Verzamelwijziging ondersteuning minima gemeente Westland 2023

College van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland;

 

gelezen het voorstel van 29 november 2022, nummer ;

 

gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Op grond van:

Artikel 35 en 36 van de Participatiewet

Artikel 108 van de Gemeentewet

Verordening Sociale Participatie Kinderen gelet op artikel 3, artikel 4, artikel 5, artikel 6 en

artikel 7 van de Verordening Sociale Participatie Kinderen Westland;

 

gelet op het advies van de Adviesraad Sociaal Domein Westland van 27 oktober 2022,

 

b e s l u i t vast te stellen de Verzamelwijziging ondersteuning minima gemeente Westland 2023:

Artikel I  

 

De Beleidsregels Bijzondere Bijstand en Individuele Inkomenstoeslag Westland 2018 worden als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    Artikel 1 Begripsbepalingen

In het eerste lid vervalt onderdeel c en de leden d tot en met m worden geletterd c tot en met l;

 

  • B.

    Artikel 2 komt te luiden:

  •  

  • 1.

    Kosten die zijn gemaakt voor het indienen van de aanvraag komen niet voor vergoeding in aanmerking, tenzij er sprake is van het redelijkerwijs niet vooraf kunnen indienen of dat er sprake is van andere bijzondere omstandigheden;

  • 2.

    Met inachtneming van lid 1 dient de aanvraag in ieder geval te zijn ingediend binnen drie maanden na ontvangst van de factuur.

 

  • C.

    De laatste twee zinnen van artikel 5 komen te luiden:

Wanneer een aanvrager een inkomen heeft dat hoger is dan de toegang, wordt de draagkracht in het inkomen berekend zoals beschreven in artikel 8. Dit geldt niet voor de regelingen die betrekking hebben op de zorgkosten en de computerregeling.

 

  • D.

    Artikel 6. Draagkracht algemeen

Lid 3 overgangsrecht vervalt.

 

De leden 4 tot en met 6 worden vernummerd tot 3 tot en met 5 en komen te luiden:

 

  • 3.

    De draagkracht wordt telkens voor de periode van 12 maanden vastgesteld, ingaande per de eerste van de maand waarin de aanvraag is gedaan. Draagkracht wordt zo veel mogelijk ineens in mindering gebracht op de te verstrekken bijzondere bijstand. Bij een inkomenswijziging van meer dan 50% per maand dient de draagkracht voor de resterende draagkrachtperiode opnieuw te worden vastgesteld.

  • 4.

    Draagkracht wordt vastgesteld aan de hand van de inkomsten in de maand voorafgaand aan de aanvraag. Tenzij de aanvraag om bijzondere bijstand samenvalt met een aanvraag levensonderhoud op grond van de wet. In dat geval wordt de draagkracht vastgesteld op nihil. In het geval van wisselende inkomsten wordt het gemiddelde van een periode van 3 maanden in ogenschouw genomen.

  • 5.

    Belanghebbende(n) met een uitkering voor levensonderhoud op grond van het Bbz en belanghebbenden met een regeling op grond van schuldhulpverlening (en deze nakomen), toegelaten zijn tot de WSNP of op wiens inkomen volledig beslag ligt, worden niet geacht over draagkracht te beschikken.

 

  • E.

    Artikel 7 lid 3, de laatste zin kom te luiden:

Hierbij wordt, vanwege de verschillende betalingsmomenten van inkomsten 1,5 keer de op aanvrager van toepassing zijnde bijstandsnorm vrijgelaten en het overige in zijn geheel in aanmerking genomen.

 

  • F.

    Artikel 8 lid 5 komt te luiden:

Wanneer een aanvraag om de computerregeling, Gemeentepolis Westland of TPAZ wordt gedaan, waarbij het inkomen hoger is dan 120% van de bijstandsnorm, wordt de aanvrager geacht voldoende draagkracht te bezitten en bestaat er geen recht op toegang tot de computerregeling, Gemeentepolis Westland en TPAZ.

 

  • G.

    Artikel 10 Kosten van woninginrichting en duurzame gebruiksgoederen

Aan het einde van lid 2 wordt de volgende zin toegevoegd:

Voor witgoed gaan we uit van het aanschaffen van energiezuinige apparaten die minimaal het energielabel D hebben.

 

Lid 4 komt te luiden:

 

De bedragen die maximaal als renteloze lening worden verstrekt voor delen van de woninginrichting en duurzame gebruiksgoederen bedragen maximaal 50% van de genoemde bedragen in de prijzengids van het Nibud. Voor witgoedapparaten geldt een uitzondering. Deze worden verstrekt tot maximaal 100% van het aangeschafte apparaat als dat apparaat voldoende energiezuinig is en minimaal het energielabel D heeft.

