Mandaatbesluit van burgemeester en wethouders van Stede Broec aan de directeur van de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord 2023

Intitulé

Mandaatbesluit van de gemeente Stede Broec aan de directeur van de OD NHN 2023

Zaaknummer: 994330

gelet op:

 

  • 1.

    afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • 2.

    Mandaat van Burgemeester en Wethouders;

  • 3.

    het geldende Bedrijfsplan;

  • 4.

    het bepaalde in de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noord-Holland-Noord;

  • 5.

    de Dienstverleningsovereenkomst die is afgesloten tussen de gemeente Stede Broec en de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord;

Het college van burgemeester en wethouders van Stede Broec besluit;

Het Mandaatbesluit van de gemeente Stede Broec aan de directeur van de OD NHN 2023 vast te stellen.

Dit besluit treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet, onder gelijktijdige intrekking van het Mandaatbesluit Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord 2014 van 28-01-2014, vastgesteld door Burgemeester en Wethouders van Stede Broec.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Gemeenteraad: de Gemeenteraad van de gemeente Stede Broec.

  • 2.

    College van burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stede Broec.

  • 3.

    Directeur: de directeur van de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord (OD NHN).

  • 4.

    Omgevingsdienst Noord-Holland Noord: het openbaar lichaam OD NHN

  • 5.

    Mandaat: de bevoegdheid om in naam van het college van burgemeester en wethouders besluiten als bedoeld in artikel 1:3 eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht te nemen.

  • 6.

    Volmacht: de bevoegdheid om privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten en namens de gemeente de burgemeester hierbij te vertegenwoordigen voor zover het college hiertoe de opdracht heeft gegeven.

  • 7.

    Machtiging: de bevoegdheid om in naam van het college van burgemeester en wethouders feitelijke handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

  • 8.

    Basistakenpakket: het landelijke basistakenpakket als bedoeld in artikel 4 jo artikel van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noord-Holland Noord. Hieronder vallen ook de uitvoering, het toezicht en de handhaving van de regels in het Omgevingsplan zoals de immissieregels voor geur, geluid, trillingen en licht, voor zover het een activiteit betreft die is aangewezen als onderdeel van het basistakenpakket

  • 9.

    Plustaken: taken als bedoeld in artikel 5 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noord-Holland Noord.

Artikel 2 Mandaat, volmacht en machtiging

2.1 Het college van burgemeester en wethouders verlenen mandaat, volmacht en machtiging aan de Directeur overeenkomstig de bij dit besluit behorende mandaat-, volmacht- en machtigingslijst.

2.2 De Directeur is bevoegd voor de aangelegenheden in het eerste lid schriftelijk rechtstreeks ondermandaat, subvolmacht en submachtiging te verlenen aan de afdelingshoofden, teamleiders, toezichthouders en medewerkers van de OD NHN, tenzij concreet mandaat in de bij dit besluit behorende mandaat-, volmacht- en machtigingslijst uitdrukkelijk is uitgesloten.

Artikel 3 Uitoefening bevoegdheden

3.1 De Directeur betrekt bij de uitoefening van de aan hem opgedragen bevoegdheden de relevante door de Gemeenteraad vastgestelde kaders en verordeningen alsmede de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels.

3.2 Het college van burgemeester en wethouders zorgt ervoor dat de Directeur over alle benodigde informatie noodzakelijk voor de uitoefening van het in het eerste lid bepaalde kan beschikken.

3.3 Bij voorgenomen nieuw beleid of beleidswijzigingen van de aan de Directeur opgedragen bevoegdheden vindt afstemming plaats door het college van burgemeester en wethouders met de Directeur.

Artikel 4 Betrekken college bij besluitvorming

4.1 De directeur betrekt vooraf de betrokken portefeuillehouder bij de opgedragen bevoegdheden als hij van mening is dat bij een te nemen besluit beleidsaspecten aan de orde zijn die buiten het werkterrein van de omgevingsdienst vallen.

