Rioolaansluitingsverordening gemeente Ermelo 2014

De raad van de gemeente Ermelo;

 

gelezen het voorstel van het college van 21 december 2021 (met kenmerk e210044480), waarin wordt voorgesteld de Verordening Fysieke Leefomgeving vast te stellen, waarbij onder meer een aantal artikelen uit de Rioolaansluitingsverordening gemeente Ermelo 2014 worden ingetrokken en opgenomen in de Verordening Fysieke Leefomgeving;

 

het in verband hiermee en vanwege de eisen die gesteld worden aan de bekendmaking van wettelijke voorschriften, het noodzakelijk is de Rioolaansluitingsverordening gemeente Ermelo 2014 in zijn geheel als geconsolideerde versie opnieuw vast te stellen, waarbij de ingetrokken artikelen als ‘vervallen’ zijn aangeduid;

 

gelet op het bepaalde in de artikelen 121 en 149 Gemeentewet;

 

gehoord de beeldvormende tafel van de gemeenteraad op 09 februari 2022 en 19 oktober 2022;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Rioolaansluitingsverordening gemeente Ermelo 2014

 

Afdeling I Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

 

  • A.

    Aansluitleiding: de particuliere afvoerleiding, het aansluitpunt en de perceelaansluiting tezamen.

  • B.

    Aansluitpunt:

    • 1.

      De ontstoppingsvoorziening, gelegen op of binnen één meter van de kadastrale eigendomsgrens, al dan niet op het terrein van de particulier;

    • 2.

      bij afwezigheid van de ontstoppingsvoorziening bij een vrij vervalstelsel het punt waar de aansluitleiding de kadastrale eigendomsgrens snijdt;

    • 3.

      bij afwezigheid van de ontstoppingsvoorziening bij een mechanisch stelsel het punt, gelegen op 0,5 meter van een gemeentelijke voorziening.

  • C.

    Aansluitvergunning: het besluit van burgemeester en wethouders waarbij toestemming is afgegeven om een perceel aan te kunnen sluiten op het openbaar riool.

  • D.

    Afvalwater: huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan, bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater.

  • E.

    Bedrijfsafvalwater: al het water afkomstig van een bedrijfsperceel, waarvan de houder zich –met het oog op de verwijdering daarvan- ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen.

  • F.

    Beheerder: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ermelo.

  • G.

    Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

  • H.

    Bronneringswater: grondwater, onttrokken ten behoeve van een tijdelijke verlaging van de grondwaterstand.

  • I.

    Drainagewater: grondwater, ingezameld door een ingegraven doorlatend buizensysteem.

  • J.

    Drainagestelsel: gemeentelijk leidingstelsel, bestemd voor de afvoer van overtollig grondwater.

  • K.

    Drukriolering: het openbaar riool voor de afvoer van afvalwater waarbij het transport plaatsvindt door middel van met pompinstallaties veroorzaakte druk.

  • L.

    Gemeente: gemeente Ermelo.

  • M.

    Gemengd stelsel: het openbaar riool voor de afvoer van afvalwater.

  • N.

    Gescheiden stelsel: het openbaar riool met een buizenstelsel voor de afvoer van hemelwater dat tevens dienst kan doen als leiding voor de afvoer van drainagewater en bronneringswater, een buizenstelsel voor de afvoer van afvalwater en/of een buizenstelsel voor de afvoer van drainagewater en bronneringswater.

  • O.

    Hemelwater: regenwater en andere neerslag afvloeiend via al dan niet verharde oppervlakken, daken en andere verhardingen.

  • P.

    Huishoudelijk afvalwater: al het water afkomstig van een perceel, waarvan de houder zich –met het oog op de verwijdering daarvan- ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen.

  • Q.

    Omgevingsvergunning: een vergunning krachtens artikel 2.1van de Wet algemene bepalingen

  • R.

    Openbaar hemelwaterriool: het openbaar riool met een buizenstelsel voor de afvoer van hemelwater, drainagewater en bronneringswater.

