Gemeente Heerlen - Verordening afvalstoffenheffing 2023

De raad van de gemeente Heerlen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 september 2022;

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

 

 

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder "gebruik maken": gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

 

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

 

Artikel 3. Voorwerp van de belasting

  • 1.

    Voorwerp van de belasting is een perceel.

  • 2.

    Als perceel wordt aangemerkt:

  • a.

    de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;

  • b.

    de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;

  • c.

    een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

  • d.

    een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren.

  • e.

    het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

 

Artikel 4 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel.

 

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

 

Artikel 6 Reductie heffing medisch afval

  • 1.

    De belastingplichtige als bedoeld in artikel 4 komt in aanmerking voor vermindering van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, leden 2, 3 en 4 van de in artikel 5 bedoelde tarieventabel, indien de belastingplichtige als gevolg van chronische ziekte of handicap dan wel chronische ziekte of handicap van personen die behoren tot zijn of haar huishouden, extra afval moeten aanbieden aan de gemeentelijke inzameldienst.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde vermindering bedraagt 60 % van de totaal verschuldigde belasting als gevolg van het aantal aangeboden ledigingen of aanbiedingen, met een maximum van € 80,00 per belastingjaar voor een huishouden met één bewoner die onder de categorie in lid één valt, met een maximum van € 110,00 per belastingjaar bij een huishouden met meerdere bewoners die onder de categorie in lid één vallen.

  • 3.

    De belastingplichtige die in aanmerking wil komen voor vermindering op grond van het eerste lid, dient uiterlijk binnen 6 maanden na dagtekening van de opgelegde belasting, zoals bedoeld in het eerste lid, een daartoe strekkend verzoek in te dienen bij de heffingsambtenaar. Bij dit verzoek dient een schriftelijke verklaring van de huisarts of medisch specialist te worden overgelegd, waaruit blijkt dat als gevolg van een chronische ziekte of handicap extra afval wordt aangeboden.

  • 4.

    De berekening van de vermindering als bedoeld in het eerste en tweede lid vindt plaats na afloop van het betreffende belastingjaar.

  • 5.

    Er wordt slechts één vermindering per huishouden verleend.

 

Artikel 7 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1, lid 1 tot en met lid 3, en lid 6 letter a, van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1, lid 4 en lid 6, letter b en c en hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1, lid 1 en lid 6a van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. De belasting bedoeld in Hoofdstuk 1 lid 4 en lid 6 b en c is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.

  • 2.

    De belasting in hoofdstuk 1. lid 2 en lid 3 van de tarieventabel is verschuldigd na afloop van het belastingjaar.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1, lid 1 van de tarieventabel verschuldigd, voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting bedoeld hoofdstuk 1, lid 1 als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven

  • 5.

    Het derde en het vierde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 6.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

  • 7.

    Voor de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel die bij wege van aanslag wordt geheven geldt dat belastingbedragen van minder dan € 5,00 niet worden geheven.

  • 8.

    Voor de toepassing van het vorige lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

 

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat en het bedrag daarvan niet hoger is dan € 20.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt.

  • 3.

    In afwijking van het eerste en tweede lid moeten de op grond van hoofdstuk 1, lid 4 en lid 6, letter b en c en hoofdstuk 2 van de tarieventabel, geheven belastingen worden betaald:

    • a.

      ingeval van uitreiking van de kennisgeving: op het tijdstip van uitreiking

    • b.

      ingeval van de toezending van de kennisgeving: binnen 1 maand na de dagtekening.

  • 4.

    Betaling van de termijnen zoals bedoeld in de leden 1 en 2 is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregel automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

  • 5.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

 

Artikel 11 Overgangsrecht

De Verordening afvalstoffenheffing 2022, van 3 november 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

 

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening afvalstoffenheffing 2023.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 3 november 2022.

griffier,

drs. T.W. Zwemmer

voorzitter,

drs. R. Wever

Tarieventabel

Behorende bij de "Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2023"

 

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

 

 

Hoofdstuk 1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

 

1. De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:

 

a. indien dat perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon

€ 189,16

 

b. indien dat perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door twee personen

€ 235,22

c. indien dat perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door drie of meer personen

 

€ 281,28

2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting per lediging van:

 

a. een mini-container, bestemd voor GFT-afval met een inhoud van 140 liter

€ 0,00

b. een mini-container, bestemd voor GFT-afval met een inhoud van 240 liter

c. een mini-container, bestemd voor GFT-afval met een inhoud van 20 liter

€ 0,00

 

