Wijzigingsbesluit Subsidieregeling Peuteropvang met voorschoolse educatie gemeente Schiedam 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam,

 

gelet op artikel 3, tweede lid, van de ASV 2017

 

BESLUIT

Artikel I  

De, op 12 november 2018 vastgestelde, Subsidieregeling peuteropvang met voorschoolse educatie gemeente Schiedam 2019 als volgt te wijzigen:

 

A. In artikel 2 worden alle begrippen vanaf sub c. opnieuw geordend op alfabetische volgorde en verletterd. Tevens worden een nieuw lid sub c. en l. als volgt ingevoegd:

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

 

  • a.

    ASV 2017: de Algemene subsidieverordening van de gemeente Schiedam 2017.

  • b.

    Dagopvanggroep met voorschoolse educatie (verder: dagopvanggroep): een groep voor hele dagopvang in Schiedam die werkt volgens een VVE-programma, bij voorkeur gehuisvest in of nabij de Schiedamse basisschool, waarmee wordt samengewerkt en waar VVE doelgroeppeuters en overige peuters beide binnen dezelfde groep deelnemen.

  • c.

    Horizontale peuteropvang; kinderdagopvang voor 2 tot 4 jarigen.

  • d.

    Houder: de rechtspersoon aan wie een onderneming, als bedoeld in de Handelsregisterwet, toebehoort, waarbij onder “onderneming” wordt begrepen een vestiging in Schiedam die in het LRK vermeld staat als kinderdagverblijf.

  • e.

    Kinderdagopvang: Kinderdagopvang in kindercentra van in het LRK geregistreerde houder.

  • f.

    Kinderopvangtoeslag: tegemoetkoming van Rijkswege in de kosten van kinderopvang.

  • g.

    LRK: Landelijk Register Kinderopvang.

  • h.

    Peuteropvanggroep met voorschoolse educatie (verder: peuteropvanggroep): een groep voor horizontale peuteropvang in Schiedam die werkt volgens een VVE-programma, bij voorkeur gehuisvest is in of nabij de Schiedamse basisschool waarmee wordt samengewerkt en waar VVE doelgroeppeuters en overige peuters beide binnen dezelfde groep deelnemen.

  • i.

    Peuteropvangplaats: plaats voor een peuter vanaf 2,5 jaar tot uitstroom naar de basisschool in een peuteropvanggroep, van twee dagdelen op twee verschillende dagen en minimaal 6 en maximaal totaal 8 uur per week.

  • j.

    Schiedamse peuter(s): 2,5 tot 4 jarige(n) woonachtig in Schiedam ingevolge de Gemeentelijke Basisregistratie Personen.

  • k.

    Vergoeding Inzet pedagogisch beleidsmedewerker VVE: subsidie voor de extra personele inzet pedagogisch beleidsmedewerker VVE, zoals omschreven in het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

  • l.

    VVE: Voor- en vroegschoolse educatie; aan de hand van een VVE programma wordt op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling van kinderen vanaf 2,5 jaar tot en met groep 2 van de basisschool gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.

  • m.

    VVE doelgroeppeuters: kinderen vanaf 2,5 jaar tot uitstroom naar de basisschool, die in aanmerking komen voor VVE op indicatie van het Centrum voor Jeugd en Gezin in Schiedam.

  • n.

    VVE peuteropvangplaats: plaats in een peuteropvanggroep voor VVE doelgroeppeuters, zijnde 16 of 16,5 uur per week, verdeeld over vier of vijf verschillende dagen per week, en maximaal 4 uur per dag.

  • o.

    VVE programma: een programma dat door het Nederlands Jeugdinstituut als VVE programma erkend is, dan wel een programma dat door een, door de gemeente aangewezen deskundige, als volwaardig VVE programma is beoordeeld.

  • p.

    VVE vergoeding kwaliteit: subsidie voor het realiseren van de door de gemeente Schiedam vereiste verhoogde kwaliteit ten aanzien van VVE.

  • q.

