente Vijfheerenlanden nog mooier en beter maken met en voor onze inwoners, nieuwe inwoners en ondernemers. Maar betrokkenheid alleen is niet genoeg. Wij willen ook een betrouwbare overheid zijn die realistisch is in het maken van afspraken. Dat is de enige manier om niet alleen draagvlak te verkrijgen bij het formuleren van ons beleid en onze doelen, maar dat draagvlak ook te behouden bij het uitvoeren van de daarvoor vereiste maatregelen.
In deze Programmabegroting 2023 staan onze resultaatafspraken verwoord en zijn de financiële middelen opgenomen die kaderstellend zijn voor de uitvoering van deze afspraken. De resultaatafspraken zijn geclusterd in zes programma’s. In de Programmabegroting 2022 was nog sprake van negen programma’s. Voor de nieuwe programma-indeling is gekozen omdat deze beter aansluit op bijvoorbeeld de indeling van de raadscommissies.
Ieder programma is op eenzelfde wijze ingedeeld. Allereerst worden (per thema) de beleidsdoelstellingen geformuleerd, vervolgens wordt (per thema) de inzet toegelicht die wij ontplooien om deze beleidsdoelstellingen te realiseren en (wederom per thema) de concrete resultaten die wij in 2023 willen realiseren. Ieder programma wordt afgesloten moet een kaderstellend meerjarig financieel overzicht van lasten, baten en verrekeningen met reserves.
Logischerwijze hebben wij als gemeente de verantwoordelijkheid voor het realiseren van vele doelstellingen. Deels betreft dit doelstellingen die zich richten op het goed uitvoeren van rijksbeleid. Maar het overgrote deel van onze doelstellingen betreft toch echt eigen gemeentelijk beleid. De belangrijkste van deze doelstellingen zijn in deze Programmabegroting thematisch verwoord en uitgewerkt in de zes programma’s. In samengevatte vorm zijn onze bestuurlijke doelstellingen als volgt weer te geven:
Bestuur, dienstverlening en organisatie
Wijk- en dorpsgericht werken is de norm. Deze manier van werken zorgt ervoor dat de inwoners gestimuleerd worden eigen initiatieven te ontplooien in hun buurt of wijk en daarbij, als dat nodig is, gefaciliteerd worden door de gemeente (overheidsparticipatie). We betrekken onze inwoners en ondernemers in een zo vroeg mogelijk stadium bij onze projecten en beleidsontwikkeling (inwonersparticipatie) en zetten daarbij in op goed verwachtingenmanagement en heldere communicatie. We respecteren de verschillen tussen alle dorpen en wijken.
Wij sluiten onze dienstverlening aan op de behoefte van onze inwoners en ondernemers. Wij monitoren de tevredenheid over onze dienstverlening bij onze inwoners en richten ons in onze communicatie op de thema’s die inwoners belangrijk vinden.
Beheer en gebruik openbare ruimte
Wij werken aan een veilig en prettig woon- en werkklimaat voor onze inwoners, ondernemers en bezoekers. Wij zorgen voor een openbare ruimte die veilig, groen en leefbaar is, zonder achterstallig onderhoud en met een toekomstgericht beheer.
Wij willen een vitale samenleving. Inwoners moeten kunnen meedoen in de samenleving, ongeacht leeftijd, geslacht, religie of cultuur. Op een laagdrempelige manier geven wij vorm aan preventie. Zo heeft meedoen een positieve invloed op het persoonlijk welbevinden en versterkt het de vitale samenleving. We streven ernaar dat iedere inwoner mentaal en fysiek gezond opgroeit en een positieve gezondheid ervaart, waardoor hij/zij zo lang mogelijk kan functioneren in de samenleving. Iedere inwoner moet daarbij een kansrijke start krijgen en de mogelijkheid worden geboden om een leven lang te ontwikkelen. Iedere inwoner moet ook kunnen voorzien in de directe levensbehoeften en mee kunnen doen aan onze samenleving. We zetten daarbij in op het verminderen en voorkomen van armoede en schulden en op passende huisvesting voor inwoners en voor toekomstige inwoners. Bij dit alles moeten de beschikbare middelen zo doelmatig mogelijk worden uitgegeven, namelijk daar waar ze het hardste nodig zijn.
Wij bouwen duurzaam en met oog voor de grote landschappelijke waarden van Vijfheerenlanden. Wij bouwen tot en met 2026 circa 2.000 woningen en maken planruimte voor nog eens 3.000 woningen in de periode tot en met 2040. Door de woonbehoefte beter in beeld te brengen en de bouw daarop af te stemmen, bouwen wij niet alleen de aantallen, maar ook de soort woningen die nodig zijn. Wij bouwen daarbij voor behoefte én doorstroom. Bouwen in alle steden en dorpen, dus ook in de kleinere dorpen, heeft onze aandacht. Bij de toewijzing van woningen geven wij, waar (wettelijk) mogelijk, voorrang aan onze eigen inwoners of aan mensen die economisch of maatschappelijk verbonden zijn met Vijfheerenlanden. Bouwinitiatieven binnen wijken en/of dorpen moeten maatschappelijk breed gedragen worden, ook wat betreft de samenstelling van het te realiseren nieuwe woningaanbod.
In 2050 willen wij 95% CO2 reductie hebben bereikt ten opzichte van 1990. In 2030 gaan we uit van 49%. Dit kunnen we bereiken door een combinatie van energiebesparing, opwek van duurzame energie en compensatie van onze CO2-uitstoot. Zo gaan we klimaatverandering tegen en zorgen we ervoor dat iedereen beschikt over voldoende schone energie. In 2050 willen wij ook volledig circulair zijn. Wij willen een verkeersveilig, leefbaar en bereikbaar Vijfheerenlanden, waarbij de bereikbaarheid van de bestaande wijken en dorpen is gewaarborgd en nieuwe woongebieden goed en veilig ontsloten worden door openbaar vervoer, (snel)fiets en auto.
Een gezonde lokale economie is van belang voor het welzijn en welbevinden van onze ondernemers én inwoners. Ook de leefbaarheid in en de vitaliteit van onze gemeente profiteren daarvan. Daarbij willen wij samen met alle belanghebbenden werken aan een buitengebied, waarin onder andere de agrariër zijn werk kan doen (passend in een vitale landbouwsector), er plek is voor recreatie en voldoende ruimte is voor herstel van de natuur en biodiversiteit.
Wij vinden het essentieel voor de leefbaarheid in de dorpen en wijken, dat er blijvend ruimte is voor ontmoeting. Wij willen daarom de ontmoetingsfunctie in de dorpen en wijken passend faciliteren. Het desbetreffende dorp of de kern en haar inwoners moeten hier wel nadrukkelijk een eigen verantwoordelijkheid in hebben.
Wij sluiten met ons sportbeleid “Heel Vijfheerenlanden beweegt” nauw aan bij de doelstellingen uit de Sociaal Maatschappelijke Agenda. Verenigingen spelen een belangrijke rol als ontmoetingsplaats en bij de sociale ontwikkeling van jongeren. Hier zijn wij trots op en deze maatschappelijke kracht willen wij graag behouden en versterken.
Inwoners en bezoekers van Vijfheerenlanden moeten zich thuis voelen in onze gemeente en ons gebied. Wij willen hen inspireren en verleiden om er op uit te trekken. Wij streven ernaar dat ze trots zijn op alles dat Vijfheerenlanden te bieden heeft en zich vanuit deze trots verbonden voelen met het gebied tussen Lek en Linge. Inwoners en bezoekers van Vijfheerenlanden moeten ook geraakt worden door alles wat wij op het gebied van kunst en cultuur te bieden hebben. Waar mogelijk leggen wij dan ook bij de uitvoering van ons kunst- en cultuurbeleid een inhoudelijke relatie met de economische, toeristische, duurzame en ruimtelijke ontwikkeling van onze steden, dorpen en het buitengebied.
Vanuit een verantwoord financieel beleid zorgen wij ervoor dat onze meerjarenbegroting op orde is en wij financieel voldoende weerbaar blijven. Wij schuiven lasten niet door naar de toekomst. Daarbij blijven de gemeentelijke woonlasten op een niveau dat zich verhoudt tot die van de buurgemeenten.
A. Bestuur, dienstverlening en organisatie
Wijk- en dorpsgericht werken is de norm. Deze manier van werken zorgt ervoor dat de inwoners gestimuleerd worden eigen initiatieven te ontplooien in hun buurt of wijk en daarbij, als dat nodig is, gefaciliteerd worden door de gemeente (overheidsparticipatie). We betrekken onze inwoners en ondernemers in een zo vroeg mogelijk stadium bij onze projecten en beleidsontwikkeling (inwonersparticipatie) en zetten daarbij in op goed verwachtingenmanagement en heldere communicatie. We respecteren de verschillen tussen alle dorpen en wijken. Maatwerk is in alle gevallen de standaard.
We richten ons op wijk- en dorpsgericht werken conform het vastgestelde programma wijk- en dorpsgericht werken. Hierbij staat centraal een dekkend aanbod vanuit welbevinden, welzijn en zorg en - daar waar dit kan - met een “lokale inkleuring”.
Wij sluiten onze dienstverlening aan op de behoefte van onze inwoners en ondernemers. Dit doen we door ons dienstverleningsconcept te vernieuwen. Tegelijk monitoren we de tevredenheid over onze dienstverlening bij onze inwoners. Wij zorgen er voor dat ontevreden inwoners op een laagdrempelige wijze een klacht kunnen indienen en dat de klacht onafhankelijk wordt behandeld.
Wij staan in verbinding met onze gemeenschap. We richten ons in onze communicatie op thema’s die inwoners belangrijk vinden. De boodschap bepaalt daarbij de in te zetten communicatiemiddelen: “wat wil Vijfheerenlanden de inwoners laten weten of laten doen?” Hierbij willen wij niet alleen zenden maar vooral ook goed luisteren naar onze inwoners en daarbij aansluiten bij hun informatiebehoefte. Participatie en omgevingsgericht werken zijn een vast onderdeel bij het formuleren van de kernboodschap.
De gemeente Vijfheerenlanden werkt daarbij volgens onze vijf kernwaarden (de ‘vijf van Vijfheerenlanden’), zoals deze zijn vastgesteld bij de start van Vijfheerenlanden in 2018: wendbaar, verbindend, betrouwbaar, resultaatgericht en duurzaam. In de paragraaf bedrijfsvoering wordt meer integraal inzicht gegeven in de in 2023 op het gebieden van organisatie en bedrijfsvoering te realiseren resultaten.
Wij zijn benaderbaar en zichtbaar in de dorpen en wijken met onze wijk- en dorpswethouders en de wijkambassadeurs. Dezelfde houding verwachten wij van de ambtelijke organisatie. Voorbeeldgedrag is gewenst en daarom vergadert het college bijna wekelijks op locaties in het gebied. Dezelfde dag brengen wij ook een bezoek aan initiatieven, ondernemers en bijzondere projecten.
Wij gaan adequaat om met persoonsgegevens. Dit is een blijvend proces en dit vergt dan ook blijvend aandacht van zowel bestuur, management als medewerkers. In 2023 gaan we binnen de bewustwordingscampagne ‘5 voor veilig’ verder met het trainen en bewust maken van onze medewerkers. Hierbij richten we ons op de bewustwording dat privacy en informatieveiligheid echt van ons allemaal is en niet van slechts één onderdeel van de organisatie. Specifieke aandacht is er voor het implementeren van de uitkomsten rondom de audit Wet politiegegevens. Daarnaast is bij automatisering meer aandacht voor de borging van beveiliging binnen de doorlopende werkprocessen.
Wij hebben oog voor het feit, dat een mondige samenleving en mondige inwoners ook door kan schieten in ongewenst gedrag dat als grensoverschrijdend en bedreigend moet worden beschouwd. Wij trainen onze medewerkers hoe hiermee om te gaan, dragen altijd zorg voor nazorg en doen indien noodzakelijk altijd aangifte.
Aan de hand van onderzoek bepalen we de thema’s die inwoners belangrijk vinden. Uit onderzoek blijkt dat op dit moment leefbaarheid (wonen), bereikbaarheid en duurzaamheid de drie belangrijkste thema’s zijn waar inwoners over geïnformeerd willen worden. Op deze thema’s richten we dan ook onze communicatie.
We hanteren daarbij als uitgangspunt “digitaal waar het kan en persoonlijk waar het moet”. We willen immers de dialoog met de inwoner stimuleren. Het voordeel bij online communicatie is daarbij dat de inwoner met een klik het gesprek kan aangaan, nadere informatie kan vinden, meedenken of een mening kan geven. Daarom investeren we in een sociale media strategie.
Wij versterken de ambtelijke organisatie om aan de nieuwe gemeentelijke taken met betrekking tot de opvang van Oekraïense vluchtelingen, beschermd wonen, huisvesting van statushouders, arbeidsmigranten, daklozen en spoedzoekers invulling te kunnen geven. Het kabinet heeft aangegeven gemeenten hierbij financieel te gaan ondersteunen. Wij gaan er van uit, dat een substantieel deel van de hieraan verbonden extra kosten door het Rijk wordt vergoed.
In het vierde kwartaal van 2023 evalueren wij het wijkgericht werken in De Hagen. De resultaten brengen in beeld in hoeverre de in De Hagen toegepaste wijze van werken succesvol is geweest, gecontinueerd kan worden en eventueel toepasbaar is binnen andere delen van Vijfheerenlanden. Vervolgens nemen we een besluit over de voortzetting of eventuele uitbouw hiervan.
Wij onderzoeken in 2022 de mogelijkheden van het toepassen van een ‘newsroom’. Indien uit dit onderzoek blijkt dat de inrichting van een ‘newsroom’ aanmerkelijk bedraagt aan de kwaliteit en effectiviteit van onze communicatie en de kosten dragelijk zijn kan de eventuele inrichting ervan in 2023 plaatsvinden.
Om de toenemende, grote opgaven op het gebied van huisvesting van statushouders, asielzoekers, en ander bijzondere doelgroepen te realiseren, breiden wij de ambtelijke organisatie uit op het gebied van projectleiding, juridisch advies, RO, beleid sociaal domein (asiel en onderwijs) en communicatie. Indicatief schatten wij de kosten hiervan op een bedrag van € 1,2 miljoen. Wij gaan er van uit, dat een substantieel deel van dit bedrag door het Rijk wordt vergoed.
Wij vernieuwen de opzet van de Kadernota, Programmabegroting, Bestuursrapportage en Jaarstukken. Daarbij verbeteren wij de sturingsinformatie en bestuurlijke achtergrondinformatie voor raad, college en organisatie. Dit onder meer door een verbeterde opzet van programma’s en paragrafen, een beter onderscheid tussen Kadernota en Programmabegroting, meer te gaan werken met kritische prestatie indicatoren en een verbreding van de wijze van bestuurlijke behandeling (in alle vakcommissies).
B. Beheer en gebruik openbare ruimte
Elke dag werken wij aan een veilig en prettig woon- en werkklimaat voor onze inwoners, ondernemers en bezoekers. We zijn zichtbaar aanwezig, bereikbaar en we staan in directe verbinding met hen.
De openbare ruimte is een belangrijk visitekaartje van onze gemeente. Wij zorgen voor een openbare ruimte die veilig, groen en leefbaar is. Een openbare ruimte zonder achterstallig onderhoud en met een toekomstgericht beheer. Daarmee bedoelen wij dat wij bij het beheer en de inrichting van de openbare ruimte rekening houden met maatschappelijke, economische, technologische en klimatologische ontwikkelingen. Wij streven naar een groene leefomgeving die aantrekkelijk, gezond en klimaatbestendig is. Water en groen benoemen wij als leidend principe bij de (her)inrichting van gebieden. We hebben nadrukkelijk oog voor klimaatadaptie (inclusief het voorkomen van hittestress) bij het inrichten van de openbare ruimte.
Wij staan voor klimaat adaptief bouwen en geven als gemeente daarin het goede voorbeeld met onze gemeentelijke en onderwijsgebouwen. Hierin volgen we de afspraken Klimaat adaptief Bouwen van de Provincie Utrecht.
Wij voeren het Integraal Veiligheidsbeleid (IVB) 2023-2025 uit. Dit beleid staat centraal bij het nastreven van de doelstelling veiligheid. Dit betreft onder meer de thema’s openbare orde & veiligheid, zorg & veiligheid, de bestrijding van ondermijning en cybercriminaliteit, crisisbeheersing en rampenbestrijding. Dit doen wij met diverse partners. Denk hierbij aan klassieke partners, zoals politie en brandweer, maar ook aan de Omgevingsdienst en evenementenorganisaties.
Wij willen voor elke woning die gebouwd wordt en voor elk kind dat geboren wordt een boom planten binnen de bebouwde omgeving. Dit doen wij bij voorkeur in het kader van nieuw te realiseren uitbreidings- en inbreidingsplannen. Binnen deze plannen planten wij een bepaalde hoeveelheid bomen aan, waarbij wij rekening houden met de 3-30-300 regeling uit het coalitieakkoord. Aanvullend hierop wijzen wij alternatieve locaties aan om de overige bomen te planten. Hierbij streven wij naar het voorkomen van hittestress en de 3-30-300 regel.
Wij harmoniseren het afvalbeleid in Vianen met de rest van het Waardlandengebied en beperken restafval door het invoeren van een pasjessysteem voor bestaande en nieuw te realiseren ondergrondse afvalinzamelpunten. De uitkomsten hiervan worden geëvalueerd qua kosten en het behalen van de doelstellingen. Op basis van de uitkomsten hiervan besluiten wij over de mogelijke invoering van gedifferentieerde tarieven (diftar; of andere vormen daarvan).
Vanaf 2023 actualiseren we waar nodig de energielabels van de gebouwen. Met deze informatie zijn we beter in staat om te kijken naar gemakkelijk en snel te realiseren mogelijkheden om te verduurzamen. De afgelopen jaren hebben we al diverse panden voorzien van zonnepanelen en vervangen we cv-ketels door warmtepompen.
Wat betreft de aanpak van ondermijning voeren wij 20 tot 40 integrale controles uit, gericht op onder meer de agrarische sector, autobranche, garageboxen en industrieterreinen. Dit doen wij met partners in groot verband, maar ook kleinschalig waarbij slechts een enkele partij aanschuift. Daarnaast organiseren we bewonersavonden, specifiek gericht op een doelgroep waarbij we voornamelijk informatie ter preventie delen.
We breiden in het kader van het thema zorg en veiligheid de aanpak binnen de persoonsgerichte aanpak (PGA) uit. We maken een koppeling met de Wet Aanpak Woonoverlast. De sociale zorg voor PGA klanten blijft bestaan en samen met onze partners werken we aan het versterken van nu al toegepast maatwerk.
Het beleid Woonoverlast is in 2022 vastgesteld. In 2023 gaan wij dit in praktijk brengen. Dit betreft een uitgebreide methodiek waar ook diverse partners op aansluiten, van politie tot wooncorporaties. Wij hebben hierin de regie. We verwachten veel zaken binnen het beleid efficiënt en doelgericht af te kunnen handelen.
Een aantal gebieden in de gemeente vraagt specifieke aandacht. We leggen een basis voor contact en bouwen aan een vertrouwensrelatie aan de ene kant, maar pakken overlast en criminaliteit aan de andere kant ook hard aan. We zetten daarbij diverse middelen en methodieken in. Dit begint met meedenken hoe de openbare ruimte wordt vormgegeven tot heel gerichte acties op subjecten of groepen.
Wij voeren het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2021-2025 uit. Speerpunt is de aanpak van wateroverlast in onder meer Vianen-Centrum door rioolvervanging of (op diverse locaties) het vervangen van de riolering door de aanleg van een gescheiden rioolstelsel. Bijvoorbeeld in De Hagen. Ook renoveren wij 100 minigemalen en het rioolgemaal De Meent te Leerdam.
Ons doel is een vitale samenleving. Inwoners moeten kunnen meedoen in de samenleving, ongeacht leeftijd, geslacht, religie of cultuur. Zij zijn aan het werk, doen vrijwilligerswerk, zorgen voor partner of kind, gaan naar school, naar een sportclub en zijn lid van een (geloofs)gemeenschap. Iedereen doet volwaardig mee, op zijn of haar eigen wijze en wordt daarvoor gewaardeerd. Vanuit eigen kracht of binnen het netwerk worden vraagstukken opgepakt. Op een laagdrempelige manier geven wij vorm aan preventie. Zo heeft meedoen een positieve invloed op het persoonlijk welbevinden en versterkt het de vitale samenleving.
We streven ernaar dat iedere inwoner mentaal en fysiek gezond opgroeit en een positieve gezondheid ervaart, waardoor hij/zij zo lang mogelijk kan functioneren in de samenleving. De kwaliteit en inrichting van de leefomgeving draagt daarbij bij aan een gezonde leefstijl.
Iedere inwoner moet een kansrijke start krijgen en de mogelijkheid worden geboden om een leven lang te ontwikkelen. Hier wordt zowel lichamelijke als geestelijke vitaliteit bedoeld.
Iedere inwoner moet kunnen voorzien in de directe levensbehoeften en mee kunnen doen aan onze samenleving. We zetten daarbij in op het verminderen en voorkomen van armoede en schulden.
