Visie Beheer Openbare Ruimte (actualisatie 2017)

Voorwoord

In 2014 is de beleidsvisie Beheer Openbare Ruimte 2015-2018 vastgesteld.

 

In deze geactualiseerde beleidsvisie geven we aan hoe we de komende jaren met het beheer van de openbare ruimte in Waddinxveen om willen gaan. Die willen we natuurlijk zo goed mogelijk houden want een aantrekkelijke woon-, werk en leefomgeving is iets wat elke bewoner en bezoeker van Waddinxveen op prijs stelt. De wijze waarop de openbare ruimte wordt ingericht en onderhouden is heel bepalend voor gebruik en beleving van de dagelijkse leefomgeving.

 

De aanleiding voor deze actualisatie is meerledig. Bij de besluitvorming in 2014 is besloten de visie na een periode van twee jaar te actualiseren. Daarnaast zijn inmiddels diverse beleidskaders gewijzigd en zijn er nieuwe ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid die we graag mee willen nemen in onze beheerplannen.

 

Het college is van mening dat we met deze actualisatie een volgende stap zetten op weg naar een beter beheer van de openbare ruimte.

 

Namens het College van Burgemeester en Wethouders

Wethouder C. de Jong

1 Inleiding

 

1.1 Aanleiding en doel

De Visie Beheer Openbare Ruimte vormt het strategisch kader voor alle kapitaalgoederen in de openbare ruimte. Dit beleidskader geeft sturing aan de hand van de gewenste kwaliteit en het gewenste resultaat.

De gemeenteraad stelt met de Visie Beheer Openbare Ruimte de kaders voor de inrichting, het gebruik en het beheer & onderhoud van de openbare ruimte binnen de gemeentegrenzen. Met deze kaders kan ze vervolgens haar controlerende taak uitvoeren. De gemeenteraad stelt haar kaders op een resultaatgerichte manier. De gemeenteraad kan daarbij voor verschillende gebiedstypen (woonwijk, centrum, bedrijventerrein, buitengebied) verschillende kaders stellen.

 

1.2 Afbakening

Openbare Ruimte

De fysieke openbare ruimte in Waddinxveen levert een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid in onze gemeente. Onder openbare ruimte verstaan we alle vrij toegankelijke buitenruimten in de gemeente: wegen en straten, plantsoenen en parken, pleinen en speelplekken, parken, singels en watergangen. We richten ons daarbij op de door de gemeente te beheren en onderhouden arealen.

2 Daarom openbare ruimte

 

2.1 Het belang van openbare ruimte

Een aantrekkelijke woon-, werk en leefomgeving is van belang voor de bewoners en bezoekers van Waddinxveen. De wijze waarop de openbare ruimte wordt ingericht, vormgegeven en onderhouden is heel bepalend voor het gebruik en de beleving van de dagelijkse leefomgeving. Burgers hebben dan ook hun verwachtingen over de openbare ruimte en maken op verschillende wijzen gebruik van de openbare ruimte. Ook kunnen burgers een eigen rol spelen bij het beheer van de openbare ruimte. De inrichting en het beheer moeten goed op het gebruik zijn afgestemd.

Spelen is bijvoorbeeld voor kinderen een belangrijke gebruiksvorm van de openbare ruimte. In een buurt waar veel kinderen wonen, is het daarom van belang dat er in de openbare ruimte mogelijkheden zijn om te spelen.

 

"De openbare ruimte is een verbindend element in onze samenleving en vormt het podium voor tal van activiteiten"

 

Een groot deel van de activiteiten van zowel eigen inwoners als bezoekers, vindt plaats op of rond de openbare ruimte in de kernen. De betekenis van de deze ruimte is hierdoor evident. De aanwezigheid van voorzieningen, afgestemd op het gebruik door verschillende groepen en voldoende onderhouden, maakt dat mensen de openbare ruimte als prettig ervaren. Belangrijke aspecten zijn voldoende ontmoetings- en speelruimtes voor jong en oud, parkeergelegenheid nabij woningen, winkels en toeristische locaties, wandel- en fietsvoorzieningen en uiteraard een veilige verkeersafwikkeling. De openbare ruimte draagt daarmee in belangrijke mate bij aan de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van buurten en wijken in Waddinxveen. De waarde van de openbare ruimte komt naar voren in thema's als:

  • Gezondheid: door ruimte te bieden voor recreëren in de woonomgeving. Het gaat om ontspanning en inspanning: sporten, spelen, wandelen, fietsen, rusten, picknicken, enzovoorts.

  • Ontwikkeling: door belevingsmogelijkheden te bieden in de directe omgeving. Het gaat dan om het ervaren van natuur & landschap, de seizoenen te beleven, kunst, cultuurhistorie, enzovoorts.

  • Welvaart: door een positief vestigingsklimaat te bieden. Het gaat dan om het aantrekkelijk zijn en blijven om te komen wonen, te werken en om een bedrijf te vestigen. Wonen in een groene omgeving is bijvoorbeeld aantoonbaar van invloed op de waarde van de woningen.

