Subsidieregeling Amateurkunst, Evenementen, Culturele Initiatieven en Producties gemeente Dordrecht

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;

 

 

Gezien het voorstel inzake Subsidieregeling Amateurkunst, Evenementen, Culturele Initiatieven en Producties

overwegende dat de gemeenteraad de nota 'De kracht van cultuur. Voor en door iedere Dordtenaar' op 26 mei 2020 heeft vastgesteld.

 

gelet op de bepalingen in titel 4.2. van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht.

 

 

B E S L U I T :

 

 

vast te stellen de navolgende Subsidieregeling Amateurkunst, Evenementen, Culturele Initiatieven en Producties gemeente Dordrecht

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Amateurkunst: het actief beoefenen van kunst zonder daarmee in de eerste plaats in het levensonderhoud te willen voorzien. Amateurkunst omvat de volgende disciplines: muziek, zang, (volks)dans, theater, beeldende kunst (waaronder fotografie) en media, literatuur of een combinatie daarvan.

  • b.

    Artistieke kwaliteit: de mate waarin de activiteit beschikt over zeggingskracht, vakmanschap, oorspronkelijkheid en verbeeldingskracht.

  • c.

    Asv: de Algemene subsidieverordening Dordrecht.

  • d.

    Categorie: de vier van elkaar te onderscheiden categorieën van evenementen aan de hand van de in artikel 7 lid 1 neergelegde criteria. Er zijn A+-, A,-, B- en C evenementen.

  • e.

    College: het college van burgemeester en wethouders.

  • f.

    Cultureel initiatief: een project of activiteit binnen de gemeente Dordrecht, waarbij kunst en cultuur een centrale rol spelen en één of meerdere disciplines uit de Dordtse cultuurtaart centraal staan.

  • g.

    De Dordtse cultuurtaart: De Dordtse cultuurtaart zoals genoemd in de nota 'De kracht van cultuur, voor en door iedere Dordtenaar', bestaat uit de volgende disciplines: Muziek, Theater & Dans, Beeldende Kunst en Vormgeving, Erfgoed, Letteren, Cultuureducatie en Audiovisuele sector.

  • h.

    Evenement: het begrip evenement zoals gedefinieerd in artikel 2:24 van de Algemene plaatselijke verordening Dordrecht.

  • i.

    Instelling: een vereniging of stichting gevestigd in Dordrecht die zich ten doel stelt om zonder winstoogmerk activiteiten te ontplooien op het gebied van amateurkunst.

  • j.

    Presentatieactiviteit: een voor publiek toegankelijke activiteit op het gebied van amateurkunst.

  • k.

    Productie: de realisatie van een voorstelling of concert door één of meer professionele (theater-) gezelschappen en/of producenten.

  • l.

    Professioneel (theater-) gezelschap en/of producent: (theater-) gezelschap en/of producent op het gebied van podiumkunsten die dit uitoefent als beroep en als zodanig geregistreerd staat bij de Kamer van Koophandel.

  • m.

    Snelloket: de mogelijkheid om buiten de twee indienmomenten per jaar, minimaal acht weken voor de aanvangsdatum van de betreffende activiteit, subsidie aan te vragen.

 

Artikel 2 Doelstellingen en reikwijdte

  • 1.

    Met deze regeling geeft het college van burgemeester en wethouders invulling aan het cultuurbeleid en het evenementenbeleid.

  • 2.

    Op grond van deze subsidieregeling kan het college subsidie verstrekken voor het tekort op de begroting bij het organiseren, ontwikkelen en uitvoeren van

    • a.

      presentatieactiviteiten op het gebied van amateurkunst met als doel de culturele programmering in Dordrecht te bevorderen en de beoefening van amateurkunst in de stad te stimuleren.

    • b.

      evenementen die een bijdrage leveren aan de levendigheid en de aantrekkelijkheid van Dordrecht.

    • c.

      culturele initiatieven die een bijdrage leveren aan een divers cultureel aanbod in Dordrecht.

    • d.

      productie die een bijdrage leveren aan een divers cultureel aanbod in Dordrecht.

  • 3.