Een vitale samenleving draagt ook zorg voor passende huisvesting voor inwoners en voor toekomstige inwoners. Vijfheerenlanden geeft invulling aan zijn opgaven op het gebied van beschermd wonen, huisvesting van statushouders (mensen met een verblijfsvergunning), arbeidsmigranten, daklozen en spoedzoekers. Dit heeft zowel ruimtelijke aspecten (de realisering van huisvesting) alsook sociale aspecten (opvang, begeleiding, werk en inkomen en meedoen).
We zetten in op regionale samenwerking in het Lekstroomgebied om het belang van Vijfheerenlanden in de regio goed te behartigen en nemen daarin bestuurlijk en strategisch nadrukkelijk positie in.
Zorg moet duurzaam betaalbaar blijven en de door het Rijk opgelegde taakstellingen moeten inhoudelijk en financieel worden gerealiseerd. Hierbij is het uitgangspunt dat de beschikbare middelen zo doelmatig mogelijk worden uitgegeven. Dat wil zeggen: daar waar ze het hardste nodig zijn.
Voor elke programmalijn geldt dat we samen met onze partners (welzijnsorganisaties, sportverenigingen, geloofsgemeenschappen, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en huisartsen en inwoners) inzetten op preventie in de keten en willen monitoren aan de hand van beschikbare data of we onze doelen bereiken. Hierbij merken wij op dat in het programmaplan per programmalijn nog wijzigingen, aanvullingen of aanscherpingen kunnen plaatsvinden.
In lijn met de transformatie in het sociaal domein en de Sociaal Maatschappelijke Agenda (SMA) blijven we inzetten op een beweging van formele naar informele zorg, met een duidelijke opdracht voor de welzijnsinstellingen. Wij versterken de samenwerking tussen het Sociaal Team (jeugdconsulenten en maatschappelijk werkers), de WMO consulenten, Welzijn en Avres, zodat we groeien naar deskundige teams én integraal werken.
Wij benadrukken het belang van kinderen die opgroeien in een rookvrije omgeving, waar alcohol wordt ontmoedigd en bewegen en gezonde voeding worden bevorderd. Wij zetten in op preventie zodat minder kinderen, (jong-) volwassenen en ouderen overgewicht ontwikkelen. Wij zetten positieve gezondheid en preventie centraal in de samenwerking tussen gemeente, inwoners en maatschappelijke partners.
Vanuit de gemeente stimuleren wij, samen met onze partners, dat iedere (jong)volwassene zich gedurende het hele leven kan ontplooien. Hierbij hoort ook het proactief inzetten van zijn/haar talenten en kwaliteiten op basis van eigen interesses en mogelijkheden voor een duurzame bijdrage aan de samenleving, (vrijwillige) arbeidsmarkt en de eigen gezondheid.
Met onze partners zoeken we naar de beste methoden om te zorgen voor minder inwoners met problematische schulden. Hierbij kijken we ook nadrukkelijk naar gezinnen met (jonge) kinderen zodat minder kinderen in Vijfheerenlanden opgroeien in armoede. Verder vinden wij het belangrijk dat al onze inwoners (naar vermogen) meedoen in onze gemeente. Wij willen onze inwoners stimuleren, verleiden en uitdagen dit te doen.
Wij voeren daarbij landelijke wetgeving op een zo goed mogelijke manier uit. Dit binnen de daarvoor beschikbaar gestelde middelen. Wij realiseren huisvesting voor de doelgroepen zoals statushouders en in het kader van de beoogde doordecentralisatie van beschermd wonen en maatschappelijke opvang. Daarbij hebben wij nadrukkelijk oog voor de sociale en maatschappelijke effecten hiervan en voor de benodigde begeleiding. Hierbij kijken we met inwoners en andere partners naar manieren om dit te doen op een wijze die past bij het karakter en de (draag)kracht van onze gemeente.
We zetten in op regionale samenwerking binnen de Lekstroomregio en nemen bestuurlijk en strategisch een duidelijke positie in. Daarbij houden wij rekening met lokale en regionale ontwikkelingen, zoals de hervormingsagenda Jeugd. Wij betrekken daarbij ook de consequenties van mogelijke landelijke ontwikkelingen, wat betreft de koppeling van jeugd- en veiligheidsregio’s.
Hierbij hoort ook het minimaliseren van zorgfraude. We verwachten van onze inwoners en partners dat zij zorgvuldig omgaan met aan hen toegekende middelen. We zorgen ervoor dat er in onze organisatie voldoende kennis aanwezig is om daar waar vermoedens van zorgfraude bestaan, of er sprake is van oneigenlijk gebruik, dit vroegtijdig en zorgvuldig te kunnen signaleren.
Wij stellen - samen met inwoners en maatschappelijke partners - een programmaplan op om de weerbaarheid, zelfredzaamheid en samenredzaamheid van onze inwoners te bevorderen door in te zetten op het verminderen en voorkomen van armoede en schulden, de benadering vanuit positieve gezondheid, een leven lang leren en talentontwikkeling.
Wij nemen in samenwerking met de betrokken maatschappelijke partners preventieve maatregelen om complexe scheidingen waar mogelijk te voorkomen. Bijvoorbeeld een relatiedesk en lokale laagdrempelige inzet in het voorliggend veld als KIES en ‘Ouders voor elkaar’ en trainingen door de lokale teams en het jongerenwerk.
Wij geven samen met onze inwoners invulling aan het Lokaal Gezondheidsbeleid in Vijfheerenlanden 2022-2027; op weg naar positieve gezondheid in een gezonde leefomgeving. Dit doen wij door de uitgangspunten van het lokaal gezondheidsbeleid te verankeren in de nieuwe omgevingsplannen, door het verbinden van de preventieve programma’s JOGG (Jongeren Op Gezond Gewicht), ‘Opgroeien in een kansrijke omgeving’ en Gezonde School met elkaar en met Opgroeien, door het oprichten van een kerngroep positieve gezondheid en door het opstellen van een lokaal preventieakkoord.
We sluiten, samen met onze partners, actief aan bij Rijksprogramma’s zoals Onderwijsachterstandenbeleid, Nationaal Programma Onderwijs, Gelijke kansen Alliantie, het Nationaal Sportakkoord, Perspectieven voor jeugd en Kansrijke start. Wij verbinden deze Rijksprogramma’s met de programma’s uit het Lokaal Gezondheidsbeleid.
Wij dragen met onze partners zorg voor het uitvoeren van het actieplan Armoede en Schulden 2021. Hierbij werken we met onze partners aan het bestrijden van energiearmoede en kinderarmoede en aan het verzorgen van een laagdrempelig aanbod aan schuldhulpverlening, vroegsignalering bij schulden en het uitvoeren van hierover vastgestelde rijksbesluiten.
Vanuit onze visie op Wonen en Zorg en de ambitie “Een Thuis voor Iedereen” faciliteren wij partners in zorg en welzijn, inwoners, ouders en zorgondernemers bij de realisatie van woonvormen voor aandachtsgroepen en wooninitiatieven voor een diversiteit aan doelgroepen die andere woonvragen en voorzieningen nodig hebben (denk aan beschermde woonvormen, jongerenhuisvesting en levensloopbestendige bouw). Hierbij zetten wij vooral in op ontmoeting, lichte ondersteuning en nabijheid van eerstelijns zorg.
Wij kunnen niemand goed onderdak bieden zonder hulp, ondersteuning en draagvlak van onze inwoners. We beoordelen daarom de (draag)kracht van onze kernen zodat de te realiseren opvang en huisvesting passend is bij de mogelijkheden van de kernen om statushouders en andere doelgroepen onderdeel te laten worden van de gemeenschap. Het uitgangspunt hierbij is dat wij hierdoor de halfjaarlijkse taakstelling voor de huisvesting van statushouders op een goede manier behalen.
We richten een (project)organisatie in die onze lokale asielopgave (opvang vluchtelingen en de huisvesting van 50 tot maximaal 70 extra statushouders (bovenop de taakstelling) en de huisvestingsopgave van overige doelgroepen in tijdelijke, flexibele woonvormen) zorgvuldig en in afstemming met onze inwoners en lokale partners, gaat realiseren.
Door de ingezette lijn van beheersmaatregelen sturen wij krachtiger op het beheer en de inzet van de beschikbare middelen. De beheersmaatregelen bestaan onder andere uit het voeren van een strakkere casusregie door het Sociaal Team, het verhogen van het kostenbewustzijn bij de jeugdprofessionals, het verbeteren en harmoniseren van werkprocessen bij het Sociaal Team, het versterken POH (jeugdmodule) bij de huisarts, meer inzet op groepsaanpak en laagdrempelige ondersteuning in plaats van specialistische zorg en het (door)ontwikkelen van onderwijszorgarrangementen.
We doen ons uiterste best om de wachtlijsten terug te brengen. Daarmee verhogen we de snelheid waarmee hulp en ondersteuning kan worden ingezet. Hierbij ligt de focus op het versnellen en versimpelen (praktisch benaderen) van de aanvraagroutes voor de inwoners én het vereenvoudigen van interne werkprocessen.
Bouwen en wonen - en in het bijzonder het aanwijzen van nieuwe bouwlocaties - is één van de leidende opgaven in deze collegeperiode. Dat bouwen doen we duurzaam en met oog voor de grote landschappelijke waarden van Vijfheerenlanden. Om de circa 2.000 geplande woningen ook daadwerkelijk te bouwen en om tot en met 2026 planruimte te maken voor nog eens 3.000 woningen, hebben wij een uitvoeringsagenda wonen gemaakt. In deze agenda zorgen we voor focus, bouwen naar behoefte en voor doelgroepen en waarborgen wij de afstemming met de dorpen en wijken.
De behoefte aan betaalbare woningen in Vijfheerenlanden blijft groot. Dit verkleint de kans voor woningzoekenden om een passende woning te vinden in onze gemeente. Door de woonbehoefte beter in beeld te brengen en de bouw daarop af te stemmen, bouwen wij niet alleen de aantallen, maar ook de soort woningen die nodig zijn. Wij bouwen daarbij voor behoefte én de doorstroom. Bouwen in alle steden en dorpen, dus ook in de kleinere dorpen heeft onze aandacht. Bij de toewijzing van woningen geven wij waar (wettelijk) mogelijk voorrang aan onze eigen inwoners of aan mensen die economisch of maatschappelijk verbonden zijn met Vijfheerenlanden. Met ook aandacht voor nieuwe woonvormen die voortkomen uit een maatschappelijke behoefte van belangrijke doelgroepen als starters en ouderen.
Wij willen de vitaliteit van wijk of dorp borgen en/of verder verbeteren. Een manier om de vitaliteit te versterken is woningbouw. Maar wel woningbouw die past bij de behoefte, het karakter en de kwaliteit van de betreffende wijken en dorpen. Elke kern heeft z’n eigen specifieke kwaliteiten en opgaven om in de toekomst duurzaam vitaal te blijven. Daarbij moeten de initiatieven binnen het betreffende wijk en/of dorp maatschappelijk breed gedragen worden, ook wat betreft de samenstelling van het te realiseren nieuwe woningaanbod. De rol van de gemeente is daarbij als uitgangspunt faciliterend, maar we stellen ons desgewenst ook proactief op. Wij zien samen met de initiatiefnemers toe op een bij de wijk of het dorp passende goede mix van woningen en voorzieningen. Waar een dorps- of wijkagenda is opgesteld vormt deze de basis.
De Omgevingswet wordt naar verwachting vanaf 1 januari 2023 van kracht. De omgevingsvisie is het kaderstellende document voor de ontwikkeling en het beheer van Vijfheerenlanden. Het vormt het kader voor de grotere te bebouwen gebieden en voor de ruimtelijke ontwikkelingen in onze kernen. De omgevingsvisie beschrijft hoe deze ontwikkelingen in balans met de gehele fysieke leefomgeving, kunnen worden vormgegeven. Andere onderwerpen in de visie zijn werkgelegenheid, mobiliteit, de energietransitie en het behoud en de versterking van het landelijk gebied. Tegelijkertijd met het opstellen van de visie is een plan-OER (omgevingseffect rapport) uitgevoerd, waarmee inzicht is verkregen in de haalbaarheid van de opgaven en de ambities die de gemeente heeft voor de fysieke leefomgeving.
De lokale regels die inwoners en bedrijven binden, zijn nu te vinden in diverse verordeningen en tientallen bestemmingsplannen. Met de Omgevingswet moeten die (aangepast aan die wet) omgezet worden naar één omgevingsplan voor de hele gemeente Vijfheerenlanden. Deze herziening van (onder andere) onze huidige bestemmingsplannen naar het ruimere kader van de Omgevingswet, omvat ook de grotere lokale zeggenschap door de gedecentraliseerde regels, de bredere reikwijdte en de ruimere (mogelijkheden voor) maatwerk. Het is tegelijkertijd ook een actualisering van onze ruimtelijke regels, waarbij in de verwachte overgangsproblematiek juridisch goed moet worden voorzien. In de periode tot en met 2029 voeren wij dit stap voor stap en gebiedsgewijs uit.
Wij willen onze mooie gemeente goed doorgeven aan toekomstige generaties door ons in te zetten voor een leefbare, gezonde en toekomstbestendige omgeving waar de gebouwen circulair zijn, energie duurzaam wordt opgewekt en bespaard. Waar overlast door hittestress, droogte of water wordt voorkomen en biodiversiteit een plek heeft.
In 2050 willen wij 95% CO2 reductie hebben bereikt ten opzichte van 1990. In 2030 gaan we uit van 49%. Dit kunnen we bereiken door een combinatie van energiebesparing, opwek van duurzame energie en compensatie van onze CO2-uitstoot. Zo gaan we klimaatverandering tegen en zorgen we ervoor dat iedereen beschikt over voldoende schone energie. Door verantwoord opdrachtgeverschap en inkoop te versterken kunnen we het kennisniveau verhogen en gaan we bewust om met onze mensen, grondstoffen en het ecosysteem.
In 2050 willen wij volledig circulair zijn. In 2030 zijn we halverwege. We staan dan ook voor een gemeente Vijfheerenlanden waar in 2050 geen (rest)afval en verspilling bestaat, de leefomgeving schoon is en overlast door zwerfafval verminderd is. Bovendien is de mobiliteit en de bedrijvigheid in Vijfheerenlanden dan zoveel mogelijk schoon en emissie-loos. Als opdrachtgever pakken we hierin onze verantwoordelijkheid, zoeken we samenwerking met de samenleving en faciliteren we waar nodig.
In 2050 willen wij een gemeente die klimaatbestendig en waterrobuust is ingericht en waar de biodiversiteit hersteld is. Wij staan voor een groene leefomgeving die aantrekkelijk, gezond en klimaatbestendig is. We werken samen met onze inwoners toe naar een leefomgeving waar het fijn is om te verblijven voor mens en dier.
Verkeersveilig, leefbaar en bereikbaar
Wij willen een verkeersveilig, leefbaar en bereikbaar Vijfheerenlanden, waarbij de bereikbaarheid van de bestaande wijken en dorpen is gewaarborgd en nieuwe woongebieden goed ontsloten worden door openbaar vervoer, (snel)fiets en auto. We willen een eenduidig parkeerbeleid en een goede afwikkeling van het verkeer in de centra van Leerdam en Vianen
Een gezonde lokale economie is van belang voor het welzijn en welbevinden van onze ondernemers én inwoners. Ook de leefbaarheid in en de vitaliteit van onze gemeente profiteren daarvan. Werkgelegenheid (verkrijgen, behouden en versterken van) levert een belangrijke bijdrage aan de economie. Zowel voor onze ondernemers als voor onze inwoners. De huidige arbeidsmarkt plaatst ons en onze partners daarbij voor grote uitdagingen, maar die biedt tegelijkertijd kansen. Samen met onze lokale en regionale partners zetten wij in op die kansen die een bijdrage leveren aan de gezonde lokale economie voor iedereen.
Vitale landbouw in een aantrekkelijk buitengebied
Een waardevol landschap, gekenmerkt door rust en ruimte. In het buitengebied wordt gewoond, gewerkt en geleefd. Dit betekent dat verschillende functies naast en met elkaar plaatsvinden in het buitengebied. Daarom willen wij samen met alle belanghebbenden werken aan een buitengebied, waarin onder andere de agrariër zijn werk kan doen passend in een vitale landbouwsector, er plek is voor recreatie en voldoende ruimte voor herstel van de natuur en biodiversiteit.
We werken, in afstemming met de regio, aan extra planruimte voor nog eens 3.000 woningen. We doen dit in een goede balans tussen wonen, mobiliteit, klimaat, milieu, veiligheid, leefbaarheid en maatschappelijke voorzieningen. Dit conform de uitgangspunten, zoals opgenomen in de omgevingsvisie in het Integraal Ruimtelijk Programma van de U10 gemeenten.
We zetten in op een adequate afhandeling van de ruimtelijke processen. Op dit vlak liggen de nodige uitdagingen, zowel door schaarste op de arbeidsmarkt en de aanpassing van werkwijzen en systemen als gevolg van nieuwe wetgeving (Omgevingswet en Wet Private Kwaliteitsborging). Termijnen voor de afhandeling van vergunningaanvragen worden intern gemonitord, zo houden we de dienstverlening op peil.
Ten behoeve van de Regionale Energie Strategie (RES) is een plan-MER (MilieuEffectRapportage) uitgevoerd naar de zoeklocaties voor windturbines. In 2023 worden de resultaten van deze plan-MER en de keuzes die de gemeenteraad hierover eind 2022 zal maken, verwerkt in de plan-OER (OmgevingsEffectRapportage) en vertaald naar de omgevingsvisie.
De eerste omgevingsvisie Vijfheerenlanden wordt voorbereid en aangeboden voor vaststelling. Hierin wordt onze visie op de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving van Vijfheerenlanden in de komende 15 jaar op hoofdlijnen beschreven. Onze ambities worden gekoppeld aan gebieden voor bijvoorbeeld woningbouw of energieopwekking en beschreven wordt hoe wij de balans tussen de opgaven en de waarden van de gemeente en de dorpen en wijken gaan bewaken.
In het eind 2022 vast te stellen ‘Plan omzetting bestemmingsplannen naar Omgevingsplan’ wordt beschreven hoe Vijfheerenlanden in de periode tot en met 2029 alle bestemmingsplannen (en diverse delen van verordeningen) gaat omzetten naar een gebiedsdekkend omgevingsplan. Dit vraagt om een aanzienlijke extra inzet van mensen en middelen. Dit betreft deels structurele inzet (om deze taak op lange termijn uit te kunnen blijven voeren) en deels incidentele inzet (de extra inspanning voor het eerste ‘gebiedsdekkend omgevingsplan). De totale kosten hiervan bedragen circa € 2,9 miljoen in de periode tot en met 2029.
In deze begroting wordt een structureel budget voor herziening bestemmingsplannen en een budget voor een regelanalist (verantwoordelijk voor het opstellen en onderhouden van de direct toepasbare regels) opgenomen. Deze budgetten worden op korte termijn ingezet voor de beschreven omzetting. Dit betreft ook een deel van de huidige formatie ‘planologie’. Er resteert dan nog circa € 1,5 miljoen. In deze begroting wordt voorgesteld om de in 2023 t/m 2025 te ontvangen tegemoetkoming van het Rijk in de kosten van invoering van de Omgevingswet (totaal circa € 0,9 miljoen) hiervoor in te zetten. En om voor het overige bedrag in 2025 met nadere voorstellen te komen.
Wij voeren het raadsbesluit over de regionale energiestrategie (RES) van 30 september 2021 uit, waarin is opgenomen dat onze bijdrage voor het eerste, tweede en derde bouwblok van de RES is gericht op het streefgetal van 0,072 Twh als onderdeel van het regionale bod in de U16 om zo mogelijk 1,8 TWh aan duurzame elektriciteit op te wekken in 2030, vergund voor 2025.
In het beleid en de concrete vertaling hiervan, actief de dialoog op te zoeken met onze inwoners en (agrarische) ondernemers om samen tot de beste keuzes te komen. Wij willen inwoners en bedrijven gaan verleiden om een stap verder te gaan. Wij als gemeente zullen het goede voorbeeld geven en zichtbaar zelf ook doen wat we van onze inwoners en ondernemers vragen.
We geven bij circulair en schoon verder invulling aan onze rol als opdrachtgever. Zo maakt de gemeente impact op innovatie en circulair ondernemerschap door zelf anders te handelen en anders aan te besteden en in te kopen. De gemeente zet in op het ombuigen van beleid, werkwijzen en protocollen, van potentiële hindermacht tot kansenkracht richting de circulaire transitie. Onder deze actielijn geeft de gemeente het goede voorbeeld richting burgers en bedrijven maar zeker ook in het realiseren en beheren van eigen vastgoed. Want goed voorbeeld doet goed volgen.
We geven bij circulair en schoon verder invulling aan onze rol als facilitator met als doel om circulair gerichte innovatie te stimuleren, initiëren en faciliteren. Hiervoor gebruiken we de levend lab-aanpak. Een levend lab aanpak is een laagdrempelige manier om samen met ondernemers, onderwijs, kennisinstellingen en inwoners aan de slag te gaan, te leren en te experimenteren met circulaire icoonprojecten (projecten waarbij een grijze plek met veel verharding ‘groener’ wordt gemaakt).
