Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten gemeente Medemblik 2023

De raad van de gemeente Medemblik;

 

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2022;

 

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten gemeente Medemblik 2023.

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de hierna genoemde begraafplaatsen gelegen in de gemeente Medemblik:

  • de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan de Dorpsstraat 42 in Abbekerk;

  • de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan de Kerkweg 1 in Abbekerk;

  • de Westerbegraafplaats gelegen aan de Dijkweg in Andijk;

  • de Oosterbegraafplaats gelegen aan de Weet in Andijk;

  • de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan het Kerkelaantje 10 (oud en nieuw) in Benningbroek;

  • de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan het Noordeinde 28 in Lambertschaag;

  • de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan de Compagniesingel in Medemblik;

  • de gemeentelijke begraafplaats ‘Zorgvliet’ gelegen aan de Zorgvlietlaan in Medemblik;

  • de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan de Midwouder Dorpsstraat 16 (oud en nieuw) in Midwoud;

  • de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan het IJsbaanpad in Nibbixwoud;

  • de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan de Heemraad Witweg t.o. nr. 16 in Oostwoud;

  • de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan het Oosteinde 44 in Oostwoud;

  • de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan de Almersdorperweg bij 24 in Opperdoes;

  • de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan de Kerkebuurt 16 in Opperdoes;

  • de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan de Westerstraat 42 (oud en nieuw) in Sijbekarspel;

  • de gemeentelijke begraafplaats ‘Nieuwe Algemene begraafplaats’ gelegen aan de noordzijde van de NK kerk aan de Dorpsweg 121 in Twisk;

  • de gemeentelijke begraafplaats ‘Oude Algemene begraafplaats’ gelegen aan de zuidzijde van de NK kerk aan de Dorpsweg 121 in Twisk;

  • de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan de Raadhuisstraat 15 in Wognum;

  • de gemeentelijke begraafplaats ‘Kreekland’ gelegen aan de Kaaspers in Wognum.

  • b.

    particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    particulier urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • e.

    particuliere urnennis: een element, zowel staand als liggend, van een columbarium of urnenmuur, bestemd voor het doen bijzetten en bijgezet houden van 1 of 2 asbussen;

  • f.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • g.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • h.

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemde plaats op een gemeentelijke begraafplaats waarop as wordt verstrooid.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1.

    De rechten worden niet geheven voor:

    • a.

      het opgraven van stoffelijke resten of een asbus op rechterlijk gezag;

    • b.

      het begraven van stoffelijke overschotten c.q. het bijzetten van de as van kinderen, die beneden de leeftijd van 3 maanden zijn overleden en in één kist met hun moeder worden begraven c.q. waarvan de as met die van de moeder wordt geborgen in één asbus.

  • 2.

    Het grafrecht is slechts éénmaal verschuldigd als het begraven van stoffelijke overschotten c.q. het bijzetten van de as van een doodgeboren of binnen 3 maanden na de geboorte overleden tweeling, drieling enz. mits dit in dezelfde kist geschiedt c.q. in één asbus wordt geborgen.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 1.1, 1.2, 2.1, 2.2 5.1 en 5.2 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt geheven.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 5.3 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De overige rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 5.3 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van het eerstvolgende belastingjaar.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 5.3 van de tarieventabel verschuldigd tot aan het eerstvolgende belastingjaar.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 5.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    De bij wege van aanslag geheven rechten moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2.

    De bij wege van gedagtekende kennisgeving geheven rechten moeten worden betaald binnen dertig dagen na dagtekening daarvan.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid geldt zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in twaalf gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste, tweede en derde lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Verordening Lijkbezorgingsrechten 2022’ vastgesteld bij raadsbesluit van 25 november 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Lijkbezorgingrechten gemeente Medemblik 2023’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Medemblik van 1 december 2022.

De griffier,

De voorzitter,

Bijlage 1. Tarieventabel

 

GEMEENTE MEDEMBLIK

Behoort bij raadsbesluit van 1 december 2022

Mij bekend, de griffier van de gemeente Medemblik.