 

  • H.

    Artikel 11 Kosten in verband met verhuizing en stofferingskosten

Lid 1 onderdeel a komt te luiden:

 

  • a.

    een urgentieverklaring voor het centraal woningzoekendensysteem;

Lid 2 onderdeel a komt te luiden:

  • a.

    de kosten van het transport van verhuisbare goederen, tenzij hiervoor reeds bijstand is verleend door de vertrekkende gemeente en waarbij gezocht wordt naar de goedkoopste en meest passende oplossing in het individuele geval;

Lid 2 onderdeel d komt te luiden:

  • d.

    noodzakelijke stofferingskosten die worden vastgesteld naar gezinssamenstelling en op basis van de tabellen zoals opgenomen in de toelichting.

  • I.

    Artikel 20 Kosten Sociale participatie en gezonde leefstijl volwassenen

Lid 2 komt te luiden:

 

De bijdrage als bedoeld in het eerste lid bedraagt € 325,00 per persoon en wordt 1 keer per 12 maanden toegekend.

 

Lid 3 wordt toegevoegd:

  • 3.

    Het bedrag genoemd in het tweede lid kan vanaf 1 januari 2024 jaarlijks geïndexeerd worden overeenkomstig de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek.

  • J.

    Artikel 21 Verstrekking van een computer

Lid 7 wordt toegevoegd:

 

  • 7.

    Het bedrag genoemd in het derde lid kan vanaf 1 januari 2024 jaarlijks geïndexeerd worden overeenkomstig de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek.

  • K.

    Artikel 23. Toeslag alleenstaande ouders met een toeslagpartner

Hoofdstuk 7 en artikel 23 vervallen geheel, er wordt niet hernummerd.

 

  • L.

    Artikel 24. De Collectieve Aanvullende Zorgverzekering (Gemeentepolis Westland)

Lid 4 komt te luiden:

De deelnemer aan het meest uitgebreide pakket de Gemeentepolis Westland AV top heeft recht op een extra bijdrage. Deze bijdrage is € 120,00 per kalenderjaar en wordt verwerkt in de maandelijkse premie.

 

  • M.

    Artikel 25 lid 3 Tegemoetkoming Premie Aanvullende Zorgverzekering

Lid 3 vervalt

 

  • N.

    De artikelsgewijze toelichting op de Beleidsregels Bijzondere Bijstand en Individuele Inkomenstoeslag Westland 2018 wordt geheel vervangen en luidt voortaan zoals weergegeven in bijlage I van deze verzamelwijziging.

Artikel II  

De Nadere regels omtrent Sociale Participatie Kinderen Westland worden als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    Artikel 1 Begrippen

de begrippen vermeld onder 2,3 en 4 vervallen, het onderdeel 5 wordt vernummerd tot nummer 2

 

  • B.

    Artikel 2 Rechthebbenden

De aanhef van artikel 2 komt te luiden:

Rechthebbende is de aanvrager die een of meerdere schoolgaande kinderen heeft in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar en aanspraak maakt op kinderbijslag of leefgeldregeling zoals verstrekt voor Ontheemden of door COA en voldoet aan de volgende voorwaarden:

 

Artikel 2 lid 3 komt te luiden:

de aanvrager neemt deel aan een minnelijke schuldregeling of WSNP-traject, of er ligt beslag op het inkomen waardoor het feitelijk beschikbare inkomen niet hoger is dan de van toepassing zijnde bijstandsnorm.

 

  • C.

    Artikel 3 Activiteiten en producten

Lid 1 komt te luiden:

De volgende activiteiten en producten maken deel uit van het Kindpakket:

  • a.

    Lidmaatschap van een sportvereniging;

  • b.

    Lidmaatschap van een vereniging voor toneel, dans of beeldende kunst;

  • c.

    Lidmaatschap van een muziekvereniging of muziekles in een andere vorm;

  • d.

    Zwempakket;

  • e.

    Sportkleding en –schoenen;

  • f.

    Buitenkleding;

  • g.

    Schoolpakket;

  • h.

    Schoolreisje/excursie basisonderwijs;

  • i.

    Schoolreisje/excursie voortgezet onderwijs

  • j.

    Overblijfgeld in het basisonderwijs

  • k.

    Fiets.

 

  • D.

    Artikel 4 Hoogte van de vergoedingen

Artikel 4 lid 2 komt te luiden:

De vergoedingen in natura representeren per onderdeel de volgende waarde:

  • a.

    € 250,00 per kalenderjaar voor het lidmaatschap of de contributie van een sportvereniging en kennismaking met sport;

  • b.

