Beleidsregels Studietoeslag Gemeente Tytsjerksteradiel

INLEIDING

 

De Studietoeslag is een regeling die in 2015 (als Individuele Studietoeslag) in werking trad als onderdeel van de Participatiewet. Het doel is altijd geweest om studenten financieel te compenseren als zij door een medische beperking niet naast hun studie kunnen bijverdienen. De bedoeling is altijd geweest dat meer mensen met een arbeidsbeperking gaan studeren en daarmee uiteindelijk een betere kans op de arbeidsmarkt hebben.

 

Uit onderzoek van de Inspectie SZW bleek echter dat de regeling dat doel niet bereikte. Er was in Nederland sprake van een lappendeken aan verschillende regelingen, waarbij de toegang heel verschillend werd geïnterpreteerd. Hierdoor kregen te weinig studenten de Studietoeslag, of was het bedrag te laag om echt een financieel steuntje in de rug te bieden. Om deze bezwaren te ondervangen zijn er aanpassingen gedaan in de Verzamelwet SZW 2022. Zo zijn de voorwaarden aangepast en zijn er bij AMvB minimumbedragen voor de toeslag vastgesteld.

 

De nieuwe Studietoeslag zou eigenlijk onderdeel uitmaken van het wetsvoorstel Breed Offensief. Het wetsvoorstel Breed Offensief is in juni 2021 echter controversieel verklaard. Daarom zou het pas behandeld kunnen worden na het aantreden van een nieuw kabinet. Omdat het nieuwe kabinet lang op zich liet wachten heeft de Tweede Kamer op 18 november 2021 het amendement van Maatoug-Gijs van Dijk aangenomen.

 

Op basis van dit amendement is het onderdeel Studietoeslag uit het wetsvoorstel Breed Offensief gelicht en opgenomen in de Verzamelwet SZW 2022. Hierbij is bepaald dat de nieuwe Studietoeslag per 1 april 2022 van kracht zou worden. De bedragen voor de Studietoeslag en de vrijlating van de stagevergoeding zijn uitgewerkt in een algemene maatregel van bestuur (AMvB).

 

Op grond van het nieuwe artikel 36b Pw verstrekt het college Studietoeslag aan een student die als rechtstreeks gevolg van een ziekte of gebrek structureel niet in staat is naast de studie bij te verdienen door middel van inkomsten uit arbeid, als hij of zij voldoet aan de in artikel 36b Pw genoemde voorwaarden. Een onafhankelijk medisch advies is het uitgangspunt bij de vaststelling van de structurele medische beperking, tenzij uit een eigen beschouwing al duidelijk is dat de belanghebbende voldoet aan deze voorwaarde. In deze beleidsregels wordt hierbij aangesloten. In sommige gevallen zal een oordeel van een medisch specialist afdoende zijn.

 

De belangrijkste wijzigingen zijn:

 

  • -

    Studietoeslag is geen bijzondere bijstand meer, maar een zelfstandige uitkering op grond van de Participatiewet. Dit betekent dat zaken als inlichtingenplicht en bewaking rechtmatigheid niet volgens de gebruikelijke handelwijze binnen de Participatie plaatsvindt, maar een eigen pad volgt, gebaseerd op het artikel 36b van de Participatiewet.

  • -

    Er is geen vermogenstoets meer.

  • -

    Het recht op de Studietoeslag is gekoppeld aan het ontvangen van WTOS (Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten) of studiefinanciering. Daardoor gelden de leeftijdsbeperkingen van die regelingen ook voor de Studietoeslag.

  • -

    Er is een minimumbedrag voor de Studietoeslag vastgelegd in een AMvB.

  • -

    Er is vrijlating van een stagevergoeding tot een in de AMvB vastgelegd bedrag.

  • -

    De verordeningsplicht op grond van artikel 8 lid 1 onderdeel c Pw vervalt.

Hoewel de Studietoeslag nu veel meer is gecentraliseerd blijven er nog enkele elementen over waarin het college bevoegd is een keus te maken. Het gaat hier om de volgende zaken, zij het dat de beleidsvrijheid beperkt is:

  • -

    Het al dan niet op een hoger bedrag vaststellen van de Studietoeslag.

  • -

    De handelwijze bij een verjaardag gedurende de maand, die een hogere Studietoeslag oplevert.

  • -

    Het vaststellen van de maximale grenzen voor de toepassing van terugwerkende kracht bij toekenning.

  • -

    Het definiëren van het begrip “structureel”.

  • -

    De wijze van aanvragen.

  • -

    De criteria omtrent het aanvragen van een medisch advies.

Met deze beleidsregels geeft het college aan wat de keuzen hierin zijn.

