Gemeenteblad van Dijk en Waard
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dijk en Waard | Gemeenteblad 2022, 53230 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dijk en Waard | Gemeenteblad 2022, 53230 | beleidsregel |
Personeelshandboek voor de buitengewoon ambtenaren van de burgerlijke stand van de gemeente Dijk en Waard
Artikel 5 Aanspraken bij ziekte
Voor toepassing van dit artikel wordt onder salaris verstaan: het gemiddelde per maand van het totaal aan vergoedingen bedoeld in artikel 3, over de 12 maanden voorafgaand aan de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar. Voor zover de buitengewoon ambtenaar op deze datum zijn betrekking nog geen 12 maanden heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over de periode waarin hij in dienst is.
Als je door arbeidsongeschiktheid niet in staat bent om je eigen werk te doen, dan kun je je ziekmelden.
Is (nog) geen sprake van arbeidsongeschiktheid, maar wil je toch een afspraak met de bedrijfsarts of inzetbaarheidscoach? Dat kan. Op intranet vind je de contactgegevens van de arbodienst1 en informatie over het inloopspreekuur.
Je contactpersoon geeft de ziekmelding door aan HR. Elke ziekmelding wordt geregistreerd.
1. Ziekmelding, wat moet je doen?
De ziekmelding doe je persoonlijk en zo spoedig mogelijk op dezelfde dag, door telefonisch contact op te nemen met je contactpersoon. Als je de contactpersoon niet te pakken krijgt, bel dan de vervanger.
Ziekmelding vanuit een bijzondere situatie?
Als je arbeidsongeschikt wordt en er is sprake van één van onderstaande situaties, geef dit dan door bij de ziekmelding. Aanvullende acties van de werkgever en/of bedrijfsarts zijn nodig bij:
Je bent zelfverantwoordelijk voor het afzeggen van afspraken tenzij de ernst van de arbeidsongeschiktheid dit niet toelaat. Indien je dit niet zelf kunt doen, meldt het dan bij de ziekmelding.
De contactpersoon kan over een ziekmelding advies vragen aan de bedrijfsarts, bijvoorbeeld als:
Je hebt de wettelijke plicht om herstel te bevorderen en genezing niet te belemmeren of te vertragen.
Als je denkt dat je weer gedeeltelijk of geheel aan het werk kunt dan geef je dat diezelfde dag telefonisch door aan je contactpersoon. Als er twijfel is over de betermelding, dan kan de contactpersoon eerst advies vragen aan de bedrijfsarts.
Of de ziekteperiode volledig kan worden beëindigd is afhankelijk van de mate waarin je je eigen werk weer kunt verrichten, niet alleen of je de afgesproken werktijd aanwezig of werkzaam bent.
Je bent er zelf verantwoordelijk voor dat werkgever, bedrijfsarts en inzetbaarheidscoach je kunnen bereiken tijdens de ziekteperiode: telefonisch of om je te bezoeken. Wanneer je op een verpleeg- of tijdelijk ander adres verblijft, meld je dat aan je contactpersoon.
Regelmatig informeer jij en je contactpersoon elkaar over de arbeidsgeschiktheid, (voortgang van) behandeling en het herstel. Als het kan, spreek je af op de werklocatie. De contactpersoon informeert jou over zaken die de organisatie betreffen.
Begeleiding door de bedrijfsarts, 3e ziekteweek
In de derde ziekteweek word je verwacht op het spreekuur van de bedrijfsarts of inzetbaarheidscoach. Je ontvangt daarvoor een uitnodiging per email, desgewenst via de privé-mail. Deze is niet vrijblijvend, oftewel: je bent verplicht om mee te werken en actuele informatie te geven.
Niet verschijnen op het spreekuur
Niet-verschijnen op een afspraak met de arbodienst of te laat doorgeven dat je niet komt (minimaal 24 uur van tevoren) Dan worden de kosten die aan de werkgever worden berekend verhaalt op jou. Bij de eerste keer is dat 50% van de kosten, bij elke volgende keer het volledige bedrag.
Soms duurt ziekteverzuim langer. Dan geldt de Wet verbetering poortwachter die acties vraagt van jou en van de werkgever (zie www.uwv.nl). Voor jou geldt dat je meewerkt aan het op- bijstellen en uitvoeren van het plan van aanpak. Je leidinggevende is casemanager voor uitvoering van deze wet, zet de wettelijke acties in werking en ziet toe op uitvoering van het plan van aanpak en het nakomen van afspraken. HR adviseert de contactpersoon daarin.