  • Betrokkenheid: door gelegenheid te bieden tot ontmoeten en meedoen. Actieve participatie van bewoners draagt bij aan het zich samen (mede) verantwoordelijk voelen voor de openbare ruimte en voor elkaar.

  • Mobiliteit: door de mogelijkheid te bieden om zich veilig en soepel te verplaatsen en met anderen in contact te komen.

  • Duurzaamheid, natuur & milieu: doordat bomen en beplanting beschutting bieden, (fijn) stof afvangen, CO2 vastleggen en leefgebied en voedingsbodem bieden voor allerlei dieren en andere organismen.

"De openbare ruimte vertegenwoordigt grote waarden, zowel financieel, als sociaal-maatschappelijk"

 

Naast de bovenstaande thema’s vertegenwoordigt de openbare ruimte een financieel kapitaal aan investeringswaarde en onderhoudslasten. In onze gemeente ligt er voor vele miljoenen aan vervangingswaarde van riolering, bestratingen en plantsoenen. Als beheerder moeten we zorgvuldig omgaan met gebruik, onderhoud en in stand houden van dit kapitaal en met de vele -soms tegenstrijdige- wensen en verwachtingen. Wanneer we in staat zijn de verschillende waarden in stand te houden binnen de financiële kaders, draagt de openbare ruimte bij aan de kwaliteit van onze gemeente.

 

2.2 Samenhang tussen inrichting, beheer en gebruik

Succesvolle ruimten kennen een evenwicht tussen inrichting, beheer en gebruik. De waardering van de openbare ruimte is in sterke mate afhankelijk van het samenspel tussen de inrichting (het ontwerp, inrichting en materiaalkeuze), de wijze waarop wordt beheerd en onderhouden (hoe heel & recht, hoeveel schade, schoon en netjes) en het gebruik van deze openbare ruimte (verblijven, spelen, parkeren etc.).

De basis voor het creëren van succesvolle ruimten en plekken in de gemeente wordt gelegd door een combinatie van beleidsmatige uitgangspunten, samenwerking, gebiedskennis, beheerinspanningen en communicatie met de omgeving. Samen zorgen deze punten voor passende keuzes, die inspelen op de wensen en behoeften in Waddinxveen. De pijlers Inrichting, Gebruik en Beheer zijn onderling op de volgende wijze met elkaar verbonden:

Inrichting: een goede inrichting betekent dat het ontwerp is afgestemd op het huidige en toekomstige gebruik (functioneel) en dat de keuzes beheerbaar zijn, zodat de inrichting duurzaam in stand wordt gehouden.

Gebruik: goed gebruik is een bewijs dat beheer en inrichting functioneel is, en daarmee voorwaarden schept voor mensen om de openbare ruimte te gebruiken zoals deze bedacht is. Dit leidt tot betrokkenheid. Verkeerd gebruik kan een teken zijn dat de openbare ruimte niet voldoet aan verwachtingen.

Beheer: een goed beheer betekent dat het beheer de functionaliteit van de ruimte in stand houdt, zoals deze door inrichting is voorzien. Daarnaast is deze beheerbaar. Mensen gebruiken deze ruimte zonder overlast te veroorzaken (betrokken)

 

Een integrale kwaliteitsbenadering betekent dat alle wensen en claims op de ruimte worden afgewogen. Bewoners, milieu, natuur, landbouw, recreatie etc. stellen eisen aan de ruimte. De openbare ruimte kent grote verschillen die, wanneer deze nader worden bekeken, ook sterke gelijkenis vertonen. Door het beleid en aanpak hierop te richten en te zorgen voor variatie, ontstaat herkenbaarheid, betrokkenheid en waardering.

 

"Samenspel tussen gebruik, inrichting en beheer van de openbare ruimte"

 

Wanneer projecten worden uitgevoerd of aanpassingen plaatsvinden, worden vooraf de situatie en de claims op de betreffende ruimte tegen elkaar afgewogen. Indien mogelijk, betrekken we de omgeving bij de keuzes. Wanneer wetgeving of technische noodzaak eisen stelt, bekijken we welke ruimte er voor inspraak is.

3 Bestaande kaders

 

3.1 Wettelijk kader

Zorgplicht: een veilige openbare ruimte

Er is geen overkoepelend wettelijk kader waarin voor gemeenten alle rechten en plichten met betrekking tot de openbare ruimte vastgelegd zijn. De algemeen geldende wettelijke kaders zijn vastgelegd in het Nieuw Burgerlijk Wetboek. Daarnaast is specifieke wet- en regelgeving van onder andere provincies en waterschappen van toepassing. Als algemeen uitgangspunt geldt dat de gemeente een zorgplicht heeft voor het handhaven en bevorderen van de veiligheid in de openbare ruimte. De gemeente moet kunnen aantonen dat door inspecties en onderhoud een optimale zorg heeft plaatsgevonden

Kapitaalgoederen in de Gemeentewet

In artikel 212 van de Gemeentewet is geregeld hoe de uitgangspunten van het financiële beleid worden vastgelegd. Binnen de wettelijke kaders, hebben lokale overheden de keuzevrijheid over het gewenste kwaliteitsniveau van de openbare ruimte en de wijze waarop dat georganiseerd wordt. Lokale politieke en financiële overwegingen spelen hierbij een rol. Met de Visie beheer openbare ruimte geeft de gemeente invulling aan de wettelijke verplichting te rapporteren over onderhoud en achterstanden van de gemeentelijke kapitaalgoederen.