    Warme overdracht: overdrachtsgesprek tussen de kinderopvang en de basisschool, al dan niet met de ouders.

  • r.

    Wet: Wet kinderopvang.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

 

  • a.

    ASV 2017: de Algemene subsidieverordening van de gemeente Schiedam 2017.

  • b.

    Dagopvanggroep met voorschoolse educatie (verder: dagopvanggroep): een groep voor hele dagopvang in Schiedam die werkt volgens een VVE-programma, bij voorkeur gehuisvest in of nabij de Schiedamse basisschool, waarmee wordt samengewerkt en waar VVE doelgroeppeuters en overige peuters beide binnen dezelfde groep deelnemen.

  • c.

    Extra taakuren: taakuren voor locaties die in het LRK als locatie met voorschoolse educatie zijn tweede lid te boven gaan.

  • d.

    Horizontale peuteropvang; kinderdagopvang voor 2 tot 4 jarigen.

  • e.

    Houder: de rechtspersoon aan wie een onderneming, als bedoeld in de Handelsregisterwet, toebehoort, waarbij onder “onderneming” wordt begrepen een vestiging in Schiedam die in het LRK vermeld staat als kinderdagverblijf.

  • f.

    Kinderdagopvang: Kinderdagopvang in kindercentra van in het LRK geregistreerde houder.

  • g.

    Kinderopvangtoeslag: tegemoetkoming van Rijkswege in de kosten van kinderopvang.

  • h.

    LRK: Landelijk Register Kinderopvang.

  • i.

    Peuteropvanggroep met voorschoolse educatie (verder: peuteropvanggroep): een groep voor horizontale peuteropvang in Schiedam die werkt volgens een VVE-programma, bij voorkeur gehuisvest is in of nabij de Schiedamse basisschool waarmee wordt samengewerkt en waar VVE doelgroeppeuters en overige peuters beide binnen dezelfde groep deelnemen.

  • j.

    Peuteropvangplaats: plaats voor een peuter vanaf 2,5 jaar tot uitstroom naar de basisschool in een peuteropvanggroep, van twee dagdelen op twee verschillende dagen en minimaal 6 en maximaal totaal 8 uur per week.

  • k.

    Schiedamse peuter(s): 2,5 tot 4 jarige(n) woonachtig in Schiedam ingevolge de Gemeentelijke Basisregistratie Personen.

  • l.

    Taakuren: niet groepsgebonden uren die de beroepskrachten in de peuteropvanggroep en dagopvanggroep met voorschoolse educatie besteden aan voorbereiding, contacten met ouders, bijhouden kindgegevens, overdracht en andere werkzaamheden die de kwaliteit van de voorschoolse educatie ten goede komen.

  • m.

    Vergoeding Inzet pedagogisch beleidsmedewerker VVE: subsidie voor de extra personele inzet pedagogisch beleidsmedewerker VVE, zoals omschreven in het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

  • n.

    VVE: Voor- en vroegschoolse educatie; aan de hand van een VVE programma wordt op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling van kinderen vanaf 2,5 jaar tot en met groep 2 van de basisschool gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.

  • o.

    VVE doelgroeppeuters: kinderen vanaf 2,5 jaar tot uitstroom naar de basisschool, die in aanmerking komen voor VVE op indicatie van het Centrum voor Jeugd en Gezin in Schiedam.

  • p.

    VVE peuteropvangplaats: plaats in een peuteropvanggroep voor VVE doelgroeppeuters, zijnde 16 of 16,5 uur per week, verdeeld over vier of vijf verschillende dagen per week, en maximaal 4 uur per dag.

  • q.

    VVE programma: een programma dat door het Nederlands Jeugdinstituut als VVE programma erkend is, dan wel een programma dat door een, door de gemeente aangewezen deskundige, als volwaardig VVE programma is beoordeeld.

  • r.

    VVE vergoeding kwaliteit: subsidie voor het realiseren van de door de gemeente Schiedam vereiste verhoogde kwaliteit ten aanzien van VVE.

  • s.

