Artikel 1 Begripsomschrijving
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder een vermakelijkheid verstaan: een activiteit, waarbij wordt beoogd of mede wordt beoogd het publiek amusement, verstrooiing, ontspanning of vermaak te verschaffen, of waarbij het publiek amusement, verstrooiing, ontspanning of vermaak zoekt, ondergaat, vindt, pleegt te vinden of kan vinden, een en ander in of op daartoe bestemde of geschikte, voor eenieder toegankelijke inrichtingen, terreinen, wateren en dergelijke.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
Onder de naam vermakelijkhedenretributie wordt een recht geheven ter zake van het tegen betaling of vergoeding van welke aard ook geven van vermakelijkheden waarbij gebruik wordt gemaakt van door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen of waarbij een bijzondere voorziening in de vorm van toezicht of anderszins van de zijde van het gemeentebestuur getroffen wordt.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is degene die de vermakelijkheid geeft, dan wel degene voor wiens rekening en risico de vermakelijkheid wordt gegeven, dan wel degene die gelegenheid biedt tot het geven van de vermakelijkheid.
Indien ter zake van hetzelfde belastbare feit meerdere belastingplichtigen kunnen worden aangewezen, wordt de aanslag gesteld ten name van de exploitant van de inrichting, het terrein, het water en dergelijke, bedoeld in artikel 1.
Artikel 4 Vrijstellingen
Belastingplichtigen als bedoeld in artikel 3, worden niet in de heffing betrokken wanneer het aantal betalende bezoekers bedoeld in artikel 5 lid 1, het aantal van 10.000 per belastingjaar niet overschrijdt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief.
De maatstaf van de heffing is het aantal betalende bezoekers van de vermakelijkheid per belastingjaar.
Het tarief bedraagt per bezoeker € 0,75
Artikel 6 Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar
Artikel 7 Wijze van heffing en termijnen van betaling
De rechten worden bij wijze van aanslag geheven.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
artikel 8 Overgangsrecht
De "Verordening belastingen op vermakelijkhedenretributie 2022” vastgesteld bij raadsbesluit van 25 november 2021, sedertdien gewijzigd , wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 9, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 9 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.
Artikel 10 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening vermakelijkhedenretributie 2023".