Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen 2021

 

1. Inleiding

 

De nota is een uitwerking van artikel 212 van de Gemeentewet, het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de Financiële verordening gemeente Bergen.

 

In artikel 18 van de Financiële verordening gemeente Bergen van 19 maart 2019 is vastgelegd dat we eens in de vier jaar een nota Risicomanagement en weerstandsvermogen aanbieden aan de gemeenteraad.

 

Deze nota vervangt de nota Risicomanagement en weerstandsvermogen 2012 die op 4 september 2012 door de gemeenteraad is vastgesteld.

 

De nota Risicomanagement en weerstandsvermogen 2021 behandelt:

  • -

    Risicomanagement (inventarisatie risico’s);

  • -

    Weerstandsvermogen (weerstandscapaciteit).

2. Doelstelling en wettelijk kader

 

Doelstelling

 

Gemeente Bergen verstaat onder risicomanagement het cyclische proces van inventariseren, beoordelen en kwantificeren van risico’s en het uitvoeren van activiteiten en maatregelen die de kans van optreden verkleinen en/of de gevolgen van risico’s verkleinen.

De doelstelling van deze nota Risicomanagement en weerstandsvermogen is een bijdrage leveren aan beter risicomanagement. Middels deze nota wordt invulling gegeven aan de kaderstellende rol van de gemeenteraad, het formuleren van beleidsuitgangspunten, het verhogen van risicobewustzijn, betere beheersing van projecten, verkleinen van de gevolgen van risico’s, verkleinen van de kans van risico’s en het voldoen aan wet- en regelgeving.

Door goed risicomanagement behoudt de gemeente een solide financiële huishouding.

 

Wettelijk kader

 

Bij het opstellen en/of wijzigen van financieel beleid wordt de basis gevormd door de geldende wet- en regelgeving. Dit betreffen niet alleen de externe wetten en regels, maar ook de eigen interne regelingen, verordeningen en besluiten moeten meegenomen worden. In artikel 18 van de Financiële verordening gemeente Bergen van 19 maart 2019 is vastgelegd dat minimaal eens in de vier jaar de nota Risicomanagement en weerstandsvermogen aangeboden wordt aan de gemeenteraad.

 

Deze nota sluit aan bij artikel 212 Gemeentewet en bij het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) die tezamen de externe wet- en regelgeving vormen.

Onder titel 2.3 van het BBV worden de zeven paragrafen opgesomd die een gemeente minstens in haar begroting dient op te nemen. De paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing is één van deze zeven paragrafen. Volgens artikel 11 BBV bevat deze paragraaf ten minste:

  • -

    een inventarisatie van de risico’s (alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie);

  • -

    een inventarisatie van de weerstandscapaciteit (de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken);

  • -

    het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s;

  • -

    een kengetal voor de netto schuldquote, netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, solvabiliteitsratio, grondexploitatie, structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit;

  • -

    een beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie van de gemeente.

In deze vaste paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing van de begroting en jaarrekening wordt, met deze nota als leidraad en kader, een actueel beeld gegeven van de stand van het weerstandsvermogen en risicobeheersing.

 

In de voorliggende nota Risicomanagement en weerstandsvermogen 2021 wordt met bovenstaande wet- en regelgeving rekening gehouden.

3. Inwerkingtreding en hardheidsclausule

 

Deze nota Risicomanagement en weerstandsvermogen 2021 wordt door de gemeenteraad in december 2020 vastgesteld. Tenminste eenmaal in de vier jaar zal deze nota worden beoordeeld op actualiteit en toepasbaarheid, of zoveel vaker als gewijzigde wet- en regelgeving of omstandigheden dit eisen.

 

Indien het voornemen bestaat om af te wijken van de deze nota vermelde richtlijnen wordt dit in het betreffende raadsvoorstel gemotiveerd toegelicht. Hierbij dient vanzelfsprekend rekening te worden gehouden met de mogelijkheden die het BBV en overige relevante wet- en regelgeving bieden.

Het voorstel moet wel voldoen aan de rechtmatigheidstoets.

4. Risicomanagement

 

Begrippenkader

Volgens artikel 11 BBV moet de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing in de begroting en jaarrekening ten minste een inventarisatie van de risico’s bevatten. Om te komen tot deze inventarisatie, worden eerst twee begrippen gedefinieerd: risico en risicomanagement.