We geven ook verder invulling aan onze rol als regisseur met als doel het circulair bewustzijn bij medewerkers, bedrijven en hun professionals, inwoners, onderwijsinstellingen en partners in toenemende mate te activeren en stimuleren om werk te maken van circulaire economie. De gemeente draagt bij aan het bevorderen van ketensamenwerking.
We zorgen ervoor dat schade en overlast door hittestress, wateroverlast, droogte en overstromingen wordt beperkt. Bij de aanleg van nieuwe woonwijken en Werklandschappen, het opknappen van bestaande bebouwing, vervanging van rioleringen en de weg- en groenonderhoud besteden we aandacht aan klimaatadaptatie en volgen we de afspraken klimaatadaptief bouwen Utrecht
Binnen het regionale samenwerkingsverband Alblasserwaard/Vijfheerenlanden is een Regionale Adaptatie Strategie (RAS) gemaakt. Daarin zijn afspraken gemaakt hoe we als regio klimaatadaptatie samen oppakken. Eind 2022 komt de uitvoerings- en investeringsagenda gereed. Met de RAS en de uitvoeringsagenda zal de AV-regio vervolgens aanspraak maken op circa € 2,5 miljoen impulsgelden om regionale adaptatiemaatregelen uit te voeren. Het ingediende maatregelenpakket draagt bij aan het verminderen van de kwetsbaarheid van gebieden voor wateroverlast, droogte of de gevolgen van overstromingen.
Het doel is een gezonde en veilige woon- en leefomgeving. Milieu moet een volwaardige rol spelen bij het afwegen van belangen. Daarvoor maken we gemeentebeleid. De uitvoerende milieutaken zijn ondergebracht bij de Omgevingsdienst regio Utrecht. Wij willen zowel de eigenaars- als de opdrachtgeversrol een goede invulling geven.
Verkeersveilig, leefbaar en bereikbaar
Wij starten een lobbytraject om te komen tot een volwaardig knooppunt Everdingen (met afslag op de A27 vanuit het zuiden naar de A2) en tot een verbreding van het traject A27 knooppunt Everdingen – Houten. Dit in het kader van de verbreding van de A27 tussen Houten en knooppunt Hooipolder. De bovenstaande onderdelen maken echter geen onderdeel uit van die verbreding en zorgen voor sluipverkeer in de gemeente Vijfheerenlanden.
Wij maken bestuurlijke afspraken over en starten met de planvoorbereiding van de ongelijkvloerse kruising Recht van ter Leede – spoor, de verbetering van de kruising Koenderseweg en de aanleg van een fietstunnel. De kruising met het spoor en het Recht van ter Leede in Leerdam betreft een van de grootste verkeersknelpunten in Leerdam. Door de bouw van Broekgraaf en de bereikbaarheid daarvan dient ook de kruising Koenderseweg te worden verbeterd. Ook moet er een fietstunnel onder het spoor worden aangelegd.
Samen met de provincie Utrecht en de Lekstroomgemeenten maken wij een halte- en omgevingsscan met als doel de toegankelijkheid van haltes te verbeteren. Hierbij worden de inconsistente en incomplete data voor de Lekstroomgemeenten weggewerkt en vinden er schouwen plaats van de haltes die in de Lekstroomgemeenten niet volledig toegankelijk zijn. In fase 2 kunnen de haltes vervolgens op basis van die informatie aangepast worden.
De Economische visie Vijfheerenlanden, ‘Vijfheerenlanden veerkrachtig en verbindend’, vormt met haar uitvoeringsagenda ook in 2023 de belangrijkste basis voor onze inzet. De structurele uitbreiding van de formatie van het team Werken draagt bij aan het verder versterken van de dienstverlening aan onze ondernemers.
Op lokale en regionale/provinciale economische ontwikkelingen wordt ingespeeld. Lokaal in relatie tot de Omgevingsvisie, regionaal via de uitwerking van het Integraal Ruimtelijk Perspectief (IRP) en provinciaal vanuit het Kader Wonen en Werken en het daarop gebaseerde provinciaal programma. Vooral regionale en provinciale ontwikkelingen vragen om lokale inbedding en afstemming met de belangrijkste sterkhouders, de ondernemers. Daarbij is een goede organisatiegraad van ondernemers essentieel.
Onderdeel van de economische ontwikkelingen dat zowel regionaal als provinciaal, maar ook lokaal wordt gedragen is het zorgvuldig omgaan met schaarse ruimte. Dat houdt in niet alleen uitbreiden, maar tegelijkertijd inzetten op intensiveren en verdichten. Zowel op de bestaande werklocaties als de nieuw te ontwikkelen werklandschappen. Daarmee samen hangt het toekomstbestendig(er) maken van bestaande en nieuwe werklocaties. Ook hierbij spelen regio en provincie een rol, naast uiteraard de landelijke trends en lokale uitgangspunten als innovatie, circulaire economie, energietransitie, klimaatadaptatie, hittestress en bereikbaarheid.
De lokale economie, ondernemers en werknemers zijn gebaat bij een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Daarmee nauw verbonden zijn de uitdagingen in de huidige arbeidsmarkt en woningmarkt. Het stimuleren van dichter bij werk wonen of dichter bij wonen werken, de kansen die de Omgevingswet biedt voor vermindering van regelgeving, betreffen vraagstukken die een integrale benadering vragen. Het verkrijgen, behouden en versterken van de werkgelegenheid staan daarbij centraal.
Vitale landbouw in een aantrekkelijk buitengebied
Samen met boeren, fruittelers, grondeigenaren en bewoners van het buitengebied willen wij via een gebiedsgerichte aanpak de agrarische sector bestaanszekerheid geven, passend bij het gebied. Daarbij hoort ruimte voor bij het gebied passende nevenactiviteiten. De verschillende opgaven in het gebied willen wij waar mogelijk combineren.
Wij werken met buurgemeenten, regio’s, provincie, waterschap, agrariërs, natuurbeheerders, inwoners en andere belanghebbenden samen aan een goede balans tussen de ontwikkeling en het beheer van het stedelijk én het landelijk gebied. Daarbij zetten wij in op (co)financiering van onze groenopgave door Rijk en provincie.
Verkeersveilig, leefbaar en bereikbaar
Vitale landbouw in een aantrekkelijk buitengebied
Wij vinden het essentieel voor de leefbaarheid in de dorpen en wijken, dat er blijvend ruimte is voor ontmoeting. Er moet gelegenheid zijn voor inwoners om elkaar op een laagdrempelige wijze te ontmoeten en mee te doen in de maatschappij. Wij willen daarom de ontmoetingsfunctie in de dorpen en wijken passend faciliteren. Per locatie beoordelen wij, hoe dit op een toekomstbestendige manier kan worden georganiseerd. Daarbij kijken we enerzijds naar het in stand houden van de ontmoetingsplaatsen en anderzijds naar de activiteiten die er plaats vinden. Het subsidiëren van activiteiten voor sociale ontmoetingsplaatsen dient namelijk ter bevordering van een samenleving waarin inwoners meedoen, zich fit en vitaal voelen, voor zichzelf kunnen zorgen en zichzelf een leven lang ontwikkelen. Dan past het als overheid om dit wel te faciliteren waar het kan en nodig is, maar dit niet over te nemen. Men is trots op de eigen cultuur, het samenwerken en er voor elkaar zijn. Wij zijn dan ook van mening dat de desbetreffende dorp of kern en haar inwoners hier nadrukkelijk een eigen verantwoordelijkheid in hebben. Kortom, het toekomstbestendig maken of houden van ontmoetingsplaatsen is een gedeelde verantwoordelijkheid tussen het private en publieke domein.
Wij sluiten met ons sportbeleid “Heel Vijfheerenlanden beweegt” nauw aan bij de doelstellingen uit de Sociaal Maatschappelijke Agenda ‘Van Transitie naar Transformatie’. Het uitvoeren van de nationale, provinciale en lokale sportakkoorden helpt ons daarbij. Het percentage inwoners dat lid is van een sportvereniging ligt in de gemeente Vijfheerenlanden rondom het Nederlandse gemiddelde. Verenigingen spelen een belangrijke rol als ontmoetingsplaats en bij de sociale ontwikkeling van jongeren. Hier zijn wij trots op en deze maatschappelijke kracht willen wij graag behouden en versterken.
Inwoners en bezoekers van Vijfheerenlanden moeten zich thuis voelen in onze gemeente en ons gebied. Wij willen hen inspireren en verleiden om er op uit te trekken. Wij streven ernaar dat ze trots zijn op alles dat Vijfheerenlanden te bieden heeft en vanuit deze trots zich verbonden voelen met het gebied tussen Lek en Linge. Inwoners en bezoekers zijn immers onze beste ambassadeurs om nieuwe bezoekers én herhaalbezoekers te enthousiasmeren onze gemeente te bezoeken. Daarbij willen wij rust en ruimte binnen onze gemeente behouden en stimuleren. Daarnaast willen we in 2023 beleidsmatig en qua uitvoering zo goed als mogelijk de basis op orde brengen. Er is reeds een heel aantal zaken geharmoniseerd, maar een aantal zaken is na de fusie nog onvoldoende belegd, en vragen daarom de aandacht.
Inwoners en bezoekers van Vijfheerenlanden moeten geraakt worden door alles wat wij op het gebied van kunst en cultuur te bieden hebben. In het bijzonder, brengen wij daarbij ook de plaatselijke geschiedenis onder de aandacht. Kunst en cultuur verrijken immers ons leven. Waar mogelijk leggen wij dan ook bij de uitvoering van ons kunst- en cultuurbeleid een inhoudelijke relatie met de economische, toeristische, duurzame en ruimtelijke ontwikkeling van onze steden, dorpen en het buitengebied.
We werken, in navolging op nieuw vast te stellen beleid, samen met de dorpshuisbesturen aan een toekomstbestendige situatie voor sociale ontmoetingsplaatsen. Dit kan leiden tot afspraken die bij de specifieke lokale situatie passen. Hiervoor is naar verwachting geheel 2023 nodig, omdat er zo’n diversiteit aan ontmoetingsplaatsen is, we te maken hebben met vrijwilligers en er maatwerk nodig zal zijn. We overwegen hierbij het instrument van burgerberaad/inwonerberaad toe te passen.
We dragen via het stimuleren van sport bij aan een vitale samenleving. Gezonde sportverenigingen, overige sportaanbieders en het beschikbaar hebben van goede sportaccommodaties zijn essentieel om de preventieve kracht van sport optimaal te benutten. Deze kracht komt onder andere tot uiting door aan te sluiten op het gezondheidsbeleid, langs de lijnen van het bewegingsonderwijs en door actief deel te nemen aan het programma Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG).
Wij zetten, bij het bepalen van de beste bij het dorp of de wijk passende aanpak voor sportstimulering, vooral in op preventieve maatregelen door het bevorderen van de gezondheid, het stimuleren van saamhorigheid en het verminderen van eenzaamheid. Wij starten bij de basis door in nauwe samenwerking met het onderwijs kwalitatief goed bewegingsonderwijs te bevorderen. Deze opdrachten worden verwerkt in het jaarplan 2023 van Team Sportservice.
Wij stimuleren de samenwerking tussen gastvrijheid (VVV), marketing en stadsmanagement. We ondersteunen actief de regionale samenwerkingen die zorgen voor juiste exposure en het bereiken van nationaal en internationaal publiek. Dit doen wij onder andere door de ontwikkeling van een arrangement in samenwerking met gebiedsmarketingstichting Tussen Lek en Linge en ondernemers voor het Groene Hart en de Utrechtse Regio.
Wij dragen actief uit, dat wij een kinderboerderij een mooie voorziening vinden en handelen hiernaar. Een kinderboerderij is wat ons betreft een goede plek om, met een educatief en recreatief doel, onder toezicht direct contact van de bezoekers met dieren mogelijk te maken, bij te dragen aan de bewustwording op het gebied van dierenwelzijn, natuureducatie en duurzaamheidsbesef. Daarnaast is het bij uitstek ook een locatie waar vrijwilligers en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk zijn.
Het Nationaal Glasmuseum start eind 2022 met het onderzoek naar de mogelijke herhuisvesting van Nationaal Glasmuseum en haar Glasblazerij. In 2023 ontvangt de gemeente Vijfheerenlanden de resultaten van dit onderzoek en beoordelen wij het onderzoek op basis van de culturele, financiële, economische en ruimtelijke gevolgen en de gevolgen voor duurzaamheid.
Het bestuur van het Stedelijk Museum Vianen (SMV) oriënteert zich op een mogelijke herpositionering van het Stedelijk Museum Vianen. In 2023 voeren wij intensieve ambtelijke en bestuurlijke gesprekken met het bestuur van het SMV en de conservator zodat we de gemeentelijke visie kunnen inbrengen bij het bestuur.
Wij zijn aangesloten bij de gemeenschappelijke regeling van het Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU). Deze archiefdienst beheert en draagt zorg voor de archieven van de voormalige gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik. De RAZU draagt zorg ervoor dat de archieven toegankelijk en openbaar zijn zodat de geschiedenis van de Vijfheerenlanden toegankelijk is en actief kan worden uitgedragen. Het nieuw te realiseren e-depot zal hier ook aan gaan bijdragen.
We willen vanaf 2024 met wijk- en dorpshuizen een akkoord sluiten over de toekomst. In 2023 moeten de voorbereidende werkzaamheden zijn afgerond. De volgorde en prioritering hangt af van het vervolgtraject in 2023. Dit betekent dat wij meerdere jaren de tijd nemen om tot het beoogde eindresultaat te komen. Hiermee helpen wij besturen van wijk- en dorpshuizen om toekomstbestendige keuzes te maken, passend bij de lokale situatie (maatwerk).
Wij stellen ter uitvoering van het nieuwe sport- en sportaccommodatiebeleid, beleidsregels op voor club- en kleedgebouwen van sportverenigingen. Hierbij gaan wij uit van multifunctionele en duurzame sportaccommodaties. Dit om bewegen, onderwijs, ontmoeten, welzijn en zorg meer geïntegreerd te kunnen aanbieden. Vijfheerenlanden moet beschikken over voldoende accommodaties van goede kwaliteit, die duurzaam zijn en eventueel ook een brede maatschappelijke functie kunnen huisvesten.
Wij voeren de vastgestelde nadere regels voor subsidie kinderboerderijen in Vijfheerenlanden uit. In overleg met de aanwezige kinderboerderijen in onze gemeente, evalueren wij de toepasbaarheid van deze nadere regels. Daarnaast overwegen wij beleid te ontwikkelen over het doel van kinderboerderijen en de rol van de gemeente in de realisatie en instandhouding van kinderboerderijen.
In 2023 wordt een nieuwe stichting, door en op verzoek van enkele betrokken inwoners uit Leerdam, opgericht om het project Leerdam Glass Academy verder te ontwikkelen. Dit met als doel om het ambacht van Glasblazen, glasslijpen en graveren voor Leerdam te behouden. Mede in het kader van het bevorderen van recreatie & toerisme faciliteren wij deze stichting bij het onderhouden en het verder uitbouwen van de door de gemeente zorgvuldig opgebouwde internationale contacten met andere glassteden. Een bezoek aan Novy Bor met een delegatie van inwoners en betrokkenen uit Leerdam wordt voorbereid.
Vanuit een verantwoord financieel beleid zorgen wij dat onze meerjarenbegroting op orde is en wij financieel voldoende weerbaar blijven. Bij het opstellen van de meerjarenbegroting houden wij rekening met noodzakelijk geachte uitgaven, zodat wij deze lasten niet doorschuiven naar de toekomst. Daarbij blijven de gemeentelijke woonlasten op een niveau dat zich verhoudt tot die van de buurgemeenten.
In 2023 werken we het investeringsprogramma van netto € 80 miljoen voor de periode 2023-2035 verder uit, waarbij de afweging van investeringen plaatsvindt op basis van de onvermijdelijkheid hiervan. De afschrijvingslasten van dit investeringsprogramma zijn verwerkt in de meerjarenbegroting 2023-2026.
Wij vernieuwen de opzet van de Kadernota, Programmabegroting, Bestuursrapportage en Jaarstukken. Daarbij verbeteren wij de sturingsinformatie en bestuurlijke achtergrondinformatie voor raad, college en organisatie. Dit doen wij onder meer door een verbeterde opzet van programma’s en paragrafen, een beter onderscheid tussen Kadernota en Programmabegroting, meer te gaan werken met kritische prestatie indicatoren en een verbreding van de wijze van bestuurlijke behandeling (in alle vakcommissies).
Wat worden de inkomsten en uitgaven?
De Investeringsagenda Vijfheerenlanden komt mede voort uit de aanbevelingen van de in 2021 vastgestelde ‘Propositie Vijfheerenlanden, een hernieuwd perspectief’. Zoals destijds afgesproken – en ook in het coalitieakkoord is verwoord – regelt de gemeente Vijfheerenlanden hiermee zijn deel van de opgave.
Deze opgave bestaat uit onderwerpen waar wij de komende tijd – tot 2035 – noodzakelijke uitgaven op ons af zien komen om de gemeente Vijfheerenlanden een vitale gemeente te laten blijven. Kenmerkend voor deze opgave is, dat de onderwerpen in samenhang met andere partijen moeten worden opgepakt om tot uitvoering te kunnen komen. Zowel bestuurlijk, organisatorisch als financieel. Een realistische kans van slagen is er pas als alle betrokken partijen hierin hun steentje bijdragen. Daarmee is een belangrijke voorwaarde beschreven voor de diverse onderwerpen die op de agenda worden geplaatst; er moet sprake zijn van enige vorm van cofinanciering of investeringen moeten een vliegwieleffect hebben waardoor andere investeringen weer mogelijk worden gemaakt.
De gemeente Vijfheerenlanden groeit gestaag. Tot 2025 worden er naar verwachting zo’n tweeduizend woningen toegevoegd vanuit lopende projecten in vooral Vianen en Leerdam. Deze groei in de woningvoorraad is niet voldoende om ook in de daaropvolgende periode te voldoen aan de toenemende vraag naar woningen. Voor de te zoeken ruimte naar nog eens drieduizend te realiseren woningen tot 2040 en het daarbij behorende kwalitatieve en kwantitatieve voorzieningenniveau is nog geen voorliggend antwoord. Nieuwe locaties zijn complex en vragen om strategische investeringen vanuit de gemeente door veranderende woontypologieën, klimaatadaptatie en mobiliteitswensen. Maar ook om investeringen die de bewoners van de nieuw te realiseren woningen van een aantrekkelijk woon- en leefklimaat, bijvoorbeeld goede scholen en de bijbehorende kinderopvang.
Onderstaand wordt op enkele onderwerpen een beknopte toelichting gegeven. Daarbij moet beseft worden, dat wij nu nog aan het begin staan van het proces dat uiteindelijk zal leiden tot een Investeringsagenda Vijfheerenlanden. De komende jaren wordt de agenda verder uitgewerkt, regelmatig bijgesteld en afgestemd.
Vanaf 2023 wordt gewerkt aan het concretiseren van nieuwe woningbouwlocaties voor de benodigde uitbreidingen. Hierin worden ook de keuzes voor gemeentelijke investeringen, waar mogelijk in cofinanciering met andere overheden, benoemd. Op basis van een concrete aanpak kunnen op termijn keuzes worden gemaakt om de gemeente kwalitatief leefbaar te houden in alle opgaven die voor ons liggen. Te denken valt bijvoorbeeld aan:
Na uitbreiding (Broekgraaf Noord) kan in Leerdam mogelijk uitbreidingsruimte worden gevonden door de wijken West en Centrum ruimtelijk beter te verbinden in combinatie met het oplossen van het vraagstuk van doorstroming en verkeersveiligheid. Door creatief om te gaan met het gebied Stationsweg, Meentplein, Zuid Hollandweg tot aan Patrimoniumstraat kan gebiedsontwikkeling financieel bijdragen aan het resultaat.
De ontwikkeling van Vijfheerenlanden als regiopoort kan nog meer gestalte krijgen door de ontwikkeling in Vianen van het gebied rondom de aansluiting met de A2. Door toevoeging van parkeermogelijkheden, snelle OV-verbindingen, woonruimte én ruimte voor werkgelegenheid kan een afname van de verkeersdruk richting stad Utrecht worden gerealiseerd.
De leefbaarheid van stedelijke kernen hangt nauw samen met het al dan niet goed functioneren van de binnensteden. Daarnaast spelen de buurtcentra een belangrijke rol in kernen op deze schaalgrootte. Reden genoeg om op basis van een duidelijke visie te investeren in leefbaarheid en vitaliteit van onze binnensteden en buurtcentra.