 

De gemeente Waddinxveen stelt om de vier jaar beheerplannen op, waarin staat beschreven welke werkzaamheden en financiële middelen nodig zijn om de openbare ruimte te beheren. Bij de begroting en de jaarstukken doet het college vervolgens verslag over de voortgang van het onderhoud (en eventuele achterstanden) in de paragraaf "onderhoud kapitaalgoederen". Deze visie geeft een integraal kader voor het onderhoud en beoogde kwaliteitsniveau voor de kapitaalgoederen (wegen, kunstwerken, openbaar groen, water en straatmeubilair), inclusief jaarlijks benodigde middelen.

Overige wettelijke kaders

De verantwoordelijkheden van de gemeente als wegbeheerder zijn vastgelegd in de Wegenwet en de Wegenverkeerswet. De gemeente is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van alle op haar grondgebied liggende openbare wegen en weguitrusting, (zoals verkeersborden en verlichting), die niet in beheer zijn van Rijk of provincie. De wegenwet vereist dat de beheerder door tijdig onderhoud zorgt voor het in stand houden van het in wegen geïnvesteerde kapitaal. De wegenverkeerswet legt de verantwoordelijkheid van de gemeente als wegbeheerder vast voor de publiekrechtelijke zorg voor veiligheid. Wettelijk is niet vastgelegd aan welke eisen weguitrusting moet voldoen.

 

Aanleg en beheer van riolering is een gemeentelijke taak op basis van de wet Milieubeheer. De gemeente is verplicht een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) op te stellen. De wet Verontreiniging oppervlaktewater is ingesteld ter bescherming van oppervlaktewateren tegen lozingen en andere mogelijke verontreinigingen. De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) heeft tot doel dat alle Europese wateren in het jaar 2015 een 'goede toestand' hebben bereikt. Verder zijn in het Nationaal bestuursakkoord Water afspraken gemaakt over het op orde brengen van watersystemen binnen de gemeentegrenzen. Tot slot regelt de Waterwet het beheer van oppervlaktewater en grondwater en verbetert deze wet de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening.

 

De zorgplicht voor het openbaar groen heeft betrekking op de verplichting tot het beoordelen van schade door bomen. Dit wordt ingevuld door het periodiek visueel inspecteren van bomen (Visual Tree Assessment). Daarnaast heeft de Flora- en Faunawet als doel het beschermen van bedreigde en zeldzame dieren- en plantensoorten. In deze wet is sprake van een zorgplicht voor degene die projecten in de openbare ruimte voorbereidt en uitvoert. Voor de gemeente betekent dit concreet dat zij voor de activiteiten in de openbare ruimte een "Gedragscode bestendig beheer en onderhoud" hanteert.

 

Met betrekking tot het bestrijden van onkruid, is chemische onkruid bestrijding alleen toegestaan volgens Duurzaam Onkruid Beheer (DOB) methode.

 

In het Attractiebesluit worden eisen gesteld aan de veiligheid van speeltoestellen. De gemeente is als beheerder verantwoordelijk voor een goede plaatsing en installatie, inspectie en onderhoud.

 

3.2 Voortbouwen op huidig beleid

De Visie beheer openbare ruimte sluit aan op de reeds bestaande en op de in ontwikkeling zijnde beleidskaders van de gemeente Waddinxveen, zoals verwoord in onder andere:

  • Structuurvisie Waddinxveen 2030; hierin zijn de ambities voor de gemeente Waddinxveen op strategisch niveau beschreven. Het verbindende thema in de structuurvisie is ruimtelijke kwaliteit, met een impuls voor de openbare ruime en een gezond woon- en leefklimaat centraal staat.

  • Programmabegroting 2017-2020; in de Programmabegroting 2017 – 2020 is het programma Leefbaar Dorp opgenomen. Hierbij is aangegeven dat Waddinxveen een aantrekkelijke gemeente wil blijven waar het prettig is om te wonen, te werken en te recreëren. Een schone en veilige openbare ruimte draagt bij aan de leefbaarheid van Waddinxveen. De gemeente blijft hierbij een beroep doen op op de verantwoordelijkheid en inzet van betrokkenen (inwoners, partners, maatschappelijke organisaties, kerken, moskeeën, overige religieuze groepen en ondernemers) om samen de leefomgeving te onderhouden. De gemeente beheert de leefomgeving beheren door middel van gedifferentieerde kwaliteitsniveaus, waarmee wordt ingespeeld op de behoefte van haar partners en voldaan wordt aan de zorgplicht. In de centrumgebieden geldt een hoger kwaliteitsniveau voor de openbare ruimte.