 

Risico

Een risico is een gebeurtenis die een positief of negatief effect heeft op het bereiken van de gemeentelijke doelstellingen. In het kader van deze nota gaat het om risico’s die niet op een andere manier zijn ondervangen (er zijn geen maatregelen getroffen) en die een negatief effect kunnen hebben.

Een risico is dus de kans op verliezen of verplichtingen waarvan de omvang onzeker is en die, in het geval ze zich voordoen, van materiële invloed zijn op onze organisatiedoelstellingen en de continuïteit, bedrijfsvoering en/of financiële positie in gevaar brengen.

 

Er is een diversiteit aan risico’s waar wij als gemeente mee te maken kunnen krijgen bijvoorbeeld door de uitbreiding van het takenpakket en de complexer wordende samenleving. Denk daarbij aan onder andere aansprakelijkheidsrisico’s, risico’s op eigendommen, grondexploitaties, verbonden partijen, openeinderegelingen, omvangrijke investeringsprojecten en grote calamiteiten binnen gemeentelijke grenzen.

Ook demografische ontwikkelingen, maatschappelijke ontwikkelingen, economische ontwikkelingen en volumegroei worden in dit verband aangemerkt als risico.

 

Risicomanagement

Gemeente Bergen verstaat onder risicomanagement het cyclische proces van inventariseren, beoordelen en kwantificeren van risico’s en het uitvoeren van activiteiten en maatregelen die de kans van optreden verkleinen en/of de gevolgen van risico’s verkleinen. Risicomanagement is een manier om op een gestructureerde wijze en expliciete manier risico’s in kaart te brengen, deze te evalueren en door er proactief mee om te gaan, ze beter te beheersen.

 

In het proces van risicomanagement zijn drie fasen te onderscheiden:

  • -

    inventariseren van de risico’s;

  • -

    beoordelen en kwantificeren van de risico’s;

  • -

    beheersen van de risico’s.

Het cyclische proces van inventariseren, beoordelen, kwantificeren en beheersen van risico’s komt in ieder geval tot uitdrukking in de vaste paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing van de begroting en jaarrekening.

 

Inventariseren van de risico’s

 

In de eerste fase worden alle mogelijke risico’s binnen de gemeente geïnventariseerd. Hierbij valt te denken aan een breed scala van risico’s, zoals aansprakelijkheidsrisico’s, juridische risico’s, financieel risico’s, imago/politieke risico’s etc. Om de risico’s te clusteren is onderstaande indeling gemaakt naar risicogebied.

 

De elementaire risicogebieden die de basis vormen voor het risicoprofiel zijn:

  • -

    inkomsten (eigen inkomsten, algemene en specifieke uitkeringen);

  • -

    kapitaalgoederen;

  • -

    financieringen;

  • -

    deelnemingen;

  • -

    grondzaken;

  • -

    bedrijfsvoering;

  • -

    grote (investerings)projecten.

De inventarisatie wordt gedaan door gesprekken te voeren met de afdelingshoofden die op hun beleidsterrein met risico’s in aanraking kunnen komen. Het is van belang om voor elk risico een duidelijke omschrijving te geven van wat het risico inhoudt en wat ermee bedoeld wordt. Daarnaast zullen bij de nieuwe beleidsvoorstellen risico’s en eventuele maatregelen beschreven worden. Het team Financiën houdt zicht op het totaalbeeld en bundelt de gemeentebrede risico’s in de jaarrekening en begroting.

 

Beoordelen en kwantificeren van de risico’s

 

In de tweede fase worden alle geïnventariseerde risico’s geprioriteerd door middel van een waardering van de risico’s. Deze waardering bestaat uit een inschatting van de kans dat een gebeurtenis optreedt en wat de gevolgen van deze gebeurtenis zijn (kans x gevolg). Het is een proces van taxeren en inschatten en heeft daarmee altijd in bepaalde mate een subjectief karakter.

 

Voor de kans dat een gebeurtenis optreedt, wordt onderstaande tabel gehanteerd.