De stap naar een klimaatrobuust Vijfheerenlanden vraagt om investeringen in zowel het landschappelijk als stedelijk gebied. De toekomst van de landbouwsector in onze groene gemeente en het behoud van onze identiteit als groene oase in de meest competitieve regio van het land vraagt om visie. Die visie ligt er, uitwerking vraagt de komende jaren om grote investeringen. Datzelfde geldt ook voor klimaat adaptief bouwen, gebiedsontwikkeling met ruimte om te investeren in het klimaat. Daarbij komt nog de opgave om energieneutraal te worden en Vijfheerenlanden dichter te brengen bij het voorzien in de eigen energiebehoefte. Als Vijfheerenlanden hier een serieuze rol in wil spelen, vraagt dat om investeringen om bijvoorbeeld ruimte te maken voor een (grotere) onrendabele top bij gebiedsontwikkeling. Aangezien ook dit een landelijke opgave is, ligt cofinanciering voor de hand.
De vitaliteit en leefbaarheid van de wijken en dorpen komt mede voort uit de mate waarin het mogelijk is om elkaar te ontmoeten. De ontmoetingsplaatsen, zoals wijk- en dorpshuizen, zoals die er nu zijn spelen hierin een belangrijke rol. We zien echter ook een grote diversiteit in de wijze waarop dit in de praktijk wordt ingevuld. We voeren een onderzoek uit naar de wijze waarop we hier het beste een nadere invulling aan kunnen geven om in alle wijken en dorpen bereikbare mogelijkheden tot ontmoeting te bieden.
Algemene dekkingsmiddelen en overhead
Gemeenten geven hun geld uit aan een breed scala aan beleidsterreinen, variërend van bijvoorbeeld onderwijshuisvesting, tot het beheer van de openbare ruimte of de jeugdzorg. Voor een goede aggregatie en vergelijking tussen gemeenten zijn bij de laatste wijziging van het Besluit Begroting en Verantwoording Gemeenten en Provincies (BBV) gemeenten verplicht voorgeschreven ‘taakvelden’ gedefinieerd. Deze indeling in (hoofd)taakvelden is de gemeente verplicht te hanteren voor de informatieverstrekking via de zogenaamde “IV3” aan bijvoorbeeld het CBS.
Gemeenten zijn wel vrij om zelf een eigen invulling aan het programmaplan te geven door middel van een programma-indeling die overeen komt met de eigen gemeentelijke beleidsvelden. Enige restrictie hierbij is dat gemeenten er voor moeten zorgen dat de administratie zodanig is ingericht dat de informatieverstrekking richting bijvoorbeeld het CBS aan de wettelijke eisen voldoet.
Voor de begroting 2023 hanteren wij de indeling in programma’s zoals deze zijn vastgesteld in de raadsvergadering van 22 september 2022. De navolgende onderwerpen worden in het programmaplan in een afzonderlijk hoofdstuk in beeld gebracht, maar zijn formeel geen onderdeel van een programma:
Het zijn in feite algemene lasten en dekkingsmiddelen van de gemeente die betrekking hebben op alle programma’s/beleidsvelden van de gemeente. Deze algemene lasten en baten betreffen de gemeente als geheel en zijn niet aan een specifiek programma of beleidsveld toe te rekenen.
Hierna gaan we afzonderlijk in op deze algemene dekkingsmiddelen, kosten van overhead en bedragen voor onvoorziene uitgaven, stelposten, vennootschapsbelasting en eventuele besparingen door taakstellingen en bezuinigingen. We beginnen met qua omvang de belangrijkste: de algemene dekkingsmiddelen.
Algemene dekkingsmiddelen zijn gemeentelijke inkomsten waarvoor geen bestedingsdoel is bepaald. Dat betekent dat de gemeente deze vrij kan besteden (in tegenstelling tot de specifieke dekkingsmiddelen).
Bij de algemene dekkingsmiddelen (en hierop betrekking hebbende uitgaven) gaat het om:
Ad 1. Algemene belastingen (taakveld 0.6 heffingen)
Algemene belastingen zijn heffingen waarvan de besteding van de opbrengst niet gebonden is. Daarbij gaat het om de OZB, parkeerbelasting, toeristenbelasting, precariobelasting en reclamebelasting. De kosten voor heffing en inning van deze heffingen worden als lasten in het overzicht meegenomen. Deze belastingen zijn onder de volgende verplichte taakvelden gerubriceerd: 0.61 OZB-woningen, 0.62 OZB-niet woningen, 0.63 Parkeerbelastingen en 0.64 Belastingen, overig.
In de paragraaf Lokale Heffingen wordt onder andere op de financiële aspecten en de tarieven voor 2023 uitgebreid ingegaan. We verwijzen u hiervoor naar deze paragraaf.
Ad 2. Algemene uitkering en overige uitkeringen (taakveld 0.7 Algemene uitkering)
De qua omvang belangrijkste uitkering die de gemeente van het Rijk ontvangt is de Algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Gemeenten hoeven zich niet te verantwoorden over de besteding van de Algemene uitkering richting het Rijk en kunnen deze, met inachtneming van wet- en regelgeving, vrij besteden aan taken die het Rijk heeft opgedragen of aan eigen beleid.
Ad 3. Dividend (taakveld 0.5 treasury )
Dividend is een vergoeding die wordt uitbetaald aan aandeelhouders. De gemeente Vijfheerenlanden heeft aandelen in Oasen, Bank Nederlandse Gemeenten en Stedin.
Ad. 4 Saldo van de financieringsfunctie (taakveld 0.5 treasury )
Dit is het verschil tussen de toegerekende rekenrente aan de programma’s en de werkelijk betaalde rente over de lang- en kortlopende leningen.
Ad. 5 Overige algemene dekkingsmiddelen (taakveld 0.8 overige lasten en baten)
Onder het taakveld overige lasten en baten is de post voor onvoorziene uitgaven geraamd.
Overzicht van algemene dekkingsmiddelen
Overheadkosten zijn de kosten die samenhangen met bijvoorbeeld huisvesting, automatisering en de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Ze zijn niet direct toe te rekenen en maken daarom onderdeel uit van dit hoofdstuk.
In de programma’s A tot en met E worden de kosten opgenomen van het primaire proces. De kosten moeten zoveel mogelijk direct worden toegerekend aan de betreffende taken en activiteiten.
Voor 2023 zijn de overheadkosten geraamd op € 20,5 miljoen. Deze kosten zijn als volgt onder te verdelen:
Het financieel perspectief van de gemeente Vijfheerenlanden is positief. De programmabegroting 2023 sluit met een positief saldo van € 1,5 miljoen (na bestemming) en ook de jaarschijven 2024 en 2025 sluiten met positieve resultaten. De risico’s zijn voldoende afgedekt via de algemene risicoreserves.
Jaarschijf 2026 laat zowel voor als na bestemming een tekort zien. De oorzaak hiervan is gelegen in de voorlopige teruggang van de uitkering uit het Gemeentefonds vanaf 2026.
Overzicht van incidentele baten en lasten
Om te bepalen of er in de begroting en meerjarenraming sprake is van structureel evenwicht dient inzichtelijk gemaakt te worden welke incidentele baten en lasten de begroting en meerjarenraming bevat. In artikel 19, onderdeel c, van het BBV is daarom geregeld, dat de toelichting op het overzicht van baten en lasten ten minste een overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten per programma bevat.
De incidentele baten en lasten beïnvloeden het structureel begrotingssaldo. Incidentele lasten beïnvloeden het structureel begrotingssaldo positief en incidentele baten beïnvloeden het structureel begrotingssaldo negatief. Met het opnemen van alleen een (verplicht) cijfermatig overzicht van incidentele baten en lasten ontstaat nog niet automatisch het inzicht of er sprake is van een structureel begrotings- of jaarrekeningsaldo. Door het betrekken van de eindcijfers uit het overzicht van incidentele baten en lasten bij het begrotingssaldo met de cijfers uit het overzicht van de (totale) lasten en baten wordt inzicht gegeven in het begrotingssaldo.
Jaarschijf 2026 laat zowel voor als na bestemming een tekort zien. De oorzaak hiervan is gelegen in de voorlopige teruggang van de uitkering uit het Gemeentefonds vanaf 2026, omdat het kabinet het rijksbeleid slechts tot en met 2025 heeft doorgerekend. Nu is in de septembercirculaire een tegemoetkoming gedaan door een eenmalige storting in het Gemeentefonds, maar daarmee wordt de daling enkel doorgeschoven naar 2027. Daarnaast is de opschalingskorting vanaf 2026 nog steeds toegepast op de berekening van het Gemeentefonds. Dit levert ons een nadeel van ongeveer € 2 miljoen op vanaf 2026. Zonder de opschalingskorting zou 2026 dus ook sluiten met een positief saldo. We verwachten dat de VNG en het kabinet over de toepassing van de opschalingskorting komende tijd in gesprek gaan.
In onderstaand overzicht is de ontwikkeling van het eigen vermogen weergegeven, onderverdeeld naar de Algemene reserve, bestemmingsreserves en (nog te realiseren) resultaten.
Onder het resultaat zijn ook de begrotingssaldo’s opgenomen van deze meerjarenbegroting. De saldo’s worden in het jaar na realisatie toegevoegd aan de Algemene reserve.
Overzicht van baten en lasten per taakveld
Onderstaand overzicht laat de hoofdlijnen zien van de ontwikkeling die het meerjarenbeeld heeft doorgemaakt vanaf het moment van vaststellen van de Kadernota 2023 tot en met het opstellen van de begroting 2023-2026.
We ontvangen steeds meer signalen van inwoners en maatschappelijke partners (verenigingen, stichtingen etc) dat het moeilijker wordt om de eindjes aan elkaar te knopen en exploitaties rond te krijgen. We merken zelf ook de gevolgen van loon- en prijsstijgingen. Door de positieve saldi van deze begroting beschikbaar te houden scheppen we voor ons de ruimte om zo mogelijk hierop in te spelen als er een beroep op ons wordt gedaan.
De lokale heffingen zijn een belangrijke bron van inkomsten. Lokale heffingen bestaan uit ten eerste algemene belastingen zoals de onroerendezaakbelasting en parkeerbelasting. De opbrengsten van de algemene dekkingsmiddelen mogen vrij worden besteed. Ten tweede bestemmingsbelastingen zoals afvalstoffenheffing en rioolheffing. Bij deze heffingen dient de opbrengst ter dekking van de kosten van beheer. Bij de retributies, zoals leges en lijkbezorgingrechten, is sprake van een individuele tegenprestatie op verzoek en mogen de geraamde opbrengsten niet hoger zijn dan de geraamde kosten van de gemeente voor de uitoefening van de taak.
De belastingtarieven en het tarievenbeleid worden in de eerste raadsvergadering na de vaststelling van de begroting vastgesteld. Op die manier kunnen financiële of beleidsmatige keuzes die de raad maakt bij de behandeling van de begroting worden verwerkt in de tarieven.
We passen voor de belastingopbrengsten een trendmatige verhoging van 6,2% toe, bestaande uit een verwachte inflatie voor 2023 van 2,4% vermeerderd met de correctie van de gemiste werkelijke inflatie over 2022 van 3,8%. Voor het jaar 2023 wordt voorgesteld het tarief van de rioolheffing niet te verhogen. Het hieruit ontstane nadeel van € 552.000 wordt ten laste gebracht van de voorziening riolering. Voor het jaar 2023 wordt voorgesteld het tarief van de afvalstoffenheffing niet te verhogen. Het tarief blijft voor een meerpersoonshuishouden € 412 en voor een alleenstaande € 328.
Voor inwoners met een minimum inkomen en weinig tot geen vermogen bestaat de mogelijkheid van gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de lokale belastingen. De voorwaarden worden door het Rijk bepaald. Kwijtschelding is een vorm van inkomensbeleid en voorbehouden aan het Rijk (art. 219, lid 2, Gemeentewet). De regels voor het toekennen van kwijtschelding zijn vastgesteld in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet. Deze regels komen erop neer dat kwijtschelding mag worden verleend aan belastingplichtigen, die een inkomen hebben dat niet hoger ligt dan de bijstandsnorm. De gemeente Vijfheerenlanden hanteert de zogenaamde 100%-norm. Dit betekent dat inwoners met een inkomen op of onder bijstandsniveau en een beperkt bedrag aan spaargeld in beginsel voor kwijtschelding in aanmerking komen.
Gemeenten mogen wel zelf bepalen of en voor welke belastingen zij kwijtschelding verlenen. Kwijtschelding van gemeentelijke heffingen is mogelijk voor de “onvermijdelijke” belastingen:
Onroerende zaakbelastingen (OZB)
De OZB-tarieven 2023 worden geheven als percentage van de WOZ-waarde met peildatum 1 januari 2022. Bij de OZB-tarieven houden we rekening met de waardeontwikkeling van woningen en niet-woningen. Ook wordt rekening gehouden met de areaaluitbreiding en inflatiecorrectie.
Bij het bepalen van het tarief wordt een correctie voor de waardeontwikkeling toegepast. Voor de tarieven van 2023 wordt vooralsnog rekening gehouden met een gemiddelde stijging van de WOZ-waarde van woningen van 15%. Voor de niet-woningen wordt rekening gehouden met een gemiddelde stijging van 1,8%. In november is pas de exacte stijging bekend, omdat dan alle verkoopcijfers zijn geanalyseerd. In december worden de OZB-tarieven definitief vastgesteld door de raad, deze kunnen daarom afwijken van de tarieven zoals hieronder opgenomen.
De kosten van de afvalinzameling en -verwerking van particuliere huishoudens worden via de afvalstoffenheffing verhaald. Uitgangspunt bij het vaststellen van de tarieven is 100% kostendekkendheid. In de tarieven wordt een onderscheid gemaakt tussen één- en meerpersoonshuishoudens.
Op grond van de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken hebben gemeenten de zorgplicht voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Een gemeente kan rioolheffing heffen om deze zorgplicht te betalen (artikel 228a van de Gemeentewet). Uitgangspunt bij het vaststellen van de tarieven is 100% kostendekkendheid. De heffingsmaatstaf is het waterverbruik per categorie.
Overzicht gemeentelijke belastingopbrengsten
Kostendekkendheid belangrijkste retributies
Het BBV schrijft voor dat in de paragraaf lokale heffingen inzicht wordt gegeven in de mate van kostendekkendheid van de verschillende tarieven. Hiermee wordt beoogd transparantie te bieden in de tarieven waarbij sprake is van kostenverhaal. De toerekening van overhead vindt extracomptabel plaats. De volgende overzichten laten zien van welk percentage kostendekkendheid sprake is.
Voor het bepalen van onderstaande kostendekkendheidspercentages is uitgegaan van de vernieuwde ‘Handreiking Kostenonderbouwing paragraaf lokale heffingen’ van het VNG. De kostendekkendheid is bepaald door de totale baten te delen door de lasten die volgens de handreiking mogen worden toegerekend. Hierin is een opslag voor de overheadkosten opgenomen. Voor het bepalen van het percentage overhead is uitgegaan van de totale lasten aan overhead (taakveld 0.4), welke zijn gedeeld door de totale loonkosten inclusief de kosten van inhuur.
Voor de bestrijding van de kosten die samenhangen met het inzamelen en verwerken van afval is de gemeente bevoegd om de gemaakte kosten te verhalen. Voor het huishoudelijk afval (afval dat ontstaat vanuit particuliere huishoudens) wordt afvalstoffenheffing geheven.
Voor het product afvalinzameling geldt dat de baten niet boven de kosten mogen uitkomen. Tarieven van de afvalstoffenheffing worden sterk bepaald door milieueisen voor het gescheiden aanleveren van het afval. Daarnaast spelen de verwerkingskosten van het afval een steeds grotere rol. Ondanks de reguliere loon- en prijsontwikkelingen hoeft de afvalstoffenheffing voor 2023 niet stijgen. Het uitgangspunt is en blijft een 100% kostendekkend tarief.
De rioolheffing is een belasting waarvan de opbrengt door de gemeente gebruikt wordt voor het rioolbeheer. Daaronder valt het uitvoeren van inspecties, reiniging, kolkenzuigen, de vervanging van bestaande rioleringen, de kosten van noodzakelijke verbeteringsmaatregelen en de inzameling en verwerking van hemel- en grondwater (gemeentelijke waterzorgplicht). De opbrengst van de rioolheffing is kostendekkend.
Uitgangspunt is dat het bij het verhaal van kosten niet alleen gaat om water dat vanaf een perceel via de riolering wordt afgevoerd, maar dat ook kosten worden verhaald die worden opgeroepen door het verwerken van hemelwater en door het treffen van maatregelen ter voorkoming van problemen met grondwater. De zorgplichten reiken verder dan het buizenstelsel dat voor de afvoer van afvalwater wordt gebruikt. Voorgesteld wordt om het tarief van de rioolheffing voor het jaar 2023 gelijk te houden aan € 194. Het tekort van € 263.000 dat hierdoor ontstaat wordt onttrokken aan de rioolvoorziening in 2023. Het tarief voor de komende jaren moet worden vastgesteld aan de hand van het nieuw te vormen GRP in 2025.
De begraafrechten worden geheven voor begrafenissen en het onderhouden van de begraafplaatsen.
Vergelijking met andere gemeenten/woonlasten (lastendruk)
Om inzicht te krijgen in het algemene verloop van de hoogte van de woonlasten is het goed een vergelijking met andere gemeenten te maken. Jaarlijks wordt door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) een onderzoek uitgevoerd naar de gemeentelijke woonlasten. Het onderzoek is erop gericht de gemeentelijke tarieven, belastingopbrengsten, de belastingdruk en de woonlasten per gemeente te vergelijken. Het COELO heeft over 2022 deze gegevens beschikbaar gesteld via de Atlas van de lokale lasten. In de COELO Atlas wordt het rangnummer bepaald als volgt: nummer 1 heeft de laagste woonlasten, nummer 349 de hoogste. Gemeente Vijfheerenlanden heeft rangnummer 280 in de COELO atlas.
In de onderstaand overzicht worden de woonlasten van meerpersoonshuishoudens weergegeven. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen eigenaren en huurders. In het COELO wordt bij de berekening van de woonlasten 2022 van gemeente Vijfheerenlanden rekening gehouden met een gemiddelde woningwaarde van € 398.000 voor 2022.
Lokale Lastendruk gemeente Vijfheerenlanden
De lokale lastendruk geeft voor de belangrijkste tarieven weer wat een inwoner van de gemeente betaalt en hoe deze zich de afgelopen jaren hebben ontwikkeld (fictief huishouden). De bedragen zijn gebaseerd op een gezin in een woning met een gemiddelde waarde van € 387.000 voor het jaar 2023 (€ 337.000 voor 2022, € 270.000 voor 2021 en € 253.000 voor 2020). De gemiddelde woning waarden zijn gebaseerd op gegevens van het taxatiebureau en niet op gegevens uit de COELO Atlas.
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Het weerstandsvermogen van de gemeente Vijfheerenlanden wordt als uitstekend beoordeeld. De weerstandsratio zit op de norm van 2,5 zoals opgenomen in het Coalitieakkoord 2022-2026. Daarmee is er ruimte om de financiële gevolgen van daadwerkelijke optredende risico’s en externe ontwikkelingen (zoals een mogelijke economische recessie, vergrijzing, energiecrisis en dergelijke) voor enige jaren op te kunnen vangen. Dit valt af te leiden uit het risicoprofiel bij deze begroting.
Herziening nota Risicomanagement
In 2022 wordt het in 2020 vastgestelde beleid herzien en krijgt de gemeenteraad een nieuwe nota Risicomanagement voor de periode 2022 t/m 2026 ter vaststelling aangeboden. Deze herziene nota bevat, naast het wettelijk kader en strategie (scope en doelstellingen), ook vernieuwende elementen voor de gewenste risicocultuur en het gewenste risicogedrag. Met uitzondering van enkele aanscherpingen is het risicomanagementproces niet gewijzigd en is dit ook voor de begroting 2023 toegepast.
Het risicomanagementproces is in zes stappen opgenomen. Van het bepalen van de doelen bij stap 1, naar het identificeren en kwantificeren van risico en kansen in de stappen 2 en 3. Om vervolgens in stappen 4, 5 en 6 te bepalen of maatregelen benodigd zijn, deze dan uit te voeren, te evalueren en periodiek over de voortgang te rapporteren.
Op basis van dat proces wordt het risicoprofiel tweemaal per jaar herzien; bij de jaarrekening en bij de begroting. Ook voor deze begroting 2023 is het risicoprofiel geactualiseerd aan de hand van de vastgelegde wijze van identificatie, classificatie en kwantificatie in euro’s. De nieuwe nota bevat wel enkele aanscherpingen bij het classificeren en kwantificeren van risico’s en kansen:
Er is nadrukkelijk onderscheid gemaakt tussen incidentele en structurele risico’s. Bij structurele risico’s wordt ervan uitgegaan dat er een gewenningsperiode van 4 jaar benodigd is om de mogelijke impact van een risico te kunnen opvangen. De impact van een structureel risico wordt daartoe vermenigvuldigd met de factor X2 (= 200%). Deze 200% is de optelling van het opnemen van 100% impact in het 1e jaar, 67% impact in het 2e jaar, 33% impact in het derde jaar en 0% impact in het 4e jaar.
Aangezien niet alle risico’s tegelijkertijd en tegen de volle omvang zullen optreden, wordt een risicosimulatie uitgevoerd. Daarmee wordt een te pessimistisch beeld voorkomen. Voor deze simulatie wordt gebruik gemaakt van hiervoor speciaal ontwikkelde software, die een simulatie op basis van 100.000 trekkingen oplevert.