  • S.

    Infiltratiestelsel: gemeentelijk leidingstelsel, bestemd voor de infiltratie van hemelwater.

  • T.

    Mechanische riolering: drukriolering en vacuümriolering.

  • U.

    Openbaar riool: het gedeelte van de riolering dat bij de gemeente in eigendom en beheer is voor de inzameling en transport van afvalwater, met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen, persleidingen, vacuümleidingen en werken en installaties van overeenkomstige aard.

  • V.

    Onjuist gebruik:

    • 1.

      Het via de perceelaansluitleiding lozen van stoffen die, vanwege hun aard en samenstelling, verstoppingen in het aansluitriool of openbaar riool veroorzaken;

    • 2.

      het via de perceelaansluitleiding lozen van stoffen die, door hun aard en concentratie, de constructie van het aansluitriool of openbaar riool aantasten;

    • 3.

      lozen van afvalwater of deelstromen daarvan, waaronder begrepen hemelwater, bronneringswater en drainagewater, op een niet daarvoor bedoeld stelsel.

  • W.

    Ontstoppingsvoorziening: voorziening in aansluitleiding voor inspectie en onderhoud van de

  • X.

    Particuliere afvoerleiding: de binnen de kadastrale eigendomsgrenzen van het aan te sluiten perceel gelegen binnen- of buiten- of terreinrioolleidingen tot aan het aansluitpunt. De particuliere afvoerleiding wordt ook wel particulier riool genoemd.

  • Y.

    Perceelaansluitleiding: gedeelte van het riool dat de particuliere afvoerleiding vanaf het aansluitpunt verbindt met het overige deel van het openbaar riool.

  • Z.

    Rechthebbende:

    • 1.

      De eigenaar, de vereniging van eigenaren of beperkt zakelijk gerechtigde van het perceel ten behoeve waarvan de aansluiting dan wel aansluitingen op het openbaar riool worden gerealiseerd en in stand gehouden, of;

    • 2.

      de rechtsverkrijgende onder algemene of bijzondere titel van de onder 1. bedoelde personen.

  • AA.

    RWZI: rioolwaterzuiveringsinstallatie.

  • BB.

    Toezichthouder: een natuurlijk persoon, die bij of krachtens een wettelijk voorschrift is belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens een wettelijk voorschrift.

  • CC.

    Vacuümriolering: het openbaar riool, voor de afvoer van afvalwater, waarbij het transport plaatsvindt door middel van een vacuümsysteem.

  • DD.

    Vrijverval riool: het openbaar riool waarbij afvalwater door middel van de zwaartekracht wordt getransporteerd.

Afdeling II De aansluitvergunning

Artikel 2 Vergunningplicht

Vervallen (opgenomen in Verordening Fysieke Leefomgeving).

Artikel 3 Vergunningaanvraag

Vervallen (opgenomen in Verordening Fysieke Leefomgeving).

Artikel 4 Weigering aansluitvergunning

Vervallen (opgenomen in Verordening Fysieke Leefomgeving).

Artikel 5 Verlening aansluitvergunning

Vervallen (opgenomen in Verordening Fysieke Leefomgeving).

Artikel 6 Aanhoudingsgrond en van rechtswege verleende aansluitvergunning

Vervallen (opgenomen in Verordening Fysieke Leefomgeving).

Artikel 7 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen van de bepalingen van afdeling II afwijken voor zover de toepassing, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

 

Afdeling III De aansluiting

Artikel 8 Procedure en in acht te nemen termijnen

  • 1.

    De aanvraagprocedure na vergunningverlening omvat het volgende traject:

    • a.

      Verzoek tot aansluiting.

    • b.

      Kosten van de aansluiting.

    • c.

      Uitvoering van de aansluiting.

  • 2.

    De volgende termijnen worden hierbij door de gemeente in acht genomen:

    • a.