    € 325,00 per kalenderjaar voor het lidmaatschap van een vereniging voor dans of toneel of beeldende kunst en kennismaking met dans, toneel of kunst;

  • c.

    € 450,00 per kalenderjaar voor het lidmaatschap van een muziekvereniging of muziekles in een andere vorm en de kennismaking met muziek;

  • d.

    € 225,00 per kalenderjaar voor de aanschaf van een sport- of danstenue indien dit niet is opgenomen in het lidmaatschap of de contributie;

  • e.

    € 50,00 per kalenderjaar voor de aanschaf van sportkleding en –schoenen;

  • f.

    € 75,00 per kalenderjaar voor de aanschaf van buitenkleding;

  • g.

    € 45,00 voor de aanschaf van een schoolpakket voor kinderen vanaf het moment dat zij naar de brugklas gaan tot zij de leeftijd van 18 jaar bereiken;

  • h.

    € 50,00 per schoolreis voor kinderen in het basisonderwijs;

  • i.

    € 100,00 per schoolreis voor kinderen in het voortgezet onderwijs;

  • j.

    € 90,00 per schooljaar voor overblijfgeld voor kinderen in het basisonderwijs;

  • k.

    € 470,00 per fiets en maximaal € 30,00 voor eventuele accessoires in het jaar dat het kind naar het voortgezet onderwijs gaat.

 

  • E.

    Artikel 6 Procedure aanvraag

Lid 1 komt te luiden:

Het Kindpakket wordt automatisch toegekend aan rechthebbenden die bijstand ontvangen op grond van de Participatiewet of die leefgeldregelingen ontvangen voor ontheemden of asielzoekers en/of wanneer sprake is van een schuldsaneringsregeling op grond van de WSNP of medewerking aan een minnelijke schuldregeling.

Artikel III  

  • 1.

    Deze wijziging treedt in werking op 1 januari 2023.

  • 2.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als:

    Verzamelwijziging ondersteuning minima gemeente Westland 2023

Aldus vastgesteld door college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland in de vergadering van 29 november 2022,

de secretaris,

A.C. Spindler

de burgemeester,

B.R. Arends

Bijlage I  

bij de verzamelwijziging ondersteuning minima gemeente Westland 2023

 

Artikelsgewijze toelichting Beleidsregels Bijzondere Bijstand en Individuele Inkomenstoeslag Westland 2018 (Na verzamelwijziging 2023)

 

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels worden dezelfde begripsbepalingen gebruikt als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht. Dit artikel verduidelijkt enkele begrippen uit de Participatiewet en legt begrippen vast die niet in de Participatiewet zijn vastgelegd.

 

Artikel 2 De aanvraag

Er moet sprake zijn van kosten waar nog niet in is voorzien. Het uitgangspunt is dat als al in de kosten is voorzien er geen bijstand meer nodig. Soms is het niet mogelijk omdat de kosten zich plotseling voordoen of omdat van te voren niet duidelijk is dat of welke kosten er betaald moeten worden. In dat geval kan binnen 3 maanden na ontvangst van de factuur toch een aanvraag in behandeling worden genomen.

 

Artikel 3 Hoogte bijzondere bijstand

Geen toelichting.

 

Artikel 4 Vorm van de bijstand aan zelfstandigen

Een zelfstandige met een uitkering voor levensonderhoud heeft op het moment van aanvraag een nog niet vast te stellen inkomen. Daarom wordt bijzondere bijstand in de vorm van een lening verstrekt. Blijkt na afloop van het boekjaar dat het inkomen voldeed aan de voorwaarde voor bijzondere bijstand, dan wordt de lening omgezet in een ‘om niet’ verstrekking.

 

Artikel 5 Toegang tot bijzondere bijstand

Dit artikel bepaalt met welk inkomen er recht bestaat op de verschillende vergoedingen. Wanneer iemand een inkomen heeft dat lager is dan de toegangsgrens, dan bestaat er recht op bijzondere bijstand.

Onder de van toepassing zijnde bijstandsnorm in dit artikel wordt de bijstandsnorm inclusief vakantiegeld verstaan. Bij de toegang tot bijzondere bijstand wordt de kostendelersnorm niet toegepast en afstemmingen op de bijstandsnorm niet meegenomen.

Is het inkomen hoger dan de toegangsgrenzen, dan moet een draagkrachtberekening plaatsvinden over het meerdere inkomen boven de toegangsgrens. Dit is niet het geval bij alle regelingen. Bij het desbetreffende artikel wordt vermeld waar rekening mee wordt gehouden. Voor deze vergoedingen geldt alleen de toegangsgrens, en wordt geen draagkrachtberekening gemaakt. Ook hoeft er geen draagkrachtberekening te worden uitgevoerd voor belanghebbenden die geacht worden geen draagkracht te hebben omdat er sprake is van Bbz-levensonderhoud, beslag, een minnelijke schuldhulpregeling of toelating tot de WSNP.