 

Klasse

Percentage

Kans

1

10%

Minder of één keer per 10 jaar

2

30%

Eén keer per 5 tot 10 jaar

3

50%

Eén keer per 2 tot 5 jaar

4

70%

Eén keer per 1 of 2 jaar

5

90%

Eén keer per jaar of vaker

 

Voor het bepalen van de score voor het financiële gevolg wordt onderstaande tabel gehanteerd.

 

Klasse

Gevolg

0

Geen financiële gevolgen

1

Minder dan € 50.000

2

€ 50.000 tot € 100.000

3

€ 100.000 tot € 250.000

4

€ 250.000 tot € 500.000

5

Meer dan € 500.000

 

Als voor alle geïnventariseerde risico’s de kans en het gevolg bepaald zijn, worden deze twee waarderingen met elkaar vermenigvuldigd. Dit levert het reële financieel gevolg per risico op. De tien risico’s, die na het waarderen volgens deze methodiek, het grootste reële financieel gevolg hebben, worden opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing in de begroting en jaarrekening. De risico’s die buiten deze top tien vallen, worden als totaal bedrag weergegeven in de beoordeling en kwantificering van risico’s.

 

Beheersen van de risico’s

 

In de derde en laatste fase wordt gekeken naar de mogelijkheden om de risico’s te beheersen. Onderstaande indeling kan gemaakt worden om de risico’s te beheersen.

 

  • -

    Vermijden (gedeeltelijk of volledig beëindigen van de activiteit waar een risico ontstaat);

  • -

    Overdragen (het risico bijvoorbeeld afdekken door middel van verzekeren);

  • -

    Verminderen (extra zekerheden vastleggen);

  • -

    Accepteren (het risico niet beheersen en bewust accepteren).

Uitvoering risicomanagement

 

Planning & Control cyclus

Door de verplichte paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing in de begroting en jaarrekening is risicomanagement onlosmakelijk verbonden met de Planning & Control cyclus. Dat betekent dat wij minimaal twee keer per jaar een integraal beeld geven van de risico’s, de aanwezige weerstandscapaciteit, het weerstandsvermogen en de ontwikkelingen ten opzichte van voorgaande rapportage.

 

Verantwoordelijkheden

De verantwoordelijkheid voor een risico ligt daar waar de verantwoordelijkheid voor het werk ligt waar het risico betrekking op heeft. Met andere woorden iedereen is verantwoordelijk voor het signaleren en treffen van maatregelen voor de risico’s die binnen de eigen verantwoordelijkheid vallen. Bij de gemeente Bergen zijn de afdelingshoofden eindverantwoordelijk voor de beheersing van risico’s op hun afdeling.

 

Het college van burgermeester en wethouders is de eigenaar van de risico’s. Besturen gaat immers niet zonder risico’s en het college zal zich daarvan bij al haar besluiten bewust moeten zijn. De gemeenteraad draagt de eindverantwoordelijkheid voor de risico’s in een gemeente.

 

Proces

Aan de basis van het risicomanagement staan de afdelingshoofden en budgetbeheerders. Zij bereiden nieuwe beleidsvoorstellen voor en dragen zorg voor de uitvoering van beleid en projecten. In de dagelijkse praktijk komen zijn situaties tegen die risico’s met zich mee kunnen brengen. De eerste signalering zal in de regel van deze laag in de organisatie komen.

 

Het afdelingshoofd of de budgetbeheerder maakt, in overleg met team Financiën, de inschatting van de kans en het gevolg van het risico. Het team Financiën houdt zicht op het totaalbeeld en bundelt de gemeentebrede risico’s in de jaarrekening en begroting. Het beheersen en in beeld brengen van de risico’s blijft echter altijd de verantwoordelijkheid van de afdelingshoofden en het management.

 

Taken

De inventarisatie van de risico’s start bij de afdelingen. Zij inventariseren en beoordelen risico’s aan de hand van de huidige ontwikkelingen en groeiende inzichten voor het komende begrotingsjaar. Daarnaast maken zij de inschatting van de indeling van de risico’s in de klassen van kans en gevolg. Het afdelingshoofd stimuleert het risicobewustzijn binnen zijn afdeling. Ook denkt het afdelingshoofd na over maatregelen die genomen kunnen worden om risico’s te beheersen.