      Verzoek tot aansluiting 4 weken.

    • b.

      Door de aanvrager retour zenden van de voor akkoord getekende brief en betaling binnen 4 weken.

    • c.

      Realisatie van de perceelaansluiting binnen 6 weken na betaling.

Artikel 9 Kosten van de aansluiting

  • 1.

    De rechthebbende betaalt de werkelijke kosten van de aanleg van de perceelaansluitleiding zoals deze geoffreerd is door de aannemer en de eventuele kosten van de noodzakelijke aanpassingen van het openbaar gebied.

  • 2.

    Na ontvangst van het verzoek tot aansluiting verzorgt de behandeld ambtenaar een offerte aanvraag bij de aannemer die door de gemeente is geselecteerd.

  • 3.

    Na ontvangst van de offerte van de aannemer toetst de behandeld ambtenaar marginaal of de offerte marktconform is.

  • 4.

    De behandelend ambtenaar stelt na ontvangst van de offerte van de aannemer, maar uiterlijk 6 weken na het verzoek tot aansluiting een brief op namens het college en vermeld hierin ten minste de kosten van de aanleg, de voorwaarden waaronder het wordt aangesloten, het ontstoppingsbeleid van de gemeente en een redelijke termijn van de te verwachten uitvoeringstermijn.

  • 5.

    De gemeente kan in ieder geval niet worden gehouden tot een feitelijke aanleg van de perceelaansluiting, voordat de rechthebbende schriftelijk akkoord heeft gegeven middels de duplicaatbrief en de verschuldigde kosten inclusief de omzetbelasting zijn bijgeschreven op de gemeentelijke rekening.

  • 6.

    De gemeente acht een redelijke termijn van 4 weken voor het bijschrijven van de betaling op de rekening van de gemeente en het retourneren van de duplicaatbrief.

  • 7.

    De periode zoals omschreven in lid 5 schort de termijn van het verzoek tot aansluiting op tot het moment dat de rechthebbende heeft voldaan aan zijn verplichtingen van lid 5.

  • 8.

    Indien de gemeente na 6 weken geen reactie heeft ontvangen of de rechthebbende niet heeft voldaan aan de verplichtingen zoals omschreven in lid 5, gaat de gemeente er vanuit dat de rechthebbende zijn verzoek tot aansluiting heeft ingetrokken. De gemeente is eraan gehouden het van rechtswege ingetrokken beschouwde verzoek per brief te bevestigen.

  • 9.

    In het geval dat de betaling alsnog is binnengekomen na de termijn zoals genoemd in lid 6, zal deze als onverschuldigd worden aangemerkt en uiterlijk binnen 4 weken worden teruggestort aan de rechthebbende.

  • 10.

    De kosten voor de aanleg van de perceelaansluitleiding, zoals bedoeld in het eerste lid, kunnen niet meer in rekening worden gebracht als deze al op een andere wijze op de rechthebbende zijn of worden verhaald.

  • 11.

    Onderhoud, ontstopping, reparatie of vervanging van de perceelaansluitleiding is voor rekening van de gemeente. Als onderhouds- dan wel herstelwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door onjuist gebruik van het aansluitriool, komen de kosten voor rekening van de rechthebbende of veroorzaker.

  • 12.

    Bij wijziging door de gemeente van de hoogteligging van het aansluitpunt moet de rechthebbende ervoor zorgen dat de particuliere afvoerleiding hierop kan worden aangesloten op een zodanige wijze dat de afvoer vanuit het perceel ongehinderd kan plaatsvinden.

Artikel 10 Uitvoering aanleg of wijziging perceelaansluiting

Vervallen (opgenomen in Verordening Fysieke Leefomgeving).

Artikel 11 Aansluithoogte perceelaansluitleiding

Vervallen (opgenomen in Verordening Fysieke Leefomgeving).

 

Afdeling IV Beheer en calamiteiten

Artikel 12 Beheer

Vervallen (opgenomen in Verordening Fysieke Leefomgeving).