Risicoprofiel Vijfheerenlanden begroting 2023
Het volledige risicoprofiel voor de begroting bestaat uit 30 risico’s met een totaal mogelijke maximale impact (netto gevolgschade) van € 63,74 miljoen.
Overeenkomstig het al in de nota van 2020 vastgelegde beleid, wordt in deze weerstandsparagraaf specifiek ingegaan op de tien grootste risico’s. Deze tien risico’s (van in totaal 30 risico’s) bepalen gezamenlijk voor 75% de totaal benodigde weerstandscapaciteit.
Van deze lijst met de tien grootste risico’s maken de in vorige risicoprofielen nog opgenomen risico’s in verband met COVID-19 en de herverdeling van het gemeentefonds geen onderdeel meer uit. Het einde van COVID-19 is in zicht en er is nog ruimte in de reserve Corona om eventuele nieuwe nadelen op te vangen. De herverdeling van het gemeentefonds heeft ondertussen plaatsgevonden en is dus geen risico meer. De nadelige consequenties van de herverdeling zijn in de exploitatie volledig meegenomen en ook van dekking voorzien.
Onderstaand overzicht bevat ook twee nieuwe risico’s: het samen trap op en trap af uitgangspunt bij de algemene uitkering en de energiearmoede voor groepen inwoners en maatschappelijke instellingen. Deze nieuwe risico’s zijn groen gearceerd in onderstaand overzicht opgenomen.
In het hiervoor opgenomen risicoprofiel zijn ook de onderlinge scores van de risico’s opgenomen. De drie risico’s met een score vanaf 20 punten vereisen directe aandacht om te voorkomen dat de continuïteit van de gemeente Vijfheerenlanden wordt bedreigd. In dit geval gaat het om de risico’s bij de nieuwe huisvesting, de prijsstijgingen in de bouwsector en energiearmoede voor groepen inwoners en maatschappelijke instellingen.
Ook is de procentuele invloed van elk risico op het benodigd weerstandsbedrag in het risicoprofiel opgenomen. Dit percentage is de uitkomst van de computergestuurde risicosimulatie die is uitgevoerd over de ingevoerde risico’s. De risicosimulatie wordt zoals eerder is aangegeven, toegepast omdat het reserveren van het maximale bedrag (€ 63.740.000) ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden. Onderstaand figuur 1 en bijhorende tabel tonen de resultaten van de risicosimulatie op basis van 100.000 trekkingen.
Uit de grafieken en de bijbehorende tabel volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van afgerond € 15.200.000 (= benodigde weerstandscapaciteit).
Beschikbare weerstandscapaciteit
De geïnventariseerde risico’s vertalen zich in de weerstandsbehoefte. Tegenover deze weerstandsbehoefte staat de beschikbare weerstandscapaciteit van afgerond € 40,35 miljoen. Deze weerstandscapaciteit bestaat uit de aanwezige incidentele weerstandscapaciteit (concreet de algemene reserves van € 40,15 miljoen) en de structurele in de exploitatie opgenomen weerstandscapaciteit (de post onvoorzien: vier jaren x € 50.000 = € 0,2 miljoen).
Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen. Dit ratio wordt ook de weerstandsratio genoemd.
De normtabel is door NARIS ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit Twente. Het biedt een waardering van de weerstandsnorm.
De ratio van de gemeente van 2,65 valt volgens de tabel in klasse A. Dit duidt op een “uitstekend” weerstandsvermogen. In vergelijk met de begroting 2022 is de ratio met 0,58 toegenomen van 2,07 naar 2,65. Deze toename wordt veroorzaakt door zowel een hogere beschikbare weerstandscapaciteit en een lager risicobedrag.
De weerstandsratio valt daarmee hoger uit dan de in het Coalitieakkoord 2022-2026 opgenomen weerstandsnorm van 2,5. Een extra surplus van 0,15 is gewenst en noodzakelijk. Naast de impact van mogelijk optredende risico’s is er weerstandscapaciteit aanwezig om verschillende niet beïnvloedbare ontwikkelingen op te vangen. Ontwikkelingen, zoals een mogelijke economische recessie, de stikstofcrisis, de energiecrisis door de oorlog in Oekraïne, de vergrijzing, klimaatverandering e.d. die elk afzonderlijk grote financiële impact kunnen hebben.
Beoordeling financiële positie voor de komende vier jaren
Naast de beoordeling van het weerstandsvermogen wordt in deze paragraaf ook de financiële positie van de gemeente voor de komende vier jaren beoordeeld aan de hand de verplicht op te nemen financiële kengetallen.
In artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeente (BBV) is een verplicht voorgeschreven set van kengetallen opgenomen voor:
Deze kengetallen geven in samenhang een goed inzicht in de financiële positie van een gemeente.
Om verschillende financiële kengetallen te kunnen berekenen, is een meerjarige balans benodigd. De geprognotiseerde balans voor de periode 2023 t/m 2026 is onderstaand opgenomen.
De in deze balans opgenomen meerjarige ontwikkeling van onze bezittingen en schulden zijn bepalend voor onder andere de kengetallen netto schuldquote, solvabiliteit en grondexploitatie.
De financiële kengetallen structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit worden berekend op basis van respectievelijk de in het financieel hoofdstuk opgenomen verzamel- en consolidatiestaat en het tarievenoverzicht in de paragraaf lokale heffingen.
Uiteindelijk geeft deze berekening de volgende uitkomsten voor 2023 t/m 2026:
De netto schuldquote beoordeelt de schuld als aandeel van de gemeentelijke baten. Daarbij ligt de nadruk bij de beoordeling op de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen. Een grote portefeuille uitgeleende gelden aan derden nuanceert namelijk het beeld. Immers uitgeleende gelden worden normaliter door de derden terugbetaald en zijn derhalve geen risico.
Als we de uitkomst van deze netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen bezien, blijven we in 2023 onder de eigen vastgelegde norm van maximaal 100%. Voor de komende jaren loopt de schuldpositie op waardoor we de eigen norm van 100% gaan overschrijden. Dit wordt vooral veroorzaakt door het in juni 2021 afgesloten financieringsarrangement met de BNG en NWB ten gevolge van de uitspraak Niemans. Dit resulteert in een stijging van de schuldenlast van circa € 44 miljoen in 2026 ten opzichte van het jaar begrotingsjaar 2023.
De solvabiliteitsratio wordt berekend als verhouding tussen de verschillende vermogenscomponenten. Het gaat erom inzicht te krijgen in de mate waarin de gemeente in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Het kengetal geeft aan in hoeverre de in de activa geïnvesteerde vermogen door het eigen vermogen kan worden gefinancierd. Is het kengetal voor solvabiliteit kleiner dan 20%, dan is er veel vreemd vermogen aanwezig en wordt dat als onvoldoende beoordeeld.
Het laatste is in onze gemeente het geval. Zonder maatregelen daalt de solvabiliteit in de komende jaren naar zo’n 14% in 2026.
Het financiële kengetal ‘grondexploitatie’ geeft aan hoe groot de grondpositie (boekwaarde) is ten opzichte van de jaarlijkse baten. Wanneer een gemeente grond tegen de veel lagere prijs van landbouwgrond heeft aangekocht, loopt ze veel minder risico dan wanneer er dure grond is aangekocht en de vraag naar woningen is gestagneerd. Hoe kleiner het aandeel van de grondpositie is ten opzichte van de totale geraamde baten, hoe kleiner het risico is op het onvermogen om verliezen te kunnen opvangen. Een uitkomst kleiner dan 20% wordt als gunstig beschouwd. Voor 2023 komt het kengetal op 2,7% uit. Dus een voldoende. In meerjarig perspectief verbeterd de ratio nog verder als gevolg van voltooiing van grondexploitaties.
Kengetal Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt ook het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Het BBV bepaalt dat een overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten per programma wordt opgenomen. Met behulp van deze gegevens en de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves, waar op grond van het BBV eveneens een overzicht van moet worden opgenomen, wordt de structurele exploitatieruimte bepaald.
De begroting sluit voor de jaren 2023 tot en met 2025 met structurele positieve saldo’s. Voor het jaar 2026 wordt echter een nadelig saldo verwacht ten gevolge van het wegvallen van een deel van de rijksgelden uit het gemeentefonds. In 2026, het zogenaamde ravijnjaar, vallen de baten terug van € 137 naar € 47 per inwoner.
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk (de woonlasten van een gezin in een gemiddelde koopwoning) zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Net als voorgaande jaren blijkt uit de tabel dat we boven het landelijk gemiddelde zitten. De woonlasten van een gemiddeld gezin in Vijfheerenlanden komen in 2023 uit op € 1.004, het landelijk gemiddelde in 2022 is volgens de Lokale Atlas 2022 van het Coelo € 904. Dit levert een score op van 111,1% ten opzichte van het landelijk gemiddelde.
Onbenutte belastingcapaciteit ozb
De onbenutte belastingcapaciteit ozb wordt gerelateerd aan de norm die wordt gehanteerd om als gemeente in aanmerking te kunnen komen voor een zogenaamde artikel 12-bijdrage uit het gemeentefonds. Wil een gemeente voor een dergelijke aanvullende bijdrage in aanmerking komen, moet de gemeente een redelijk tarief ozb hanteren van minimaal 0,1729% voor 2023 over zowel de WOZ-waarde woningen en niet-woningen. Hierbij wordt uitgegaan dat er sprake is van 100% kostendekking bij de afvalstoffenheffing en rioolheffing.
Het tarief voor woningeigenaren zit nog ruimschoots onder dit percentage. Voor niet woningen hanteren we een hoger tarief. Wanneer de werkelijke opbrengst uit OZB vergelijken met de opbrengst op basis van het redelijk tarief ozb van 0,1729% is er in 2023 een onbenutte belastingcapaciteit ozb van afgerond € 4,3 miljoen, ofwel 2,4% van de totale inkomsten van de gemeente. Een uitkomst die redelijk vergelijkbaar is met de Begroting 2022.
Beoordeling financiële positie in samenhang
Wanneer we deze vijf kengetallen (de twee kengetallen inzake de schuldquote tellen we voor één) in samenhang met elkaar beoordelen, is onze financiële positie voor de komende vier jaar als matig tot onvoldoende te waarderen. Een versterking van het eigen vermogen is gewenst, wellicht noodzakelijk om onze weerbaarheid ook op de middellange termijn (van 5 tot 10 jaar) te versterken.
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen
De gemeente Vijfheerenlanden zet zich in voor een veilige, groene en leefbare openbare ruimte. Om dit doel te bereiken investeren wij in onze kapitaalgoederen.
Deze paragraaf beschrijft de onderwerpen die gezamenlijk de kapitaalgoederen (in bezit zijnde gemeentelijk vastgoed en openbare ruimte) vormen en hoe zij worden beheerd. Dit conform de regels zoals door de gemeenteraad vastgesteld in artikel 19 van de Financiële Verordening gemeente Vijfheerenlanden.
De kapitaalgoederen zijn verdeeld in vier beheerprogramma’s, waaronder elf beheerplannen vallen. Het vastgestelde beleidskader wordt verwerkt in de beheerplannen. Deze paragraaf heeft als doel inzicht te geven in het beleid en beheer betreffende het onderhoud van kapitaalgoederen.
Belangrijk is dat op hoofdlijnen het onderhoudsniveau van onze kapitaalgoederen niet verslechtert. Uitzonderingen daargelaten zoals bepaalde gebouwen waarvan de raad op voorhand is geïnformeerd. Derhalve worden eens per vier à vijf jaar de kapitaalgoederen geïnspecteerd en vloeit daar het onderhoudsniveau uit. Tussentijdse inspecties worden in beperkte mate uitgevoerd, tenzij vanuit beheer reden is om hier op over te gaan.
Het beleidskader ligt vast in de onderstaande plannen. Daar waar geen beheerplan was of nodig werd geacht, is door middel van uitvoeringsplannen het onderhoud uitgevoerd. In de financiële verordening Vijfheerenlanden is geregeld dat het beheerplan Riolering en het beheerplan Gebouwen eens in de vijf jaar geactualiseerd moeten worden en de overige plannen eens in de vier jaar.
Achterstand op de uitvoeringsplannen
In 2022 is veel werk van de voorafgaande jaren in uitvoering genomen. Dit was mogelijk omdat veel aanbestedingen eind 2021 en begin 2022 zijn afgerond. Desondanks is niet al het geplande werk in uitvoering gekomen waardoor we nog steeds kunnen spreken over een achterstand op de uitvoeringsplannen. Er is geen sprake van achterstallig onderhoud.
Begin 2022 is een start gemaakt met het opstellen van integrale uitvoeringsplannen voor 2022 tot en met 2026. Hierin staan de diverse rioleringsprojecten en de daaraan gekoppelde maatregelen voor bijvoorbeeld wegen. Onder het kopje “beheerplannen | wegen” wordt hier verder op ingegaan.
In 2022 is intensief ingezet op het op orde krijgen van onze beheerdata. In 2023 werken we toe naar meer geïntegreerde projecten.
In het algemeen wordt de openbare ruimte beheerd op kwaliteitsniveau B. Een uitzondering hierop zijn de begraafplaatsen in onze gemeente. Deze gedenklocaties worden op niveau A onderhouden. Voor het beeldkwaliteit van de openbare ruimte kennen we onderstaande niveaus:
In onderstaande tabel staan de kengetallen per kapitaalgoed zoals bekend bij de begroting 2023 – 2026.
* historische hekwerken van bouwkundige aard zijn ondergebracht bij gebouwen
Voorzieningen beheer en onderhoud kapitaalgoederen
In de raadsvergaderingen van 4 februari 2021 en 8 juli 2021 zijn de meerjaren-onderhoudsprogramma’s Kunstwerken en Vastgoed vastgesteld. Bij dat besluit zijn deze voorzieningen gevormd.
In 2023 beheert de gemeente Vijfheerenlanden 2,5 miljoen m². Het wegenbeleidsplan 2021-2025 is gebaseerd op een areaal van 2,2 miljoen m². In 2022 is vol ingezet om de beheerdata qua eigendom en gegevens op orde te krijgen.
In september 2022 is de Globale Visuele Weginspectie opgeleverd. Dit ijkmoment waarop de werkelijke technische kwaliteit wordt vergeleken met de vastgestelde beeldkwaliteit (B), wordt in de jaarrekening 2022 gepresenteerd. Op basis van deze nieuwe informatie wordt u als raad verder geïnformeerd over het kwaliteitsverloop van het wegenareaal. In 2024 wordt de weginspectie eerder in het jaar gepland om eventuele financiële effecten mee te kunnen nemen in de kadernota 2025 / begroting 2025.
Ook in 2023 zetten we intensief in op het reinigen van bruggen en steigers waardoor we de levensduur verlengen. Dit draagt bij aan een aantrekkelijke openbare ruimte. Dit jaar wordt het renoveren van de kademuur in Leerdam afgerond. Het betreft een gemetselde kademuur van ca. 240 m1 op betonpalen met betonnen sloof waarvoor een loopsteiger en houten damwand zit.
De openbare verlichting wordt beheerd conform de uitgangspunten die staan beschreven in het beleid-, beheer- en vervangingsplan 2020-2024. Het dagelijks beheer en onderhoud wordt uitgevoerd door bureau OVL. Alle nieuwe verlichting die wordt geplaatst is voorzien van led en van een connectiviteit module waarmee de lichtmasten op afstand worden uitgelezen en waardoor storingen direct inzichtelijk zijn bij Bureau OVL. Voor 2023 staat gepland om 209 verouderde masten en 597 verouderde armaturen te vervangen verspreid over het gebied van Vijfheerenlanden.
Het complete areaal is inzichtelijk gemaakt. Eind 2021 is de inventarisatie en inspectie van het straatmeubilair afgerond. Begin 2022 is vervolgens een beleid- en beheerplan straatmeubilair opgesteld voor de periode 2023-2027. In het plan staan de uitgangspunten en de financiële consequenties voor het beheer en onderhoud opgenomen. In het tweede kwartaal van 2022 zijn alle areaalgegevens geïmplementeerd in het Beheersysteem.
Er wordt gewerkt aan het Vijfheerenlanden groenbeheerplan. Dit bestaat uit de groenstructuurvisie, groen- en bomenbeleid, biodiversiteit herstelplan (deze is al vastgesteld door de gemeenteraad) en het groen beheerplan.
Waar ecologisch beheer in voorgaande jaren nieuw was, wordt dit steeds meer de standaard. We werken aan een nieuw maaibestek voor het maaien van de gazons. Ook hierin proberen we een ecologische component in te voegen.
Afgelopen jaar zijn wij aangesloten bij de groene stad challenge. Binnen deze challenge wordt onder andere gekeken waar overbodige verharding omgevormd kan worden naar groen, waar mogelijk extra bomen geplant kunnen worden en waar traditionele parkeervakken omgevormd kunnen worden naar groenparkeren. Binnen projecten proberen we zoveel mogelijk uitvoering te geven aan de uitkomsten van deze challenge.
In de wintermaanden van 2022/2023 wordt uitvoering gegeven aan het vergroenen van het bedrijventerrein in Vianen. De huidige gazons krijgen toevoegingen van bomen, struikgroepen, hagen en plantgroepen. Dit als bevordering van de biodiversiteit maar ook voor de uitstraling en leefbaarheid op het bedrijventerrein.
In 2022 is er verder gegaan met de uitwerking van de renovatie ronde van de speelplaatsen in de wijk Vianen Centrum en de kern Hagestein. Het participatie traject is breed uitgezet door middel van enquêtes. Voor Hagestein ligt er inmiddels een goedgekeurd ontwerp en zal er op korte termijn opdracht gegeven worden tot uitvoering. Voor Vianen Centrum wordt er, op basis van de informatie uit de enquête, aan een eerste ontwerp gewerkt welke vervolgens weer wordt teruggekoppeld aan de buurt.
De renovatieronde voor de wijk Leerdam Noord is opgestart en op korte termijn gaat hier het participatietraject voor starten.
Binnen het project Achter de Pijp in Leerdam wordt komende zomer de speelplaats gerealiseerd. Ook de speelplaats die onderdeel is van de renovatie werkzaamheden van Park Monnikenhof in Vianen wordt gerealiseerd. De renovatie van de speelplaats aan de Doelakkerweg in Ameide is onderdeel van het vervangingsproject van de riolering en is in uitvoering.
Een van de twee jaarlijkse inspectie rondes is reeds uitgevoerd en de reparaties van de urgente gebreken zijn in uitvoering. Ook blijven we repareren op basis van meldingen uit de buurt en vanuit de medewerkers in de buitendienst.
In 2023 voeren we regulier onderhoud uit aan onze creatieve kunstwerken. Dit betekent het schoonmaken en herstellen daar waar nodig. We voeren patineerwerkzaamheden uit aan diverse bronzen beelden en vervangen sokkels. Daarnaast gaan we twee driedimensionale beelden herstellen aan de Tiendweg in Leerdam en nabij het Meesplein in Leerdam opnieuw herstellen.
In 2023 wordt vervolg gegeven aan het uitvoeringsplan 2021-2025 zoals vastgesteld in het Beheerplan Stedelijk Water en het vigerende Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Speerpunt is de aanpak van wateroverlastlocaties binnen de gemeente Vijfheerenlanden. Dit gebeurt in het centrum van Vianen door rioolvervanging in het westelijke deel van het centrum. Daarnaast vindt in de diverse kernen en locaties binnen de gemeente vervanging van riolering voor een gescheiden rioolstelsel plaats. Een groot vervangingsproject in 2023 is wijk De Hagen (Herenbuurt en Vogelbuurt) in Vianen. Tevens vindt een vervolg plaats met de aanleg van wadi’s en het vergroenen van parkeerplaatsen voor extra waterberging en tegengaan van bodemverdroging.
In 2022 is gestart met het renoveren van circa 100 minigemalen, met een doorloop naar 2023. Verder wordt begin 2023 gestart met het renoveren van rioolgemaal de Meent in Leerdam. In 2023 wordt 20 kilometer persleiding gereinigd.
We hebben de verplichting om gemeentelijke watergangen langdurig op diepte te houden. Daarom baggeren we planmatig, maar niet jaarlijks. De werkzaamheden voeren we uit aan de hand van het nieuwe baggerbeheerplan. We voeren baggerwerkzaamheden uit in onder andere de omgeving van sportpark Blankenstein in Vianen.
Er vindt overleg plaats met Waterschap Rivierenland voor de overdracht van stedelijk water. Dit houdt in dat Waterschap Rivierenland een aantal watergangen in de kernen van gemeente Vijfheerenlanden gaat overnemen. De verwachting was dat dit in 2022 zou zijn overgedragen, maar dit wordt naar alle waarschijnlijkheid eerste kwartaal 2023.
Er is gestart met het vervangen van een deel van de beschoeiing van de stadsgracht Vianen en langs de Meent in Leerdam. Dit project loopt door in 2023. Ook wordt in de wijk Amaliastein een deel van de beschoeiing vervangen. Verder worden er op verschillende locaties in de gemeente natuurvriendelijke oevers gerealiseerd.
In de areaalgegevens zijn verschillen zichtbaar met voorgaande jaren. Deze verschillen zijn te verklaren door de inventarisaties in het veld en de bijbehorende mutaties in de beheerpakketten. In 2023 is ons complete areaal geïnventariseerd.