 

Hoofdstuk 2 DRAAGKRACHT

 

Artikel 6 Draagkracht algemeen

Dit artikel bepaalt met welk inkomen rekening gehouden moet worden voor de draagkrachtberekening.

De kostendelersnorm is bedoeld om het schaalvoordeel van het kunnen delen van woonkosten in de norm te verwerken. Bijzondere bijstand is voor individuele kosten. Deze kosten worden niet lager door het kunnen delen van de woonkosten. De kostendelersnorm wordt daarom niet toegepast bij de bijzondere bijstand.

Draagkracht is niet van toepassing op de computerregeling, de gemeentepolis en de TPAZ omdat dit verstrekkingen in natura en/of producten zijn. Het recht is afhankelijk van de toegangseis zoals in artikel 5 is opgenomen. Inkomen of vermogen boven de gestelde inkomens- en vermogensgrenzen geven geen recht op de verstrekkingen.

Het college neemt bij de draagkrachtvaststelling alleen inkomsten en vermogen in aanmerking die feitelijk kunnen worden aangewend om te voorzien in de kosten waarvoor bijzondere bijstand is gevraagd. Daarom worden belanghebbende(n) met een uitkering voor levensonderhoud op grond van het Bbz en belanghebbenden met schuldhulpverlening niet geacht over draagkracht te beschikken.

Een ‘belanghebbende met schuldhulpverlening’ is iemand met een schuldsaneringsregeling op grond van de Wsnp of een minnelijke schuldregeling. De belanghebbende verkeert in het voortraject of reeds in een lopende schuldregeling en kan daarmee aanspraak kan maken op bijzondere bijstand. Dit sluit aan bij de omschrijving uit de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg.)

Voorwaarde is dat de belanghebbende goed meewerkt mee aan aflossen en/of reserveren voor het afbetalen van de schulden.

Belanghebbenden op wiens inkomen beslag ligt beschikken ook niet over draagkracht. Want hij kan dat inkomensdeel immers niet feitelijk besteden, is ter zake niet beschikkingsbevoegd en kan ook niet aan de beslaglegende partij vragen om dat inkomensdeel aan hem uit te betalen.1

 

Artikel 7 Draagkracht in het vermogen

Geen toelichting.

 

Artikel 8 Draagkracht in het inkomen

Het meerinkomen is het inkomen dat meer is dan de gestelde toegang in artikel 5 van deze beleidsregels. Het kan dus gaan om het meerdere inkomen boven 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, of het meerdere inkomen boven 100% van de bijstandsnorm.

Artikel 31, lid 2 is van toepassing bij het bepalen wat inkomen is. Hierdoor wordt de toeslag alleenstaande ouders (ALO-kop) van het kindgebonden budget, vallend onder de Awir, niet meegerekend als inkomen.

Met ingang van 1 januari 2015 bestaat het inkomen van de alleenstaande ouder in de bijstand uit 70% van het sociaal minimum plus vrijlating van de toeslag alleenstaande ouders (ALO-kop) van het kind budget.

Het percentage van 110% van de alleenstaande norm geeft een lagere toegang. De verhoging van het kindgebonden budget met de tegemoetkoming voor alleenstaande ouders (ALO-kop) verhoogt echter het totale inkomen van de alleenstaande ouder. De alleenstaande ouder behoudt de tegemoetkoming voor alleenstaande ouders wanneer werk wordt aanvaard. Het totale inkomen stijgt, en het inkomen gaat vooruit bij uitstroom. Een iets lagere toegang is daarmee gerechtvaardigd, omdat de alleenstaande ouder via het kindgebonden budget en de toeslag alleenstaande ouders wordt gecompenseerd.

 

Hoofdstuk 3 MEDISCHE KOSTEN

 

Artikel 9 Medische kosten

Medische kosten komen niet in aanmerking voor bijzondere bijstand. De vergoedingen vanuit de Zvw en de Wlz zijn voorliggende voorzieningen die passend en toereikend worden geacht. Indien de voorliggende voorziening de kosten niet vergoedt, zijn deze niet noodzakelijk en kan daarvoor ook geen bijzondere bijstand worden verleend.

Wanneer men geen gebruik wenst te maken van de Gemeentepolis CAV Westland kan men op grond van de regeling Tegemoetkoming Premie Aanvullende Zorgverzekering in aanmerking komen voor premievergoeding. De hoogte van deze vergoeding is gelijk aan de premievergoeding van de Gemeentepolis AV Standaard.