4.2 Het bepaalde in lid 1 is in elk geval aan de orde indien:

a. Een te nemen besluit een aanvulling of afwijking van het tot dan gevoerde beleid inhoudt, waarvan precedentwerking te verwachten is of indien beleid ter zake moet worden vastgesteld;

b. Een te nemen besluit bestuurlijk gevoelig is, waarbij er rekening mee gehouden moet worden, dat de betrokken portefeuillehouder of het college op zijn of haar verantwoordelijkheid zal worden aangesproken;

c. Uit een te nemen besluit financiële, politieke of andere belangrijke consequenties kunnen voortvloeien.

Artikel 5 Onvoorziene omstandigheden

5. In onvoorziene, spoedeisende gevallen, waarin onverwijld handelen is geboden, handelt de gemandateerde in de geest van dit besluit.

Artikel 6 Ondertekening

6. De namens het college van burgemeester en wethouders uitgeoefende bevoegdheden worden als volgt ondertekend:

College van burgemeester en wethouders van Stede Broec

namens deze,

<handtekening gemandateerde>………….

(Gevolgd door de naam van de gemandateerde, alsmede diens functienaam en afdeling)

Artikel 7 Vervanging

7. Ingeval van afwezigheid van de Directeur, aan wie bij of krachtens dit besluit bevoegdheden zijn toegekend, worden deze bevoegdheden door zijn plaatsvervanger uitgeoefend.

Artikel 8 Inwerkingtreding

8. Dit besluit treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet, onder gelijktijdige intrekking van het Mandaatbesluit Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord 2014van 28-01-2014, vastgesteld door Burgemeester en Wethouders van Stede Broec.

Artikel 9 Citeertitel

9. Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit van de gemeente Stede Broec aan de directeur van de OD NHN 2023.

Bovenkarspel, 25 oktober 2022

Burgemeester en Wethouders van Stede Broec

A. Huisman. R.A.P. Wortelboer.

Secretaris, Burgemeester,

MANDAAT-, VOLMACHT- EN MACHTIGINGSLIJSTIn deze lijst wordt aangegeven op welk niveau de besluiten minimaal genomen moeten worden.

2.1 Algemeen

  • Bevoegdheden en besluiten

    Ondermandaat, subvolmacht en submachtiging

    A01

    Alle besluiten inzake bestuursrechtelijke procedures en het

    verrichten van alle proceshandelingen, indien het primaire besluit

    in mandaat of ondermandaat is genomen.

    Uitgezonderd hiervan zijn:

    • 1.

      Het nemen van een besluit op een bezwaarschrift;

    • 2.

      het instellen van (hoger) beroep, met uitzondering van het instellen van pro forma (hoger) beroep;

    • 3.

      het instellen van incidenteel (hoger) beroep, met uitzondering van het instellen van pro forma incidenteel (hoger) beroep.

    afdelingshoofd

    A02

    Eenmalig dan wel doorlopend machtigen van medewerkers of externe adviseurs om het bevoegd gezag te vertegenwoordigen in bestuursrechtelijke procedures.

    Ondermandaat niet mogelijk

    A03

    Nemen van besluiten op grond van de Wet open overheid, de Wet hergebruik van overheidsinformatie, de Algemene verordening gegevensbescherming en aanverwante wetten en regels.

    afdelingshoofd

    A04

    Het geven van adviezen bij het opstellen en monitoren van omgevingsplannen, omgevingsverordeningen alsmede de herziening daarvan

    afdelingshoofd

    A05

    Het aanvragen en verantwoorden van subsidies op basis van regelingen van andere overheidsorganen, het Rijk en de Europese Unie, alsmede het aangaan van uitvoeringsovereenkomsten ter verkrijging van deze subsidies.

    Ondermandaat niet mogelijk

    A06

    Maken van afspraken met OM, politie en landelijke inspectie- en opsporingsdiensten, waaronder het periodiek afsluiten van handhavingsarrangementen met OM en politie.

    afdelingshoofd

2.2 Uitvoering

  • Bevoegdheden en besluiten

    Ondermandaat, subvolmacht en submachtiging

    U01

    Besluiten op enkelvoudige aanvragen om omgevingsvergunningen voor milieubelastende activiteiten inclusief de voorbereiding ervan bij of krachtens artikel 5.1, lid 1 onder a en artikel 5.1 lid 2 onder b van de Omgevingswet.