  • Integraal Veiligheidsbeleid; schept de kaders voor een sociale en fysieke leefomgeving waarin burgers veilig kunnen wonen, werken en recreëren. Bij de inrichting, het beheer en het onderhoud van de openbare ruimte wordt nadrukkelijk ingespeeld op het gevoel van veiligheid. Daarbij zal ook het concept van zelfbeheer breder worden toegepast, teneinde bewoners en ondernemers nadrukkelijk te laten participeren in deze taak. Verder worden er criteria gesteld aan de inrichting van de openbare ruimte ten behoeve van sociale en fysieke veiligheid. In onderlinge samenhang worden lokale initiatieven versterkt en activiteiten gestimuleerd, met een wederzijdse verantwoordelijkheid voor gemeente en bewoners.

  • Duurzaamheidsvisie 2015-2025; dit is een belangrijke stap naar een duurzamer Waddinxveen. De gemeente wil een schone en gezonde leefomgeving, duurzame energieopwekking en een economie waarin producten en materialen worden hergebruikt en grondstoffen hun waarde behouden. Hierin is onder andere opgenomen dat Waddinvxeen voor openbare verlichting wil voldoen aan de doelstellingen uit het SER-energieakkoord. Om de doelstellingen voor 2020 is er meer dan een verdubbeling nodig in zuinige verlichting. Hier is de gemeente sinds 2014 mee gestart door bij nieuwe ontwikkelingen standaard te kiezen voor LED (bijvoorbeeld bij het Nieuwe Centrumplan). Verder wordt vanaf medio 2016 minimaal bij vervangingen en groot onderhoud LED toegepast.

  • Mobiliteitsplan Waddinxveen 2013-2020; in dit plan staan de ambities met betrekking tot mobiliteit beschreven, waaronder een optimaal bereikbaar Waddinxveen, verkeersveiligheid voor alle deelnemers, stimuleren van fietsgebruik en het optimaal benutten van het openbaar vervoer. Het routeboek stelt eisen aan diverse ontwikkelingen en maatregelen, waarmee de grootste knelpunten worden aangepakt.

  • Actieplan Geluid Richtlijn Omgevingslawaai 2013; beschrijft welke maatregelen in Waddinxveen getroffen worden om er voor te zorgen dat de kwaliteit van de leefomgeving wordt geborgd en de negatieve gezondheidseffecten door geluid in Waddinxveen worden beperkt. Als voorgestelde maatregelen wordt onder andere gedacht aan gevelisolatie en stil asfalt. In de aanpak van omgevingslawaai wordt ernaar gestreefd, om de aanpak van knelpunten (daar waar een te hoge geluidsbelasting is) te combineren met onderhoud- en beheerwerkzaamheden.

  • Groenstructuurplan en groen beleid Waddinxveen 2016; hierin zijn kaders vastgelegd voor de inrichting en beheer van het gemeentelijke openbare groen binnen de bebouwde omgeving. Tevens zijn de hoofd- en wijkstructuren van het gemeentelijkegroen vastgelegd en zijn praktische beleidskaders voor het openbaar groen (bomen, beplantingen, gras en oevers) verwoord. In de hoofdgroenstructuur staat behoud en versterken van het groen voorop, daar is weinig mogelijk. Voor de wijkgroenstructuur geldt een milder beschermingsregime. Voor het overige groen in de directe woon- en werkomgeving is meer mogelijk. In alle gevallen worden ingrepen in het groen gecompenseerd.

  • Waterplan Boskoop en Waddinxveen 2010; een gezamenlijke plan van de gemeenten Boskoop en Waddinxveen, het hoogheemraadschap van Rijnland en het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, waarin de integrale visie over alle aspecten van het water (met uitzondering van drinkwater en zwembaden) en het implementeren van duurzaam waterbeleid staat beschreven. De bijbehorende maatregelen richten zich onder andere op het optimaliseren van het beheer en onderhoud.

  • Bestuurlijke overeenkomst samenwerking in de waterketen Rijnland 2016; betrokken partijen (gemeenten, waterbedrijven en waterschap) hebben een ambitie gesteld welke bestaat uit vier doelen: een duurzame waterketen realiseren, kwalitatieve ‘waterwinst’ realiseren voor alle inwoners en bedrijven, kwetsbaarheid verminderen en kosten van de waterketen minder sterk laten stijgen.

  • Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2015-2018; beheer en onderhoud van de openbare ruimte is een kerntaak van de gemeente. Een kwalitatief goede openbare ruimte draagt bij aan het welzijn en de veiligheid van de bevolking. Het functioneel en goed onderhouden van de gemeentelijke kapitaalgoederen is van groot economisch belang. Met het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte (IBOR) worden de beleidsdoelstellingen – waar mogelijk – gerealiseerd en wordt inzicht gegeven hoe en wanneer de gemeente haar middelen inzet om de openbare ruimte in stand te houden.