    Special-status: voor aanvragen die worden gedaan op basis van hoofdstuk 3 van deze subsidieregeling geldt dat deze worden geweigerd indien er sprake is van evenementen die in het beleid zijn aangemerkt met een 'special-status'.

 

HOOFDSTUK 2 SUBSIDIEPLAFONDS

Artikel 3 Subsidieplafond en deelplafonds

  • 1.

    Het college kan jaarlijks voor 1 augustus voorafgaand aan het daarop volgende kalenderjaar voor deze regeling vier subsidieplafonds vaststellen voor de op grond van deze regeling te verlenen subsidies, onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de raad.

  • 2.

    Het college kan deelplafonds vaststellen voor de twee halfjaarlijkse aanvraagrondes die per kalenderjaar voor de subsidieverstrekking ten behoeve van Amateurkunst, Evenementen, Culturele Initiatieven en Producties worden opengesteld.

  • 3.

    Het college kan binnen de deelplafonds, als bedoeld in het vorige lid, voor elke categorie A+-, A-, B- en C- evenementen aparte deelplafonds vaststellen.

  • 4.

    Bij het vaststellen en bekendmaken van het subsidieplafond en de deelplafonds kan het college ook het maximale bedrag vaststellen dat per categorie evenement, naar aanleiding van een aanvraag als subsidie, kan worden verstrekt.

 

HOOFDSTUK 3 EVENEMENTENSUBSIDIES

Artikel 4 Subsidieaanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor een subsidie voor een evenement dat wordt georganiseerd in het eerste halfjaar van het kalenderjaar wordt ingediend uiterlijk op 1 oktober van het daaraan voorafgaande kalenderjaar.

  • 2.

    Een aanvraag voor een subsidie voor een evenement dat wordt georganiseerd in het tweede halfjaar van het kalenderjaar wordt ingediend uiterlijk op 1 april van het desbetreffende kalenderjaar.

  • 3.

    Aanvragen die niet binnen de termijnen van lid 1 en 2 zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen.

  • 4.

    De aanvraag wordt ingediend middels het door het college beschikbaar gestelde aanvraagformulier.

  • 5.

    Alvorens een beslissing te nemen, wint het college advies in van een daarvoor ingestelde adviescommissie.

  •  

Artikel 5 Subsidievereisten

  • 1.

    Het evenement vindt plaats binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Dordrecht.

  • 2.

    De subsidie is aantoonbaar onontbeerlijk om de presentatieactiviteit te realiseren.

 

Artikel 6 Beoordeling van de aanvraag evenementen

  • 1.

    Indien de tijdig ingediende volledige subsidieaanvragen de vastgestelde subsidieplafonds zoals bedoeld in artikel 3 te boven gaan, vindt subsidieverstrekking plaats aan de subsidieaanvrager met de hoogst gerangschikte subsidieaanvraag beoordeeld door de adviescommissie. Bij de rangschikking van de aanvragen wordt een aantal punten toegekend aan de hand van de volgende criteria. Per criterium zijn 10 punten te verdienen.

    • a.

      de mate waarin het evenement zorgt voor economische spin-off.

    • b.

      de mate waarin het evenement bijdraagt aan het imago van de stad, doordat de activiteit is gericht op de geschiedenis van Dordrecht en/of op water en/of op natuur (inclusief Hollandse Biesbosch) en/of op cultuur.

    • c.

      de mate waarin het evenement vernieuwend is naar opzet en/of inhoud, waarbij acht geslagen wordt op onder meer: kwaliteit, groeiambitie, originaliteit, gebruik van nieuwe middelen, benutting van mogelijkheden tot maatschappelijk verantwoord ondernemen, duurzaamheid en de mate waarin het evenement aansprekend is voor nieuwe doelgroepen.

    • d.

      de mate waarin het evenement bijdraagt aan de doelstellingen van het actuele en laatst bekendgemaakte gemeentelijk evenementenbeleid en aan het streven van de gemeente om een evenwichtig aanbod aan evenementen te ondersteunen, naar soort, doelgroepen, uitstraling en een voldoende spreiding naar tijd en plaats.