Artikel 13 Calamiteiten

Vervallen (opgenomen in Verordening Fysieke Leefomgeving).

 

Afdeling V Verwijdering aansluiting en sloop

Artikel 14 Zorgplicht

Vervallen (opgenomen in Verordening Fysieke Leefomgeving).

Artikel 15 Beëindiging gebruik

Vervallen (opgenomen in Verordening Fysieke Leefomgeving).

 

Afdeling VI Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 16 Overgangsrecht

  • 1.

    Op aansluitingen die op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening krachtens de tot dan geldende wetgeving en voorschriften tot stand zijn gebracht, zijn de bepalingen van afdeling IV, V en VI cq. de bepalingen van hoofdstuk 13 (riool) uit de Verordening Fysiek Leefomgeving rechtstreeks van toepassing.

  • 2.

    Bij strijd van deze verordening met bepalingen in bestaande vergunningen, prevaleert het bepaalde in deze vergunningen.

  • 3.

    Een krachtens de Rioolaansluitingsverordening gemeente Ermelo 2014, vastgesteld door de raad op 17 juli 2014, verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing krachtens deze verordening of de Verordening Fysieke Leefomgeving

Artikel 17 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van de bepalingen bij of krachtens deze verordening gesteld zijn belast, de bij besluit van het college aan te wijzen personen of groep van personen.

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    De Rioolaansluitingverordening gemeente Ermelo 2014, vastgesteld door de raad op 17 juli 2014, wordt ingetrokken op het moment van inwerkingtreding van de in het eerste lid bedoelde verordening.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Rioolaansluitingverordening gemeente Ermelo 2014.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 1 november 2022

griffier,

voorzitter,

Toelichting

1.1 Inleiding

 

Inzameling en transport van afvalwater zijn taken van de gemeente op grond van artikel 10:33 van de Wet milieubeheer. Voor het uitvoeren van deze taak heeft de gemeente rioolstelsels aangelegd en zorgt de gemeente voor het beheer van deze stelsels. Een Rioolaansluitingverordening regelt de verhouding tussen de burger en de gemeente inzake de aansluiting op het openbaar rioolstelsel en het afkoppelen van hemelwater. In een Rioolaansluitingverordening worden voorwaarden gesteld aan de wijze waarop een aansluiting op het openbaar riool kan worden verkregen. Daarnaast wordt geregeld wie verantwoordelijk is voor het beheer van de perceelaansluiting. Dit strekt tot voordeel van alle betrokken partijen, omdat er dan duidelijkheid bestaat over de verwachtingen die burgers en de gemeente van elkaar mogen hebben.

 

De gemeente is bevoegd tot het vaststellen van een Rioolaansluitingverordening op grond van de algemene verordende bevoegdheid van artikel 149 van de Gemeentewet.

 

1.2 Gemeentelijke rioolaansluitingverordening

Uitgangspunt van de Rioolaansluitingverordening is dat voor een nieuwe aansluiting of een wijziging van de bestaande aansluiting, een aansluitvergunning is vereist.

 

In de aansluitvergunning worden voorwaarden gesteld waaronder de rechthebbende een aansluiting kan verkrijgen en mag gebruiken. Hierbij moet rekening worden gehouden met de in het Bouwbesluit genoemde bouwtechnische eisen. Op basis van de Rioolaansluitingverordening kunnen in de aansluitvergunning voorwaarden worden opgenomen over onderhoud, renovatie en vervanging van de aansluitleiding en beëindiging van het gebruik van de aansluiting. Daarbij kunnen er andere voorwaarden worden gesteld in het geval er een gescheiden rioolstelsel aanwezig is.