    Warme overdracht: overdrachtsgesprek tussen de kinderopvang en de basisschool, al dan niet met de ouders.

  • t.

    Wet: Wet kinderopvang.

Toelichting op de wijziging van artikel 2

Er blijkt behoefte te zijn aan extra taakuren voor de beroepskrachten buiten de groepsgebonden uren. In artikel 2 zijn de begrippen taakuren en extra taakuren toegevoegd, opdat in deze regeling de subsidiemogelijkheid voor de nieuwe activiteit, zijnde extra taakuren, kan worden opgenomen en het onderscheid tussen extra taakuren en takenuren duidelijk wordt gemaakt.

 

B. Aan artikel 3 wordt lid 7 toegevoegd:

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Op grond van deze regeling kan subsidie worden verstrekt ten behoeve van een peuter voor deelname aan een peuteropvanggroep in Schiedam.

  • 2.

    In de in het eerste lid genoemde peuteropvanggroep bestaat het aanbod uit:

    • a.

      minimaal 16 uur en maximaal 16,5 uur per week voor VVE doelgroeppeuters, verdeeld over vier of vijf verschillende dagen per week, waarvan maximaal 4 uur per dag en maximaal 660 uur per doelgroeppeuter op jaarbasis subsidiabel is; of

    • b.

      minimaal 6 en maximaal 8 uur per week voor een peuter, niet zijnde VVE doelgroeppeuter waarvan ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, verdeeld over twee verschillende dagen per week, waarvan maximaal 4 uur per dag en maximaal 320 uur per peuter op jaarbasis subsidiabel is.

  • 3.

    Op grond van deze regeling kan aan de houder, per VVE doelgroeppeuter waarvoor de subsidie ingevolge artikel 3, tweede lid sub a is verleend, een VVE-vergoeding kwaliteit worden verstrekt.

  • 4.

    Op grond van deze regeling kan aan de houder, per VVE doelgroeppeuter in een dagopvanggroep, een VVE vergoeding kwaliteit worden verstrekt.

  • 5.

    Om in aanmerking te komen voor de vergoeding genoemd in het vierde lid, dient het aangeboden VVE programma voor doelgroeppeuters in de dagopvanggroep minimaal te bestaan uit 640 uur per jaar en te voldoen aan de wettelijke criteria van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

  • 6.

    Op grond van deze regeling kan aan de houder per VVE doelgroeppeuter voor zowel dagopvanggroepen als peuteropvang groepen een vergoeding Inzet pedagogisch beleidsmedewerker VVE worden verstrekt.

Artikel 3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Op grond van deze regeling kan subsidie worden verstrekt ten behoeve van een peuter voor deelname aan een peuteropvanggroep in Schiedam.

  • 2.

    In de in het eerste lid genoemde peuteropvanggroep bestaat het aanbod uit:

    • a.

      minimaal 16 uur en maximaal 16,5 uur per week voor VVE doelgroeppeuters, verdeeld over vier of vijf verschillende dagen per week, waarvan maximaal 4 uur per dag en maximaal 660 uur per doelgroeppeuter op jaarbasis subsidiabel is; of

    • b.

      minimaal 6 en maximaal 8 uur per week voor een peuter, niet zijnde VVE doelgroeppeuter waarvan ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, verdeeld over twee verschillende dagen per week, waarvan maximaal 4 uur per dag en maximaal 320 uur per peuter op jaarbasis subsidiabel is.

  • 3.

    Op grond van deze regeling kan aan de houder, per VVE doelgroeppeuter waarvoor de subsidie ingevolge artikel 3, tweede lid sub a is verleend, een VVE-vergoeding kwaliteit worden verstrekt.

  • 4.

    Op grond van deze regeling kan aan de houder, per VVE doelgroeppeuter in een dagopvanggroep, een VVE vergoeding kwaliteit worden verstrekt.

  • 5.