    • e.

      de mate waarin wordt samengewerkt met andere lokale organisatoren, marktpartijen en de betrokkenheid van verschillende lokale organisaties en vrijwilligers.

    • f.

      de mate waarin de locatie van het evenement bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar is voor mensen met een fysieke beperking.

    • g.

      de verhouding tussen de gevraagde bijdrage, de eigen inzet en de toegevoegde waarde voor de stad en haar inwoners.

  • 2.

    Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

 

Artikel 7 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De maximale hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van de indeling in categorieën.

 

Categorie

Omschrijving

Maximale hoogte van het subsidiebedrag

A+

Evenement heeft een landelijke uitstraling en aantrekkingskracht.

€ 45.000,-

A

Evenement heeft regionale en bovenregionale uitstraling en aantrekkingskracht.

€ 20.000,-

B

Evenement heeft lokale uitstraling en aantrekkingskracht.

€ 5.000,-

C

Evenement heeft een beperkte lokale reikwijdte en een maatschappelijke betekenis.

€ 1.500,-

 

  • 2.

    De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van de volgende criteria:

    • a.

      Het maximale subsidiepercentage betreft 50 % van de totale uitvoeringskosten van de activiteiten, onverminderd het bepaalde in het vorige lid.

    • b.

      Beoordelingscriteria, zoals vermeld in artikel 6 van deze regeling.

    • c.

      Een begroting van de uitvoeringskosten van de activiteiten.

 

HOOFDSTUK 4. AMATEURKUNSTSUBSIDIES

Artikel 8 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag van een instelling voor een subsidie voor een presentatieactiviteit die wordt uitgevoerd in het eerste halfjaar van het kalenderjaar wordt ingediend uiterlijk op 1 oktober van het daaraan voorafgaande kalenderjaar.

  • 2.

    Een aanvraag van een instelling voor een subsidie voor een presentatieactiviteit die wordt uitgevoerd in het tweede halfjaar van het kalenderjaar wordt ingediend uiterlijk op 1 april van het desbetreffende kalenderjaar.

  • 3.

    De aanvraag wordt ingediend middels het door het college beschikbaar gestelde aanvraagformulier.

  • 4.

    Alvorens op een aanvraag te beslissen, wint het college advies in van een daarvoor ingestelde adviescommissie.

 

Artikel 9 Subsidievereisten

  • 1.

    De presentatieactiviteit vindt plaats binnen de gemeente Dordrecht.

  • 2.

    De subsidie is aantoonbaar onontbeerlijk om de presentatieactiviteit te realiseren.

  • 3.

    Voor de presentatieactiviteit wordt entreegeld geheven. Deze vereiste geldt niet voor een activiteit op het gebied van Beeldende Kunst (waaronder fotografie).

 

Artikel 10 Beoordelingscriteria

  • 1.

    Indien de tijdig ingediende volledige subsidieaanvragen de vastgestelde subsidieplafonds zoals bedoeld in artikel 3 te boven gaan, vindt subsidieverstrekking plaats aan de subsidieaanvrager met de hoogst gerangschikte subsidieaanvraag beoordeeld door de adviescommissie. Bij de rangschikking van de aanvragen wordt een aantal punten toegekend aan de hand van de volgende criteria. Per criterium zijn 10 punten te verdienen.

    • a.

      De mate waarin de presentatieactiviteit bijdraagt aan de culturele programmering in Dordrecht, zowel naar soort, doelgroep en uitstraling, als ook aan spreiding in tijd en plaats.

    • b.

      De verhouding tussen de gevraagde bijdrage, de eigen inzet en de toegevoegde waarde voor de stad en haar inwoners.

  • 2.

    Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

 

Artikel 11 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Het college verstrekt voor een presentatieactiviteit maximaal éénmaal per kalenderjaar per aanvrager een subsidie van maximaal € 5.000,-.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van de volgende criteria:

    • a.

      Het maximale subsidiepercentage betreft 50% van de totale uitvoeringskosten van de activiteiten, onverminderd het bepaalde in het vorige lid.

    • b.

      Beoordelingscriteria, zoals bedoeld in artikel 10 van deze regeling.

    • c.

      Een begroting van de uitvoeringskosten van de activiteiten.