 

In het systeem van de verordening is een keuze gemaakt voor een verdeling van het beheer van de aansluitleiding, waarmee problemen als gevolg van de verdeling van het eigendom van een aansluitleiding worden voorkomen. Dit betekent dat de gemeente en de rechthebbende elk verantwoordelijk zijn voor het gebruik en het onderhoud van een deel van de aansluitleiding. Werkzaamheden aan de particuliere afvoerleiding vallen onder de verantwoordelijkheid van de rechthebbende op het aangesloten perceel.

 

Het deel van de aansluitleiding vanaf het aansluitpunt naar het openbaar rioolstelsel wordt in de verordening de perceelaansluitleiding genoemd en staat onder beheersverantwoordelijkheid van de gemeente. Deze ligt meestal in openbare grond.

 

Als nu bijvoorbeeld een verstopping is ontstaan in de particuliere afvoerleiding, dan moet de rechthebbende op grond van de rioolaansluitingverordening zelf en voor eigen rekening zorg dragen voor het verhelpen van het probleem. Is er een verstopping ontstaan in de perceelaansluitleiding, bijvoorbeeld door ingroeiende boomwortels of door een verzakking, dan draagt de gemeente zorg voor de reparatie. Ook de kosten van onderhoud, renovatie en vervanging van de perceelaansluitleiding zijn voor de gemeente.

 

De aanleg van de perceelaansluitleiding geschiedt door de gemeente of door een namens de gemeente in te schakelen aannemer. De rechthebbende betaalt de kosten op basis van een offertevoorstel. De gemeente kan in ieder geval niet tot feitelijke aanleg van de perceelaansluitleiding overgaan, voordat de rechthebbende schriftelijk akkoord heeft gegeven voor de kosten van de aanleg van de perceelaansluitleiding en deze kosten ook heeft betaald. De kosten worden aangemerkt als genotsretributies in de zin van artikel 229 van de Gemeentewet. Dit betekent dat niet meer in rekening mag worden gebracht dan de daadwerkelijke kosten die gemoeid zijn met het aanleggen van een perceelaansluitleiding.

 

De verlening van de aansluitvergunning kan door de gemeente worden geweigerd als aansluiting van een particuliere afvoerleiding op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting vanwege technische, juridische of milieuhygiënische redenen bezwaarlijk is. In de verordening is geen uitputtende regeling opgenomen met betrekking tot de weigeringgronden van de aanvraag.

 

De Rioolaansluitingverordening van de gemeente Ermelo bestaat uit 19 artikelen, die zijn ondergebracht in 6 afdelingen. Afdeling II regelt de aansluitvergunning: een omschrijving van de vergunningplicht, de aanvraag, de verlening en tot slot de gronden tot weigering. Tevens is er een aanhoudingsplicht geregeld. In afdeling III komt het tot stand brengen van de aansluiting aan de orde. Hierin worden het verzoek tot aanleg of wijziging, de kosten en de uitvoering geregeld. Het onderhoud komt in afdeling IV aan de orde, de verwijdering en de sloop van de aansluiting in afdeling V. De laatste afdeling VI, betreft de overgangs- en slotbepalingen.

 

1.3 Artikelsgewijze toelichting

 

1.3 Artikel 1 Begripsbepalingen

 

1.3In artikel 1 worden de begripsbepalingen gegeven. De begrippenlijst is uitgebreid om te voorkomen dat onnodige discussie kan ontstaan over de betekenis van bepaalde begrippen. Voor de uitleg van de bepalingen in de verordening en de voorschriften in een aansluitvergunning, gelden de definities van artikel 1. De aansluitleiding is de benaming voor de gehele leiding vanaf de binnenriolering tot en met de aansluiting op het openbaar riool. Het openbaar riool is het deel van de riolering wat in eigendom en beheer van de gemeente is ten behoeve van de inzameling en transport van afvalwater. Onder dit begrip vallen eveneens rioolgemalen, persleidingen, vacuümleidingen, werken en installaties van overeenkomstige aard in beheer bij de gemeente. De aansluitleiding wordt volgens de definities onderverdeeld in de particuliere afvoerleiding, het aansluitpunt en de perceelaansluitleiding en maakt geen onderdeel uit van het openbaar riool. Omdat het aansluitpunt de scheidingslijn vormt tussen de beheersverantwoordelijkheid van de gemeente en de beheersverantwoordelijkheid van de perceeleigenaar is het belangrijk dat een duidelijk definitie wordt gegeven van het aansluitpunt. In de gemeente Ermelo wordt voor nieuwe situaties als aansluitpunt aangemerkt:

 

  • -

    De ontstoppingsvoorziening, gelegen op of nabij de kadastrale eigendomsgrens op het terrein van de particulier.