€ 0,00

d. een mini-container, bestemd voor rest-afval met een inhoud van 140 liter

€ 6,45

e. een mini-container, bestemd voor rest-afval met een inhoud van 240 liter

€ 8,75

3. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting voor percelen die voor de afvalverwijdering zijn aangewezen op het ondergrondse inzamelsysteem per aanbieding:

 

 

a. bij een 60 liter trommel

b. bij een 30 liter trommel

4. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting aanbieding van een gekenmerkte vuilniszak

€ 1,60

€ 0,80

 

€ 1,60

5. a. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting voor de aanbieding van een gekenmerkte afvalzak voor de verpakkingsmaterialen kunststof, drankenkartons en blik

 

€ 0,00

b. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting voor de aanbieding van de BEST zak

€ 0,00

6. Onverminderd het bepaalde in de leden 1 t/m 5 bedraagt het tarief voor

 

a. het in gebruik hebben van een extra restafval container of meer     dan twee GFT containers, per container per jaar of een gedeelte daarvan;

 

 

€ 10,00

b. het op aanvraag omwisselen van één of meer containers, per container;

€ 25,00

c. het op aanvraag leveren van één of meer extra containers per

container.

€ 25,00

7. In afwijking van het bepaalde in het zesde lid, onderdelen b. en c. kan:

 

a. een nieuw ingezetene van de gemeente, die als belastingplichtige wordt aangemerkt, gedurende een periode van zes maanden nadat de belastingplicht is ontstaan, kosteloos éénmaal van containervolume wisselen;

 

b. de belastingplichtige, die binnen de gemeente verhuist gedurende een periode van zes maanden nadat de verhuizing heeft plaatsgevonden, kosteloos éénmaal van containervolume wisselen.

 

 

Hoofdstuk 2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

1. Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van de volgende (grove) huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:

 

a. Asbesthoudend en asbestgelijkend afval gratis

b. Auto- of motorband zonder velg (max 20 inch, 4 stuks) gratis

c. Best-tassen gratis

d. Elektrische apparaten (ook defecte) gratis

e. Gasflessen en gastanks (lekvrij en onbeschadigd) gratis

f. Gips (geen cel- of gasbeton) gratis

g. Glas gratis

h. Harde kunststoffen gratis

i. KCA (klein chemisch afval) gratis

j. Kerstbomen gratis

k. Kringloopgoederen (mits verkoopbaar- RD4 bepaalt) gratis

l. Oud ijzer/ metaal gratis

m. Piepschuim/tempex (alleen witte piepschuim) gratis

n. PMD-afval (plastic, metalen verpakkingen en drankkartons) gratis

o. Papier en karton gratis

p. Snoei- en tuinafval gratis

q. Textiel gratis

r. Vet en olie (maximaal volume 20 liter) gratis

 

2. Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van de volgende (grove) huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:

a.

Grof huisvuil/ grote huisraad/ droge matrassen, per m3 (eerste twee keer gratis)

€ 34,00

b.

Restafval (zak 50 liter)

€ 1,70

c.

Hout kwaliteit A/B, per m3 (eerste twee keer gratis)

€ 15,00

d.

e.

Hout kwaliteit C, per m3 (geïmpregneerd hout)

Auto- of motorband met velg, per stuk (maximaal 4 stuks)

€ 34,00

€ 1,60

f.

Autoband vanaf 20 inch, per stuk (maximaal 4 stuks)

€ 3,50

g.

Vrachtwagenband, per stuk (maximaal 2 stuks)

€ 15,00

h.

Tractorband, per stuk (maximaal 2 stuks)

€ 22,00

i.

Schone grond, per m3

€ 17,00

j.

Vervuilde grond, per m3

€ 90,00

k.

Schoon puin, per m3

€ 8,00

l.

Vervuild puin, per m3

€ 90,00

m.

Dakleer/bitumenhoudend afval, per m3 (eerste twee keer gratis)

€ 34,00

n.

Ongesorteerd bouwafval, per m3

€ 90,00

o.

Matrassen. Eerste twee keer gratis. Aan de poort de keuze of een matras los wordt afgerekend of de (gratis) grofvuiltik wordt ingezet.

 

 

Tarief eenpersoonsmatras:

€ 8,50

 

Tarief tweepersoonsmatras:

€ 17,00

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

m3 tarieven: het te betalen bedrag wordt berekend per 0.25 m3

 

3. Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het van gemeentewege ophalen van grove huishoudelijke afvalstoffen en houtafval aan huis:

a. per m3 € 44,00

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 3 november 2022.

griffier,

drs. T.W. Zwemmer

voorzitter,

drs. R. Wever

Naar boven