Een driegesprek tussen jou, je contactpersoon en de bedrijfsarts of inzetbaarheidscoach vindt plaats in de vierde ziekteweek. De bedrijfsarts adviseert over arbeids(on)geschiktheid, beperkingen en over mogelijkheden om je belastbaarheid te verbeteren. Ook op een ander moment kan advies over je inzetbaarheid van de bedrijfsarts nodig zijn. Dat gebeurt in overleg met jou en HR. Het (zwaarwegende) advies is richtlijn voor de vervolgstappen.
Het kan voorkomen dat er een meningsverschil is over de arbeidsongeschiktheid of passend werk. Ben je het niet eens met het oordeel van de bedrijfsarts, dan kun je een second opinion vragen aan een andere bedrijfsarts. De kosten zijn voor rekening van de werkgever.
Als de werknemer of werkgever het niet eens is met adviezen of uitspraken van de arbodienst of bedrijfsarts, dan kan hij een deskundigenoordeel aanvragen bij het UWV. De werknemer en de werkgever dragen hun eigen kosten. Het oordeel van het UWV is zwaarwegend.
Je kunt het UWV verzoeken een deskundigenoordeel te geven over:
Maatregelen als je niet meewerkt
De spelregels rond ziekteverzuim zijn niet vrijblijvend. Als je niet voldoende meewerkt aan herstel, re-integratie, het uitvoeren van passend werk dan wel herstel tegenwerkt kan de werkgever een deskundigenoordeel bij het UWV aanvragen om de re-integratie inspanningen te toetsen of bijvoorbeeld loonmaatregelen nemen2 . Ook het UWV kan (achteraf) sancties opleggen.
Medische informatie en werkgever
In het kader van de privacywetgeving hoef je geen medische informatie te verstrekken aan de werkgever. De werkgever of je contactpersoon mag daar ook niet om vragen of het vastleggen.
Medische informatie en bedrijfsarts
De bedrijfsarts kan deze informatie nodig hebben als sprake is van verzuim. Als de bedrijfsarts daarom verzoekt, ben je verplicht de benodigde informatie te geven. De bedrijfsarts deelt medische informatie niet met de werkgever.
3. KLACHTENREGELING ONGEWENST GEDRAG
Artikel 1a. Klachten van en over politieke ambtsdragers onderling
In afwijking van hetgeen voortvloeit uit artikel 1, is de commissie niet bevoegd in het geval van klachten tussen politieke ambtsdragers onderling.
Artikel 4. Indienen van de klacht
Indien de klager de klacht indient bij het bevoegd gezag, bevestigt het bevoegd gezag de ontvangst van de klacht aan de klager en vermeldt daarbij dat de klacht zal worden doorgezonden naar de commissie die het bevoegd gezag over de afhandeling van de klacht zal adviseren. Het bevoegd gezag zendt de klacht, nadat daarop de datum van ontvangst is aangetekend, zo spoedig mogelijk door aan de commissie.
De commissie bevestigt de ontvangst van de klacht aan de klager en stelt hem op de hoogte van de termijnen en de wijze van afdoening van de klacht. Tevens informeert de commissie het bevoegd gezag binnen twee weken, dat een klacht is ontvangen. Indien de klacht rechtstreeks bij de commissie is ingediend bevat de melding aan het bevoegd gezag geen persoonsgegevens van klager, beklaagde of getuigen.
Artikel 6. Onderzoek naar de klacht
Ten behoeve van het onderzoek is de commissie bevoegd bij het bevoegd gezag alle inlichtingen in te winnen die zij voor de vorming van haar advies nodig acht. Het bevoegd gezag verschaft de commissie de gevraagde inlichtingen en stelt de commissie desgevraagd in de gelegenheid de werkomgeving te aanschouwen.
De commissie hoort de klager, de aangeklaagde en de getuigen in beginsel buiten elkaars aanwezigheid. De commissie stelt klager en aangeklaagde in de gelegenheid van elkaars zienswijzen, alsmede van de inhoud van de hoor gesprekken met de informant en/of de getuigen kennis te nemen en daarop te reageren.