 

BELEIDSREGELS STUDIETOESLAG

 

ALGEMEEN

Artikel 1: begripsbepalingen

In deze Beleidsregels Studietoeslag wordt verstaan onder:

 

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tytsjerksteradiel;

  • b.

    wet: de Participatiewet;

  • c.

    doelgroep: de belanghebbenden die naar het oordeel van het college op basis van een individuele beoordeling door het college voldoen aan de criteria, zoals genoemd in artikel 36b van de wet;

  • d.

    structurele ziekte of gebrek: Een fysieke of psychische beperking waardoor de belanghebbende niet in staat is om naast een studie inkomsten uit arbeid of als zelfstandige te verwerven, die ten tijde van de aanvraag aanwezig is en die blijvend is/naar verwachting tenminste een jaar zal voortduren.

  • e.

    aanvraag: de wijze waarop een belanghebbende kan aangeven in aanmerking te willen komen voor een Studietoeslag waarbij hij/zij op het aanvraagformulier verklaart tot de doelgroep te behoren;

  • f.

    maatwerkoplossing: de samenstelling van ondersteuning en voorzieningen die in de individuele situatie nodig zijn om de belanghebbende ten volle te laten participeren.

AANVRAGEN

Artikel 2: aanvragen

Een verzoek om een Studietoeslag wordt conform artikel 43 van de wet door middel van een daarvoor vastgesteld aanvraagformulier ingediend. Hierop verklaart de belanghebbende te voldoen aan de toelatingseisen zoals genoemd in artikel 36b van de wet.

Artikel 3: moment van aanvragen

  • 1.

    Een aanvraag heeft in principe betrekking op de voorgaande periode van maximaal 5 jaar waarbinnen aan de eisen voor toekenning conform artikel 36b van de wet is voldaan en gaat terug tot uiterlijk 1 april 2022.

  • 2.

    Voor een aaneengesloten studie, waarbij de belanghebbende steeds aan de voorwaarden voor toekenning conform het bepaalde in artikel 36b blijft voldoen, volstaat één aanvraag.

ONDERZOEK

Artikel 4: beoordeling aanvraag

  • 1.

    Bij een beoordeling van het recht op een Studietoeslag wordt beoordeeld of de belanghebbende terecht heeft verklaard tot de doelgroep te behoren. Voor ondersteuning bij deze beoordeling wordt verwezen naar de toelichting op dit artikel.

  • 2.

    Bij twijfel over de vraag of de student in staat is om naast de studie inkomsten uit arbeid te verdienen, of wanneer er verschil van mening hierover is tussen consulent en belanghebbende wordt een medisch en arbeidskundig advies gevraagd aan de instantie waar dit is ingekocht.

Artikel 5: hoogte Studietoeslag

  • 1.

    Voor de hoogte van de Studietoeslag wordt aangesloten bij de bedragen uit de AMvB. (Besluit van 23 maart 2022 tot wijziging van het Besluit loonkostensubsidie Participatiewet 2021 in verband met het opnemen van de bedragen voor de Studietoeslag Participatiewet).

  • 2.

    Bij een tussentijdse verjaardag bestaat naar rato recht op de eventueel hogere Studietoeslag.

Artikel 6: beoordeling vervolg

Voor de beoordeling van het recht wordt, in aanvulling op de inlichtingen van belanghebbende, die hij op grond van artikel 36b, lid 4 van de wet verplicht is te geven, gebruik gemaakt van de signalen van het Inlichtingenbureau omtrent het ingeschreven staan bij de Hogeschool of de Universiteit.

Artikel 7: vatbaarheid voor herziening, intrekking en terugvordering en boetes

  • 1.

    De Studietoeslag kan na schending van de inlichtingenplicht op basis van artikel 36b, lid 1 van de wet worden herzien of ingetrokken.

  • 2.

    Terugvordering moet plaatsvinden op basis van artikel 58, lid 2 van de wet.

  • 3.

    Boetes kunnen per 2023 worden toegepast op basis van artikel 18a van de wet.

BESCHIKKING

Artikel 8: beschikking

De beslissing op de aanvraag wordt bij beschikking aan de belanghebbende medegedeeld.

UITBETALING

Artikel 9: betaalbaarstelling

De te verstrekken Studietoeslag wordt maandelijks achteraf betaald.

SLOTBEPALINGEN

Artikel 10: hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in de beleidsregels, indien strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden.

Artikel 11: onvoorziene situaties

In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien beslist het college.

Artikel 12: citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels Studietoeslag Gemeente Tytsjerksteradiel”.

Artikel 13: inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 20 december en worden van kracht met terugwerkende kracht tot 1 april 2022.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Tytsjerksteradiel op 6 december 2022,

de secretaris,

(H.M. van Gils)

de burgemeester,

(Drs. L.J. Gebben)

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

ALGEMEEN

 

Artikel 1

Dit artikel geeft aan wat onder de verschillende begrippen moet worden verstaan,

 

Artikel 2

Dit artikel maakt duidelijk dat een Studietoeslag moet worden aangevraagd. Dit betekent echter niet dat het initiatief van aanvragen altijd bij de klant moet liggen. In het kader van een individuele maatwerkoplossing is voorstelbaar dat binnen het onderzoek de belanghebbende op het spoor wordt gezet van een dergelijke voorziening.