A. Reus.

Tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2023 van de gemeente Medemblik

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten en onderhoud

Tarief 2023

Tarief 2022

afgerond op hele euro's

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf inclusief algemeen onderhoud wordt bij uitgifte geheven:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.1.1

voor een particulier graf voor overledenen van 12 jaar en ouder (2 grafposities)

voor een periode van 10 jaar

€ 1.768

€ 1.716,44

voor een periode van 20 jaar

€ 2.825

€ 2.742,44

voor een periode van 30 jaar

€ 4.324

€ 4.198,01

voor een periode van 40 jaar

€ 5.823

€ 5.653,70

voor een periode van 50 jaar

€ 7.323

€ 7.109,27

 

 

 

 

 

 

1.1.2

voor een particulier graf voor overleden kinderen tot 12 jaar

voor een periode van 10 jaar

€ 999

€ 969,61

voor een periode van 20 jaar

€ 1.596

€ 1.549,13

voor een periode van 30 jaar

€ 2.443

€ 2.371,36

voor een periode van 40 jaar

€ 3.290

€ 3.193,70

voor een periode van 50 jaar

€ 4.136

€ 4.015,93

 

 

 

 

 

 

1.1.3

voor een particulier graf voor een levenloos geborene en een baby tot 1 jaar

voor een periode van 10 jaar

€ 541

€ 524,90

voor een periode van 20 jaar

€ 864

€ 838,64

voor een periode van 30 jaar

€ 1.322

€ 1.283,81

voor een periode van 40 jaar

€ 1.782

€ 1.729,83

voor een periode van 50 jaar

€ 2.239

€ 2.174,16

 

 

 

 

 

 

1.1.4

voor een particulier urnengraf

voor een periode van 5 jaar

€ 312

€ 302,49

voor een periode van 10 jaar

€ 547

€ 531,11

voor een periode van 15 jaar

€ 722

€ 701,12

voor een periode van 20 jaar

€ 954

€ 926,22

 

 

 

 

 

 

1.1.5

voor een particulier graf voor overledenen van 12 jaar en ouder (1 grafpositie is op aanvraag en niet op alle begraafplaatsen mogelijk)

voor een periode van 10 jaar

€ 1.061

€ 1.029,86

voor een periode van 20 jaar

€ 1.695

€ 1.645,39

voor een periode van 30 jaar

€ 2.594

€ 2.518,86

voor een periode van 40 jaar

€ 3.494

€ 3.392,19

voor een periode van 50 jaar

€ 4.394

€ 4.265,66

 

 

 

 

 

 

1.2

Voor uitgifte ten behoeve van het gebruik wordt geheven:

 

 

 

 

 

 

1.2.1

Voor een particuliere urnennis

voor een periode van 5 jaar

€ 321

€ 311,87

voor een periode van 10 jaar

€ 564

€ 547,53

voor een periode van 15 jaar

€ 745

€ 723,39

voor een periode van 20 jaar

€ 984

€ 955,53

 

 

 

 

 

 

1.2.2

Voor een algemeen graf voor en periode van 10 jaar (mits beschikbaar)

€ 1.047

€ 1.016,73

1.3

Voor het verlenen van het recht op verstrooien van as op een daartoe aangewezen herdenkingsplaats wordt geheven:

€ 129

€ 125,68

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.4

Voor het vooraf reserveren van een graflocatie voor een periode van 10 jaar wordt geheven:

€ 555

€ 539,32

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Verlengen van rechten en onderhoud

Tarief 2023

Tarief 2022

afgerond op hele euro's

2.1

Voor het verlengen van het uitsluitend recht tot begraven en voor het algemeen onderhoud

van de begraafplaats wordt geheven:

 

 

 

 

 

 

2.1.1

voor een particulier graf voor overledenen van 12 jaar en ouder

voor een periode van 5 jaar

€ 995

€ 966,08

voor een periode van 10 jaar

€ 1.768

€ 1.716,44

voor een periode van 15 jaar

€ 2.362

€ 2.293,51

voor een periode van 20 jaar

€ 2.825

€ 2.742,44

 

 

 

 

 

 