De komende jaren actualiseren we onze energie labels van de gebouwen waar nodig om inzicht te krijgen in de huidige situatie. Met deze informatie zijn we beter in staat om te kijken naar quick-wins om te verduurzamen. De afgelopen jaren hebben we al diverse panden voorzien van zonnepanelen en verwijderen we cv-ketels voor warmtepompen.
Om invulling te geven aan de verduurzamingsopgave wordt er in 2023, indien hiervoor krediet beschikbaar is gesteld, gestart met het opstellen van een routekaart verduurzaming maatschappelijk vastgoed. Dit document geeft inzicht op welke wijze de gemeentelijke gebouwen verduurzaamd kunnen worden, tegen welke kosten en op welk moment. Gezien de landelijke en Europese doelen wordt er gekozen voor energie neutrale gebouwen waar mogelijk. Aangezien het hier een omvangrijke opgave betreft zal een voorstel hierover in 2023 aan de raad worden voorgelegd.
Naast deze opdrachten wordt er ook regulier onderhoudswerk uitgevoerd. Voor 2023 staan een aantal zaken gepland die al een langere looptijd hebben en al in 2022 of eerder zijn opgestart.
In 2022 is gewerkt aan een integraal meerjaren uitvoeringsplan voor de openbare ruimte. Hierin zijn de projecten opgenomen die integraal uitgevoerd moeten worden, dus bijvoorbeeld het vervangen van riolering gaat samen met het vervangen en verbeteren van de wegfundatie. Het resultaat van dit project draagt bij aan wat we de komende vijf jaren gaan doen en daarmee ook beter kunnen bijdragen in de informatiewaarde naar bijvoorbeeld bestuur/raad. Soortgelijke stappen worden ook binnen gebouwenbeheer opgezet.
Treasury is het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's. Dit doen we binnen de wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido). Het doel van deze wet is om op een verantwoorde, prudente en professionele wijze de inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie (financieringsactiviteiten) van de gemeente te regelen.
Met de komst van de Wet Fido zijn voor de gemeentelijke treasuryfunctie duidelijker kaders geboden ten aanzien van risicobeheersing en transparantie. Risicobeheersing richt zich daarbij vooral op rente- en kredietrisico’s.
De gemeentelijke treasuryfunctie wordt uitgevoerd op basis van het Treasurystatuut. Dit statuut is op 21 maart 2019 vastgesteld in de gemeenteraad.
De financieringsparagraaf bevat conform het BBV de beleidsvoornemens voor het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Dit onderdeel geeft een samenvatting van het (verwachte) risicoprofiel van de gemeente. Onder risico’s worden verstaan renterisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s, koersrisico’s, debiteurenrisico’s en – voor zover van toepassing – valutarisico’s. Voor de financieringsrisico’s kan op voorhand in principe worden aangegeven welke bedragen maximaal met elk risico gemoeid zijn. De financieringsparagraaf dient in te gaan op de eisen die de Wet Fido stelt.
Er moet uit blijken dat de uitvoering van de financieringsfunctie uitsluitend de publieke taak dient, dat het beheer prudent is en dat aan de kasgeldlimiet en de renterisiconorm wordt voldaan.
Het beleid is erop gericht om inzicht te hebben in de lange termijn ontwikkeling van de financiële positie van de gemeente. Het aangaan en verstrekken van geldleningen alsmede het verstrekken van garanties. Dit laatste is alleen toegestaan voor de uitoefening van de publieke taak. Hierbij mogen geen overmatige risico’s worden gelopen. Het gebruik van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm is bedoeld als normstellend.
De doelstelling van de Treasury- c.q. financieringsfunctie is, dat deze uitsluitend de publieke taak dient en dat een prudent beleid gevoerd wordt binnen de kaders die zijn gesteld in de Wet Fido.
Risicomanagement is het identificeren en kwantificeren van risico's en het vaststellen van beheersmaatregelen. Hiermee worden activiteiten bedoeld waarmee de kans van optreden of de gevolgen van risico's worden beïnvloed. De risico's die binnen onze gemeente worden gelopen bij de uitvoering van de treasurytaak bestaan voornamelijk uit renterisico's. Om die risico's te beperken en te beheersen geldt er een kasgeldlimiet en is er een renterisiconorm ontwikkeld.
Daarnaast verdient vooral het kredietrisico aandacht. Dit is het risico dat de gemeente loopt wanneer geldleningen worden verstrekt aan rechtspersonen die in voorkomende gevallen in financiële problemen zouden kunnen komen. In het Treasurystatuut zijn algemene uitgangspunten opgenomen om dit risico te beperken.
Renterisico vlottende schuld (kasgeldlimiet)
Dit instrument dient om de omvang van de kortlopende financieringsmiddelen te kunnen bewaken. De kasgeldlimiet is een percentage van de omzet van de gemeente dat de ruimte voor korte financiering aangeeft. De limiet heeft betrekking op leningen met een looptijd van maximaal 1 jaar (vlottende schuld) en bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal bij aanvang van het begrotingsjaar (lasten vóór bestemming, dus afgezien van stortingen in reserves). Wanneer de vlottende schuld dit percentage van 8,5% overschrijdt moet er worden geconsolideerd oftewel er moet vlottende schuld worden omgezet naar vaste (langlopende) schuld. Daarnaast kan overschrijding leiden tot een strenger toezichtregime. De kasgeldlimiet is vastgesteld aan de hand van de betreffende ministeriële regeling bij de Wet Fido.
Medio juni 2021 is er een financieringsarrangement met geldverstrekkers afgesproken. Hierdoor verwacht de gemeente binnen de kasgeldlimiet te blijven.
Leningenportefeuille (opgenomen)
Met bovengenoemd financieringsarrangement heeft de gemeente oude leningen omgezet naar twee leningen (€ 160 miljoen bij de BNG en € 10 miljoen bij de Nederlandse Waterschaps Bank met een looptijd van 40 jaar) tegen een rentepercentage rond de 0,7%. Een lening bij een derde partij was niet meegenomen. Deze lening met een restant hoofdsom van € 2 miljoen heeft een rentepercentage van 0,49% en een restant looptijd tot en met 2026.
Voor de jaren 2022-2027 wordt per jaar een bedrag van € 20 miljoen, met rentetarieven van 0,765% in 2022 tot 1,045% in 2027, opgenomen voor investeringen. Hiermee is de financieringsrente voor een lange periode vastgelegd.
Als gevolg van regelgeving in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) wordt geen bespaarde rente over reserves en voorzieningen ten gunste van de exploitatie gebracht.
Renterisico’s vaste schuld (renterisiconorm)
Een renterisico kan in principe worden gedefinieerd als het bedrag aan leningen dat in een bepaald jaar aan renteaanpassing onderhevig is. De renterisiconorm heeft betrekking op leningen met een looptijd vanaf 1 jaar (vaste schuld). Het doel hiervan is om tot een zodanige opbouw van de leningenportefeuille te komen dat het renterisico vanwege renteaanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt. De nadruk ligt op spreiding van de renterisico’s. Indien een leningenportefeuille gelijkmatig is opgebouwd, is ook het renterisico over de vaste schuld in de tijd gelijkmatig gespreid. Ongewenste financiële gevolgen van rentewijzigingen worden hierdoor beperkt. De norm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal.
De gemeente heeft geen leningen, waarop een renteherziening kan plaatsvinden. De aflossingen betreffen de voor rekening van de gemeente zelf aangetrokken leningen. Door het financieringsarrangement is er een gelijkmatige spreiding van de aflossingsverplichtingen ontstaan.
Kredietrisico’s kunnen zich op twee manieren manifesteren. Ten eerste is er het risico dat direct wordt gelopen vanwege door de gemeente verstrekte leningen en uitgezette beleggingen. Ten tweede zijn er indirecte kredietrisico’s. Dit is aan de orde bij verstrekking van en verstrekte gemeentegaranties (ook wel borgstellingen genoemd).
Kredietrisico op leningen en beleggingen
De gemeente Vijfheerenlanden heeft vanuit haar publieke taak leningen (door)verstrekt en beleggingen gerealiseerd. In de betreffende tegenpartijen kan onderscheid worden gemaakt in de status van kredietwaardigheid. In het hierna volgende overzicht zijn de uitgezette gelden vermeld.
Onderstaand de specificatie van de beleggingen/deelnemingen in de begroting 2023.
Genoemde deelnemingen worden vanwege de uitvoering van de publieke taak aangehouden. Over het aandelenbezit wordt koersrisico gelopen. De aandelen worden echter niet op de beurs verhandeld, waardoor optredende waarde fluctuaties niet zo grillig verlopen. De waarde wordt meer bepaald door de intrinsieke waarde van het bedrijf en niet door “vraag en aanbod” op de beurs.
Kredietrisico ten aanzien van gemeentegaranties (borgstellingen)
De gemeente Vijfheerenlanden staat jegens geldgevers borg voor de betaling van rente en aflossing op langlopende geldleningen, die door organisaties, instellingen of verenigingen zijn aangetrokken en die activiteiten verzorgen, welke in het verlengde liggen van de gemeentelijke publieke taak.
De gemeente Vijfheerenlanden staat borg voor leningen van de woningstichtingen in Vijfheerenlanden voor een totaalbedrag van € 6,9 miljoen per ultimo 2021. Naast bovengenoemde borgstellingen staat de gemeente Vijfheerenlanden ook garant voor leningen voor particulier woningbezit. Nieuwe garantstellingen worden sinds 1994 niet meer verstrekt. Het restant aan leningen bedraagt € 2,0 miljoen en loopt ieder jaar verder terug. De totale achtervangpositie bedraagt € 291 miljoen ultimo 2021. Het risico dat een ‘achtervanger’ loopt is zeer beperkt. Sinds de oprichting in 1983 is de Stichting WSW nog nooit aangesproken op zijn borgverplichting.
In deze paragraaf wordt in onderstaande tabel renteschema inzicht verschaft in de rentelasten, het renteresultaat en de wijze waarop rente wordt toegerekend.
In de begroting 2023 hanteren we voor te activeren kapitaaluitgaven 0,5% rente. We rekenen geen rente toe aan de (algemene) reserves. Aan voorzieningen wordt geen rente toegerekend. Over de boekwaarde van de grondexploitaties wordt een percentage toegerekend op basis van het gemiddelde percentage over de langlopende leningen (verhouding vreemd vermogen/totaal vermogen).
Naast het berekende renteresultaat van € 113.000 worden ook de netto dividendopbrengsten voor een bedrag van € 371.000 op taakveld 0.5 Treasury opgenomen. Het taakveld 0.5 Treasury heeft hiermee een batig saldo € 484.000.
De huisbankier van de gemeente Vijfheerenlanden is de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG).Bij de BNG wordt ook een rekening courant aangehouden voor het schatkistbankieren. Daarnaast wordt een rekening courant bij de Rabobank aangehouden.
We streven naar een licht positief saldo in de rekening courant. Hierbij geldt dat er boven een positief saldo bij de BNG van € 250.000 een creditrente betaald moet worden. Saldi, bij de BNG, hoger dan € 250.000 worden dagelijks afgeroomd naar de rekening courant Schatkistbankieren. Hier is geen creditrente verschuldigd. Bij het beoordelen van het saldo wordt rekening gehouden met de (verwachte) in- en uitgaande geldstromen.
Het doel van deze paragraaf is om inzicht te geven in de in 2023 te realiseren resultaten met betrekking tot de gemeentelijke bedrijfsvoering. De gemeente Vijfheerenlanden werkt ook in de bedrijfsvoering volgens onze kernwaarden: de ‘Vijf van Vijfheerenlanden’: wendbaar, verbindend, betrouwbaar, resultaatgericht en duurzaam.
Vanaf eind 2021 is er bij de gemeente Vijfheerenlanden in toenemende mate sprake van personeelstekorten. Ook is er sprake van sterk stijgende kosten (inflatie) en tekorten in grondstoffen. Dit is een probleem dat landelijk wordt ervaren en in alle economische sectoren. De personeelstekorten worden veroorzaakt door langdurig ziekteverzuim (mede als gevolg van de naweeën van COVID-19), de krapte op de arbeidsmarkt (zowel wat betreft de werving van vaste medewerkers als van inhuurmedewerkers) en zich voordoende nieuwe (en landelijke) maatschappelijke vraagstukken, zoals de opvang van ontheemden. Voorbeelden zijn doorlopende en toenemende opgaven op het gebied van het onderdak bieden aan Oekraïense vluchtelingen en statushouders dan wel asielzoekers. Dit in combinatie met een toenemende behoefte aan huisvesting voor doelgroepen als starters, spoedzoekers en arbeidsmigranten. De gemeente heeft een inspanningsplicht voor voldoende woongelegenheid. Ook voor deze specifieke doelgroepen. De zeer krappe woningmarkt maakt dat oplossingen moeilijk zijn en veel inzet en creativiteit vragen.
Als gevolg van één en ander is in een groot aantal onderdelen van onze organisatie de werkdruk te hoog opgelopen. Dit heeft er in 2022 toe geleid dat er keuzes zijn gemaakt en werkzaamheden zijn geprioriteerd c.q. uitgesteld. Wij sluiten niet uit dat dergelijke keuzes ook in 2023 opnieuw moeten worden gemaakt.
De omvang van de asielopgave in Nederland is ongekend. Zo heeft elke Veiligheidsregio de taak om boven op de 225 plaatsen crisisnoodvang (CNO) nog eens 225 plekken te realiseren. Ook is de taakstelling voor het huisvesten van statushouders verhoogd naar landelijk 20.000 voor de 2e helft van 2022. In 2023 liggen de getallen nog hoger. Het Rijk ziet mogelijkheden om een deel van deze opgave in te vullen via het concept van flexwoningen. Hierbij is twee-derde van het aantal te realiseren woningen bedoeld voor andere doelgroepen waarvoor het momenteel lastig is om passende huisvesting te realiseren (waaronder starters) en een-derde voor statushouders. Voor wat betreft het aanbieden van onderdak aan Oekraïense vluchtelingen is het nodig om nog eens aantallen te realiseren in duurzame opvang, die vergelijkbaar zijn met de eerste opgave om Oekraïners onderdak te bieden. Het kabinet heeft aangegeven gemeenten financieel te ondersteunen bij deze opgaven
Ook de gemeente Vijfheerenlanden levert zijn bijdrage in crisisnoodopvang van asielzoekers en het huisvesten van statushouders (mensen met een verblijfsvergunning).
Daarnaast heeft Vijfheerenlanden in toenemende mate opgaven op het gebied van beschermd wonen, huisvesting van arbeidsmigranten, daklozen en spoedzoekers. Ook heeft Vijfheerenlanden vrijwillig op zich genomen om extra statushouders (50-70) te huisvesten. Al deze bijzondere opgaven trekken niet alleen een wissel op de samenleving maar ook op onze organisatie. Tot nu toe hebben we de opvang van Oekraïners, het mogelijk maken van een CNO, de versnelde opvang van statushouders en de zoektocht naar mogelijke locaties voor alle opgaven “erbij gedaan”. Daardoor hebben we (zoals hiervoor al verwoord) prioriteiten moeten stellen in de uitvoering van onze geplande werkzaamheden. Het punt waar in 2022 alle activiteiten zijn samengekomen ligt bij de directie van de organisatie, waardoor ook in dat onderdeel van de organisatie de belasting veel te hoog is geworden. Naar verwachting zal de druk alleen maar hoger worden en zal deze meerdere jaren voortduren. De opgave is daarmee als structureel te kenschetsen. Om aan deze opgaven tegemoet te komen is een uitbreiding van de organisatie noodzakelijk op meerdere vlakken. Denk aan projectleiding, juridisch advies, planologie, communicatie, beleidswerk op het gebied van wonen, asiel en onderwijs, uitvoering en locatieonderzoek. De kosten van deze uitbreiding zijn becijferd op circa € 1,2 miljoen. Wij verwachten dekking te vinden in Inkomsten opvang Oekraïners, de subsidieregeling flexwonen extra statushouders, de door het Kabinet recent toegezegde bijdragen en in de begroting opgenomen middelen voor speciale doelgroepen.
Het coronavirus is niet weg. Weliswaar is de maatschappelijke impact van het virus op dit moment beperkt, desondanks ervaren wij nog steeds binnen onze organisatie extra ziekteverzuim als gevolg van het virus. Bij enkele medewerkers is er sprake van een langzaam herstel. Daarom houden we ontwikkelingen rondom het virus scherp in de gaten. Een nieuwe variant kan in 2023 weer aanleiding geven tot beperkingen met betrekking tot het op locatie werken.
(Strategische) personeelsplanning-/beleid
Er is sprake van grote krapte op de arbeidsmarkt. Landelijk hebben veel sectoren hiermee te maken. En dus ook de overheid en de gemeente Vijfheerenlanden. De gemeente Vijfheerenlanden kent bij een aantal teams een tekort aan medewerkers. Dit betreft bijvoorbeeld ervaren beleidsmedewerkers, vergunningverleners, toezichthouders en ICT-medewerkers. Om de bezetting desondanks zo goed als mogelijk op peil te houden, leggen we de focus op actieve (en waar mogelijk ook innovatieve) werving van medewerkers en aan het binden en boeien van medewerkers.
Bij de werving van nieuwe medewerkers zetten wij daarbij meerdere mogelijkheden in. Zo worden social media ingezet om ook latent werkzoekenden te bereiken en zijn en worden wervingsteksten vernieuwd om als werkgever meer aansprekend en aantrekkelijk te zijn. Ook investeren wij in het zelf opleiden van nog relatief onervaren medewerkers (juniors) en gaan wij deelnemen in een regionale traineepool. Ook passen wij waar nodig functies aan om deze geschikt te maken voor nieuwe medewerkers. Ook zetten wij in op het behoud van zittende medewerkers. Zo werken we met arbeidsmarkttoelagen, zorgen we voor een interessanter takenpakket, bieden we werkend leren/lerend werken aan en helpen wij actief medewerkers door te groeien in de organisatie. Ook verkennen we actief wat voor hen nodig is om bij Vijfheerenlanden te blijven werken. Daarbij hanteren wij een maatwerkbenadering.
Sinds het laatste kwartaal van 2021 kampt de gemeentelijke organisatie met een ziekteverzuim dat hoger is dan het streefpercentage van 5%. Dit is onder meer het gevolg van de naweeën van COVID-19. De cijfers voor Vijfheerenlanden komen globaal overeen met het gemiddelde van de Nederlandse gemeenten. In 2021 bedroeg dit in Vijfheerenlanden 5,6% en landelijk 5,8% bij gemeenten. In 2022 is dit percentage (vooral langdurig verzuim) verder toegenomen, zowel landelijk als ook in Vijfheerenlanden. Dit heeft gevolgen voor de werkdruk van onze teams en voor de omvang van de inhuurkosten. De ontwikkeling van het ziekteverzuim is mede afhankelijk van de ontwikkeling van COVID-19 en is derhalve slechts deels door de gemeente Vijfheerenlanden beïnvloedbaar. Dit geldt ook voor niet-werk gerelateerd ziekteverzuim, wat het grootste deel van het langdurig verzuim in onze organisatie is.
Het ziekteverzuimbeleid is de afgelopen jaren vooral gericht op de aanpak van verzuim en verschuift inmiddels naar het plegen van meer inzet op preventie. Daartoe is in de tweede helft van 2022 een bedrijfsmaatschappelijk werker gestart om medewerkers te ondersteunen én het management te adviseren. Er zal echter ook geïnvesteerd worden op extra ondersteuning van het management bij de aanpak van het langdurig verzuim.
Medio 2022 is het financieel systeem nieuw aanbesteed. Het nieuwe systeem gaat bijdragen aan onze doelstelling om de financieel-administratieve en planning & control processen verdergaand te digitaliseren, waarbij invulling wordt gegeven aan de wens om financieel-inhoudelijke en planning & control informatie breder en gebruiksvriendelijker binnen onze organisatie te ontsluiten. De door Unit4 aangeboden oplossing ERPx is als winnaar uit de aanbesteding gekomen. ERPx is een nieuwe oplossing waarbij de mogelijkheden van financieel-, inkoop- en projectmanagement en FP&A (financiële planning en analyse) zijn samengebracht binnen een geïntegreerd cloudplatform dat voorziet in real-time informatie. Deze kan met behulp van tools en innovatieve functionaliteiten optimaal worden ontsloten. Het nieuwe financieel systeem gaat bijdragen aan het financieel bewustzijn van onze gemeentelijke organisatie. Het implementatieproces zal echter complex zijn en ook veel interne inzet vragen. Daar staat echter meer functionaliteit, mogelijkheden tot maatwerk en daarmee gebruiksgemak, tegenover. Gelet hierop hebben wij er voor gekozen om de implementatie zorgvuldig uit te voeren en als implementatiedatum 1 januari 2024 aan te houden.