    Om in aanmerking te komen voor de vergoeding genoemd in het vierde lid, dient het aangeboden VVE programma voor doelgroeppeuters in de dagopvanggroep minimaal te bestaan uit 640 uur per jaar en te voldoen aan de wettelijke criteria van het Besluit basisvoorwaardenkwaliteit voorschoolse educatie.

  • 6.

    Op grond van deze regeling kan aan de houder per VVE doelgroeppeuter voor zowel dagopvanggroepen als peuteropvang groepen een vergoeding Inzet pedagogisch beleidsmedewerker VVE worden verstrekt.

  • 7.

    Indien op grond van deze regeling subsidie wordt verstrekt, kan aan de houder tevens op aanvraag subsidie voor extra taakuren worden verstrekt.

Toelichting op de wijziging van artikel 3

Door de toevoeging van lid 7 krijgt de houder de mogelijkheid om subsidie voor extra taakuren aan te vragen. Deze subsidie wordt aangevraagd voor locaties die in het Landelijk Register Kinderopvang als locatie met voorschoolse educatie zijn geregistreerd.

 

C. Aan artikel 6 worden de leden 9 en 10 toegevoegd:

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 6 Subsidie

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks de maximaal subsidiabele uurprijs per peuteropvangplaats vast.

  • 2.

    Het college stelt jaarlijks de maximaal subsidiabele uurprijs per VVE-peuteropvangplaats vast.

  • 3.

    Het college stelt jaarlijks de hoogte van de VVE vergoeding kwaliteit vast.

  • 4.

    Het college stelt jaarlijks de hoogte van de subsidie Inzet pedagogisch beleidsmedewerker VVE vast.

  • 5.

    De subsidie voor de VVE vergoeding kwaliteit wordt verleend aan de houder en slechts voor het aantal VVE doelgroeppeuters bij deze houder ten behoeve waarvan subsidie wordt verleend.

  • 6.

    In aanvulling op het vijfde lid kan de subsidie voor de VVE vergoeding kwaliteit aan de houder eveneens worden verleend voor VVE doelgroeppeuters die deelnemen aan een dagopvanggroep. Deze subsidie wordt dan slechts verleend voor het aantal doelgroeppeuters dat op jaarbasis tenminste 640 uur deelneemt aan een dagopvanggroep, naar rato van de omvang van de deelname in het subsidietijdvak.

  • 7.

    Het college hanteert als subsidiebedrag voor ouders met een peuter zonder VVE-indicatie het door de houder werkelijk gehanteerde uurtarief, doch maximaal tot het door het college vastgestelde maximum uurtarief.

  • 8.

    Er wordt geen subsidie verleend voor zover de kosten reeds worden gedekt door financiering op grond van een (sociaal) medische indicatie.

Artikel 6 Subsidie

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks de maximaal subsidiabele uurprijs per peuteropvangplaats vast.

  • 2.

    Het college stelt jaarlijks de maximaal subsidiabele uurprijs per VVE-peuteropvangplaats vast.

  • 3.

    Het college stelt jaarlijks de hoogte van de VVE vergoeding kwaliteit vast.

  • 4.

    Het college stelt jaarlijks de hoogte van de subsidie Inzet pedagogisch beleidsmedewerker VVE vast.

  • 5.

    De subsidie voor de VVE vergoeding kwaliteit wordt verleend aan de houder en slechts voor het aantal VVE doelgroeppeuters bij deze houder ten behoeve waarvan subsidie wordt verleend.

  • 6.

    In aanvulling op het vijfde lid kan de subsidie voor de VVE vergoeding kwaliteit aan de houder eveneens worden verleend voor VVE doelgroeppeuters die deelnemen aan een dagopvanggroep. Deze subsidie wordt dan slechts verleend voor het aantal doelgroeppeuters dat op jaarbasis tenminste 640 uur deelneemt aan een dagopvanggroep, naar rato van de omvang van de deelname in het subsidietijdvak.

  • 7.

    Het college hanteert als subsidiebedrag voor ouders met een peuter zonder VVE-indicatie het door de houder werkelijk gehanteerde uurtarief, doch maximaal tot het door het college vastgestelde maximum uurtarief.

