De raad van de gemeente Lisse;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 augustus 2022, nr. 572399;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
Besluit vast te stellen de:
Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting Lisse 2023
Artikel 1 Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, stacaravan, toercaravan, vouwwagen, huifkar, dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
- b.
mobiel kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, toercaravan, vouwwagen en huifkar, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
- c.
overige accommodatie: elk vakantie-onderkomen niet vallend onder het begrip ‘mobiel kampeermiddel’.
- d.
kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen merendeels ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
- e.
vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van eenzelfde kampeermiddel gedurende een seizoen of een jaar.
- f.
volgtijdige standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de volgtijdige plaatsing van verschillende kampeermiddelen.
- g.
woning: een huis, een naar aard en inrichting vergelijkbaar ander onderkomen of een deel van een huis of een vergelijkbaar onderkomen.
- h.
particulier: een natuurlijk persoon die buiten de uitoefening van een bedrijf of beroep gelegenheid biedt tot verblijf.
- i.
particulier verhuurde woning: een woning die door een particulier ter beschikking wordt gesteld voor het houden van verblijf met overnachting tegen een vergoeding in welke vorm dan ook.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor:
- a.
het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de Basisregistratie personen zijn ingeschreven;
- b.
het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de Basisregistratie personen zijn ingeschreven, indien deze personen gedurende hun verblijf beroeps- of bedrijfsmatige werkzaamheden verrichten voor of in opdracht van anderen.
Artikel 3 Belastingplicht
- 1.
Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.
- 2.
De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.
- 3.
Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.
Artikel 4 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
- 1.
van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;
- 2.
van een vreemdeling, als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g en h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.
Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
- 1.
Voor particulier verhuurde woningen en voor kampeermiddelen op vaste of volgtijdige standplaatsen kan het aantal overnachtingen bedoeld in artikel 5 op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige forfaitair worden vastgesteld. Bij de forfaitaire vaststelling wordt het aantal overnachtingen gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten, overeenkomstig het bepaalde in het tweede en derde lid.
- 2.
Bij de forfaitaire berekening wordt het aantal overnachtende personen met betrekking tot:
- a.
particulier verhuurde woningen per woning gesteld op het aantal slaapplaatsen;
- b.
kampeermiddelen op vaste standplaatsen en volgtijdige standplaatsen per standplaats gesteld op:
- -
2 personen indien het aantal slaapplaatsen drie of minder bedraagt;
- -
4 personen indien het aantal slaapplaatsen meer dan drie bedraagt.
- 3.
Het aantal nachten wordt:
- a.
ingeval verblijf wordt gehouden in particulier verhuurde woningen per woning gesteld op 90;
- b.
ingeval verblijf wordt gehouden in kampeermiddelen op vaste standplaatsen of op volgtijdige standplaatsen, welke geschikt zijn voor gebruik of slechts gebruikt mogen worden gedurende een periode van:
- -
ten hoogste drie maanden per standplaats gesteld op 30;
- -
meer dan drie doch ten hoogste zes maanden per standplaats gesteld op 60;
- -
meer dan zes doch ten hoogste negen maanden per standplaats gesteld op 90;
- -
meer dan negen doch ten hoogste twaalf maanden per standplaats gesteld op 120.
Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing
In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.
Artikel 8 Belastingtarief
Het tarief bedraagt per persoon per overnachting in:
a.
|
een mobiel kampeermiddel op een volgtijdige standplaats:
|
€ 1,35;
|
b.
|
overige accommodatie:
|
€ 2,71.
|
Artikel 9 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 10 Wijze van heffing
- 1.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
- 2.
Er kan een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld.
Artikel 11 Aanslaggrens
Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende het belastingjaar minder dan 30 zal of heeft belopen.
Artikel 12 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag als bedoeld in artikel 10, eerste lid, worden betaald binnen 2 maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
- 2.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een voorlopige aanslag als bedoeld in artikel 10, tweede lid, worden betaald binnen 4 maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
- 3.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 13 Kwijtschelding
Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 14 Aanmeldingsplicht
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
Artikel 15 Registratieplicht
- 1.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden een nachtverblijfregister bij te houden.
- 2.
Het nachtverblijfregister bevat met betrekking tot ieder aan wie gelegenheid tot overnachten wordt verschaft ten minste gegevens betreffende:
- •
- •
datum van aankomst en datum van vertrek;
- •
het aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting verschuldigd is.
Artikel 16 Overgangsrecht
De “Verordening toeristenbelasting Lisse 2022” van 23 december 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 17, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die tijd hebben voorgedaan.
Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.
Artikel 18 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: "Verordening toeristenbelasting Lisse 2023".