In 2022 is gestart met de doorontwikkeling van de gemeentelijke P&C cyclus. Dit heeft geleid tot een houtskoolschets voor een vernieuwde P&C cyclus die begin september 2022 met de commissie AZ en de Auditcommissie is besproken. Bij beide commissies blijkt draagvlak te bestaan voor de aanpassingen. De houtskoolschets bestaat uit de volgende uitgangspunten. Dit betreft uitgangspunten die in 2023 inhoudelijk verder worden uitgewerkt:
In 2022 is het inkoopbeleid geactualiseerd. Dit geactualiseerde beleid wordt vanaf 2023 toegepast. De belangrijkste aanpassingen betreffen het (interne) goedkeuringsproces en de drempelbedragen. Zo moeten voortaan inkoopstrategieën voor Europese aanbestedingen en afwijkingen van inkoopstrategieën worden goedgekeurd door het DMT overleg (het wekelijkse overleg van directie en netwerkmanagers). Bij de drempelbedragen zijn de drempelbedragen voor social return en duurzaamheid aangepast. Bij social return bijvoorbeeld van € 200.000 naar € 100.000. Dit betekent dat meer aanbestedingen gaan worden beoordeeld op de aspecten social return en duurzaamheid.
Communicatie, informatiebeleid en automatisering
In 2023 starten wij met het vervangen van onze verouderde website. Met de nieuwe website gaan wij de digitale dienstverlening vergroten en aan onze inwoners een gepersonaliseerde website aanbieden voor alle aandachtsgebieden van de gemeente. Daarmee voldoen wij ook aan de toegankelijkheidseisen die de wet stelt. De nieuwe website moet inwoners en ondernemers eenvoudig op weg helpen in hun behoefte aan informatie met betrekking tot de gemeentelijke aandachtsgebieden.
I-visie en meerjarenplan automatisering
In drie stappen werken wij met een meerjarenplanning toe naar een “digitaal volwassen VHL” in 2025. Hierbij houden wij rekening met de doelstellingen van de Visie op informatievoorziening gemeente Vijfheerenlanden 2021-2024. Het jaar 2023 staat in het teken van stap één “Het digitale VHL-fundament” en het eerste deel van de tweede stap “een digitaal verbonden VHL”. Bij de uitvoering van de meerjarenplanning gebruiken wij een dynamische projectenplanning.
Het plaats- en tijdonafhankelijk werken is helemaal in onze organisatie doorgevoerd. We streven naar een nog hoogwaardiger voorzieningenniveau om de medewerkers te ondersteunen in het werken op afstand en op locatie. De ingezette beweging naar de Cloud ontwikkelen wij verder door. Gezien de huidige ontwikkelingen in de markt is hier mogelijk aanvullend budget voor nodig. In 2023 worden - naast een deel van de werkplekken - ook belangrijke netwerkinfrastructuur-onderdelen (hardware en software) vervangen. Door daarbij extra capaciteit in te zetten zijn wij beter in staat om de toenemende risico's op het gebied van informatieveiligheid tot een minimum te beperken.
Om het dienstverleningsconcept van VHL op het gewenste niveau te houden onderzoeken we op dit moment of de telefonie-omgeving voldoet aan de huidige eisen van dienstverlening.
Informatie wordt niet altijd centraal opgeslagen. In 2023 willen wij meer grip krijgen op informatie die buiten het zaaksysteem wordt opgeslagen. In 2022 is daarom een project gestart om - door het opstellen van beheerplannen per systeem - inzicht te krijgen in het antwoord op de vraag welke systemen archiefwaardige informatie bevatten.
Informatie speelt een steeds grotere rol in de maatschappij. Wetten als de Wet elektronische publicaties, de Wet open overheid en dergelijke, zorgen ervoor dat steeds meer informatie actief door de gemeente beschikbaar moet worden gesteld. Als organisatie willen we dat de informatie die we verstrekken betrouwbaar is. Wij werken aan een kwaliteitssysteem waarmee getoetst kan worden of informatie voldoet aan vooraf gedefinieerde eisen en waarmee de kwaliteit systematisch kan worden verbeterd.
Voor het bewaren en beschikbaar stellen van archieven ouder dan 20 jaar die voor permanente bewaring in aanmerking komen zijn wij aangesloten bij de Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Archief Zuid Utrecht (RAZU). Opslag van de dossiers gebeurt in archiefbewaarplaatsen die moeten voldoen aan strenge regels op het gebied van beveiliging. Ook digitale informatie die voor permanente bewaring in aanmerking komt moet op een zodanige wijze worden bewaard dat de informatie ook over 100 jaar nog raadpleegbaar is. Hiervoor hebben de deelnemende gemeenten het RAZU opdracht gegeven een zogenaamd e-depot te ontwikkelen. In 2023 zullen wij actief deelnemen in de ontwikkeling en implementatie van dit e-depot.
Privacy en Informatiebeveiliging
In 2023 gaan we binnen de bewustwordingscampagne ‘5 voor Veilig’ verder met het trainen en bewust maken van onze collega’s. Specifieke aandacht is er voor het implementeren van de uitkomsten rondom de interne audit Wet politiegegevens. Daarnaast zal er bij automatisering meer aandacht zijn voor de borging van beveiliging binnen de doorlopende werkprocessen.
In de basis is de gemeente een dienstverlenende organisatie waar veel data in om gaan. Dagelijks worden grote hoeveelheden data geproduceerd op basis waarvan de werkzaamheden van de gemeente worden uitgevoerd. Gezien de ontwikkeling die de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden rondom cybercriminaliteit is het beschermen van deze data een belangrijke taak van de gemeentelijke organisatie. In 2023 gaan wij daarom een aantal projecten en programma’s hieromtrent intensiveren. Daaronder bijvoorbeeld de bewustwording onder onze medewerkers. Hierbij maken we zowel gebruik van e-learning voor onze medewerkers als van een aantal meer ludieke acties. Verder gaan wij aan de hand van de beheerplannen op onze applicaties controleren in hoeverre onze bestaande maatregelen afdoende zijn en waar nog verbetering mogelijk is. Informatiebeveiliging is een continu veranderend taakveld. Dit is een uitdaging voor de gemeente en vraagt alertheid van onze collega’s en ook de nodige investeringen om grotere risico’s te dekken.
In oktober 2021 heeft de raad besloten om het stadskantoor in Leerdam te verbouwen tot gemeentehuis voor Vijfheerenlanden. Hiertoe zal het huidige pand aan het Reilinghplein grootschalig worden gerenoveerd en worden uitgebreid aan de zijde van het treinstation. Het nieuwe gemeentehuis wordt Energie Neutraal (ENG) uitgevoerd. Medio 2022 is de bouworganisatievorm vastgesteld en is gekozen voor een traditionele bouworganisatievorm. In 2022 wordt het programma van eisen opgesteld voor de diverse aspecten van het nieuwe gemeentehuis waarna door de architect een schetsontwerp wordt uitgewerkt. In het proces leidend tot het schetsontwerp worden ook de mogelijkheden tot huisvesting van de bibliotheek binnen het nieuwe gemeentehuis in beeld gebracht. Vervolgens zal met het schetsontwerp als uitgangspunt in 2023 de architect het voorontwerp en vervolgens het definitief ontwerp verder gaan uitwerken. Dit DO wordt door de raad vastgesteld, waarbij ook het krediet wordt aangevraagd. Na dit besluit wordt gestart met het opstellen van de bestekken en technische tekeningen. Parallel aan dit totstandkomingsproces vindt in 2023-2024 de planontwikkeling plaats voor de achterblijflocaties te Vianen en Meerkerk. Voor Meerkerk is er een sterke relatie met het opstellen van de dorpsvisie Meerkerk.
Op 1 mei 2022 is de Wet open overheid (de Woo) in werking getreden. Deze wet is de opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en heeft als doel overheden transparanter te maken. In 2022 is een start gemaakt met de projectmatige implementatie van de Woo en het vaststellen van het gemeentelijk ambitieniveau. Vanuit het Rijk worden incidentele en structurele middelen beschikbaar gesteld om binnen onze organisatie systemen te verbeteren en te onderhouden, medewerkers op te leiden en processen aan te passen. In 2023 en verder wordt uitvoering gegeven aan de verdere gefaseerde Woo-implementatie aan de hand van het bedoelde ambitieniveau.
Vervallen van Tijdelijke wet verkiezingen COVID-19 (Twv)
Deze wet is per 1 juli 2022 vervallen. Alle maatregelen uit deze wet (zoals de gezondheidsmaatregelen en het vervroegd stemmen) zijn daarmee ook vervallen. Wel zijn er ontwikkelingen die het mogelijk maken om ook bij toekomstige verkiezingen het hoofd te bieden aan de impact van een pandemie. Bij de Raad van State ligt een wetsvoorstel voor advies, dat een grondslag in de Wet publieke gezondheid creëert voor eventuele hygiëne- en persoonlijke beschermingsmaatregelen in het stemlokaal. Ook is bij de Tweede Kamer een initiatiefwetsvoorstel ingediend om vervroegd stemmen definitief vast te leggen in de Kieswet. Het is echter nog niet zeker of beide Kamers met dit wetsvoorstel instemmen. En zo ja, of dat wetsvoorstel tijdig vóór de Provinciale Staten- en Waterschapsverkiezingen op 15 maart 2023 in werking treedt. Eventuele meerkosten en eventuele compensatie hiervan door het Rijk zijn op dit moment niet aan te geven.
In het kader van de uitvoering van de Sociaal Maatschappelijke Agenda (SMA) hanteren wij in 2023 het programmaplan als instrument om de weerbaarheid, zelfredzaamheid en samenredzaamheid van onze inwoners te bevorderen. De uitvoering van de SMA heeft ook flinke consequenties voor onze organisatie. Dit heeft allereerst te maken met het hebben van heldere prestatieafspraken met voorliggende voorzieningen en welzijnsorganisaties. Zij werken preventief, bieden laagdrempelig of informeel ondersteuning waar nodig zodat de inwoner naar vermogen mee kan doen. Daarbij hoort, dat wij de samenwerking tussen het in 2023 door te ontwikkelen sociaal team (jeugdconsulenten en maatschappelijk werkers), de Wmo consulenten, Welzijn en Avres, verder gaan versterken. Het doel hiervan is te komen tot integraal werkende en goed geëquipeerde teams. Daarbij beoordelen wij ook de span of control van de verantwoordelijk leidinggevenden.
In het kader van “zicht op kosten” zetten wij in 2023 de ingezette lijn van beheersmaatregelen voort. In de samenwerking tussen het sociaal team en RBL gaan wij strakker sturen op de inzet van zorg door gecontracteerde partijen. Daartoe voeren wij accountgesprekken met aanbieders en houden hen aan de gemaakte contractafspraken. Tevens zetten we fors in op het voeren van casusregie door de sociaal teams. Dit heeft ook tot doel om de wachtlijsten tot wettelijke termijnen terug te brengen. Daarbij kijken wij ook (binnen de kaders van rechtmatigheid) naar manieren op procedures en werkprocessen te vereenvoudigen of te versnellen door een integrale en praktische benadering te kiezen. In 2023 gaan wij ook verder met de invoering van het nieuwe cliëntervaringsonderzoek (CEO) voor Wmo en Jeugd, middels de tool Ervaringswijzer.
Om de informatievoorziening verder te verbeteren, starten wij in het vierde kwartaal 2022 met het verder ontwikkelen van een dashboard sociaal domein. Dit is een meerjarig ontwikkeltraject dat loopt tot en met 2026. Daarna volgen borging en doorontwikkeling op basis van voortschrijdend inzicht. Wij gaan ook beter en eerder samenwerken met de toezichthouders Zorgfraude en werken aan bewustwording in het sociaal team en bij de Wmo consulenten. Het doel hiervan is om signalen van mogelijk oneigenlijk gebruik van een voorziening (zowel zorg in natura als Pgb) sneller te kunnen onderzoeken zodat fraude wordt voorkomen. De regionale pilot zorgfraude loopt in maart 2023 af. Daarna wordt besloten, hoe zorgfraude in de regio toekomstbestendig aan te pakken.
Op 1 januari 2023 treedt naar verwachting de Omgevingswet in werking. In dat geval treedt dan ook de Wet Private kwaliteitsborging in werking. In 2023 gaan de hiermee te maken hebbende teams de consequenties van beide wetten verwerken in hun werkprocessen en producten. Denk daarbij aan de aansluiting van onze systemen op het Digitaal Stelsel Omgevingswet, het tot vaststelling brengen van de omgevingsvisie en de uitwerking daarvan naar het omgevingsplan. Deze laatste activiteit vraagt om extra ambtelijke inzet in de periode tot 2029.
De invoering van beide wetten heeft ook consequenties voor de bedrijfsvoering van het ruimtelijk proces. Deze consequenties brengen wij nader in beeld om zodoende de verschuivingen in het taakveld ook in termen van formatie en budget te kunnen onderbouwen. De relatie tussen de veranderende inzet van het ambtelijk apparaat en de (afnemende) mogelijkheden tot het heffen van leges krijgen daarbij nadrukkelijk aandacht. Het effect van genoemde veranderingen in het werkveld zal tot een herziening van de begroting leiden bij de kadernota 2024.
In de eerste jaren van Vijfheerenlanden is het beleid betreffende het beheer van de openbare ruimte vrijwel volledig geharmoniseerd. Daarbij zijn de arealen van de drie voormalige gemeenten als uitgangspunt genomen. Toegevoegd zijn de nieuw gerealiseerde arealen. Bij de hieruit voorgekomen nieuwe beheerplannen is de stand van zaken van de arealen per 1 januari 2020 als uitgangspunt genomen.
Bij de uitvoering van de beheerprogramma’s wordt echter regelmatig geconstateerd, dat niet in alle gevallen het aangetroffen areaal in de staat is zoals verwacht mag worden volgens de in de beheersystemen opgenomen gegevens. Daarom is besloten dat, nu het beleid betreffende het beheer van de openbare ruimte vrijwel volledig is geharmoniseerd en ook het beheersysteem (GBI) technisch is ingericht en de werkprocessen hierop zijn aangesloten, de in het beheersysteem opgenomen data te controleren op juistheid en volledigheid. Dit proces is in 2022 gestart en wordt in de loop van 2023 afgerond.
In artikel 213a van de Gemeentewet is vastgesteld dat het college periodiek onderzoek verricht naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door hem gevoerde bestuur. Ook is vastgesteld dat het college schriftelijk verslag uitbrengt aan de raad over de resultaten van de uitgevoerde onderzoeken. In 2023 zijn wij voornemens onderstaande twee onderzoeken uit te voeren:
Beleidsvorming is een belangrijk onderdeel van het gemeentelijk takenpakket. Om te komen tot goed beleid is het van belang om bij beleidsvorming ook de inhoudelijke samenhang tussen beleidsterreinen te beschouwen. Dit, om te komen tot afgestemd beleid of beter nog: integraal beleid. Beleidsvorming moet echter ook op efficiënte wijze kunnen plaatsvinden. Dat betekent dat er ook wel sprake moet zijn van inhoudelijke focus bij beleidsvorming. Onderzocht wordt hoe de gemeente Vijfheerenlanden op efficiënte wijze tot integraal beleid kan komen.
Integraliteit van uitvoering van beleid
In de uitvoering van beleid wordt meer en meer vertrouwd op de kracht van de 0e lijn. Dit om via vroegtijdige signalering tot een tijdige aanpak van potentiele problemen te komen. Daarmee wordt ook voorkomen dat problemen (door een te late signalering) naar de 1e of zelfs 2e lijn moeten worden geschoven. Een goed functionerende 0e lijn draagt dus bij aan effectievere en efficiëntere uitvoering van beleid. Voorbeelden van gebieden waar een goed functionerende 0e lijn zeer effectief kan zijn, betreffen ouderenzorg, jeugdzorg, leefstijl, sport en bewegen, achterstandsproblematiek, huiselijk geweld, eenzaamheid en dergelijke. Onderzocht wordt op welke onderdelen van de 0e lijn de gemeente Vijfheerenlanden actief investeert en in hoeverre deze onderdelen van de 0e lijn in de praktijk ook effectief zijn in het vroegtijdig signaleren van vraagstukken en problemen.
Verplichte onderdelen paragraaf bedrijfsvoering
In artikel 20 van de Financiële Verordening heeft uw raad vastgesteld dat het college in de paragraaf bedrijfsvoering zowel bij de begroting als bij de jaarstukken verplicht is om de volgende bedrijfsvoering informatie op te nemen:
* de omvang van de personele formatie en bezetting is een momentopname omdat deze continu aan wisselingen onderhevig is. De gepresenteerde omvang is van medio mei 2022 en is de stand van het moment dat de in de begroting opgenomen personeelsbegroting is opgesteld.
De omvang van de personele bezetting is toegenomen. Dit is hoofdzakelijk het gevolg van het overkomen van de jeugdprofessionals vanuit de samenwerkingspartner naar de gemeente in 2022. Dit betekent dat we deze diensten niet meer inkopen (via een bijdrage aan de Stichting Jeugdprofessionals), maar zelf uitvoeren.
Het doel van deze paragraaf is om inzicht te geven in de verbonden partijen van de gemeente Vijfheerenlanden. De gemeente is namelijk verantwoordelijk voor:
Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) Provincies en Gemeenten verplicht gemeenten tot het opnemen van verantwoordingsinformatie over verbonden partijen in de P&C-documenten (begroting/jaarrekening). Een verbonden partij is “een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de provincie onderscheidenlijk gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft”. Een bestuurlijk belang is “zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht”. Bestuurlijk belang wordt uitgevoerd door zitting in het Dagelijks Bestuur, Algemeen Bestuur, Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA) of Raad van Commissarissen (RvC) bij de desbetreffende verbonden partij. Een financieel belang is “een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt”.
Belang van de verbonden partijen voor de gemeente
De reden voor de gemeente om met een verbonden partij in zee te gaan is om beleidsdoelstellingen op de meest doelmatige wijze uit te laten voeren, zoals de gemeente dat voor ogen heeft. Het gaat hier om het behartigen van het publieke belang in samenwerking met de verbonden partij. Het aangaan van een relatie met een verbonden partij levert voor de gemeente de kennis en kunde om een publieke taak te vervullen. Daarnaast kan de samenwerking ook financiële voordelen opleveren (efficiëntere manier van werken door de verbonden partij, lastenverlichting door schaalvoordelen of doordat kosten gezamenlijk gedragen kunnen worden omdat de verbonden partij voor meerdere gemeenten werkzaam is).
Vanwege bestuurlijke, beleidsmatige en financiële belangen is het gewenst om verbonden partijen te sturen en te monitoren. Besluiten worden genomen in het bestuur van de verbonden partijen en niet in de gemeenteraad zelf. Op basis van het bestuurlijk belang voert de gemeente invloed uit in het Dagelijks Bestuur, Algemeen Bestuur, Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA) of Raad van Commissarissen (RvC) bij de desbetreffende verbonden partij. De raad kan ook een zienswijze indienen bij de P&C-producten van de verbonden partij. Op deze manier wordt geborgd dat de gemeentelijke belangen in acht worden genomen en worden behartigd door de verbonden partij.
In het vervolg van de paragraaf worden de verbonden partijen ingedeeld conform artikel 15 van het BBV ingedeeld in de onderstaande categorieën:
Per verbonden partij wordt vermeld op welke wijze wij een belang hebben en welk belang wordt gediend, welk financieel belang er mee gemoeid is en wat de eventuele risico’s en ontwikkelingen zijn.