  • 8.

    Er wordt geen subsidie verleend voor zover de kosten reeds worden gedekt door financiering op grond van een (sociaal) medische indicatie.

  • 9.

    Het college stelt jaarlijks de hoogte van het aantal subsidiabele extra taakuren vast.

  • 10.

    Het college stelt jaarlijks de hoogte van de subsidiabele uurprijs per extra taakuur vast.

Toelichting op de wijziging van artikel 6:

Het college stelt jaarlijks de hoogte van het aantal subsidiabele extra taakuren vast en de hoogte van het subsidiebedrag per extra taakuur. Deze worden vastgesteld tegelijkertijd met de jaarlijkse vaststelling van de hoogte van de subsidiabele uurprijzen voor een (VVE) peuteropvangplaats, de vergoeding VVE kwaliteit en subsidie Inzet pedagogisch beleidsmedewerker VVE.

 

D. Aan artikel 7 wordt lid 5 toegevoegd:

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 7 Subsidievaststelling

  • 1.

    Op de subsidies worden de door de houders in rekening gebrachte ouderbijdragen in mindering gebracht. Houders innen zelf de ouderbijdragen en zijn verantwoordelijk voor het bijbehorende risico van niet-betalers.

  • 2.

    Vaststelling van subsidie vindt plaats na afloop van het subsidietijdvak aan de hand van de daadwerkelijke overeenkomst(en) met ouders van VVE doelgroeppeuters en overige peuters voor hun plaatsing in de peuteropvanggroepen en de daadwerkelijk in rekening gebrachte ouderbijdragen.

  • 3.

    Vaststelling van de subsidie voor de dagopvanggroepen vindt uitsluitend plaats aan de hand van de daadwerkelijke overeenkomst(en) met ouders van VVE doelgroeppeuters.

  • 4.

    De vaststelling van de subsidie Inzet pedagogisch beleidsmedewerker VVE kwaliteit vindt plaats aan de hand van het aantal VVE doelgroeppeuters dat per januari van het betreffende subsidiejaar deelneemt.

Artikel 7 Subsidievaststelling

  • 1.

    Op de subsidies worden de door de houders in rekening gebrachte ouderbijdragen in mindering gebracht. Houders innen zelf de ouderbijdragen en zijn verantwoordelijk voor het bijbehorende risico van niet-betalers.

  • 2.

    Vaststelling van subsidie vindt plaats na afloop van het subsidietijdvak aan de hand van de daadwerkelijke overeenkomst(en) met ouders van VVE doelgroeppeuters en overige peuters voor hun plaatsing in de peuteropvanggroepen en de daadwerkelijk in rekening gebrachte ouderbijdragen.

  • 3.

    Vaststelling van de subsidie voor de dagopvanggroepen vindt uitsluitend plaats aan de hand van de daadwerkelijke overeenkomst(en) met ouders van VVE doelgroeppeuters.

  • 4.

    De vaststelling van de subsidie Inzet pedagogisch beleidsmedewerker VVE kwaliteit vindt plaats aan de hand van het aantal VVE doelgroeppeuters dat per januari van het betreffende subsidiejaar deelneemt.

  • 5.

    Vaststelling van de subsidie voor extra taakuren vindt plaats aan de hand van de daadwerkelijk verrichtte extra taakuren.

Toelichting op de wijziging van artikel 7

De subsidie voor de extra taakuren wordt vastgesteld aan de hand van het daadwerkelijk verrichtte aantal extra taakuren.

 

E. In artikel 11 worden de leden 3 tot en met 4 vernummerd tot 4 tot en met 5 en wordt lid 2 als volgt gewijzigd en een nieuw lid 3 als volgt ingevoegd:

 

Artikel 11 Criteria inzake Personeel

  • 1.

    De beroepskrachten voorschoolse educatie in de peuteropvanggroep en de dagopvanggroep voldoen aantoonbaar minimaal aan de eisen die het Rijk aan VVE personeel stelt.

  • 2.

