Algemene parkeervoorwaarden voor het gebruik van gemeentelijke parkeergarages en parkeerterreinen Dordrecht

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;

 

gezien het collegevoorstel inzake het aanpassen van de algemene voorwaarden voor de gemeentelijke parkeergarages en fietsenstallingen Dordrecht;

 

gelet op artikel 160, lid 1, sub a en e van de Gemeentewet;

 

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende

Algemene parkeervoorwaarden voor het gebruik van de gemeentelijke parkeergarages en parkeerterreinen Dordrecht

 

Toegang tot een parkeergarage of parkeerterrein wordt uitsluitend verleend onder toepassing van de navolgende voorwaarden, die deel uitmaken van iedere parkeerovereenkomst tussen de parkeerder en de gemeente als eigenaar tevens beheerder.

HOOFDSTUK I ALGEMEEN

Artikel 1 Definities

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

abonnementhouder:

de eigenaar of gebruiker van een motorvoertuig, die een parkeerabonnement heeft;

college:

het college van Burgemeester en Wethouders van Dordrecht.

 

garage of terrein:

een door slagbomen afgesloten parkeergarage of –terrein die of dat bestemd is voor het tegen betaling parkeren van motorvoertuigen;

 

gemeente:

de gemeente Dordrecht;

motorvoertuig:

hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;

 

parkeerapparatuur:

de technische voorzieningen die in of bij de garage of op het terrein aanwezig zijn;

 

parkeerbewijs:

een bewijs dat toegang geeft tot de garage of het terrein;

 

parkeerder:

de eigenaar, gebruiker, houder of inzittende die een motorvoertuig in de garage of op het terrein parkeert;

 

parkeergeld:

het bedrag dat de parkeerder verschuldigd is voor het gebruik van de garage of het terrein.

 

 

Artikel 2 Doel en reikwijdte van de algemene parkeervoorwaarden

  • 1.

    Deze voorwaarden zijn van toepassing op alle parkeerders die gebruik maken van een garage of terrein.

  • 2.

    In deze voorwaarden zijn tevens bepalingen over parkeerabonnementen opgenomen.

HOOFDSTUK II PARKEREN

Artikel 3 Toegang met parkeerbewijs

Een geldig parkeerbewijs geeft, mits er voldoende plaats beschikbaar is, recht op toegang tot de garage of het terrein voor het parkeren van één motorvoertuig.

 

Artikel 4 Maximum afmeting en gewicht motorvoertuigen

Tot de garage of het -terrein worden uitsluitend personen- en bedrijfsauto's toegelaten met een lengte van maximaal 5,5 meter, een breedte van maximaal 1,83 meter en een gewicht van minder dan 3.500 kilogram. Deze motorvoertuigen mogen niet hoger zijn dan de bij de ingang aangegeven hoogte.

 

Artikel 5 Aanhangwagens, caravans, e.d.

Het is verboden met aanhangwagens, van welke aard dan ook, hieronder mede begrepen caravans, de garage binnen of het terrein op te rijden.

 

Artikel 6 Werkwijze parkeren

  • 1.

    Motorvoertuigen mogen uitsluitend worden geparkeerd in de daarvoor bestemde vakken en volgens de door de gemeente gegeven aanwijzingen.

  • 2.

    Een parkeerder die zijn motorvoertuig wil parkeren, dient gebruik te maken van de parkeerapparatuur.

  • 3.

    Na het parkeren dient de motor van het motorvoertuig te worden uitgezet, de lichten te worden gedoofd en het motorvoertuig deugdelijk te worden afgesloten.

  • 4.

    De in- en uitritten en de rijstroken dienen te allen tijde vrij en berijdbaar te worden gehouden.

  • 5.

    Borden in de garage of op een terrein gelden als door de gemeente gegeven aanwijzingen.

  • 6.

    Motorvoertuigen die in strijd met de genoemde aanwijzingen zijn geparkeerd, kunnen door de gemeente te allen tijde voor rekening en risico van de parkeerder worden verplaatst en zo nodig buiten de garage of het terrein worden gebracht. Ook wanneer er een calamiteit plaatsvindt mag de gemeente het voertuig verplaatsen.

  • 7.

    Alle met het verplaatsen verband houdende kosten worden op de parkeerder verhaald, behalve wanneer sprake is van een calamiteit.