Vennootschappen en coöperaties
U10 1 |
|
Netwerksamenwerking op de terreinen economie, ruimtelijk ontwikkeling, verkeer- en vervoer, sociaal domein en energietransitie om de maatschappelijke uitdagingen van de regio Utrecht om te zetten in kansen. |
|
De U10 bestaat uit de volgende gemeenten: Bunnik, De Bilt, De Ronde Venen, Houten, IJsselstein, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Vijfheerenlanden, Wijk bij Duurstede, Woerden en Zeist. |
|
De U10 is een netwerkorganisatie waar op de diverse beleidsterreinen gekeken wordt naar meerwaarde in samenwerking en gelijke aanpak. Per onderwerp wordt binnen de bestuurstafels gezocht naar gemeenten die daarin willen samenwerken. De deelnemende gemeenten participeren ook in de Economic Board Utrecht (EBU) samen met private partijen. Op deze drie thema’s zijn convenanten gesloten:
De gemeenten werken samen op de werkprocessen: Beleidsontwikkeling, Uitvoering, Dienstverlening, Bedrijfsvoering en Informatievoorziening. |
|
Het college is vertegenwoordigd door meerdere wethouders aan de diverse bestuurstafels. BT Gezonde woon- en leefomgeving T. Meijdam BT Klimaat neutrale regio J. van der Velde BT Economische positionering T. van Maanen BT Duurzame bereikbaarheid J. van Montfoort |
|
De begrote inwonersbijdrage deelname regio U10 voor 2023 is € 92.000. De begrote bijdragen voor deelname aan de overige onderdelen U10 voor 2023 is € 116.000 |
|
De deelname is vrijwillig, er is geen financieel risico voor de uitvoeringsorganisatie, omdat sprake is van netwerksamenwerking. |
|
In 2023 zal de uitrol van het Integraal Ruimtelijk Programma worden gegeven. Dit is de uitvoering van het ruimtelijk perspectief. Alle bouwstenen* van het perspectief zullen verdere uitvoering krijgen in samenhang met de omgevingsvisie Vijfheerenlanden. Ook zal er aandacht zijn voor verbinding onder de bouwstenen. Een voorbeeld van een ontwikkeling waarin dit wordt gecombineerd is de regiopoort Vianen. |
RBL (Regionale Backoffice Lekstroom) 2 |
|
De RBL voert namens de gemeente de inkoop en administratieve dienstverlening uit t.b.v. de uitvoering van de Jeugdwet. Vanaf 2021 neemt onze gemeente ook deel aan inkoop Wmo individuele begeleiding, maar de backoffice van WMO doet VHL zelf. |
|
De gemeenten Houten, IJsselstein, Lopik, Nieuwegein en Vijfheerenlanden |
|
Het inkopen van individuele en collectieve begeleiding Wmo en specialistische jeugdhulp en uitvoeren van administratieve werkzaamheden (accounthouderschap) t.b.v. de uitvoering van de Wet op de Jeugdhulp. |
|
Er is een Bestuurlijk Platform Sociaal Domein (BPSDL). Dit platform heeft geen besluitvormende bevoegdheden. Hieraan nemen onze wethouders K. Bel en J. van Montfoort deel. Het platform heeft de volgende taken: Het vervullen van het bestuurlijk opdrachtgeverschap voor de gastheergemeente. Vervolgens wordt aangegeven dat het BPSDL akkoord geeft op een aantal stukken om deze door te leiden naar de colleges voor besluitvorming. Daarnaast is er een ambtelijk platform van gemeentesecretarissen (GSO) met een aantal taken. Zie artikel 4, 2e li Geen besluitvormende taken, wel ambtelijk opdrachtgeverschap RBL. De directie van de gemeente Vijfheerenlanden vertegenwoordigt de gemeente in de Gemeentesecretarissen overleg Lekstroom (GSO). |
|
De begrote financiële bijdrage 2023 is € 562.000 voor bedrijfsvoeringkosten. Vijfheerenlanden betaalt voor de Wmo voor het coördineren en verzorgen van (boven)regionale verwerving, inkoop en subsidie, het verzorgen van contractmanagement en beheer (inclusief accounthouderschap richting zorgaanbieders) en betaalt niet mee aan de administratieve uitvoering van de Wmo (wordt in eigen beheer uitgevoerd). De uitvoeringslasten van de jeugdhulp verlopen via RBL, omdat RBL zorg inkoopt namens en voor rekening van de gemeente. De uitvoeringslasten 2023 van de jeugdhulp is € 15.100.000 |
|
Bij de uitvoering van gemeentelijke taken door RBL is sprake van een drietal risico’s.
Beide risico’s kunnen zo klein mogelijk worden gehouden, het - naast de samenwerkingsovereenkomst - verder formaliseren van de samenwerking middels een Dienstverleningsovereenkomst (DVO) met de gemeente Houten, goede informatie-uitwisseling tussen RBL en de gemeente (via rapportages en overlegmomenten) en door controles op de (rechtmatige) uitvoering van gemeentelijke taken te organiseren. Een mogelijk derde risico, die van stijgende zorgkosten, is een meer algemeen risico dat in de risicoparagraaf van de begroting thuishoort. |
|
De belangrijkste ontwikkelingen zijn dat de inkoopprocedures in 2023 worden afgerond en worden geïmplementeerd in de werkwijze van ons sociaal team en team Wmo consulenten (met uitzondering van collectieve begeleiding dat wordt geïmplementeerd in 2024). Daarnaast is van belang dat in het Coalitieakkoord 2022-2026 is aangegeven dat de coalitie zich sterk wil maken voor de vorming van een gemeenschappelijke regeling om de juridische basis te verbeteren en afspraken nog beter te borgen. |
Stichting Gebiedsmarketing 3 |
|
Het toeristische bezoek aan het gebied Tussen Lek & Linge te vergroten. Daarvoor zet de stichting strategische gebiedsmarketing in. De positionering van het gebied Tussen Lek & Linge en van de in het gebied liggende steden Leerdam en Vianen, maken daar onderdeel van uit. De activiteiten richten zich op de stijging van het imago van het gebied en het vergroten van de kracht van het netwerk. Middelen die hiervoor worden ingezet zijn samenwerking met toeristische partners, promotie en productontwikkeling. |
|
De Stichting Gebiedsmarketing werkt o.a. samen met de ondernemers(verenigingen) en gemeente Vijfheerenlanden. |
|
De gebiedsmarketingstichting Tussen Lek en Linge zal letterlijk en figuurlijk de verbinding maken tussen alle elementen die de cultuur, natuur en historie in het gehele gebied Vijfheerenlanden te bieden heeft en de aantrekkelijkheid hiervan op een toegankelijke wijze onder de aandacht brengen van potentiële bezoekers en bewoners in het gebied. |
|
Vijfheerenlanden is niet vertegenwoordigd in het bestuur, gezien deze stichting onafhankelijk is van de gemeente. |
|
De gemeente Vijfheerenlanden begroot een subsidie ter waarde van € 300.000 in 2023. |
|
De risico’s van Stichting Gebiedsmarketing kunnen geschaard worden onder de normale bedrijfsrisico’s. |
|
Een aantal duidelijke speerpunten, geformuleerd door de nieuwe stichting, zijn:
|
|
Tabel met eigen vermogen, vreemd vermogen en rekeningresultaat 2021
In onderstaande tabel is het verloop van het eigen vermogen en het vreemd vermogen per verbonden partij over het jaar 2021 opgenomen. Daarnaast is het resultaat over dat jaar vermeld.
Gemeentelijke grondexploitaties zijn een van de meest risicovolle activiteiten van een gemeente omdat er veel geld en risico’s mee gemoeid zijn. Het is dus belangrijk om jaarlijks een duidelijk en adequaat beeld te geven van alle huidige en toekomstige grondexploitaties. In deze paragraaf wordt daarom ingegaan op de financiële uitkomsten, de reserveposities en de aanwezige risico’s bij de diverse grondexploitaties van de gemeente Vijfheerenlanden. Voordat concreet op de financiële resultaten van deze medio 2022 voor het laatst geactualiseerde grondexploitaties wordt ingegaan, worden kort de gehanteerde financiële uitgangspunten en wettelijke kaders beschreven.
Eén van de middelen van een gemeente om ruimtelijke doelstellingen te verwezenlijken bij het uitvoeren van het omgevingsbeleid van de overheid is het grondbeleid. In het kader van het omgevingsbeleid wordt de maatschappelijk gewenste bestemming van de grond vastgelegd. Dit gebeurt via een plan of besluit op basis van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). De gemeenteraad heeft een kaderstellende en controlerende functie ten aanzien van het grondbeleid en dit komt tot uiting in de nota grondbeleid.
Op 1 januari 2021 zijn de nota’s grondbeleid van de voormalige gemeenten komen te vervallen. In 2022 is een aanvang gemaakt met het opstellen van de nieuwe nota. Deze nota moet aansluiten op de Woonvisie, Economische visie, Duurzaamheidsbeleid en de Omgevingsvisie van onze gemeente. Daarbij worden ook de doelstellingen uit het coalitieakkoord mee gewogen. Een nieuwe nota grondbeleid wordt vermoedelijk aan het eind van 2022 aan de raad aangeboden.
In deze nota grondbeleid worden de hoofdlijnen van het grondbeleid opgesteld. Die hoofdlijnen vormen dan de basis voor onder andere een financiële bijdrage in een anterieure overeenkomst, het kostenverhaal, een grondslag voor voorkeursrecht of een grondslag voor onteigening. Tijdens het opstellen van deze paragraaf was er nog geen vastgestelde nota grondbeleid beschikbaar, maar de gegevens in deze begroting zijn wel verwerkt op basis van de verwachte uitkomsten van de nog vast te stellen nota.
Ook in de nieuwe nota grondbeleid zal het uitgangspunt voor de gemeente Vijfheerenlanden zijn om een zo sterk mogelijke mate van regie te hebben, zonder daarbij grote en/of onbeheersbare risico’s te lopen. Faciliterend als het kan om de doelen te bereiken en actief als dat beter past bij de opgave en de gemeentelijke begroting daar dekking voor geeft. Het is een keuze die per project/ontwikkeling bezien moet worden. De term situationeel grondbeleid past het beste bij deze visie op het grondbeleid.
Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
Sinds de wijziging van het BBV in 2016 heeft de commissie BBV diverse uitingen gedaan en een veelheid aan vragen beantwoord over grondexploitatie en grondbeleid en daarmee samenhangende problematiek. Om dit complexe vraagstuk overzichtelijk te houden is besloten de verschillende uitingen samen te voegen in één document. Met de nieuwe notitie “Grondbeleid in begroting en jaarstukken (2019)” is daar invulling aan gegeven. Daarbij zijn niet alleen de bestaande notities over grondexploitatie en faciliterend grondbeleid aangevuld en geactualiseerd, maar zijn ook hoofdstukken toegevoegd over het belang van het grondbeleid en de paragaaf grondbeleid. Hiermee wordt specifiek ingegaan op de informatiebehoefte voor de raad.
In de notitie geeft de commissie BBV aan op welke wijze betreffende onderwerpen in de begroting en de jaarrekening verwerkt en verantwoord kunnen of moeten worden. Kunnen, omdat de regelgeving meerdere verwerkingsopties toestaat en moeten als de regelgeving verplicht tot een bepaalde verwerkingswijze. De BBV-notitie bevat dan ook aanbevelingen en stellige uitspraken voor de juiste toepassing en uitvoering van het BBV, voor Vijfheerenlanden zijn de belangrijkste:
De gemeente heeft de vrijheid om ten aanzien van de sturing en beheersing keuzes te maken. Het gaat dan bijvoorbeeld om interne spelregels over bevoegd- en verantwoordelijkheden, de inrichting van informatie- en administratieve systemen en het ontwerpen van verdeelsleutels om gezamenlijke kosten toe te rekenen.
Ten aanzien van deze punten kan vermeld worden dat er in de gemeente Vijfheerenlanden, op dit moment, geen grondexploitaties zijn met een looptijd langer dan 10 jaar. De grondexploitaties zijn opgesteld overeenkomstig de verplichte kostensoortenlijst van het Besluit Ruimtelijke Ordening (Bro). De rente sluit aan bij de leningportefeuille. In Vijfheerenlanden wordt voor een negatieve grondexploitatie de verliesvoorziening getroffen op het niveau van het saldo contante waarde.
Bij de grondexploitaties zijn de navolgende financiële en wettelijk voorgeschreven kaders toegepast:
Een grondexploitatie heeft betrekking op een meerjarige periode. Aan de hand van een inflatiepercentage voor zowel de kosten- als de opbrengstenposten wordt in de grondexploitatie een budget opgenomen voor deze tijdseffecten. Voor de grondportefeuille geldt een algemene set parameters. Onderstaande tabel geeft een overzicht weer van de parameters voor de kosten en opbrengsten:
Afhankelijk van specifieke afspraken en contracten in een project kan hiervan worden afgeweken.
De netto contante waarde betekent dat de eindwaarde wordt teruggerekend naar heden door deze te corrigeren voor de rente. Dit is nodig voor het inzicht in de vermogenspositie van de gezamenlijke grondexploitaties op één dezelfde datum. De verwachte resultaten kunnen zo worden afgezet met de stand van de reserves en voorzieningen per diezelfde datum.
De grondexploitatie valt uiteen in een aantal complexen. Voor al deze complexen wordt jaarlijks op basis van de uitgangspunten van de vastgestelde bestemmingsplannen en de financiële uitgangspunten van het vigerende grondbeleid een prognose gemaakt van de te verwachten resultaten. Hierbij wordt bovenal uitvoering gegeven aan de wijzigingen zoals voorgesteld door de commissie BBV. De frequente actualisatie van de exploitatieopzetten waarborgt een continu inzicht in de financiële positie van de grondexploitatie.
In het navolgende overzicht zijn de verwachte resultaten van de in exploitatie zijnde complexen vermeld (bedragen x € 1.000):
De eindwaarde is de uitkomst van het gehele project. Zoals beschreven in punt 3 van de aanbevelingen uit het BBV is voor de projecten Gaasperwaard en Sluiseiland tot en met 2020 winst genomen. In de boekwaarden van Gaasperwaard en Sluiseiland zijn hiervoor bedragen van € 2.149 (Gaasperwaard) en € 2.413 (Sluiseiland) opgenomen. Deze verlagen de totale eindwaarde NCW van € 11.107 tot € 6.545 nog te realiseren. Bij het opstellen van de jaarrekening 2022 worden deze bedragen weer aangepast.
De woningbouwontwikkeling in Broekgraaf is in volle gang. Meer dan de helft van het woningbouwprogramma is gerealiseerd of in aanbouw. Het Chw (Crisis en herstelwet) bestemmingsplan Broekgraaf is begin 2022 onherroepelijk geworden. Hiermee kan het plan volledig worden afgebouwd. De komende tijd wordt verder gewerkt aan de bouwproductie voor de komende jaren. De gemeente zal voor de verkoop van de grond afspraken maken met de twee bouwclaimpartners en de rest van de gronden via uitvragen openbaar op de markt aanbieden. Parallel wordt hard gewerkt aan de ontsluiting van Broekgraaf. De ontwikkeling van de fietstunnel aan de noordzijde van het plangebied is in volle gang.
Aangrenzend aan de wijk Broekgraaf wordt het Voorzieningencluster gerealiseerd. Hier worden verschillende functies en voorzieningen gerealiseerd: De sportvelden voor Leerdam Sport worden heringericht (in uitvoering), er komt een Kindcentrum Broekgraaf, een zorgcluster met huisarts en aanverwante zorgvoorzieningen, 18 zorgwoningen voor Stichting Mus en sociale en reguliere woningbouw. De bouw van de school staat gepland voor eind 2022/begin 2023. Met de bouw van de eerste woningen zal in 2023 een aanvang worden gemaakt. Het Voorzieningencluster maakt onderdeel uit van de herziening van het bestemmingsplan Broekgraaf dat inmiddels onherroepelijk is.
Het woningbouwproject Weide II ligt ten zuiden van Weide I in Meerkerk tussen de Bazeldijk en Burggraaf, dichtbij de afslag Meerkerk op de A27. Tussen 2023 en 2027 worden 150 verschillende soorten woningen gebouwd, waarvan 45 woningen in de sociale huur sector. Verwacht wordt dat inschrijven voor de woningen mogelijk is vanaf 2023.
Het Woningbouwproject Weide II bevindt zich in de aanbestedingsfase. Aan het eind van deze fase is een projectontwikkelaar geselecteerd. De aanbestedingsfase duurt naar verwachting tot medio 2022. Door corona en de complexiteit van de aanbesteding duurt het helaas wat langer dan voorzien.
De ontwikkeling van Sluiseiland bevindt zich in de uitvoeringsfase. De 176 woningen op het eiland worden in verschillende fases, Zuid, Noord en Midden, ontwikkeld. Bovendien is het type woningen zeer divers. Er komen stadswoningen, herenhuizen en appartementen. Tot slot verrijzen er 39 wooneenheden in Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (oplevering eind zomer 2022). Alle woningen hebben voldoende mogelijkheden om te parkeren.
Fase 1 Kop Zuid: 26 stadswoningen en 6 appartemeten (opgeleverd en bewoond).
Fase 2 Centraal: 14 herenhuizen en 15 appartementen (oplevering zomer 2022).
Fase 3 Kop Noord: 44 appartementen (oplevering zomer 2023).
Fase 4 Sluismeester: 32 herenhuizen (start bouw zomer 2022, oplevering 2023).
Voor Sluiseiland Midden is met het waterschap overeenstemming bereikt over de uitgangspunten voor de dijkversterking en die is inmiddels gerealiseerd. De grondoverdracht heeft voor de laatste delen plaats gevonden, waarna vergunning gevraagd kon worden aan het waterschap. Verwacht wordt dat de werkzaamheden niet voor het hoogwaterseizoen gereed kunnen zijn. Dit betekent dat met de dijkversterking en de bouw van de woningen pas na 1 april 2022 gestart kon worden.
De grondexploitatie Gaasperwaard nadert zijn einde. Er resteert nog 1 perceel van 2.200 m2 (totaal circa 2,4 ha) die onder optie/gesprek is en naar verwachting nog in 2022 wordt uitgegeven. De kavel is kleiner dan de 3.925 vierkante meter waar mee gerekend is in het verleden. Opzet was om ook een gedeelte van het water te verkopen. De koper zou dan ‘over het water heen’ kunnen bouwen. Uit overleg met Rijkswaterstaat is gebleken dat dit niet mogelijk is. Daarnaast liggen aan de randen van deze kavel kabels en leidingen waarvan we de grond niet willen verkopen. Ook wordt de kavel kleiner doordat er aan de randen bomen op het perceel staan; ook deze grond willen/ mogen we niet verkopen. Uiteindelijk blijft er ongeveer 2.200 vierkante meter over.
Naast de actieve grondexploitaties beschikt de gemeente Vijfheerenlanden over meerdere gronden waarvoor (nog) geen concrete plannen zijn- of kunnen worden uitgewerkt. Deze gronden maken deel uit van de materiële vaste activa (MVA) van de gemeente. Aan deze gronden kunnen geen kosten en/of inkomsten worden toegerekend en de gronden maken derhalve geen onderdeel uit van de begroting.
Uitbreiding bedrijventerrein Meerkerk IVa
Op 30 maart 2016 heeft de raad een voorbereidingskrediet voor de uitbreiding van bedrijfsterrein Meerkerk IVa beschikbaar gesteld. De strategie voor de verdere ontwikkeling van het gebied is op 21 juni 2016 door het college vastgesteld. Onderdeel van deze strategie is het aankopen van een perceel in particulier bezit, zodat een te ontwikkelen kavel zou ontstaan van circa 5ha. De grond ten zuiden van het plangebied is sinds 3 april 2018 in bezit van de gemeente.
Inmiddels is het 'stedenbouwkundig en beeldkwaliteitplan werklandschap Meerkerk IVa door de gemeenteraad vastgesteld. In dit plan is beschreven wat de beoogde sfeer van het gebied is en hoe zich dat vertaalt naar eisen aan de inrichting van de openbare ruimte en bebouwing. Op dit moment is een bureau bezig met het verrichten van de benodigde onderzoeken en wordt het voorontwerpbestemmingsplan opgesteld.
Het plangebied is gelegen tussen de Kortenhoevendijk en Killesteijnstraat. De gemeente is voornemens om deze locatie in overleg met een woningcorporatie en een marktpartij te ontwikkelen. Er komen vrije sector woningen en sociale woningen als afronding van de bestaande woonbuurt. Er vindt onderzoek plaats naar de ruimtelijke/stedenbouwkundige inpassing van de nieuwbouwplannen en de manier waarop het watersysteem ingericht moet worden.
Uitvoering passief grondbeleid
Hoef en Haag voorziet in de ontwikkeling van ongeveer 1.800 woningen. De realisatie is opgedeeld in twee fasen. De eerste fase betreft ongeveer 1.500 woningen en is volop in uitvoering. Binnenkort wordt gestart met de realisatie van de laatste fase van deze 1.500 woningen. Inmiddels zijn de voorbereidingen voor de resterende 300 woningen gestart en is de daarvoor noodzakelijke bestemmingsplanwijziging in procedure gebracht. Deze procedure 1e herziening bestemmingsplan loopt nog.
Van de 1.800 woningen is medio 2022 ongeveer de helft gerealiseerd.
Hoef en Haag is geen gemeentelijke grondexploitatie. De ontwikkelaar, Hoef en Haag C.V., voert voor zijn rekening en risico de grondexploitatie. Omdat niet alle te ontwikkelen gronden in het bezit waren van de C.V. is door de gemeente een wettelijk verplicht exploitatieplan vastgesteld dat periodiek geactualiseerd moet worden. De laatste actualisatie is door de gemeenteraad vastgesteld op 1 oktober 2020. Inmiddels heeft de C.V. alle benodigde gronden kunnen verwerven waardoor deze automatisch onder de werking van de met de C.V. gesloten anterieure overeenkomst zijn komen te vallen. Dit betekent dat bij de eerst volgende herziening van het bestemmingsplan een exploitatieplan niet langer vereist is en het huidige exploitatieplan komt te vervallen.
Na het vaststellen van de jaarrekening 2021 is het saldo van de Algemene Reserve Grondexploitaties € 3.346.000 Daarbij is er vanaf 2022 een bedrag van € 1.129.000 geoormerkt voor diverse projecten en wordt er in 2022 nog een correctie op de winstneming voor de grondexploitatie Gaasperwaard voorzien van € 500.000.
Hierna resteert er nog een bedrag van € 1.717.000 resteert voor de mogelijke dekking van eventuele risico’s op de grondexploitaties.
Bijlage 1 Investeringsplanning
Voor het in 2020 vastgestelde Integraal Huisvestingsplan Onderwijshuisvesting moeten nog formeel de kredieten beschikbaar worden gesteld. Hier volgen conform artikel 5.3 van de Financiële Verordening nog separaat raadsvoorstellen voor. Ook voor deze kredieten geldt dat de kapitaallasten al zijn verwerkt in de begroting 2023-2026. Het betreft de volgende kredieten:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-556770.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.