    Uitgezonderd hiervan zijn besluiten tot het weigeren van omgevingsvergunningen, tenzij:

    • 1.

      het besluit tot weigering van de omgevingsvergunning is gebaseerd op een algemeen verbindend voorschrift of beleidsregel; of

    • 2.

      het besluit tot weigering van de omgevingsvergunning is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure van de Awb.

    afdelingshoofd

    U02

    Besluiten inzake het actualiseren van omgevingsvergunningen voor milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.38 van de Omgevingswet.

    afdelingshoofd

    U03

    Besluiten inzake het intrekken en/of wijzigen van de voorschriften van omgevingsvergunningen voor milieubelastende activiteiten als bedoeld in de artikelen 5.39, 5.40 en 5.41 van de Omgevingswet.

    afdelingshoofd

    U04

    Ambtshalve verlenen van revisievergunningen voor milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.43 van de Omgevingswet.

    afdelingshoofd

    U05

    Afhandelen van meldingen als bedoeld in artikel 4.4, lid 1 van de Omgevingswet.

    afdelingshoofd

    U06

    Besluiten inzake het stellen van maatwerkvoorschriften en het verbinden van voorschriften aan omgevingsvergunningen voor milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 4.5, lid 1 van de Omgevingswet.

    afdelingshoofd

    U07

    Besluiten inzake het treffen van gelijkwaardige maatregelen als bedoeld in artikel 4.7, lid 1 van de Omgevingswet.

    afdelingshoofd

    U08

    Besluiten inzake milieueffectrapportages voor mer beoordelingsplichtige projecten en voorbereiden van besluiten inzake milieueffectrapportages voor mer-plichtige projecten als bedoeld in paragraaf 16.4.2 van de Omgevingswet, voor zover betrekking hebbend op omgevingsvergunningen voor milieubelastende activiteiten.

    afdelingshoofd

    U09

    Uitbrengen van advies over en verlenen of onthouden van instemming aan aanvragen om omgevingsvergunningen of maatwerkvoorschriften, aanvragen om wijziging van de voorschriften van omgevingsvergunningen of maatwerkvoorschriften en aanvragen om intrekking van omgevingsvergunningen of maatwerkvoorschriften voor milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 4.20 lid 1 onder b en d en lid 2 onder b van het Omgevingsbesluit.

    afdelingshoofd

    U10

    Het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van het REV als bedoeld in paragraaf 10.8.1 van het Omgevingsbesluit

    medewerker

    U11

    Uitvoeren van werkzaamheden in het kader van de PRTR verordening als bedoeld in paragraaf 10.8.6 van het Omgevingsbesluit

    medewerker

    U12

    Uitvoeren van werkzaamheden op de e-MJV applicatie en IPPC applicatie inzake PRTR-verslagen, EEP-rapportages en IPPC gegevens.

    medewerker

    U13

    Uitvoeren van werkzaamheden en nemen van besluiten op grond van de hoofdstukken 8, 10, 13 en 19 van de Wet milieubeheer, voor zover vallend binnen de taken van de OD NHN.

    afdelingshoofd

    U14

    Besluiten inzake het vervoeren van gevaarlijke stoffen over andere dan de aangewezen wegen voor het laden en lossen van die stoffen op grond van artikel 29 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen.

    afdelingshoofd

    U15

    Besluiten inzake het overbrengen van explosieven als bedoeld in artikel 10 lid 1 onder a van de Wet explosieven voor civiel gebruik.

    afdelingshoofd

    U16

    Besluiten tot het niet behandelen van aanvragen en het afwijzen van aanvragen als bedoeld in de artikelen 4:5 en 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht.

    afdelingshoofd

    U17

    Besluiten inzake het stellen van maatwerkvoorschriften over het veroorzaken van geluidhinder en trillinghinder op grond van artikel 7.23 van het Besluit bouwwerken leefomgeving.

    afdelingshoofd

    U18

    Besluiten inzake het op een zodanige wijze in werking hebben van toestellen of geluidsapparaten of verrichten van handelingen dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt op grond van het Omgevingsplan.