  • Gemeentelijk rioleringsplan; in 2014 is een verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan (vGRP) opgesteld. Daarin worden de ambities, beleidskeuzes, beheerstrategieën en bijbehorende kosten voor het duurzaam in stand houden en onderhouden van het gemeentelijk watersysteem in beeld gebracht. Het verbreed gemeentelijk rioleringsplan stelt de kaders voor de gemeentelijke watertaken en geeft inzicht in de beheercyclus, kwaliteit en kosten voor het afvalwater, hemelwater en grondwater.

  • Speelruimteplan kwaliteit door buitenspel 2016-2025; dit betreft een evaluatie van het speelruimteplan van 2006 waarin zijn betrokken de Wijkanalyses Waddinxveen 2012, een evaluatie van de waterspeeltuin en de mogelijkheid een of meer natuurlijke speelplekken voor kinderen te realiseren met subsidie vanuit het programma ‘Groen doet goed’.

  • Nota Hondenbeleid 2013; het doel van hondenbeleid is het voorkomen en verminderen van de (ervaren) overlast van honden. Het beleid moet de eigen verantwoordelijkheid van de hondenbezitter stimuleren. Niet de gemeente ruimt de hondenpoep op, maar de eigenaar van de hond.

  • Inkoop- en aanbestedingsbeleid; de hoofddoelstelling van de gemeente Waddinxveen met betrekking tot inkopen is: het, nu en in de toekomst, op professionele en zorgvuldige wijze inkopen van werken, leveringen en diensten, waarbij de gemeente Waddinxveen zich profileert als een zakelijke, betrouwbare en integere partner. Hierbij is duurzaamheid een wezenlijk criterium in aanbestedingen.

  • Nota Bodembeheer; dit is regionaal beleid wat door alle ODMH-gemeenten is vastgesteld. In deze nota worden de randvoorwaarden voor grond- en baggerverzet beschreven. De doelstelling van de nota is het mogelijk maken van zoveel mogelijk hergebruik van grond en bagger binnen de regio zonder dat dit risico's oplevert.

  • Vitaal Sportbeleid; in ‘Vitaal Sportbeleid Waddinxveen’ wordt gekeken naar optimaal gebruik van formele en informele sportplekken, naar de bijdrage die sport levert aan gezondheid en naar de faciliteiten die nodig zijn om een gevarieerd sportaanbod te kunnen waarborgen.

  • Nota Lokaal Gezondheidsbeleid; doel van deze nota is om Waddinxveense inwoners zo gezond mogelijk te laten zijn. Dit begint bij het bevorderen van gezonde leefstijl. In deze nota worden daartoe de bouwstenen geleverd waarbij duidelijke prioriteiten zijn gesteld met als eerste prioriteit meer bewegen.

  • Ontwikkelvisie Station tot Bruggebied; dit gebied is een belangrijke entree van Waddinxveen en vormt daarnaast een onderdeel van de historische kern van Waddinxeen. Omdat de ruimtelijke kwaliteit nu matig is, wordt ingezet op herontwikkeling. De ontwikkelvisie biedt hiertoe kaders en randvoorwaarden.

4 Visie

 

4.1 Visie

Centraal in onze visie staat dat wij een leefomgeving in stand willen houden waar het prettig en veilig wonen, werken en recreëren is. Hierbij richten wij ons primair op de technische beheerkwaliteit van de openbare ruimte.

 

4.2 Invulling geven aan onze visie

Om verdere invulling te kunnen geven aan ons beheer hebben wij, vanuit onze visie, de volgende hoofdpunten onderscheiden: leefbaarheid & veiligheid, duurzaamheid, maatwerk & participatie, indeling structuurelementen, beeldgericht werken en slappe bodem. Deze punten vormen de belangrijkste bouwstenen voor ons beheer.

 

4.2.1 Leefbaarheid en veiligheid

Wij willen een schone, veilige en aantrekkelijke openbare ruimte met een voldoende tot goed kwaliteitsniveau. Dit draagt namelijk in hoge mate bij aan de leefbaarheid in Waddinxveen.

Ook streven wij ernaar om de openbare ruimte zo in te richten, te onderhouden en te gebruiken, dat de burgers zich veilig voelen en weten hoe ze zich veilig kunnen voortbewegen door de openbare ruimte. Hierbij is extra aandacht voor de kwetsbare groepen: voetgangers, fietsers en minder validen. Een openbare ruimte wordt vanuit de ogen van alle gebruikersgroepen benaderd: van kind tot oudere, van valide tot minder valide, enzovoorts. Veiligheid vertaalt zich ook in een gevoel. De burger moet zich met een veilig gevoel kunnen bewegen door de openbare ruimte. De hoogte en positie van de beplanting, de aanwezigheid van lichtmasten en de afstand tussen gebouwen zijn allemaal aspecten die dit beïnvloeden.