    De twee beroepskrachten werkzaam in de peuteropvanggroep met voorschoolse educatie besteden naast de 640 contacturen gezamenlijk gemiddeld minimaal 30% extra tijd, berekend per VVE peuteropvangplaats van 640 uur, aan voorbereiding, contacten met ouders, bijhouden kindgegevens en andere werkzaamheden die de kwaliteit van de voorschoolse educatie ten goede komen.

  • 3.

    De beroepskrachten in de peuteropvanggroep en de dagopvanggroep zijn volledig gecertificeerd voor het VVE programma waarmee zij werken, of bezig zich te certificeren. Met volledig gecertificeerd wordt bedoeld een met succes afgeronde scholing van minimaal 12 dagdelen verdeeld over maximaal twee jaar.

  • 4.

    De beroepskrachten in de peuteropvanggroep en de dagopvanggroep nemen jaarlijks deel aan minimaal twee dagdelen nascholing ten behoeve van (borging van) de kwaliteit in de voorschoolse educatie.

Artikel 11 Criteria inzake Personeel

  • 1.

    De beroepskrachten voorschoolse educatie in de peuteropvanggroep en de dagopvanggroep voldoen aantoonbaar minimaal aan de eisen die het Rijk aan VVE personeel stelt.

  • 2.

    De twee beroepskrachten, werkzaam in de peuteropvanggroep met voorschoolse educatie, besteden naast de 640 contacturen gezamenlijk gemiddeld minimaal 30% taakuren berekend per VVE peuteropvangplaats van 640 uur.

  • 3.

    Extra taakuren voor de beroepskrachten werkzaam op een locatie met voorschoolse educatie, zijn aanvullend op de reeds in bovenstaand lid 2 genoemde taakuren voor de beroepskrachten.

  • 4.

    De beroepskrachten in de peuteropvanggroep en de dagopvanggroep zijn volledig gecertificeerd voor het VVE programma waarmee zij werken, of bezig zich te certificeren. Met volledig gecertificeerd wordt bedoeld een met succes afgeronde scholing van minimaal 12 dagdelen verdeeld over maximaal twee jaar.

  • 5.

    De beroepskrachten in de peuteropvanggroep en de dagopvanggroep nemen jaarlijks deel aan minimaal twee dagdelen nascholing ten behoeve van (borging van) de kwaliteit in de voorschoolse educatie.

Toelichting op de wijziging van artikel 11

Door de toevoeging van het nieuwe derde lid wordt duidelijk gemaakt, dat de extra taakuren, waarvoor subsidie kan worden verleend, slechts aanvullend kunnen zijn op de minimale verplichte taakuren, die normaliter al geacht zijn te worden verricht.

 

F. artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

 

Artikel 13 Overgangsbepalingen

  • 1.

    In afwijking van artikel 6, eerste lid, van ASV 2017 kan een aanvraag tot subsidie met betrekking tot de VVE vergoeding kwaliteit in de dagopvanggroepen in 2022 zes weken voor aanvang worden ingediend.

  • 2.

    In afwijking van artikel 4 en artikel 5, zesde lid, kunnen in 2022 niet Schiedamse VVE doelgroeppeuters in aanmerking komen voor subsidie voor deelname aan een peuteropvanggroep met voorschoolse educatie in Schiedam.

    Deze subsidie is gemaximeerd op 15% van het totaal aantal doelgroeppeuters per houder.

Artikel 13 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Komt te vervallen.

    In afwijking van artikel 4 en artikel 5, zesde lid, kunnen in 2023 niet-Schiedamse VVE doelgroeppeuters in aanmerking komen voor subsidie voor deelname aan een peuteropvanggroep met voorschoolse educatie in Schiedam. Deze subsidie is gemaximeerd op 15% van het totaal aantal doelgroeppeuters per houder.

 

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de dag nadat het is bekendgemaakt.

Aldus vastgesteld in het college van 29 november 2022.

de secretaris,

C.E. Bos

de burgemeester,

C.H.J. Lamers

Naar boven