    afdelingshoofd

    U19

    Besluiten inzake het in of aan een bouwwerk of op een open erf of terrein bevestigen of plaatsen, werpen of hebben van voorwerpen of stoffen, verrichten of nalaten van handelingen of gebruiken van werktuigen ter voorkoming van overlast in het algemeen (onder andere stank, rook, roet, walm, stof, vocht, licht, geluid, trilling) op grond van het Omgevingsplan.

    afdelingshoofd

    U20

    Afhandelen van kennisgevingen inzake de viering van incidentele festiviteiten op grond van het Omgevingsplan.

    afdelingshoofd

2.3 Handhaving

  • Bevoegdheden en besluiten

    Ondermandaat, subvolmacht en submachtiging

    H01

    Het aanwijzen van ambtenaren belast met een handhavingsbevoegdheid of -taak (zoals bedoeld in hoofdstuk 18 van de Omgevingswet) en toezicht op de naleving op grond van afdeling 18.1 Omgevingswet.

    Ondermandaat niet mogelijk

    H02

    Het uitoefenen van toezicht en handhaving op de naleving van het bij of krachtens de Omgevingswet en de bij of krachtens de in hoofdstuk 18 genoemde wettelijke bepalingen, voor zover vallend onder de zogenoemde basistaken genoemd in artikel 13.12 Omgevingsbesluit alsmede voor de overeengekomen plustaken, alsmede bij of krachtens het in de Omgevingsverordening en/of het Omgevingsplan gestelde.

    teamleider

    H03

    Het voeren van correspondentie in het kader van toezicht en handhaving, waaronder in ieder geval begrepen:

    • 1.

      een bezoekbevestigingsbrief;

    • 2.

      een waarschuwingsbrief;

    • 3.

      een vooraankondiging last onder bestuursdwang of last onder dwangsom;

    • 4.

      een vorderingsbrief om informatie in het kader van de controle op de naleving van regelgeving, alsmede de reacties op de in dit kader toegezonden informatie (zoals o.a. bedoeld onder titel 5.2. van de Algemene wet bestuursrecht).

    teamleider

    H04

    Het afzien c.q. nemen van voorgenomen handhavingsbesluiten bij of krachtens de Ow, omgevingsverordeningen, omgevingsplannen, op grond van vergunningvoorschriften, te overleggen meldingen, projectbesluiten rapportages e.d.

    afdelingshoofd

    H05

    Het treffen van (voorbereidings)handelingen op grond van afdeling 5.3.1 en 5.3.2 van de Awb en besluiten op grond van afdeling 5.3.2 en 5.4.1. van de Awb, met uitzondering van de besluiten op grond van artikel 5:37 van de Awb. (invorderingsbeschikking)

    teamleider

    H06

    Besluiten tot het opleggen van een spoedeisende last onder bestuursdwang conform artikel 5.31 van de Awb juncto artikel 19.2 Omgevingswet dan wel de schriftelijke bekrachtiging van de mondelinge aanzegging daartoe.

    teamleider

    H07

    H08

    Besluiten tot het vaststellen van gedoogplichtbeschikkingen op grond van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht juncto artikel 16.33 Omgevingswet.

    afdelingshoofd

    H09

    Het nemen van besluiten in bijzondere omstandigheden in de fysieke leefomgeving op grond van hoofdstuk 19 van de Omgevingswet inzake afdeling 19.1 maatregelen bij een ongewoon voorval en afdeling 19.2a toevalvondst van verontreiniging op of in de bodem; alsmede verhaal van kosten bij verontreiniging van de fysieke leefomgeving op grond van hoofdstuk 8 Omgevingsbesluit.

    afdelingshoofd

    H10

    Besluiten op verzoeken van derden om bestuursrechtelijk/ handhavend optreden, inclusief de afwijzing van deze verzoeken.

    teamleider

    H11

    Binnen een daartoe alsdan beschikbaar gesteld budget door Burgemeester en wethouders van maximaal €15.000,- per incident/ ongewoon voorval opdrachten te laten verlenen tot activiteiten in het kader van optreden vallend onder de regeling bereikbaarheid- en beschikbaarheidsdienst OD NHN, voor zover deze activiteiten onder de basistaken en de plustaken vallen.

    toezichthouders

    H12

 

Naar boven