2.1.2

voor een particulier graf voor overleden kinderen tot 12 jaar

voor een periode van 5 jaar

€ 562

€ 545,77

voor een periode van 10 jaar

€ 999

€ 969,61

voor een periode van 15 jaar

€ 1.334

€ 1.295,54

voor een periode van 20 jaar

€ 1.596

€ 1.549,13

 

 

 

 

 

 

2.1.3

voor een particulier graf voor een levenloos geborene en een baby tot 1 jaar

voor een periode van 5 jaar

€ 304

€ 295,45

voor een periode van 10 jaar

€ 541

€ 524,90

voor een periode van 15 jaar

€ 723

€ 701,46

voor een periode van 20 jaar

€ 864

€ 838,64

 

 

 

 

 

 

2.1.4

voor een particulier urnengraf

voor een periode van 5 jaar

€ 312

€ 302,49

voor een periode van 10 jaar

€ 547

€ 531,11

voor een periode van 15 jaar

€ 722

€ 701,12

voor een periode van 20 jaar

€ 954

€ 926,22

 

 

 

 

 

 

2.2

Voor verlengen van het gebruik wordt geheven:

 

 

 

 

 

 

2.2.1

voor een particuliere urnennis

voor een periode van 5 jaar

€ 321

€ 311,87

voor een periode van 10 jaar

€ 564

€ 547,53

voor een periode van 15 jaar

€ 745

€ 723,39

voor een periode van 20 jaar

€ 984

€ 955,53

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Begraven en bijzetten stoffelijke overschotten

 

 

 

 

 

3.1

Voor het begraven of bijzetten in een graf van een stoffelijk overschot wordt geheven:

 

 

 

 

 

 

3.1.1

voor een overledene van 12 jaar en ouder

€ 827

€ 802,88

 

 

 

 

 

 

3.1.2

voor een overleden kind tot 12 jaar

€ 560

€ 543,77

 

 

 

 

 

 

 

 

3.1.3

voor een levenloos geborene en een baby tot 1 jaar

€ 293

€ 284,79

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.1.4

voor het begraven van een tweede persoon in hetzelfde graf en op hetzelfde tijdstip

€ 620

€ 602,28

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 4 Plaatsen en bijzetten van asbussen en urnen

 

 

 

 

4.1

Voor het plaatsen of bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

 

 

 

 

 

 

 

 

4.1.1

in een (aard) graf

€ 125

€ 351,73

 

 

 

 

 

 

 

 

4.1.2

in een urnennis

€ 125

€ 310,69

 

 

 

 

 

 

 

 

4.1.3

indien het plaatsen of bijzeten in een graf of nis door derden geschied

€ 125

€ 293,11

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 5 Grafbedekking en onderhoud

Tarief 2023

Tarief 2022

 

 

 

 

 

afgerond op hele euro's

5.1

Voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen of vernieuwen van een grafbedekking en/of gedenksteen, wordt geheven:

€ 98

€ 94,97

 

 

 

 

 

 

 

 

5.2

Voor de onderhoudskosten voor het algemeen onderhoud van de begraafplaats voor een graf dat is uitgegeven voor onbepaalde tijd wordt geheven:

voor een periode van 5 jaar

€ 904

€ 878,15

indien aan het begin van het belastingtijdvak de periode van het voorgaande belastingtijdvak eindigt.

Indien de belatingplichtige tijdig, voor het begin van het nieuwe belastingtijdvak heeft aangegeven uit te willen gaan van een nieuw belastingtijdvak, langer dan 5 jaar, wordt voor de onderhoudskosten geheven:

voor een periode van 10 jaar

€ 1.607

€ 1.560,04

voor een periode van 15 jaar

€ 2.147

€ 2.084,52

voor een periode van 20 jaar

€ 2.567

€ 2.492,47

5.2.1

Voor de onderhoudskosten voor het algemeen onderhoud van de begraafplaats voor een urnengraf dat is uitgegeven voor onbepaalde tijd wordt geheven:

voor een periode van 5 jaar

€ 283

€ -

indien aan het begin van het belastingtijdvak de periode van het voorgaande belastingtijdvak eindigt.