  • 8.

    Parkeervakken voor mindervaliden mogen alleen worden gebruikt in combinatie met de Europese gehandicaptenparkeerkaart.

  • 9.

    Het opladen van een elektrisch motorvoertuig kan bij de aanwezige laadpunten op basis van beschikbaarheid. Het reserveren van een laadpunt is niet mogelijk.

  • 10.

    De parkeerder dient er zorg voor te dragen dat geen hinder of overlast wordt veroorzaakt voor de gebruikers van de in de omgeving gelegen panden c.q. medegebruikers van de garage of het terrein.

 

Artikel 7 Rij- en looprichting

  • 1.

    Eenieder die zich in de garage of op een terrein bevindt, dient zich aan de borden en aangegeven rij- en looprichting te houden. Aan door de gemeente gegeven aanwijzingen en opdrachten wordt door eenieder onmiddellijk gehoor gegeven.

  • 2.

    De maximumsnelheid in de garage en op een terrein is 15 kilometer per uur. Voetgangers hebben overal en te allen tijde voorrang op motorvoertuigen.

 

Artikel 8 Parkeergeld

  • 1.

    Voor het gebruik van de garage of het terrein is de parkeerder parkeergeld verschuldigd.

  • 2.

    Het parkeergeld wordt berekend volgens de door de gemeente vastgestelde tarieven.

  • 3.

    De tarieven voor de garage of het terrein zijn vermeld bij de ingang en de betaalautomaten. Ze staan ook op de website van de gemeente.

 

Artikel 9 Betaling parkeergeld

  • 1.

    De parkeerder dient het verschuldigde parkeergeld te voldoen alvorens de garage of het terrein met het motorvoertuig te verlaten.

  • 2.

    Het parkeergeld kan worden voldaan bij de daarvoor bestemde betaalautomaten langs elektronische weg of door bij de uitrit gebruik te maken van een abonnement of uitrijkaart.

Artikel 10 Zonder betalen de garage of het terrein verlaten

  • 1.

    Het is verboden de garage of het terrein met een motorvoertuig te verlaten zonder betaling van parkeergeld of toestemming van de gemeente.

  • 2.

    Wanneer de garage of het terrein met een motorvoertuig is verlaten zonder betaling van parkeergeld of toestemming van de gemeente, zal de gemeente schriftelijk het bedrag dat op dat moment geldt als dagtarief, vermeerderd met € 50,- vorderen van de kentekenhouder.

 

Artikel 11 Uitrijtijd

  • 1.

    Na betaling bij een betaalautomaat heeft de parkeerder gedurende een periode van 15 minuten de gelegenheid om de garage of het terrein met zijn motorvoertuig te verlaten.

  • 2.

    Na de in het eerste lid van dit artikel genoemde periode is opnieuw parkeergeld verschuldigd.

 

Artikel 12 Verloren kaart

  • 1.

    Bij verlies of ontbreken van het parkeerbewijs mag de parkeerder de garage of het terrein alleen met zijn motorvoertuig verlaten na het voldoen van het verschuldigde parkeergeld, voor elke dag en een gedeelte daarvan dat het motorvoertuig, naar het oordeel van de gemeente, in de garage of het terrein aanwezig is geweest.

  • 2.

    De aanschaf van een (variabele) verloren kaart, om de garage of het terrein te kunnen verlaten, kan alleen plaatsvinden na contact met en tussenkomst van de gemeente.

 

Artikel 13 Openingstijden

  • 1.

    De garage of het terrein is geopend gedurende de openingstijden die bij de ingang vermeld staan.

  • 2.

    In- en uitrijden en parkeren van motorvoertuigen kan uitsluitend tijdens de aangegeven openingstijden of op nader overeengekomen tijden.

  • 3.

    De gemeente is gerechtigd van de openingstijden af te wijken of deze te wijzigen.

  • 4.

    Behalve in geval van overmacht zal een wijziging in de openingstijden tijdig bekend worden gemaakt.

 

Artikel 14 Maximale parkeerduur

  • 1.

    Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente mag een motorvoertuig niet langer dan 28 dagen ononderbroken in de garage of op een terrein geparkeerd zijn.

  • 2.