 

Hoofdstuk 4 DUURZAME GEBRUIKSGOEDEREN EN WONINGINRICHTING

Het uitgangspunt is dat kosten van vervanging of aanschaf van gebruiksgoederen en inrichting behoren tot de algemene kosten van het bestaan. Men wordt geacht voor deze kosten te reserveren en te betalen uit het inkomen, het vermogen of de individuele inkomenstoeslag.

Draagkracht: 100% van het inkomen boven de bijstandsnorm en 100% van het beschikbare vermogen.

 

Artikel 10 Kosten van woninginrichting en duurzame gebruiksgoederen

Wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden bijstandsverlening toch noodzakelijk is, kan een renteloze lening worden verstrekt. De bedragen die maximaal als renteloze lening worden verstrekt voor volledige woninginrichting en duurzame gebruiksgoederen zijn afhankelijk van de samenstelling van het gezin en op basis van onderstaande tabellen.

De bedragen die maximaal als renteloze lening worden verstrekt voor delen van de woninginrichting en duurzame gebruiksgoederen bedragen maximaal 50% van de genoemde bedragen in de prijzengids van Nibud. Voor witgoedapparaten geldt een uitzondering. Deze moeten minimaal het energielabel C hebben en de bijstand wordt verstrekt tot maximaal 100% van het aangeschafte apparaat.

De ontvanger van de bijstand kan voor de duur van 10 jaar geen beroep doen op bijstand voor woninginrichting en duurzame gebruiksgoederen. De termijn voor 10 jaar wordt door het Nibud aangegeven voor de levensduur van de aangeschafte goederen voor de inrichting van een woning.

Bij de verstrekking van de leenbijstand voor woninginrichting en duurzame gebruiksgoederen wordt uitgegaan dat de verstrekte bijstand wordt besteed aan de inrichting van de woning.

Er kan controle van de besteding van de bijstand plaatsvinden.

 

Inboedelpakketten voor één volwassene (tabel 1A) 

Aantal inwonende minderjarige kinderen

0

1

2

3

4

Stofferingskosten

€ 1.538

€ 1.606

€ 1.606

€ 1.961

€ 1.961

Inrichtingskosten

€ 4.094

€ 4.545

€ 5.002

€ 5.457

€ 5.912

 

Inboedelpakketten voor twee volwassenen (tabel 1B) 

 

Aantal inwonende minderjarige kinderen

0

1

2

3

4

Stofferingskosten

€ 1.606

€ 1.606

€ 1.961

€ 1961

€ 2.242

Inrichtingskosten

€ 4.649

€ 5.104

€ 5.559

€ 6.014

€ 6.469

 Inboedelpakketten voor gezinshereniging met partner (tabel 2A)

 

Aantal inwonende minderjarige kinderen

0

1

2

3

4

Stofferingskosten

€ 82

€ 82

€ 437

€ 437

€ 718

Inrichtingskosten

€ 556

€ 1.011

€ 1.466

€ 1.920

€ 2.375

 Inboedelpakketten voor gezinshereniging zonder partner (tabel 2B)

 

Aantal inwonende minderjarige kinderen

0

1

2

3

4

Stofferingskosten

-

€ 82

€ 82

€ 437

€ 437

Inrichtingskosten

-

€ 452

€ 909

€ 1.364

€ 1.819

 

Zijn er meer dan 4 kinderen dan wordt de stofferingskosten verhoogd met € 50 per inwonend minderjarig kind. De inrichtingskosten wordt verhoogd met € 400 per inwonend minderjarige kind.

 

Indien een gezinshereniging tot stand komt bij urgentie of een statushouder wordt tabel 2A en 2B gehanteerd. Voorwaarde hiervan is dat de gezinshereniging wordt gerealiseerd binnen 24 maanden.

 

Hoofdstuk 5 WOONKOSTEN

Deze kosten behoren tot de algemene kosten van bestaan en moeten in beginsel uit het inkomen, het vermogen of de individuele inkomenstoeslag worden betaald. Alleen op grond van bijzondere omstandigheden waarbij de gemeente de noodzaak heeft vastgesteld, kan bijstand verleend worden door (1) de vertrekkende gemeente voor het verhuizen van verhuisbare goederen en (2) opknapkosten en inrichtingskosten door de gemeente van vestiging.

 

Draagkracht: 100% van het inkomen boven de bijstandsnorm en 100% van het beschikbare vermogen.

 

Artikel 11 Kosten in verband met verhuizing en stofferingskosten

Er is sprake van urgentie in die gevallen die voldoen aan de voorwaarden van een urgentieverklaring.