  • -

    Bij afwezigheid van de ontstoppingsvoorziening bij een vrij vervalstelsel het punt waar de aansluitleiding de kadastrale eigendomsgrens snijdt.

  • -

    Bij afwezigheid van de ontstoppingsvoorziening bij een mechanisch stelsel het punt, gelegen op 0,5 meter van een gemeentelijke voorziening. Bij dit laatste kan gedacht worden aan een (pomp)put.

1.3 De rechthebbende is degene die een aansluitvergunning kan aanvragen. De rechthebbende is de perceelseigenaar. Tevens worden als rechthebbende aangemerkt:

  • -

    De zakelijk gerechtigde van een aan te sluiten perceel.

  • -

    De rechtsopvolgers van deze eigenaren of zakelijk gerechtigden, zodat de vergunning geldig blijft in geval het perceel bijvoorbeeld wordt verkocht.

  • -

    Vereniging van eigenaren.

  • -

    De rechthebbende die zijn eigendom verhuurt. Hij moet er voor zorgen dat de huurder de voorschriften van de aansluitvergunning naleeft. Dit geldt ook als de verhuurder een woningbouwvereniging is. De woningbouwvereniging is als rechthebbende (vergunninghouder) het aanspreekpunt in relatie tot de gemeente.

1.3 Het centrale begrip afvalwater omvat het huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan, bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater.

 

1.3 Artikel 2 Vergunningplicht

 

Vervallen (in verband met de Verordening Fysieke Leefomgeving).

 

1.3 Artikel 3 Vergunningaanvraag

 

Vervallen (in verband met de Verordening Fysieke Leefomgeving).

 

1.3 Artikel 4 Weigering aansluitvergunning

 

Vervallen (in verband met de Verordening Fysieke Leefomgeving).

 

1.3Artikel 5 en 6 Verlening, aanhouding en van rechtswege verleende aansluitvergunning

 

Vervallen (in verband met de Verordening Fysieke Leefomgeving).

 

1.3Artikel 7 Hardheidsclausule

 

1.3Om te voorkomen dat toepassing van de bepalingen omtrent het verlenen van de aansluitvergunning in een concreet geval zou leiden tot een beslissing in strijd met de redelijkheid en billijkheid, is een hardheidsclausule opgenomen om in incidentele gevallen van het bepaalde in afdeling II van deze verordening af te wijken. Er dienen zodanige omstandigheden aanwezig te zijn dat toepassing van de bepalingen betreffende het verlenen van de aansluitvergunning tot pertinente onbillijkheden leiden.

 

1.3Artikel 8 Procedure en in acht te nemen termijnen

 

1.3In artikel 8 is vastgelegd hoe de rechthebbende na het verkrijgen van de aansluitvergunning een verzoek kan doen tot aansluiting op het openbaar riool. Na het retour zenden van de voor akkoord getekende brief en de betaling door de rechthebbende, dient de gemeente binnen 6 weken een afspraak te maken om de werkzaamheden uit te voeren.