    Na het verlopen van de maximale parkeerduur van 28 dagen is de parkeerder naast het parkeergeld, een vergoeding verschuldigd van € 50,- per dag, voor elke dag of gedeelte daarvan dat het motorvoertuig van parkeerder in de garage of op een terrein aanwezig is.

  • 3.

    De gemeente is gerechtigd om vergoeding van kosten, schaden en interesten te vorderen.

  • 4.

    De vordering van de kosten genoemd in lid 2 en lid 3 vindt plaats zonder voorafgaande ingebrekestelling.

Artikel 15 Recht van terughouding (retentierecht)

  • 1.

    Ter zekerstelling en borg voor het verschuldigde parkeergeld, vorderingen, kosten, schaden en interesten kan de gemeente het betreffende motorvoertuig terughouden.

  • 2.

    De gemeente kan ten behoeve van de terughouding het motorvoertuig overbrengen naar een afgesloten ruimte in of buiten de garage of het terrein of anderszins maatregelen nemen waardoor het motorvoertuig niet zonder tussenkomst van de gemeente de garage of het terrein kan verlaten.

  • 3.

    De kosten van de terughouding en de daarmee samenhangende maatregelen zijn voor rekening van de kentekenhouder.

  • 4.

    De gemeente stelt de kentekenhouder schriftelijk op de hoogte van de terughouding.

  • 5.

    Ingeval het adres van de kentekenhouder van het motorvoertuig ondanks redelijke inspanning niet is te achterhalen, kan worden volstaan met het aanbrengen van het schrijven onder de ruitenwisser van het motorvoertuig.

  • 6.

    Wanneer de kentekenhouder binnen 13 weken na aanschrijving het motorvoertuig niet heeft opgehaald of de kosten van bewaring de te vorderen kosten overstijgen, is de gemeente gerechtigd, om de belastingdeurwaarder van Gemeentebelastingen Drechtsteden, het motorvoertuig te laten taxeren. Wanneer de kosten de waarde van het motorvoertuig overstijgen, mag eerder tot vernietiging worden overgegaan.

  • 7.

    De waarde van het motorvoertuig wordt door de belastingdeurwaarder van de Gemeentebelastingen Drechtsteden vastgesteld en in mindering gebracht op de vordering.

 

Artikel 16 Niet toegestane activiteiten

  • 1.

    Het is niet toegestaan zich op te houden in de garage of op een terrein, behalve voor het onmiddellijk in- en uitrijden en het opbergen van goederen in het motorvoertuig, is niet toegestaan.

  • 2.

    Het is verboden om de garage of een terrein, zonder voorafgaande toestemming van de gemeente, voor andere doeleinden te gebruiken dan voor het parkeren van motorvoertuigen.

  • 3.

    Het is verboden in de garage of op een terrein, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente, goederen of diensten aan te bieden, uit te delen, of deze te verkopen of te verhuren.

  • 4.

    Het is verboden om in de garage te roken of open vuur te maken.

  • 5.

    Het is verboden in de garage of op een terrein, zonder voorafgaande toestemming van de gemeente, reparaties aan het motorvoertuig of andere werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren.

  • 6.

    Het is verboden ontplofbare, ontbrandbare of anderszins gevaarlijke en/of schadelijke stoffen in de garage of op een terrein binnen te brengen, dan wel binnen te hebben, uitgezonderd motorbrandstof in het daarvoor bestemde normale brandstofreservoir van het motorvoertuig.

  • 7.

    Opslag van goederen, van welke aard dan ook, in de garage of op een terrein is niet toegestaan.

  • 8.

    Het is verboden afval in de garage of op een terrein achter te laten, met uitzondering van het klein-afval, dat in de daarvoor bestemde bakken dient te worden gedeponeerd.

  • 9.

    Het is niet toegestaan om op of aan de garage of op het terrein, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente, reclame te maken, anders dan door middel van uitingen die vast aan of op het motorvoertuig zijn aangebracht.

  • 10.

    Bij overtreding van de in de leden 1 tot en met 8 genoemde bepalingen worden alle hieruit voortvloeiende kosten op de aansprakelijke partij verhaald.

 

Artikel 17 Toegang weigeren

  • 1.

    De gemeente is gerechtigd een motorvoertuig de toegang tot de garage of het terrein te weigeren, indien zij dit wenselijk acht.

  • 2.