Indien de belastingplichtige tijdig, voor het begin van het nieuwe belastingtijdvak heeft aangegeven uit te willen gaan van een nieuw belastingtijdvak, langer dan 5 jaar, wordt voor de onderhoudskosten geheven:

voor een periode van 10 jaar

€ 497

€ -

voor een periode van 15 jaar

€ 656

€ -

voor een periode van 20 jaar

€ 867

€ -

 

 

 

 

 

 

5.2.2

Voor de onderhoudskosten voor het algemeen onderhoud van de begraafplaats voor een graf voor overleden kinderen tot 12 jaar dat is uitgegeven voor onbepaalde tijd wordt geheven:

voor een periode van 5 jaar

€ 511

€ -

indien aan het begin van het belastingtijdvak de periode van het voorgaande belastingtijdvak eindigt.

Indien de belatingplichtige tijdig, voor het begin van het nieuwe belastingtijdvak heeft aangegeven uit te willen gaan van een nieuw belastingtijdvak, langer dan 5 jaar, wordt voor de onderhoudskosten geheven:

voor een periode van 10 jaar

€ 908

€ -

voor een periode van 15 jaar

€ 1.213

€ -

voor een periode van 20 jaar

€ 1.450

€ -

 

 

 

 

 

 

5.2.3

Voor de onderhoudskosten voor het algemeen onderhoud van de begraafplaats voor een graf voor een levenloos geborene of baby tot 1 jaar uitgegeven voor onbepaalde tijd wordt geheven:

voor een periode van 5 jaar

€ 277

€ -

indien aan het begin van het belastingtijdvak de periode van het voorgaande belastingtijdvak eindigt.

Indien de belatingplichtige tijdig, voor het begin van het nieuwe belastingtijdvak heeft aangegeven uit te willen gaan van een nieuw belastingtijdvak, langer dan 5 jaar, wordt voor de onderhoudskosten geheven:

voor een periode van 10 jaar

€ 491

€ -

voor een periode van 15 jaar

€ 657

€ -

voor een periode van 20 jaar

€ 785

€ -

 

 

 

 

 

 

5.3

Voor het jaarlijks onderhoud wordt op grond van oude regelingen nog een beperkt aantal graven via de gemeentelijke belastingaanslagen geheven. Het genoemde tarief is het jaarlijkse belastingbedrag:

 

 

 

 

 

 

5.3.1

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van grafruimten welke zijn uitgegeven voor 2013 in Andijk, alsmede het onderhoud van voorwerpen voor uitgegeven graven van voor 2013 in Andijk, wordt geheven per grafruimte per jaar:

€ 146

€ 141,98

 

 

 

 

 

 

5.3.2

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van grafruimten welke zijn uitgegeven voor 1 januari 1995 in Noorder-Koggenland, wordt geheven per grafruimte per jaar:

€ 146

€ 141,98

 

 

 

 

 

 

5.3.3

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van urnengraven welke zijn uitgegeven voor 2013 in Andijk, alsmede het onderhoud van voorwerpen voor uitgegeven urnengraven van voor 2013 in Andijk, wordt geheven per grafruimte per jaar:

€ 102

€ 99,07

 

 

 

 

 

 

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van urnengraven welke zijn uitgegeven voor 1 januari 1995 in Noorder-Koggenland, wordt geheven per urnennis of urnengrafruimte per jaar:

5.3.4

 

 

 

 

 

 

€ 102

€ 99,07

5.3.5

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van kindgraven welke zijn uitgegeven voor 2013 in Andijk, alsmede het onderhoud van voorwerpen voor uitgegeven kindgraven van voor 2013 in Andijk, wordt geheven per grafruimte per jaar:

€ 86

€ 83,13

 

 

 

 

 

 

5.3.6

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van urnennissen welke zijn uitgegeven voor 2013 in Andijk, alsmede het onderhoud van voorwerpen voor uitgegeven urnennissen van voor 2013 in Andijk wordt geheven per urnennis per jaar:

€ 43

€ 41,62

 

 

 

 

 

 