 

1.3 Artikel 9 Kosten van de aansluiting

 

1.3Het bedrag dat de rechthebbende voor de (aanleg van de) aansluiting dient te betalen, moet worden aangemerkt als een recht dat wordt geheven ter zake van het genot van, door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten (artikel 229, eerste lid, sub b. van de Gemeentewet). Dit betekent dat het in rekening gebrachte bedrag niet hoger mag zijn dan de kosten die de gemeente in werkelijkheid moet maken. De rechthebbende betaalt de werkelijke kosten van de perceelaansluitleiding. De gemeente kan in ieder geval niet worden gehouden tot feitelijke aanleg van de perceelaansluitleiding over te gaan, voordat de rechthebbende zich schriftelijk akkoord heeft verklaard met de kosten van de aanleg van de perceelaansluitleiding en de betaling is bijgeschreven op de rekening van de gemeente. Wanneer de kosten al op een andere manier verhaald zijn of worden, bijvoorbeeld in het kader van de grondexploitatie, dan worden deze niet in rekening gebracht.

 

1.3Artikel 10 Uitvoering aanleg of wijziging perceelaansluiting

 

Vervallen (in verband met de Verordening Fysieke Leefomgeving).

 

1.3Artikel 11 Aansluithoogte perceelaansluitleiding

 

Vervallen (in verband met de Verordening Fysieke Leefomgeving).

 

1.3Artikel 12 Beheer

 

Vervallen (in verband met de Verordening Fysieke Leefomgeving).

 

1.3Artikel 13 Calamiteiten

 

Vervallen (in verband met de Verordening Fysieke Leefomgeving).

 

1.3Artikel 14 Zorgplicht

 

Vervallen (in verband met de Verordening Fysieke Leefomgeving).

 

1.3Artikel 15 Beëindiging gebruik

 

Vervallen (in verband met de Verordening Fysieke Leefomgeving).

 

1.3Artikel 16 Overgangsrecht

 

1.3Omdat met het van kracht worden van de rioolaansluitingverordening juridisch een nieuwe situatie ontstaat, zijn in artikel 16 een aantal overgangsbepalingen opgenomen. Aanvragen tot aansluiting of wijziging van een aansluiting die na de inwerkingtreding van de nieuwe verordening nog in behandeling worden genomen, worden behandeld volgens de regeling in de verordening. Middels lid 1 van artikel 16 worden op alle reeds bestaande aansluitingen de bepalingen met betrekking tot het beheer en onderhoud en de zorgplicht bij verwijdering en sloop van toepassing verklaard. Uiteraard mag deze toepassing geen strijd opleveren met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Bij wijziging van een bestaande aansluiting bestaat de plicht om daarvoor een aansluitvergunning te verkrijgen. Omdat het denkbaar is dat voor het tot stand brengen van aansluitingen op het openbaar riool in het verleden met perceeleigenaren vergunningen zijn afgegeven waarin afspraken zijn gemaakt die strijd opleveren met de aansluitverordening, is in lid 2 vastgelegd dat in dergelijke situaties de bepalingen van de vergunning prevaleren. Het zou immers in strijd zijn met het rechtszekerheidsbeginsel als deze afspraken zomaar opzij worden gezet.

 

1.3Artikel 17 Toezichthouders

 

1.3Een persoon die is aangewezen als toezichthouder beschikt in beginsel over alle in afdeling 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) opgenomen bevoegdheden. Op grond van artikel 5:14 van de Awb kunnen deze bevoegdheden bij verordening of bij besluit van het college worden beperkt. In dit verband is tevens artikel 5:16a van de Awb van belang. Hierin staat beschreven dat een toezichthouder bevoegd is van personen inzage te vorderen van een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht. Het college wijst in de regel een gemeentelijke afdeling of dienst aan waarvan de ambtenaren zijn belast met het toezicht op de naleving van de verordening. Voorts kan het college ambtenaren aanwijzen van andere afdelingen of diensten.

 

1.3Artikel 18 Inwerkingtreding

 

1.3De inwerkingtreding van de verordening is de dag na de bekendmaking.

 

1.3Artikel 19 Citeertitel

 

1.3Deze verordening krijgt als titel: Rioolaansluitingverordening gemeente Ermelo 2014.

Naar boven