 

Team Financiën draagt zorg voor het coördineren van de werkzaamheden op het gebied van risicomanagement, het bewaken van de kwaliteit en de voortgang en de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. Het team gaat in gesprek met de afdelingshoofden en inventariseert en kwantificeert voor de Planning & Control producten de risico’s die de afdelingshoofden op hun beleidsterreinen waarnemen. De totale risico inventarisatie is integraal en actueel en wordt door de afdeling Financiën bijgehouden.

 

Nieuwe interne en externe ontwikkelingen worden systematisch op risico’s getoetst en in raads- en collegevoorstellen hebben risico’s structureel aandacht. Het college van burgermeester en wethouders gaat bij elk voorstel na wat de belangrijkste risico’s zijn en rapporteert deze aan de gemeenteraad.

 

Risicocoördinator

Risicomanagement is vanuit de gedachte van integraal management een zaak van het management van verschillende onderdelen van de organisatie. Om risicomanagement effectief te implementeren is het echter aan te raden om binnen de organisatie iemand te benoemen die toeziet op de gemaakte afspraken. De rol van risicocoördinator wordt bij de gemeente Bergen belegd bij de medewerker Interne Controle.

 

De taken van de risicocoördinator zijn:

  • -

    Coördineren van de werkzaamheden op het gebied van risicomanagement;

  • -

    Bewaken van de kwaliteit en voortgang;

  • -

    Zorg dragen voor de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing;

Het beheersen en in beeld brengen van de risico’s blijft echter altijd de verantwoordelijkheid van het management.

 

De risicocoördinator gaat in gesprek met de afdelingshoofden en inventariseert en kwantificeert voor de begroting en jaarrekening de risico’s die de afdelingshoofden op hun beleidsterrein waarnemen. De totale risico inventarisatie is integraal en actueel en wordt bij de afdeling Financiën bijgehouden.

5. Weerstandsvermogen

 

Begrippenkader

 

Volgens artikel 11 BBV moet de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing in de begroting en jaarrekening ten minste een inventarisatie van de weerstandscapaciteit en het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s. Om te komen tot deze inventarisatie, worden eerst twee begrippen gedefinieerd: weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen.

 

Weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten, dit onverwacht en substantieel zijn, te dekken, zonder dat de begroting en het beleid hoeven worden aangepast.

Weerstandsvermogen is nodig om bij incidentele of structurele tegenvallers niet direct over te moeten gaan tot maatregelen als het vinden van structurele ruimte in de begroting, het heroverwegen van bestaand beleid of het bijstellen van het bestuurlijk ambitieniveau.

 

Er kan onderscheid gemaakt worden tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit.

De beschikbare weerstandscapaciteit betreft het totaal van de middelen die de gemeente daadwerkelijk beschikbaar heeft om financiële gevolgen van risico’s te kunnen opvangen. De benodigde weerstandscapaciteit betreft het totaal van de middelen die de gemeente nodig heeft om de financiële gevolgen van de geïnventariseerde risico’s op te vangen.

 

Weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die als ze zich voordoen van materiële betekenis zijn in relatie tot de financiële positie.

 

Beschikbare weerstandscapaciteit

 

In het BBV is niet voorgeschreven welke bestanddelen behoren tot de weerstandscapaciteit. Er kan onderscheid gemaakt worden in incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Met incidentele weerstandscapaciteit wordt bedoeld het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op de kunnen vangen zonder dat dit te koste gaat van de taken. Met structurele weerstandscapaciteit worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de exploitatie op te vangen zonder dat dit ten koste gaat van de taken. De verschillende vormen verdeeld over incidenteel en structureel worden in onderstaande tabel weergegeven.

 

Incidentele weerstandscapaciteit

Structurele weerstandscapaciteit

Algemene reserve

Onbenutte belastingcapaciteit

Bestemmingsreserves

Raming onvoorzien

Stille reserves

Begrotingspost onvoorzien

 

Gemeente Bergen gebruikt in eerste instantie de vormen van de incidentele weerstandscapaciteit om zowel incidentele als structurele tegenvallers in de lopende exploitatie te dekken.