    De gemeente zal de toegang in ieder geval weigeren als zij weet of vermoedt dat een motorvoertuig ontplofbare of andere gevaarlijke stoffen vervoert, daaronder niet begrepen motorbrandstoffen in het daarvoor bestemde normale brandstofreservoir van het motorvoertuig, en als zij van oordeel is dat het motorvoertuig gelet op de omvang en/of zwaarte, dan wel door zaken die met het voertuig worden vervoerd, aan de omgeving schade kan toebrengen.

HOOFDSTUK III PARKEEROVEREENKOMST

Artikel 18 Parkeerovereenkomst

  • 1.

    Een parkeerovereenkomst is stilzwijgend tot stand gekomen wanneer de parkeerder het motorvoertuig in de garage of op een terrein heeft geparkeerd.

  • 2.

    Het aangaan van een parkeerovereenkomst zonder gebruik te maken van de daarvoor beschikbaar gestelde middelen en apparatuur is verboden.

  • 3.

    Wanneer geen gebruik kan worden gemaakt van de daarvoor beschikbare middelen of apparatuur, zal het op dat moment voor het parkeren geldende tarief in rekening gebracht worden.

  • 4.

    De geldigheidsduur van een parkeerovereenkomst wordt bepaald aan de hand van het door het parkeerapparatuur geregistreerde tijdstip van in- en uitrijden of door een van tevoren tussen parkeerder en gemeente overeengekomen geldigheidsduur.

  • 5.

    De bepalingen in dit artikel zijn niet van toepassing op abonnementen.

 

HOOFDSTUK IV PARKEERABONNEMENTEN

Artikel 19 Voorwaarden

  • 1.

    Een parkeerder kan voor het parkeren van zijn motorvoertuig een abonnement afsluiten.

  • 2.

    Een abonnement wordt afgesloten voor de duur van tenminste 3 maanden.

  • 3.

    Bij het aangaan van de overeenkomst tot het afsluiten van een abonnement wordt aan de aanvrager een kaart verstrekt waarmee toegang tot de garage of een terrein wordt verkregen.

  • 4.

    Het abonnement is persoons- of bedrijfsgebonden en niet overdraagbaar.

  • 5.

    Het abonnement geeft garantie op een parkeerplaats in de garage of op een terrein.

  • 6.

    Het abonnement geeft geen recht op een vaste parkeerplaats in de garage of op een terrein.

  • 7.

    De gemeente is gerechtigd om een deel van de garage of van een terrein aan te wijzen dat bestemd is voor motorvoertuigen van abonnementhouders.

 

Artikel 20 Tarieven

  • 1.

    Het college stelt de tarieven voor de abonnementen vast.

  • 2.

    Tariefsverhogingen worden ten minste één maand voorafgaand aan de datum van ingang van de tariefsverhoging schriftelijk aan de abonnementhouders bekendgemaakt.

 

Artikel 21 Betalingstermijn

  • 1.

    Het abonnementsgeld dient bij vooruitbetaling uiterlijk voor of op de eerste dag van de abonnementsperiode (1 maand, 1 kwartaal van een jaar of 1 jaar) te zijn voldaan.

  • 2.

    Indien gebruik wordt gemaakt van de garage of het terrein, zonder dat het abonnementsgeld tijdig is voldaan, wordt de abonnementskaart geblokkeerd en parkeergeld volgens het dagtarief in rekening gebracht.

  • 3.

    Indien de abonnementhouder nalatig blijft in de betaling van het verschuldigde bedrag op de overeengekomen vervaldatum, is hij 1 % van het achterstallige parkeergeld verschuldigd per maand of gedeelte van de maand waarin de betaling niet plaatsvond, onverminderd de overige rechten die voor de gemeente uit deze niet-betaling voortvloeien. Hiervoor is geen aanmaning of ingebrekestelling vereist.

  • 4.

    Indien bij wanbetaling van de parkeergelden incassomaatregelen noodzakelijk zijn, worden de buitengerechtelijke incassokosten tussen partijen bij voorbaat vastgesteld op 15% van de onbetaalde hoofdsom doch tenminste op € 250,-,

  • 5.

    Betalingen, door de abonnementhouder gedaan na het uitgaan van de sommatie of de dagvaarding, strekken in de eerste plaats tot voldoening van de voormelde kosten, ook al vermeldt de abonnementhouder bij betaling een andere bestemming.

