Verordening Bedrijveninvesteringszone Noordwijkerhout Centrum 2023

De raad van de gemeente Noordwijk,

 

gelezen het voorstel van het college van 23 augustus 2022,

 

gelet op de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

 

gezien de uitvoeringsovereenkomst van 19 september 2022 gesloten met de Stichting BIZ Noordwijkerhout Centrum;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de navolgende verordening:

 

VERORDENING BEDRIJVENINVESTERINGSZONE NOORDWIJKERHOUT CENTRUM 2023

 

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    wet: Wet op de bedrijveninvesteringszones;

  • b.

    BIZ-bijdrage: de belasting bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • c.

    bedrijveninvesteringszone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordwijk;

  • e.

    stichting: Stichting BIZ Noordwijkerhout Centrum;

  • f.

    uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Noordwijk en de stichting op 19 september 2022 gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet.

HOOFDSTUK II BELASTINGBEPALINGEN

Artikel 2 Belastbaar feit en aard van de belasting

  • 1.

    Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

Artikel 3 Belastingobject

  • 1.

    Het belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken, die niet in hoofdzaak tot woning dient.

  • 2.

    Een onroerende zaak dient niet in hoofdzaak tot woning, indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak niet in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven van de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject gebruikt.

  • 2.

    Indien een belastingobject bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar.

  • 3.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt:

    • a.

      gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • b.

      het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld; degene die het belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld;

    • c.

      als eigenaar aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastinggebied

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven in het aangewezen gebied dat is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart.

  • 2.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven naar een vast bedrag per belastingobject.

Artikel 6 Vrijstellingen

De BIZ-bijdrage wordt niet geheven van:

  • a.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond voor de land- of bosbouw, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;

  • b.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als glasopstanden die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond;

  • c.

    onroerende zaken die naast delen die dienen tot woning bestaan uit delen die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard;

  • d.

    ongebouwde onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928;

  • e.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die worden beheerd door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stelt;

  • f.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

  • g.

    onroerende zaken die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • h.

    onroerende zaken die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als werken voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • i.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst van de gemeente;

  • j.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;

  • k.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht;

  • l.

    onroerende zaken die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria;

  • m.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs;

  • n.

    onroerende zaken die worden gebruikt door een vereniging, stichting of een andere niet commerciële instelling, die geen onderneming drijft en geen winstoogmerk heeft, en die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs, voor club- en buurthuiswerk, voor de beoefening van sport, kunt of cultuur, of voor andere activiteiten van sociale of culturele aard;

  • o.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst ter zake van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening in de regio en de handhaving van de openbare orde en veiligheid;

  • p.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als trafo (objectsoortcode 3621), elektriciteitsdistributienet (objectsoortcode 3627), zendmast (3665) of geldautomaat, geen onderdeel uitmakend van een bankgebouw of-kantoor (objectsoortcode 3668);

Artikel 7 Heffingsgrondslag en tarief BIZ-bijdrage

Het tarief van de BIZ-bijdrage bedraagt per belastingobject, per kalenderjaar € 400,00.

Artikel 8 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen 2 maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.

 

HOOFDSTUK III SUBSIDIEBEPALINGEN

Artikel 11 Buiten toepassing algemene subsidieverordening

Op de subsidie op grond van deze verordening is de Algemene subsidieverordening gemeente Noordwijk 2021, dan wel diens rechtsopvolger, niet van toepassing.

Artikel 12 Aanwijzing stichting

De Stichting BIZ Noordwijkerhout Centrum wordt aangewezen als de stichting bedoeld in artikel 7 van de wet, waarmee een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht is gesloten, waarin is bepaald dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt verplicht moeten worden verricht.

Artikel 13 Subsidieverlening

  • 1.

    De subsidie wordt jaarlijks door het college verleend aan de stichting voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst. De subsidie wordt verleend op een daartoe gedane aanvraag, die vergezeld moet gaan van de in de uitvoeringsovereenkomst genoemde stukken.

  • 2.

    De subsidie wordt bepaald op de jaarlijks ontvangen BIZ-bijdragen.

Artikel 14 Subsidieverplichtingen

Naast de in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde verplichtingen kunnen aan de stichting ook andere doelgebonden verplichtingen worden opgelegd. Deze verplichtingen zijn opgenomen in de met de stichting gesloten uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 15 Subsidievaststelling

  • 1.

    De stichting is verplicht om binnen 3 maanden na afloop van het subsidiejaar de in de uitvoeringsovereenkomst opgenomen stukken te overleggen.

  • 2.

    De subsidie wordt vastgesteld uiterlijk 13 weken na ontvangst van de in het voorgaande lid genoemde stukken.

Artikel 16 Melding van relevante wijzigingen

De stichting stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van:

  • -

    meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie,

  • -

    een wijziging van de statuten,

  • -

    verandering of beëindiging van activiteiten.

HOOFDSTUK IV SLOTBEPALINGEN

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Bedrijveninvesteringszone Noordwijkerhout Centrum 2023.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 september 2022.

De gemeenteraad van Noordwijk

Mw. D. Thissen

plaatsvervangend griffier

Mw. W.J.A. Verkleij

voorzitter raad

Bijlage: kaart gebied BIZ Noordwijkerhout Centrum

Naar boven