 

HOOFDSTUK 5 Culturele Initiatieven

Artikel 12 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor een subsidie voor een cultureel initiatief dat wordt uitgevoerd in het eerste halfjaar van het kalenderjaar wordt ingediend uiterlijk op 1 oktober van het daaraan voorafgaande kalenderjaar.

  • 2.

    Een aanvraag voor een subsidie voor een cultureel initiatief dat wordt uitgevoerd in het tweede halfjaar van het kalenderjaar wordt ingediend uiterlijk op 1 april van het desbetreffende kalenderjaar.

  • 3.

    De aanvraag wordt ingediend middels het door het college beschikbaar gestelde aanvraagformulier.

  • 4.

    Alvorens een beslissing te nemen, wint het college advies in van een daarvoor ingestelde adviescommissie.

 

Artikel 13 Subsidievereisten

  • 1.

    De activiteit vindt plaats in de gemeente Dordrecht.

  • 2.

    De aanvrager is woonachtig in Dordrecht en/of werkt samen met Dordtse partners.

  • 3.

    De subsidie is aantoonbaar onontbeerlijk om de presentatieactiviteit te realiseren.

 

Artikel 14 Beoordelingscriteria

  • 1.

    Indien de tijdig ingediende volledige subsidieaanvragen de vastgestelde subsidieplafonds zoals bedoeld in artikel 3 te boven gaan, vindt subsidieverstrekking plaats aan de subsidieaanvrager met de hoogst gerangschikte subsidieaanvraag beoordeeld door de adviescommissie. Bij de rangschikking van de aanvragen wordt een aantal punten toegekend aan de hand van de volgende criteria. Per criterium zijn 10 punten te verdienen.

    • a.

      De mate waarin de activiteit bijdraagt aan het culturele aanbod, zowel naar soort, doelgroep en uitstraling, als ook aan spreiding in tijd en plaats.

    • b.

      Artistieke kwaliteit.

    • c.

      De verhouding tussen de gevraagde bijdrage en de eigen inzet enerzijds en de toegevoegde waarde voor de stad en haar inwoners anderzijds.

    • d.

      De mate waarin de activiteit haalbaar en realiseerbaar is voor de initiatiefnemers (en hun partners).

  • 2.

    Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

 

Artikel 15 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Het college verstrekt voor een initiatief op grond van deze regeling maximaal éénmaal per kalenderjaar per aanvrager een subsidie van maximaal € 5.000,-.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van de volgende criteria:

    • a.

      Het maximale subsidiepercentage betreft 50% van de totale uitvoeringskosten van de activiteiten, onverminderd het bepaalde in het vorige lid.

    • b.

      Beoordelingscriteria, zoals bedoeld in artikel 14 van deze regeling.

    • c.

      Een begroting van de uitvoeringskosten van de activiteiten.

 

HOOFDSTUK 6 Producties

Artikel 16 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor een subsidie voor een productie waarvan de ontwikkeling start in het eerste halfjaar van het kalenderjaar wordt ingediend uiterlijk op 1 oktober van het daaraan voorafgaande kalenderjaar.

  • 2.

    Een aanvraag voor een subsidie voor een productie waarvan de ontwikkeling start in het tweede halfjaar van het kalenderjaar wordt ingediend uiterlijk op 1 april van het desbetreffende kalenderjaar.

  • 3.

    De aanvraag wordt ingediend middels het door het college beschikbaar gestelde aanvraagformulier.

  • 4.

    Alvorens een beslissing te nemen, wint het college advies in van een daarvoor ingestelde adviescommissie.

 

Artikel 17 Subsidievereisten

  • 1.

    De aanvrager is een professione(e)l(e) (theater-)gezelschap of producent.

  • 2.

    De aanvrager is gevestigd in Dordrecht en/of werkt samen met Dordtse culturele partners.

  • 3.

    Er zijn minimaal 2 uitvoeringen in Dordrecht, waaronder de première.

  • 4.

    De subsidie is aantoonbaar onontbeerlijk om de presentatieactiviteit te realiseren.

 

Artikel 18 Beoordelingscriteria

  • 1.