  • 6.

    Als na betaling de blokkering van de abonnementskaart ongedaan gemaakt moet worden, worden administratiekosten bij de abonnementhouder in rekening gebracht.

 

Artikel 22 Opzeggen

  • 1.

    Een abonnement heeft een minimale doorlooptijd van 3 maanden.

  • 2.

    Opzeggen kan uitsluitend met een opzegtermijn van 1 maand via een webformulier.

  • 3.

    Na de datum van opzegging blokkeert de gemeente het gebruik van de abonnementskaart.

  • 4.

    Schriftelijke opzegging door de gemeente vindt plaats indien de abonnementhouder nalatig blijft in de nakoming van enige verplichting of voorschrift uit deze voorwaarden.

 

Artikel 23 Eigendom, verlies abonnementskaart

  • 1.

    Bij verlies of in ongerede raken van de abonnementskaart, is de abonnementhouder verplicht hiervan de gemeente op de hoogte te stellen. Tegen een vergoeding wordt een nieuwe kaart verstrekt.

  • 2.

    Bij beëindiging van het abonnement, via een webformulier, dient de abonnementhouder de kaart binnen 5 werkdagen na de datum van beëindiging in te leveren bij de gemeente.

  • 3.

    Indien de kaart niet binnen 5 werkdagen na de datum van beëindiging van het abonnement wordt ingeleverd, worden de verschuldigde abonnementskosten tot en met de datum van inlevering van de kaart bij de abonnementhouder in rekening gebracht.

  • 4.

    Indien een kaart door toedoen van de abonnementhouder, vervangen moet worden, worden de kosten van vervanging bij de abonnementhouder in rekening gebracht.

 

Artikel 24 Restitutie

  • 1.

    Indien de garage of het terrein door omstandigheden, veroorzaakt door de gemeente, niet gebruikt kan worden, zal de gemeente een of meerdere alternatieve parkeerlocaties voor de abonnementhouders aanwijzen.

  • 2.

    Indien de garage of het terrein door calamiteiten niet gebruikt kan worden, zal de gemeente zich inspannen om een of meerdere alternatieve parkeerlocaties voor abonnementhouders aan te wijzen.

  • 3.

    Indien geen alternatieve parkeerlocatie zoals bedoeld in de leden 1 en 2 is aangewezen en de abonnementhouder daardoor meer dan één maand geen gebruik heeft kunnen maken van zijn abonnement, dan zal hij slechts een evenredig deel van het parkeergeld verschuldigd zijn.

 

Artikel 25 Overgangsbepaling abonnementen

Deze algemene voorwaarden zijn van overeenkomstige toepassing op abonnementen die zijn afgesloten voor de datum van inwerkingtreding van deze voorwaarden.

 

HOOFDSTUK V OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 26 Aansprakelijkheid

De gemeente aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor diefstal, het verloren gaan van of schade aan eigendommen en motorvoertuigen van de parkeerder of andere inzittenden van het motorvoertuig.

 

Artikel 27 Overmacht gemeente

Wijzigingen in wet- of regelgeving, inclusief die van de gemeente zelf, die gevolgen hebben voor de inhoud van deze algemene voorwaarden worden geacht onderdeel uit te maken van deze voorwaarden.

Artikel 28 Inzien voorwaarden

De algemene voorwaarden zijn via de website van de gemeente Dordrecht te raadplegen.

Artikel 29 Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen waarin deze voorwaarden niet voorzien, beslist het college.

Artikel 30 Nederlands recht van toepassing

Op deze voorwaarden is het Nederlands recht van toepassing.

Artikel 31 Intrekking, citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    De Algemene parkeervoorwaarden voor het gebruik van de gemeentelijke parkeergarages en door slagbomen afgesloten parkeerterreinen van 20 februari 2013 worden ingetrokken.

  • 2.

    Dit besluit kan worden aangehaald als "Algemene parkeervoorwaarden voor het gebruik van de gemeentelijke parkeergarages en parkeerterreinen".

  • 3.

    Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld op 29 november 2022.

Het college van Burgemeester en Wethouders

de gemeentesecretaris, de burgemeester

C.H.W.M. Post, A.W. Kolff

Naar boven