 

Naast onze eigen uitgangspunten is het dus van belang goed te monitoren hoe gebruikers de openbare ruimte beleven en waarderen. Dit is een continu proces. Deze gegevens werken we verdere uitdoor de informatie uit diverse indicatoren (schouwen, meldingen, enquetes) te bundelen en het intensiveren van overleg met betrokken partners (burgers, bedrijfsleven, politie, wijkplatforms, woningbouwvereniging etc.). Extra aandacht kan uitgaan naar eventuele hotspots in verband met schoonhouden en vernielingen.

 

4.2.2 Duurzaamheid

Wij streven ernaar de openbare ruimte op een duurzame wijze in te richten en te onderhouden. De openbare ruimte wordt namelijk veelal ingericht voor een periode van veertig jaar. Vervolgens zal er (groot) onderhoud gepleegd worden. Belangrijk is dat de inrichting en het beheer van de openbare ruimte dusdanig zijn, dat er geen hypotheek op de toekomst ontstaat. Dit betekent dat de openbare ruimte zo wordt ingericht en onderhouden en uiteindelijk gebruikt, dat deze langdurig mee gaat.

Wij willen de inrichting, het onderhoud en het gebruik van de openbare ruimte op een zorgvuldige en integrale wijze benaderen. De waardering van de openbare ruimte is in sterke mate afhankelijk van het samenspel tussen de inrichting (het ontwerp, inrichting en materiaalkeuze), de wijze waarop wordt beheerd en onderhouden (hoe heel & recht, hoeveel schade, schoon en netjes) en het gebruik van deze openbare ruimte (verblijven, spelen, parkeren etc.).

Niet losse onderdelen, maar de leefomgeving van de burger als totaal staat hierbij centraal. De inrichting moet bovendien passend zijn binnen het karakter en de gebiedskenmerken van Waddinxveen.

 

Deze benadering betekent dat wij meer gebruik gaan maken van het instrument ‘life cycle costing’ (LCC). Hierbij beschouwen wij de totale kosten en baten voor investering/aanschaf, onderhoud en sloop over de gehele levensduur. Dit stelt ons onder andere in staat om een zorgvuldige afweging maken tussen een hogere éénmalige investering versus lagere structurele beheerkosten.

Ook kunnen wij met dit instrument de inrichting opnieuw bezien/heroverwegen. De instandhouding van de bestaande inrichting is hierbij niet vanzelfsprekend. Aanpassing van de inrichting kan interessant zijn als bijvoorbeeld de kwaliteit verbeterd wordt (of als er geen afbreuk aan wordt gedaan) en als er geen meerkosten zijn en/of als er kosten te besparen zijn. Verder willen wij dat bij nieuwe uitleggebieden een beheerparagraaf wordt opgesteld.

 

4.2.3 Maatwerk en participatie

Een leefomgeving in stand houden waar het prettig wonen, werken en recreëren is, kunnen en willen wij niet alleen. Daarom blijven wij een beroep doen op burgers, bedrijfsleven, partners, wijkplatforms, verenigingen etc. Concreet verwachten wij van belanghebbenden en gebruikers dat zij signaleren en meedenken bij de inrichting en het beheer van de openbare ruimte en dat zij mede actief zijn bij het onderhouden ervan.

 

De uitdaging voor ons in de komende jaren is bij het beheer van de openbare ruimte een zodanige vorm van participatie te organiseren, dat het beheer technisch, financieel en kwalitatief voldoet aan de afgesproken normen en dat tegelijkertijd de mening van belanghebbenden zoveel mogelijk wordt betrokken bij de planvorming en uitvoering. Dit vraagt om een flexibele benadering, aangezien (toekomstige) burgers de openbare ruimte wellicht anders willen benutten dan wij momenteel voor ogen hebben. Ook kan met deze benadering een kwaliteitsimpuls en differentiatie tot stand worden gebracht, wat ook bijdraagt aan de karakteristiek van de wijken in Waddinxveen.

 

4.2.4 Indeling structuurelementen

Voor onze beheersystematiek zien wij een hoofdindeling in zogenaamde structuurelementen [lees afgebakende gebieden] als noodzakelijk. In gebieden bijvoorbeeld met een hoge gebruikswaarde en representativiteit is de verwachting van de beeldkwaliteit vaak hoger dan in gebieden met een lage gebruiksdruk en bezoekersintensiteit, zoals het buitengebied. Om deze reden zijn binnen onze gemeente verschillende gebieden benoemd die in functie en gebruikswaarde van elkaar verschillen.

Deze hoofdindeling kent hiermee een onderscheid wat in hoofdzaak bepaald is op basis van functie, begrijpelijkheid en herkenbaarheid. Vervolgens maken we per structuurelement een keuze voor het beeldkwaliteitsniveau. Dit houdt dus in dat de kwaliteit van de openbare ruimte in Waddinxveen niet overal hetzelfde hoeft te zijn.

Vanuit een integrale werkwijze hanteren wij als uitgangspunt dat wij alle onderdelen binnen de openbare ruimte (verhardingen, groen, etc.) die zich binnen een bepaald structuurelement bevinden zoveel mogelijk op hetzelfde niveau onderhouden. Dit schept zowel samenhang binnen een structuurelement als een duidelijk kader voor andere partijen (bijvoorbeeld uitvoerders, bewoners, ontwikkelaars etc.) die betrokken zijn bij de openbare ruimte.