Als structurele tegenvallers zich gedurende het jaar voordoen, zonder dat daar meevallers tegenover staan, dan zullen deze eerste worden afgedekt door de incidentele weerstandscapaciteit. Bij de eerstvolgende begroting zal voor deze structurele tegenvallers, structurele dekking worden gezocht. De reden daarvoor is omdat de structurele weerstandscapaciteit niet van de een op de andere dag is om te zetten in daadwerkelijke bedragen om de tegenvallers op te vangen.

 

We gaan nu in op de verschillende vormen van weerstandscapaciteit.

 

Incidenteel : Algemene reserve

In de nota Reserves en voorzieningen is beschreven dat de algemene reserve het vrij besteedbare eigen vermogen van de gemeente vormt. Er is geen specifieke bestemming toegekend en de algemene reserve heeft als belangrijkste functie het vormen van een buffer voor financiële tegenvallers en onvoorziene risico’s. De reserve kan worden ingezet om de continuïteit te waarborgen, maar kan ook gebruikt worden voor incidentele dekking bij schommelingen in de exploitatie.

 

Incidenteel : Bestemmingsreserves

Een bestemmingsreserve is, volgens de nota reserves en voorzieningen, een reserve waaraan door de gemeenteraad een bepaalde bestemming is gegeven. Het gaat hierbij om een vastgelegde toekomstige aanwending zonder financiële verplichting. Een bestemmingsreserve is te besteden aan het doel waarvoor deze door de gemeenteraad is ingesteld. De bestemming kan door de gemeenteraad worden aangepast.

 

Incidenteel : Stille reserves

Er is sprake van een stille reserve als de marktwaarde van de bezittingen de boekwaarde daarvan overstijgt. Tot deze stille reserves behoren de gemeentelijke gebouwen, bossen en natuurterreinen, openbaar groen en verpachte gronden. Stille reserves dragen bij aan de weerstandscapaciteit van de gemeente.

 

Incidenteel : Onbenutte begrotingsruimte

Hiermee worden posten bedoeld die in noodgevallen ingezet kunnen worden voor het opvangen van risico's. Dat zijn dan alleen die posten in de begroting die vooraf nog geen bestedingsdoel hebben.

 

Structureel : Onbenutte belastingcapaciteit

De onbenutte belastingcapaciteit bestaat uit extra structurele middelen die gegenereerd kunnen worden door de tarieven van gemeentelijke heffingen te verhogen. De twee belangrijkste rechten zijn de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Gemeente Bergen gaat op begrotingsbasis uit van een 100% kostendekkend tarief. Voor de berekening van het weerstandsvermogen voor wat betreft de OZB wordt uitgegaan van het verschil tussen het hoogste rekentarief en de gemeentelijke tarieven.

 

Structureel : Raming onvoorzien

Volgens artikel 8 BBV is een gemeente verplicht een begrotingspost onvoorzien op te nemen. Wij nemen in de begroting structureel een bedrag op van € 62.000 voor onvoorziene uitgaven.

 

Benodigde weerstandscapaciteit

 

In het BBV is niet voorgeschreven wat de minimale hoogte is van de benodigde weerstandscapaciteit. Om de benodigde weerstandscapaciteit te bepalen gaat de gemeente Bergen uit van de financiële gevolgen van de geïnventariseerde risico’s vermenigvuldigd met een zekerheidspercentage van 70%.

 

Het zekerheidspercentage is gebaseerd op het volgende uitgangspunt: nooit zullen alle risico’s zich voordoen en zeker niet allemaal tegelijk en in maximale omvang. Door deze benadering kan op een verantwoorde wijze minder weerstandscapaciteit worden aangehouden. Als gekozen wordt voor een hoger zekerheidspercentage, zou achteraf kunnen blijken dat een te groot deel van het eigen vermogen van de gemeente gereserveerd is voor het afdekken van risico’s, terwijl deze voor andere maatschappelijke doeleinden gebruikt had kunnen worden.

 

Weerstandsvermogen

 

Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die als ze zich voordoen van materiële betekenis zijn in relatie tot de financiële positie.

Het weerstandsvermogen wordt uitgedrukt in een ratio en kent de onderstaande berekening.

 

Berekening weerstandsvermogen

 

De ratio weerstandsvermogen zegt iets over in welke mate de gemeente risico’s financieel kan opvangen. Door een weerstandsvermogen te hanteren, voorkomt de gemeente dat zij meteen in financiële problemen komt als risico’s of calamiteiten zich voordoen.