 

Bij een medische urgentie is de huidige woonsituatie onvoldoende passend voor de gezondheidssituatie van de belanghebbende en de benodigde zorg kan niet in de huidige woning worden aangeboden c.q. de woning is niet geschikt te maken.

 

Bij een sociale urgentie is er sprake van psychosociale problemen, echtscheiding of gedwongen verkoop van de woning om financiële redenen. Bij een echtscheiding of financiële problemen is er alleen sprake van urgentie indien belanghebbende samen met de inwonende kind(eren) de woning moet verlaten. De persoonlijke situatie is bepalend voor het toekennen van deze urgentie.

 

Een verhuisverplichting zoals bedoeld bij de woonkostentoeslag wordt gelijkgesteld aan een urgentieverklaring.

 

De in artikel 11, lid 2 onder d genoemde noodzakelijke stofferingskosten worden vastgesteld naar gezinssamenstelling en op basis van de tabellen zoals benoemd in de toelichting op artikel 10. In geval van statushouders wordt de COA-toelage aangemerkt als een voorliggende voorziening.

 

Bij de verstrekking van de gift voor stofferingskosten wordt ervan uit gegaan dat de verstrekte bijstand wordt besteed aan het stofferen van de woning. Er vindt geen controle van de besteding van de bijstand plaats.

 

Daarnaast kan de ontvanger van de gift voor stofferingskosten voor de duur van 10 jaar geen beroep doen op bijstand voor stofferingskosten. De termijn voor 10 jaar wordt door het Nibud aangegeven voor de levensduur van de woningstoffering.

 

Artikel 12 Woonkostentoeslag

Gemeente Westland is verplicht op grond van de taakstelling huisvesting vergunninghouders een bepaald aantal vergunninghouders te huisvesten. Bij het toewijzen van de plaatsen vergunninghouders wordt geen rekening gehouden met de leeftijd van de vergunninghouder. De woningbouwverenigingen in Westland hebben bijna geen woningen voor jongeren tot 23 jaar. Deze jongeren worden noodgedwongen in woningen geplaatst waarvan de rekenhuur te hoog is om huurtoeslag te kunnen ontvangen. Deze jongeren komen daarom in aanmerking voor woonkostentoeslag. Er is immers geen voorliggende voorziening en de kosten zijn noodzakelijke kosten van het bestaan die veroorzaakt worden voor bijzondere omstandigheden.  

 

Artikel 13 Aanvulling levensonderhoud jongeren 18 t/m 20 jaar

Bij de beoordeling van een aanvraag om bijzondere bijstand voor de noodzakelijke bestaanskosten voor een jongere, rust op of namens het college de plicht om zich een zo goed mogelijk beeld te vormen van de hoogte van de noodzakelijke bestaanskosten van de aanvrager. Daarbij zullen zij onder andere in aanmerking kunnen nemen of voor de aanvrager zelfstandige huisvesting wel of niet noodzakelijk is. Er is dus een gericht onderzoek naar alle van belang zijnde omstandigheden van de aanvrager nodig2

Ouders van de belanghebbende wordt verzocht om in het kader van de beoordeling van de aanvraag gegevens aan te leveren. Het niet (tijdig) inleveren van deze gegevens kan worden gezien als weigering om mee te werken aan het onderzoek.

 

Voor een jongere van 18,19 of 20 jaar die in een inrichting verblijft, kan als de ouders financieel niet kunnen bijdragen, zak en kleedgeld verstrekt worden die is afgestemd op de jongerennorm.

 

Hoofdstuk 6 INDIVIDUELE BIJZONDERE KOSTEN

 

Draagkracht: Hoofdstuk 2 van deze beleidsregels is van toepassing op de individuele bijzondere kostensoorten. De bijzondere bijstand wordt om niet verstrekt.

 

Artikel 14 Overbruggingsuitkering

Salarissen en maanduitkeringen worden in het algemeen achteraf betaald. Iemand die een bijstandsuitkering voor levensonderhoud gaat ontvangen kan dus de periode tussen de ingangsdatum van de uitkering en de eerste volledige uitbetaling zelf overbruggen. Het komt echter voor dat iemand de periode tot de eerste volledige uitbetaling niet kan overbruggen, omdat er voorafgaand aan de uitkering geen inkomen was of een inkomen met een ander betalingsritme. Er is sprake van een “platzak” situatie, die op geen enkele andere wijze kan worden opgelost.

Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan;

 

  • -

    mensen waarvan het gezinsverband verbroken is (problematische echtscheidingen);

  • -

    statushouders;

  • -

    mensen die van een zak- en kleedgeldnorm over gaan naar een volledige norm;

  • -

    ex-gedetineerden.