5.4

In geval tussentijds afstand van het uitsluitend recht op een graf of urnengraf wordt gedaan of het teniet gaan van op het graf aangebrachte voorwerpen of beplanting, vindt geen restitutie van een deel van de afkoopsom plaats.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 Opgraven, herbegraven en ruimen

 

 

 

 

 

6.1

Voor het opgraven en eventueel daaropvolgend verkisten van een stoffelijk overschot of voor het opgraven van een asbus wordt geheven:

 

 

 

 

 

 

 

6.1.1

voor een stoffelijk overschot uit een graf van 12 jaar en ouder

€ 1.768

€ 1.716,32

 

 

 

 

 

 

6.1.2

voor een stoffelijk overschot uit een graf tot 12 jaar

€ 884

€ 858,16

 

 

 

 

 

 

6.1.3

voor een stoffelijk overschot uit een graf tot 1 jaar

€ 442

€ 429,08

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6.1.4

voor een asbus uit een urnengraf

€ 343

€ 333,20

 

 

 

 

 

 

6.1.5

voor een asbus uit een particulier graf

€ 388

€ 377,17

 

 

 

 

 

 

6.2

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt een recht geheven overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 3 van deze tabel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6.3

Voor het na lichting weer opnieuw begraven in hetzelfde graf (samenvoegen) wordt geheven:

€ 600

€ 582,81

 

 

 

 

 

 

6.4

Voor het op aanvraag van de gebruiker verwijderen van een asbus uit een urnennis wordt

geheven:

€ 149

€ 144,56

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6.5

Voor het verlof tot opgraving wordt geheven (niet zijnde gemeentelijke begraafplaats)

€ 78

€ 75,45

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 7 Overige heffingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7.1

Voor het inschrijven en overboeken van graven in een daartoe bestemd register wordt geheven:

€ 85

€ 38,34

 

 

 

 

 

 

7.2

Voor het begraven, plaatsen of bijzetten op buitengewone uren worden de rechten bedoeld in hoofdstuk 3, 4 en 6 van deze tabel, verhoogd met de onderstaande percentages:

 

 

 

 

 

 

 

7.2.1

voor werkzaamheden die worden verricht op zaterdag of nationaal erkende feestdag:

50%

50%

 

 

 

 

 

 

 

7.2.2

voor werkzaamheden die worden verricht op werkdagen voor 9.00 en na 16.00 uur:

30%

30%

 

 

 

 

 

 

 

7.3.1

Tijdelijke grafmarkering

 

 

 

 

 

 

 

7.3.1

Naamplaat

€ 40

€ 35,76

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7.3.2

Babyplaat

€ 49

€ 47,13

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7.4

Extra diensten ten behoeve van de begrafenis:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7.4.1

Het graf met takken groen afdekken

€ 116

€ 112,79

 

 

 

 

 

 

 

7.4.2

Gebruik authentieke verrijdbare baar

€ 151

€ 146,55

 

 

 

 

 

 

7.4.3

Gebruik geluidsinstallatie

€ 40

€ 38,66

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7.5

Extra diensten ten behoeve van herdenken op de begraafplaats

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7.5.1

Het leveren van een standaard gedenkplaat voor een urnennis (zonder tekst)

€ 185

€ 179,15

 

 

 

 

 

 

7.5.2

Het leveren en aanbrengen van een gedenkplaatje ca 6 x 13 cm met tekst op een gedenkmonument

€ 70

€ 68,44

 

 

 

 

 

 

7.6

Het leveren van een kunststof urnenkelder met betonnen afdekplaat

€ 240

€ 232,61

 

 

 

 

 

 

7.7

Bijzondere begraafplaats op particulier terrein

 

 

 

 

 

7.7.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het oprichten van een begraafplaats

€ 2.331

€ 2.263,38

 

 

 

 

 

 

 

7.7.2

Voor het inrichten van een openbaar register

€ 777

€ 754,46

 

 

 

 

 

 

7.7.3

Voor het bijhouden van een openbaar register per 10 jaar

€ 971

€ 943,10

 

 

 

 

 

 

7.8

Lijkschouwing

€ 500

€ -

 

 

 

 

Naar boven