 

Om de ratio weerstandsvermogen te kunnen beoordelen, dient te worden vastgesteld welke ratio wij nastreven.

Gemeente Bergen kent een zestal waarderingen die de letters A tot en met F dragen. A is de hoogste waardering met Uitstekend en kent een ratio waarbij de weerstandscapaciteit meer dan twee keer zo hoog is als de benodigde weerstandscapaciteit.

De laagste waardering is F met Ruim onvoldoende en daarbij is de ratio lager dan 0,6.

Samenvattend maakt de gemeente gebruik van onderstaande waarderingstabel.

 

Waardering

Ratio weerstandsvermogen

Betekenis

A

> 2,0

Uitstekend

B

1,4 - 2,0

Ruim voldoende

C

1,0 - 1,4

Voldoende

D

0,8 - 1,0

Matig

E

0,6 - 0,8

Onvoldoende

F

< 0,6

Ruim onvoldoende

 

Gemeente Bergen streeft naar beheersing van de risico’s en een goede balans tussen de bestuurlijke ambities en de daarmee samenhangende risico’s. Het uitgangspunt daarbij is een uitstekend weerstandsvermogen; dat betekent een ratio weerstandsvermogen > 2,0 met als waardering A.

Bijlage 1: Huidig risicoprofiel

 

Kader

 

Gemeente Bergen geeft twee keer per jaar in haar begroting en jaarrekening een integraal beeld van de geïnventariseerde risico’s, de aanwezige weerstandscapaciteit en het weerstandsvermogen. In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing van deze twee producten komt het cyclische proces van risicomanagement, het inventariseren, beoordelen, kwantificeren en beheersen van risico’s, tot uitdrukking. Risicomanagement heeft daardoor op het niveau van de gemeenteraad, het college van burgermeester en wethouders en het ambtelijk management een structurele plek gekregen binnen de Planning & Control cyclus. Voor de gemeenteraad betekent dit dat bij de begroting en jaarrekening gerapporteerd wordt hoe de risico’s zich ontwikkelen en hoe deze zich verhouden tot de ontwikkeling van de weerstandscapaciteit. Het laatste integrale beeld is geschetst in de begroting 2021 en wordt hieronder opgenomen.

 

Top 10 geïnventariseerde risico’s

 

Risico

Toelichting

Gevolg

1

Jeugdzorg

Vanaf 2015 zijn we financieel verantwoordelijk voor vrijwel alle taken die met Jeugdzorg te maken hebben. Een van de grootste risico’s is het feit dat wij niet de enige verwijzers zijn. We hebben geen invloed op bepaalde vormen van specialistische hulp die heel erg duur zijn maar die we als gevolg van een rechterlijke machtiging wel moeten uitvoeren (bijvoorbeeld gesloten jeugdzorg met verblijfbehandeling in residentiële instellingen). Ook kunnen huisartsen, jeugdartsen, medisch specialisten en gecertificeerde instellingen doorverwijzen naar jeugdzorg trajecten. De afgelopen jaren hebben we voor verschillende jeugdigen duurdere verblijfsvormen ingezet. Omdat de problematiek bij deze jeugdigen veelal vrij complex is, worden naast verblijf zeer specialistische behandeltrajecten ingezet. Ook in 2021 zullen we nog jeugdigen in deze dure trajecten hebben of plaatsen. Voor 2021 hebben we de kosten voor jeugdzorg zo reëel mogelijk geraamd. Het aantal jeugdigen in dure trajecten blijft echter lastig te voorspellen.

€ 450.000

2

Herverdeling gemeentefonds

De Rijksoverheid buigt zich op dit moment over de herverdeling van het gemeentefonds, die afgelopen februari met een jaar uitgesteld is tot 2022. De reden voor het uitstellen van de herverdeling van het gemeentefonds is dat met name het nieuwe verdeelmodel dat ontwikkeld is voor de klassieke taken en inkomsten (alles behalve het sociaal domein) onvoldoende werd bevonden. De herverdeling zou leiden tot een herverdeling waarbij rijksgelden van kleine naar grote gemeenten, van oost naar west en van het platteland naar de steden zou gaan. In het najaar van 2020 komt er naar alle waarschijnlijkheid meer duidelijkheid over de herverdeling van het gemeentefonds per 2022.