In dergelijke situaties is een overbrugging via de bijzondere bijstand mogelijk. In beginsel gaat het hier om bijstand “om niet”. Wanneer het overbruggingsprobleem echter geheel of gedeeltelijk een gevolg is van ongenoegzaam besef van verantwoordelijkheid is het mogelijk om de overbrugging in de vorm van leenbijstand te verstrekken. De overbrugging is bedoeld om te voorzien in de eerste levensbehoeften zoals eten en drinken.

 

De bijstand wordt om niet verstrekt. Indien de aanvraag om algemene bijstand wordt afgewezen, kan de overbruggingsuitkering worden teruggevorderd op grond van artikel 58 Participatiewet.

 

Maximaal kan een overbruggingsuitkering worden verstrekt met een hoogte die gelijk is aan de van toepassing zijnde bijstandsnorm minus de vakantietoeslag, het beschikbare inkomen en vermogen waarover de belanghebbende redelijkerwijs direct kan beschikken.

 

Artikel 15 Kosten van de kinderopvang

Kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie is van toepassing op:

 

  • -

    Ouder(s)/verzorger(s) die woonachtig is/zijn in Westland en die tot de categorie personen behoort/behoren met een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking, en;

  • -

    Voor wie op advies van een adviesorgaan is vastgesteld dat één of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken, of;

  • -

    Ten aanzien van wie door of namens het college van burgemeester en wethouders aangewezen adviesorgaan is vastgesteld dat kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van dat kind noodzakelijk is.

Kinderopvangtoeslag geldt als een voorliggende voorziening voor de eigen bijdrage in de kosten van kinderopvang. Kinderopvangtoeslag wordt verkregen in het geval belanghebbende en een eventuele toeslagpartner:

 

  • -

    Werkt of een traject naar werk, opleiding of inburgeringscursus volgt;

  • -

    Een contract heeft afgesloten met een geregistreerd kindercentrum of gastouderbureau;

  • -

    Een eigen bijdrage betaalt voor de kosten van de kinderopvang;

  • -

    Beschikt over de Nederlandse nationaliteit of een geldige verblijfsvergunning;

  • -

    Kinderbijslag of pleegouderbijdrage ontvangt of het kind in belangrijke mate onderhoudt;

  • -

    Het kind heeft ingeschreven op het woonadres en het kind nog niet op het voortgezet onderwijs zit.

Artikel 16 Reiskosten

Voor het bepalen van het aantal kilometers voor reisafstand wordt uitgegaan van de kortste weg volgens de routerplanner (bij voorbeeld gebaseerd op de routerplanner van ANWB)

Reiskosten kunnen worden versterkt aan tot het gezin behorende gezinsleden. Ook familieleden tot de derde graad kunnen indien nodig voor bezoek aan familieleden in aanmerking komen voor vergoeding van reiskosten.

 

Artikel 17 Verblijfsvergunningen

Geen toelichting.

 

Artikel 18 Eigen bijdrage juridische ondersteuning

Het Juridisch Loket helpt met verheldering van de vraag en geeft gratis juridisch advies. Als dat nodig is, verwijst het Juridisch Loket door naar de juiste persoon of instantie die verder kan helpen.

Wanneer eerst advies gevraagd wordt aan het Juridisch Loket en deze een doorverwijzing geeft naar een advocaat, bestaat recht op een korting op de eigen bijdrage van de tegemoetkoming in de advocaatkosten.

Het besluit waarmee de Raad voor Rechtsbijstand gesubsidieerde mediation of rechtsbijstand toekent heet ' toevoeging'. Wanneer een klant een toevoeging krijgt, betaalt de Raad (een groot gedeelte van) de salariskosten van de mediator of advocaat. De toevoeging kan door de klant worden aangevraagd via de mediator of advocaat.

Als de Raad voor Rechtsbijstand beslist dat de klant recht heeft op een toevoeging, dan krijgen zij automatisch de korting op hun eigen bijdrage. De hoogte van de korting staat vermeld op www.rechtsbijstand.nl

 

Artikel 19 Kosten bewindvoering en budgetbeheer

Geen toelichting.

 

Artikel 20 Kosten Sociale participatie en gezonde leefstijl volwassenen

Om eenzaamheid en sociaal isolement te voorkomen en een gezonde leefstijl te bevorderen is per volwassene van 18 jaar en ouder bijzondere bijstand mogelijk van € 325. Dit bedrag kan door het college worden verhoogd met indexatie. Uitbetaling vindt in één keer plaats op basis van een eenvoudig bestedingsplan waarin belanghebbende aankruist waar hij het budget voor inzet.