 

Artikel 3

In artikel 36b van de wet is uitdrukkelijk niet uitgesloten dat niet met terugwerkende kracht kan worden aangevraagd. Dat betekent dat het recht op Studietoeslag van een aanvrager ook over de voorgaande periode beoordeeld moet worden. Uiteraard geldt wel een uiterste datum van 1 april 2022 en (op termijn) een binnen constante jurisprudentie ontstane maximale periode van 5 jaar, waarbinnen men rechten jegens de overheid te gelde kan maken.

 

Een toekenning blijft van kracht zolang de student aan de voorwaarden blijft voldoen. Herhaalde aanvragen zijn dan ook niet nodig.

 

Artikel 4

In dit artikel wordt aangegeven dat de individuele beoordeling van de situatie van een student de basis is. Vanwege dat bijzondere karakter kan niet voor alle voorkomende situaties exact worden omschreven wat de handelwijze moet zijn. Toch is er wel een bepaalde lijn aan te geven.

 

Als de klant een fysieke beperking heeft is in veel gevallen wel een inschatting te maken over de arbeidscapaciteit of de inzetbaarheid. Niet iedere fysieke handicap hoeft te betekenen dat geen inkomsten uit arbeid kunnen worden verworven, maar bij twijfel moet wel in het achterhoofd meespelen dat een belanghebbende mogelijk door de Studietoeslag gestimuleerd wordt om door de studie nog meer gebruik te maken van zijn capaciteiten, waardoor op termijn nog beter aan de samenleving kan worden meegedaan.

 

Psychische beperkingen zijn natuurlijk nog moeilijker te ontdekken en te beoordelen, maar hier kan medicijngebruik (ADHD, PDD NOS) wellicht een aanknoping zijn. Ook hier geldt dat we studenten willen stimuleren zoveel mogelijk met hun studiecapaciteiten te doen.

 

Naast fysieke of psychische beperkingen kan het ook zijn dat een student om heel andere redenen niet in staat is om te gaan werken. Dit kan betekenen dat in het kader van een individuele maatwerkoplossing ook iets als een verminking (aangeboren of als gevolg van een ongeluk) een reden kan zijn dat het niet mogelijk is om te gaan werken.

 

Als er twijfel is over de vraag of een belanghebbende naast zijn studie als gevolg van een ziekte of gebrek inkomsten uit arbeid kan verwerven, dan kan advies aan en externe partij worden gevraagd. Dit kan ook gebeuren in de vorm van een second opinion als de belanghebbende en de consulent het niet eens kunnen worden.

 

Artikel 5

Afwijking van de bij AMvB vastgestelde minimumbedragen voor de Studietoeslag kan alleen naar boven plaatsvinden. Hier is echter geen aanleiding voor, zodat wordt aangesloten bij de vastgestelde minimumbedragen. De bedragen uit de AMvB zullen jaarlijks worden geïndexeerd. De AMvB is te vinden onder de wetteksten in Schulinck.

 

Een verjaardag binnen een maand (t/m 21 jaar) leidt tot een hogere Studietoeslag vanaf het moment van de verjaardag. Het bedrag wordt over die maand naar rato vastgesteld.

 

Artikel 6

Op basis van het artikel 36b van de wet zelf geldt de inlichtingenplicht. Dit is cruciaal voor de bewaking van de rechtmatigheid en aanvullend hierop wordt gebruik gemaakt van het Inlichtingenbureau.

 

Artikel 7

Aangezien de Studietoeslag geen vorm van bijzondere bijstand meer is, is als gevolg daarvan herziening, intrekking, terugvordering en boete-oplegging bij inlichtingenschending niet conform de normale bepalingen uit de Participatiewet van kracht. In dit artikel is aangegeven op basis waarvan hetzelfde effect kan worden bereikt.

 

Artikel 8

Een beslissing op een aanvraag Studietoeslag wordt per beschikking medegedeeld. Hierin wordt ook aandacht besteed aan de inlichtingenplicht. Tevens moet een student worden gewezen op de fiscale effecten die de Studietoeslag, die fiscaal belast is, kan hebben voor de inkomensafhankelijke toeslagen, zoals zorg- huur- en kinderopvangtoeslag. Door het opnemen van alle elementen waaruit een beschikking moet bestaan, wordt bereikt dat altijd een gemotiveerde beschikking aan de klant wordt toegestuurd. Dit motiveringsvereiste is met name van belang als het gaat om een negatieve beschikking.

 

Artikel 9

De uitbetaling vindt maandelijks plaats. De belanghebbende is op basis van de inlichtingenplicht zoals genoemd in artikel 36b van de wet gedurende de hele periode van verstrekking gehouden om de voortgang van de studie door te geven.

 

Artikel 10 en 11

Deze artikelen geven aan dat het college te allen tijde bevoegd is om afwijkend van, of aanvullend op deze beleidsregels kan handelen.

 

Artikel 12 en 13

Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.

Naar boven