€ 350.000

3

Energielandgoed Welsmeer

Fase 0 en 1. Het plan van aanpak heeft als doel te komen tot een gedragen gebiedsontwikkeling voor het realiseren van duurzame energie, waarbij het realiseren van en voor de gemeenschap en participatie in het proces en deelname bij realisatie centraal staat.

€ 317.000

4

Corona BUIG (Bijstand/BBZ)

De impact van de coronacrisis op de uitkeringslasten is op dit moment moeilijk in te schatten. In het begin van de coronacrisis (maart/april) is een lichte stijging te zien in het aantal bijstandsgerechtigden. De verwachting is dat werkzoekenden eerst een beroep zullen doen op de WW. Mogelijk zal eind 2020 en begin 2021 een doorval naar de bijstand zichtbaar worden in de aantallen. Ook de impact van de coronacrisis op de BBZ regeling is op dit moment moeilijk in te schatten. Als de problematiek op de arbeidsmarkt langer aanhoudt, is het voor bedrijven steeds moeilijker zich staande te houden. Daar komt bij dat komende periode de steunpakketmaatregelen versoberen.

€ 250.000

5

Wegen, straten en pleinen

Onderhoud wegen: strenge winters leiden tot schade aan wegen. De gemeente is als wegbeheerder, ongeacht of dit aan haar te wijten is, verantwoordelijk voor een veilige weg.

€ 200.000

6

Corona Gemeenschappelijke Regelingen

De impact van de coronacrisis op de verschillende gemeenschappelijke regelingen waarin de gemeente Bergen deelneemt, zijn op dit moment moeilijk te overzien. De eigen bijdrage die de gemeente aan GR'en als BsgW, Omnibuz, MGR en Veiligheidsregio betaalt, zouden verhoogd kunnen worden als gevolg extra (uitvoerings)kosten.

€ 175.000

7

Wet Maatschappelijke Ondersteuning

De kans blijft bestaan op een toenemend gebruik van de voorzieningen. De Wmo is en blijft een open einde regeling en meer mensen zullen als gevolg van de vergrijzing een beroep doen op de Wmo. Een budgetoverschrijding als gevolg van deze groei vraagt om beleidsmaatregelen. Het risico betreft de mogelijke overschrijding die optreedt in de tijd die nodig is om tot beleidsaanpassingen over te gaan.

€ 140.000

8

Leerlingenvervoer

Betreft een open-einde regeling.

€ 135.000

9

Belastingheffing

Indien BsGW niet meer aan alle betalingsverplichtingen kan voldoen is Bergen voor ca. 1% aansprakelijk voor de schulden van BsGW. In het meest ongunstigste geval kan de gemeenten dan voor € 130.000 worden aangesproken.

€ 130.000

10

Participatie

Sociale uitkeringen (WWB) en Participatiewet. Voor de prognose van het aantal uitkeringsgerechtigden gaan wij uit van de cijfers van het UWV, CBS de ontwikkeling van ons eigen klantenbestand en de informatie van het werkgeverservicepunt. We zien dat ons uitkeringsbestand de laatste jaren tegen de landelijke ontwikkelingen in daalt. De verwachting van het Werkgeverservicepunt is dat het aantal banen voor laaggeschoolde arbeid in de regio Venlo de komende jaren stijgt. Juist onze doelgroep maakt aanspraak op deze banen. Voor 2021 en de daarop volgende jaren nemen we aan dat het volume van het aantal uitkeringen gelijk blijft ondanks het feit dat wij beseffen dat deze aanname geen absolute wetenschap is.

€ 125.000

Top 10 geïnventariseerde risico’s

€ 2.272.000

Coronavirus

Het coronavirus heeft in 2020 heftig toegeslagen. De overheid heeft verregaande maatregelen moeten treffen om het virus te beteugelen en om de economie te steunen. De gemeente heeft hier ook een taak in. Denk aan het uitvoeren van de regeling ondersteuning zelfstandige zonder personeel. Dit leidt tot additionele kosten die gecompenseerd worden door het Rijk. Door de maatregelen zijn veel evenementen afgelast, vakantieparken en sportparken gesloten. Verzoeken voor financiële ondersteuning worden ontvangen en de inkomsten dalen met name voor de toeristenbelasting. De omvang van de kosten en lagere inkomsten zijn niet bekend.

p.m.