    Indien de tijdig ingediende volledige subsidieaanvragen de vastgestelde subsidieplafonds zoals bedoeld in artikel 3 te boven gaan, vindt subsidieverstrekking plaats aan de subsidieaanvrager met de hoogst gerangschikte subsidieaanvraag beoordeeld door de adviescommissie. Bij de rangschikking van de aanvragen wordt een aantal punten toegekend aan de hand van de volgende criteria. Per criterium zijn 10 punten te verdienen.

    • a.

      De mate waarin de productie bijdraagt aan de diversiteit van het culturele aanbod in Dordrecht, zowel naar soort, doelgroep en uitstraling, als ook aan spreiding in tijd en plaats.

    • b.

      Artistieke kwaliteit.

    • c.

      De toegevoegde maatschappelijke en/of economische waarde voor Dordrecht.

    • d.

      De verwachte haalbaarheid van het plan, op basis van kwaliteit van de organisatie, financieel beheer en marketing.

    • e.

      De mate waarin wordt samengewerkt met andere Dordtse culturele partners.

  • 2.

    Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

  •  

Artikel 19 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Het college verstrekt op grond van deze regeling maximaal éénmaal per aanvrager per jaar een subsidie van maximaal € 30.000,-.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van de volgende criteria:

    • a.

      Het maximale subsidiepercentage betreft 50% van de totale uitvoeringskosten van de activiteiten, onverminderd het bepaalde in het vorige lid.

    • b.

      Beoordelingscriteria, zoals bedoeld in artikel 18 van deze regeling.

    • c.

      Een begroting van de kosten van de productie.

 

HOOFDSTUK 7 SNELLOKET

Artikel 20 Aanvraag

  • 1.

    Het snelloket biedt de mogelijkheid voor zowel huidige als nieuwe aanvragers, zoals bedoeld in artikel 7, lid 3 van de Asv, om aanvragen vanaf 1 januari 2023 in te dienen voor geheel nieuwe culturele initiatieven of geheel nieuwe evenementen.

  • 2.

    Een aanvraag voor een subsidie bij het snelloket wordt minimaal 8 weken voor de uit te voeren activiteit ingediend.

  • 3.

    Aanvragen die minder dan 8 weken voorafgaand aan de activiteit worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.

  • 4.

    De aanvraag wordt ingediend middels het door het college beschikbaar gestelde aanvraagformulier.

  • 5.

    De aanvraag wordt ambtelijk beoordeeld.

 

Artikel 21 Beoordelingscriteria

  • 1.

    De snelloketsubsidie is uitsluitend bedoeld voor nieuwe, nog niet eerder aangevraagde culturele initiatieven of evenementen.

  • 2.

    Bij de beoordeling van een snelloketsubsidie worden de criteria gehanteerd voor een subsidieaanvraag voor een evenement respectievelijk een cultureel Initiatie zoals vermeld in hoofdstuk 3 respectievelijk 5 van deze subsidieregeling.

  •  

Artikel 22 Aanvraagtermijn en beslistermijn

  • 1.

    De snelloketsubsidie is niet gebonden aan de aanvraagtermijnen zoals bedoeld in de artikelen 4 en 12 van deze subsidieregeling.

  • 2.

    Het college neemt in afwijking van artikel 10 lid 1 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht binnen acht weken een besluit op de aanvraag.

 

Artikel 23 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Het college verstrekt voor een subsidie op grond van dit hoofdstuk per aanvraag eenmalig een subsidie van maximaal € 5.000,-.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van de volgende criteria:

    • a.

      Het maximale subsidiepercentage bedraagt 50% van de totale uitvoeringskosten van de activiteiten, onverminderd het bepaalde in het vorige lid.

    • b.

      Inhoudelijke gronden, zoals bedoeld in hoofdstuk 3 en 5 van deze regeling.

    • c.

      Een begroting van de uitvoeringskosten van de activiteiten.

 

HOOFDSTUK 8 WEIGERINGSGRONDEN

Artikel 24 Weigeringsgronden

  • 1.