 

Het gemeentelijk areaal is in het kader van de beheerplannen geïnventariseerd en wordt steeds bijgewerkt in geval dat er areaaluitbreidingen zijn.

We hanteren de volgende indeling in structuurelementen:

Woonwijk (roze)

De woongebieden beslaan het grootste deel van de openbare ruimte in Waddinxveen. De woonfunctie staat centraal en de openbare ruimte is hierop ingericht. De woongebieden kennen verschillende functies en gebruik. Voor een groot aantal gebieden staat de verblijfsfunctie voorop, zoals woonerven, pleintjes, buurtparken, groengebiedjes en speelplekken. De afwisseling in bebouwing en de aanwezigheid van water en groenvoorzieningen dragen bij aan een aantrekkelijke woonomgeving.

Bedrijven (blauw)

Het karakter van de verschillende bedrijventerreinen in Waddinxveen is divers, wat voornamelijk wordt bepaald door het soort bedrijven dat er is gevestigd. Bij bedrijventerreinen staat de functionaliteit voorop: bereikbaar voor leveranciers, transport en klanten. Belangrijk is dat het voldoende veilig en robuust is ingericht. Ook glastuinbouw valt hieronder.

Centra en accentgebieden (geel)

Dit zijn de concentratiegebieden van winkels en voorzieningen (in het centrumgebied en op wijkniveau), aangevuld met de begraafplaatsen. Gebieden die zich in hoofdzaak kenmerken door het samenkomen en ontmoeten van mensen. In het centrum is veelal een grote concentratie winkels aanwezig. Daarnaast behoren begraafplaatsen als bijzonder element bij deze categorie. Deze toevoeging is voornamelijk doorgevoerd om op deze bijzondere plekken een gelijkwaardige kwaliteit met voornoemde concentratiegebieden te realiseren.

 

De centra hebben een verkeersaantrekkende werking en vergen de nodige parkeervoorzieningen en fietsenstallingen. In de avond en nacht zijn deze gebieden, zeker in verhouding tot het gebruik overdag, relatief stil en verlaten.

Buitengebied/landschap (groen)

Het buitengebied van Waddinxveen kent verschillende functies: van recreatie tot (agrarisch) werkgebied. Het landschap is open met de veenweiden in het oosten en de droogmakerijen in het westen. Het gemeentelijke areaal is beperkt tot voornamelijk rijbanen, bermen en fietsverbindingen.

Hoofdwegen van de gemeente (rood)

Waddinxveen kent een duidelijke structuur van hoofdwegen die de gemeente ontsluiten en de wijken met elkaar verbinden. Deze bestaat uit de gemeentelijke hoofdroutes (overwegend 50 km straten) in de kernen, waarbij de vervoerfunctie voorop staat. De overige hoofdwegen (van rijk / provincie) in en rondom Waddinxveen zijn in donkerblauw aangeven.

Rijks en provinciale infrastructuur

Deze infrastructuur is in eigendom en beheer van rijk of provincie. Dit valt dus buiten het beheergebied van de gemeente.

Toekomstig woon- en/of werkgebied

In deze gebieden vindt een transformatie plaats naar woon- en/of werkgebied. Na transformatie zullen de voor dit nieuwe gebied geldende ambities van toepassing worden.

 

Hierbij merken we op dat binnen een structuurelement gekozen worden voor een verdere (en meer gedetailleerde) differentiatie in het beheer. Te denken valt bijvoorbeeld aan sportterreinen waarbij voor de velden zelf gekozen kan worden voor een meer intensief beheer dan voor de groenbuffers rondom de sportterreinen.

 

4.2.5 Beeldgericht werken

Het beeldgericht werken blijft een belangrijk uitgangspunt voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. In 2011 hebben wij al een besluit genomen over het kwaliteitsniveau en hoe die kwaliteit beoordeeld gaat worden. Met behulp van een beeldkwaliteitsmeetlat, de ‘Meetlat integrale kwaliteit’, hebben we deze ambities beeldend, meetbaar en tastbaar gemaakt. Deze meetlat is voorzien van duidelijke omschrijvingen en illustraties zodat iedereen objectief het niveau van bijvoorbeeld vervuiling of onkruid kan bepalen. Hiermee kunnen wij op een eenduidige manier communiceren met bewoners en anderen en kan een vertaling plaatsvinden in contracten en bestekken.

 

In deze beeldkwaliteitsmeetlat is de openbare ruimte onderverdeeld in de volgende onderdelen: asfaltverharding, elementverharding, verharding/groen zwerfafval, verharding/groen, uitwerpselen, verharding onkruid, groen bomen, groen bodembedekkers/heesters, groen opgaande heesters, groen hagen, groen gazon, groen onkruid, straatmeubilair, parkmeubilair, openbare verlichting, speelvoorzieningen, beschoeiing, kunstwerken bruggen en vullingsgraad afvalbakken.