Als er sprake is van gezinshereniging dan kan de partner al in het kalenderjaar van de hereniging gebruik maken van het budget sociale participatie. Dat wil zeggen dat na gezinshereniging voor het nieuwe gezinslid een aanvraag kan worden ingediend.

 

Artikel 21 Aanschaf van een computer

Er kan ééns per vijf jaar een computer verstrekt worden. Dit is de gebruikelijke levensduur van een computer. Het maximale bedrag van € 500,- geldt voor het geheel van de verstrekking. Dit geldt voor desktop, tablet of een laptop, software en printer. Dit bedrag kan door het college worden verhoogd met indexatie. De computer wordt in natura verstrekt via de Westlandpas. De computer wordt aan de aanvrager verstrekt door leveranciers die hierover afspraken hebben gemaakt met Westlandpas.

 

Artikel 21a Schoolkosten Middelbaar Beroepsonderwijs

Met ingang van 1 augustus 2015 is de tegemoetkoming schoolkosten op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wtos) voor leerlingen in de leeftijd tot 18 jaar vervallen. Vanaf die datum worden ouders gecompenseerd door een verhoging van het kindgebonden budget (KGB). Deze verhoging wordt vastgesteld door de Belastingdienst. Indien de ophoging van het KGB niet toereikend is voor de bekostiging van door de opleiding verplicht gestelde materialen of licenties kan aanspraak gemaakt worden op vergoeding vanuit dit artikel.

 

De maximale vergoeding bedroeg onder de Wtos € 690,93. Zolang de verhoging van het KGB lager is dan deze vergoeding wordt het verschil vergoed op basis van dit artikel.

 

Artikel 22 Individuele inkomenstoeslag

De beoordeling van het criterium 'geen uitzicht op inkomensverbetering' zal door of namens het college aan de hand van de individuele omstandigheden van het geval moeten plaatsvinden. Aan de hand van de weging van de individuele omstandigheden stelt het college vast of de belanghebbende naar het oordeel van het college al dan niet "zicht op inkomensverbetering" heeft en recht heeft op een individuele inkomenstoeslag.

Bij deze individuele beoordeling dient het college in ieder geval de onder artikel 36 lid 2 Participatiewet genoemde omstandigheden te betrekken. Dit betreffen:

 

  • -

    de krachten en bekwaamheden van de persoon; en

  • -

    de inspanningen die de persoon heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen.

 

Hoofdstuk 7 met artikel 23 is per 1-1-2023 vervallen

 

Dit hoofdstuk betrof een toeslag aan alleenstaande ouders met een toeslagpartner

In de jurisprudentie 3 is bepaald dat aanvullende inkomensondersteuning voor levensonderhoud voor de kosten van verzorging en opvoeding van in de bijstand begrepen minderjarige kinderen, algemene bijstand is en geen bijzondere bijstand.

 

Hoofdstuk 8 ZORGKOSTEN

 

Gemeente Westland en zorgverzekeraar DSW hebben een collectieve aanvullende zorgverzekering (Gemeentepolis Westland) afgesloten zodat belanghebbenden met een minimum inkomen zich extra kunnen verzekeren tegen medische kosten.

 

Artikel 24 De collectieve aanvullende zorgverzekering (Gemeentepolis Westland)

Er zijn twee pakketten binnen de Gemeentepolis Westland:

  • -

    Standaard;

  • -

    Top.

In beide pakketten zijn extra vergoedingen afgesproken met DSW. De gemeente heeft afspraken gemaakt over de financiële bijdrage van de gemeente. Hierdoor zijn de pakketten goedkoper voor mensen met een laag inkomen. Op www.gezondverzekerd.nl staan de vergoedingenlijsten.

 

Artikel 25 Tegemoetkoming Premie Aanvullende Zorgverzekering (TPAZ)

De regeling TPAZ biedt inwoners van Westland de mogelijkheid om een tegemoetkoming te krijgen in de premie van een aanvullende verzekering zonder over te hoeven stappen naar DSW. De maximale bijdrage in de kosten voor een aanvullende zorgverzekering is gelijk aan de premievergoeding voor de Gemeentepolis Westland Standaard van het betreffende kalenderjaar.

 

Hoofdstuk 9 SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 26 Misbruik

Wanneer blijkt dat de bijstand niet is gebruikt voor het doel waarvoor deze is verstrekt, kan de bijstand worden teruggevorderd of herzien. Het college kan de uitgaven contoleren en hiervoor bewijstukken bij belanghebbenden opvragen.

 

Artikel 27 Intrekking en inwerkingtreding

Geen toelichting.

 

Artikel 28 Citeertitel

Geen toelichting. 

Naar boven