    Voor subsidies die worden verstrekt op basis van de hoofdstukken 3, 4, 5,6 en 7 van deze subsidieregeling geldt, onverminderd artikel 11 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht, dat een aanvraag daartoe in ieder geval wordt geweigerd indien:

    • a.

      de aanvraag niet voldoet aan het bepaalde in deze regeling;

    • b.

      de activiteiten als onvoldoende worden beoordeeld op basis van de voor de betreffende aanvraag geldende beoordelingscriteria;

    • c.

      de uitvoeringskosten van de activiteiten niet in redelijke verhouding staan tot het aantal te bereiken personen;

    • d.

      het subsidie- of deelplafond zoals bedoeld in artikel 3 wordt overschreden.

  • 2.

    Voor subsidies die worden verstrekt op basis van de hoofdstukken 3 t/m 7 van deze subsidieregeling, kan in navolging van art. 11, lid 5 van de Asv de subsidie geweigerd worden indien subsidie wordt of werd verstrekt op grond van een andere gemeentelijke subsidieregeling of wanneer de organisatie voor deze activiteit al subsidie van de gemeente Dordrecht ontvangt.

  • 3.

    Voor aanvragen die worden gedaan op basis van hoofdstuk 4 van deze subsidieregeling geldt dat deze worden voor de desbetreffende aanvrager worden geweigerd, indien in het betreffende kalenderjaar reeds subsidie voor een presentatieactiviteit aan de aanvrager op grond van deze subsidieregeling is verstrekt.

  • 4.

    Voor aanvragen die worden gedaan op basis van hoofdstuk 5 en hoofdstuk 7 van deze subsidieregeling geldt dat deze worden geweigerd, indien in het betreffende kalenderjaar reeds subsidie voor een cultureel initiatief door de aanvrager op grond van deze subsidieregeling is verstrekt.

 

HOOFDSTUK 9. SUBSIDIEVERPLICHTINGEN

Artikel 25 Subsidieverplichtingen

Onverminderd de verplichtingen uit de artikelen 13 en 14 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht, dient de subsidieontvanger in ieder geval:

  • a.

    de gesubsidieerde activiteit uit te voeren conform de ingediende aanvraag en de daarbij gevoegde onderbouwing. Als er wijzigingen plaatsvinden in de activiteit, dient dit direct gemeld te worden bij het college;

  • b.

    bij uitvoering van de gesubsidieerde activiteit de wet- en regelgeving na te leven en te handelen overeenkomstig de in verband met de activiteiten verleende vergunningen en ontheffingen en de daaraan verbonden voorschriften.

 

HOOFDSTUK 10. HARDHEIDSCLAUSULE, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 26 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze regeling buiten toepassing laten, of daarvan afwijken, voor zover de toepassing gelet op het belang van de aanvrager leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. De reden voor het toepassen van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit.

 

Artikel 27 Overgangs- en slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Amateurkunst, Evenementen, Culturele Initiatieven en Producties gemeente Dordrecht.

  • 2.

    De Subsidieregeling Amateurkunst, Evenementen en Culturele Initiatieven gemeente Dordrecht wordt ingetrokken met de inwerkingtreding van deze subsidieregeling, met dien verstande dat zij van toepassing blijft ten aanzien van een op grond daarvan genomen besluit totdat het college, onder intrekking van dit besluit, een nieuw besluit op grond van deze nieuwe subsidieregeling heeft genomen.

  • 3.

    Aanvragen die zijn ingediend vóór inwerkingtreding van deze nieuwe subsidieregeling en waarop nog geen besluit is genomen ten tijde van de inwerkingtreding van deze subsidieregeling, worden afgehandeld op grond van de oude subsidieregeling.

  • 4.

    Bezwaarschriften die zijn ingediend tegen op grond van Subsidieregeling Amateurkunst, Evenementen en Culturele Initiatieven gemeente Dordrecht genomen besluiten, worden afgehandeld op grond van de Subsidieregeling Amateurkunst, Evenementen en Culturele Initiatieven gemeente Dordrecht.

  • 5.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na de dag van de bekendmaking ervan.

 

 

Aldus besloten in de vergadering van 6 december 2022.

Het college van Burgemeester en Wethouders

C.H.W.M. Post, A.W. Kolff

secretaris, burgemeester

Naar boven