 

Centraal in de systematiek van beeldkwaliteit staan de volgende kwaliteitsniveaus:

Per onderdeel van de openbare ruimte zijn de verschillende kwaliteitsniveaus met foto's in beeld gebracht. Ook hier geldt dat de keuzes die gemaakt worden uiteindelijk een balans zijn tussen de ambitie en de beschikbare financiële middelen.

 

Naast het kwaliteitsniveau is overigens ook de inrichting bepalend voor de kwaliteit van de openbare ruimte. Deze kwaliteit strekt verder dan een functionele benadering. De inrichting benadrukt de identiteit van een gebied. Dit gaat verder dan de functies en kan juist aangepast zijn op de cultuurhistorie van een gebied. Wel kan gesteld worden dat op hoofdlijnen de indeling van structuurelementen, zoals die voor beheer geldt, ook opgaat voor de inrichting en op hoofdlijnen gekoppeld is aan de materialen die binnen dit gebied toegepast worden. Hoogwaardiger materiaalgebruik (bijvoorbeeld langs de Nesse) zal dan ook hoofdzakelijk in de gebieden met het hoogste beeldkwaliteitsniveau worden toegepast.

 

4.2.6 Slappe bodem

In Waddinxveen moeten we, als gevolg van de sterke samendrukbaarheid van de veen- en kleilagen, in geval van ophoging en belasting ermee rekening houden dat de bodem onderhevig is aan zakking. Dit betreft de zogenaamde slappe bodemproblematiek en betekent dat wij te maken hebben met hoge(re) kosten voor beheer en onderhoud van infrastructuur en/of openbare ruimte. Deze problematiek vormt een permanent risico in het kader van onze beheerplannen. In het kader van deze ‘slappe bodemproblematiek’ wordt bij het realiseren van (nieuwe) werken uitgegaan van een duurzame aanleg waarbij eisen worden gesteld aan de restzettingen.

 

Het gearceerde gebied is niet verveend gebied en sterk zettingsgevoelig. Het overige is verveend gebied en minder zettingsgevoelig.

 

Punt van verdere uitwerking is het aspect slappe bodem integraal mee te nemen in de beheerplannen en de ‘life cycle costing’ van de openbare ruimte.

5 Beheerniveau’s

 

5.1 Inleiding

In 2014 is de visie vastgesteld met uitzondering van het voorstel voor de beheerniveau’s. Hiervoor heeft de gemeenteraad destijds, middels een motie, een ander besluit genomen. Deze motie (M3 in de gemeenteraad van 9 juli 2014) is richtinggevend voor de verdere beheerambities in deze visie. Geconstateerd wordt dat het werken met structuurelementen en differentiatie in beheerniveau’s naar gebieden een goede richting is en dat dit wordt voortgezet. Daarnaast zat in 2014 tussen het ambitieniveau van de gemeenteraad en de financiële mogelijkheden een spanning.

 

5.2 Ambitie beheerniveau’s

Uitgangspunt is en blijft een gedifferentieerd beheer. Immers, Waddinxveen bestaat uit verschillende structuurelementen waarbij niet elk gebied op hetzelfde niveau hoeft te worden onderhouden.

 

Hierbij heeft de gemeente de ambitie de centra en accentgebieden op het hoogste niveau te beheren. Een hoger kwaliteitsniveau A bij winkels en voorzieningen wordt als wenselijk gezien uit oogpunt van beleving en waardering door de gebruikers. Extra inspanningen in het (dagelijkse) onderhoud zijn hier passend. Het onderhoud van groen, banken en afvalbakken draagt bij aan de uitstraling van de centra. Eventuele schade wordt snel en adequaat hersteld, zodat de openbare ruimte schoon en heel blijft.

 

Voor woongebieden en bedrijventerreinen is het gewenst dat voorzien wordt in een basiskwaliteit. Een voorkeur gaat uit naar beheerniveau B omdat deze voldoende is voor een functionele en duurzame instandhouding van de aanwezige elementen. Ook is het wenselijk de hoofdwegen van de gemeente en fietspaden (ook in het buitengebied) op niveau B te beheren om zo geen afbreuk te doen aan de veiligheid voor langzaam verkeer.

 

Voor het buitengebied wordt een lager niveau C als passend gezien vanwege het vaak meer extensieve karakter en ook omdat het niet om een woongebied gaat.

 

5.3 Vervolg en uitwerking

Nadat de gemeenteraad akkoord is met de voorgestelde keuze voor het beheerniveau vindt de visie zijn uitwerking op tactisch niveau in een gebiedsgericht uitvoeringsprogramma, de Beheerplannen Openbare Ruimte. Deze bieden concreter inzicht in de uit te voeren beheerstrategie, maatregelen en de gedefinieerde projecten voor de komende periode van vier jaar. Daarbij wordt het uitvoeringsprogramma nader onderbouwd met specifieke projecten en regulier onderhoud. Ook vindt hierbij een financiële doorkijk plaats naar een langere periode.

Naar boven