Overige risico’s

Naast de top 10 risico’s zijn er nog 32 risico’s in kaart gebracht.

€ 1.439.500

Totaal geïnventariseerde risico’s

€ 3.711.500

Benodigde weerstandscapaciteit (70%)

€ 2.598.050

 

Beschikbare weerstandscapaciteit

 

Beschikbare weerstandscapaciteit

Begroting 2021

Incidenteel : Algemene reserve

€ 6.677.000

Incidenteel : Bestemmingsreserves

€ 4.283.000

Incidenteel : Stille reserves

p.m.

Incidenteel : Begrotingspost onvoorzien

€ 548.000

Structureel : Onbenutte belastingcapaciteit

€ 530.000

Structureel : Raming onvoorzien

€ 62.000

Totaal beschikbare weerstandscapaciteit

€ 12.100.000

 

Ratio weerstandsvermogen

 

Ratio weerstandsvermogen Begroting 2021

 

Ontwikkeling ratio weerstandsvermogen

 

De ratio weerstandsvermogen zegt iets over in welke mate de gemeente risico’s financieel kan opvangen en voorkomt zij dat zij meteen in financiële problemen komt als risico’s of calamiteiten zich voordoen.

Gemeente Bergen streeft naar beheersing van de risico’s en een goede balans tussen bestuurlijke ambities en de daarmee samenhangende risico’s.

Het uitgangspunt daarbij is een uitstekend weerstandsvermogen; dat betekent een ratio weerstandsvermogen waarbij de beschikbare weerstandscapaciteit minimaal twee keer zo hoog is als de benodigde weerstandscapaciteit. De ratio weerstandsvermogen is in de begroting 2021 berekend op 4,7 en ligt daarmee ruim boven de streefwaarde van minimaal 2.

Bijlage 2: Begrippen en definities

 

Begrip

Definitie

Algemene reserve

Reserve die het vrij besteedbare eigen vermogen van een gemeente vormt met als belangrijkste functie het vormen van een buffer voor financiële tegenvallers en onvoorziene risico’s.

Begrotingspost onvoorzien

Middelen die in de begroting nog niet zijn bestemd voor specifieke doeleinden, maar beschikbaar zijn voor onvoorziene uitgaven.

Begrotingsruimte

De begrotingsruimte is een buffer voor onvoorziene externe tegenvallers. Het dekt uitgaven die voldoen aan de volgende drie kenmerken: onvoorzien, onvermijdelijk en onuitstelbaar.

Benodigde weerstandscapaciteit

De benodigde weerstandscapaciteit betreft het totaal van de middelen die de gemeente nodig heeft om de financiële gevolgen van de geïnventariseerde risico’s op te vangen.

Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit betreft het totaal van de middelen die de gemeente daadwerkelijk beschikbaar heeft om financiële gevolgen van risico’s te kunnen opvangen.

Bestemmingsreserve

Reserve waar de gemeenteraad een specifieke bestemming aan heeft gegeven.

Onbenutte belastingcapaciteit

De onbenutte belastingcapaciteit bestaat uit extra structurele middelen die gegenereerd kunnen worden door de tarieven van gemeentelijke heffingen te verhogen.

Reële financieel gevolg

Het financiële gevolg van een geïnventariseerd risico nadat de vermenigvuldiging van de waarderingen kans en gevolg heeft plaatsgevonden.

Risico

Een risico is een gebeurtenis die een positief of negatief effect heeft op het bereiken van de gemeentelijke doelstellingen.

Risicomanagement

Het cyclische proces van inventariseren, beoordelen en kwantificeren van risico’s en het uitvoeren van activiteiten en maatregelen die de kans van optreden verkleinen en/of de gevolgen van risico’s verkleinen.

Stille reserves

Het verschil tussen de marktwaarde van gemeentelijke bezittingen en de waarde waarvoor deze op de balans staan opgenomen.

Weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die als ze zich voordoen van materiële betekenis zijn in relatie tot de financiële positie.

 

Naar boven