Artikel 8. Omgang met persoonsgegevens
Voor de commissie alsmede de secretaris geldt de plicht tot geheimhouding van persoonsgegevens voor zover overdracht van informatie niet noodzakelijk is voor de uitoefening van de taak van de commissie. Wanneer de inhoud van bepaalde informatie uitsluitend ter kennisneming door de commissie dient te blijven wordt dit aan de commissie meegedeeld.
Artikel 9. Advies over de klacht
De commissie brengt binnen twaalf weken na ontvangst van de klacht door de commissie advies uit aan het bevoegd gezag over de gegrondheid van de klacht vergezeld van een rapport van bevindingen. Het rapport bevat een verslag van het horen. Een afschrift van het advies wordt aan klager en aangeklaagde toegezonden.
4. MELDEN VERMOEDEN MISSTAND EN INTEGRITEITSSCHENDING
In deze regeling wordt verstaan onder:
Vermoeden van een integriteitschending: het vermoeden van een werknemer, dat binnen de organisatie waarin diegene werkt of bij een andere organisatie indien diegene door zijn werkzaamheden met die organisatie in aanraking is gekomen, sprake is van een integriteitschending door o.a.
Afdeling advies van het Huis voor klokkenluiders: de Afdeling advies van het Huis voor klokkenluiders, bedoeld in artikel 3a, tweede lid, van de Wet Huis voor klokkenluiders (www.adviespuntklokkenluiders.nl);
Afdeling onderzoek van het huis voor klokkenluiders: de Afdeling onderzoek van het huis voor klokkenluiders, bedoeld in artikel 3a, derde lid, van de Wet Huis voor klokkenluiders (www.adviespuntklokkenluiders.nl);
Artikel 2: Afstemming andere regelingen
Deze regeling is van toepassing naast het Reglement ongewenste omgangsvormen en Protocol agressie en geweld en de Gedragscodes voor ambtenaren en bestuurders.
Artikel 3: Informatie, advies en ondersteuning voor de werknemer
Een werknemer kan bij een vermoeden van een integriteitschending of misstand:
De vertrouwenspersoon stuurt de melding, met instemming van de melder, door naar het interne meldpunt integriteit, met een afschrift naar de gemeentesecretaris.
Indien een vermoeden bestaat dat leidinggevende(n) bij de integriteitschending of misstand betrokken is, wordt de melding naar het bestuur gestuurd.
De leidinggevende stuurt de melding, met instemming van de melder, door naar het intern meldpunt integriteit en informeert zijn direct leidinggevende en de gemeentesecretaris. Indien een vermoeden bestaat dat leidinggevende(n) bij de integriteitschending of misstand betrokken is, wordt de melding naar het bestuur gestuurd.
Artikel 5. Vertrouwelijke omgang met de melding en de identiteit van de melder
Als het vermoeden van een integriteitschending of misstand is gemeld via de vertrouwenspersoon en de melder geen toestemming heeft gegeven zijn identiteit bekend te maken, wordt alle correspondentie over de melding verstuurd aan de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon stuurt dit onverwijld door aan de melder.
Artikel 6: Behandeling van de interne melding door de gemeentesecretaris
In het geval dat de gemeentesecretaris van mening is dat een onderzoek ingesteld moet worden, dan geeft hij daartoe zo spoedig mogelijk een opdracht. Een dergelijk onderzoek, wordt als er sprake is van een intern onderzoek, uitgevoerd conform het onderzoeksprotocol integriteitschendingen. Als er sprake van een onderzoeksopdracht aan een externe als bedoeld in artikel 7, dan wordt dit opgedragen aan een onafhankelijke en onpartijdige onderzoeker. Daarbij zal in de opdracht aandacht zijn voor de proportionaliteit van de in te zetten middelen en omvang van het onderzoek.
De gemeentesecretaris beoordeelt of een externe instantie van de interne melding van een vermoeden van een misstand op de hoogte moet worden gebracht. Indien de gemeentesecretaris een externe instantie op de hoogte stelt, stuurt hij de melder hiervan een afschrift tenzij het onderzoeksbelang of het handhavingsbelang daardoor kan worden geschaad.
Artikel 7. De uitvoering van het onderzoek door een externe
De melder is tot geheimhouding van het definitieve rapport verplicht totdat de werkgever voldoende beschermende maatregelen heeft kunnen nemen om de belangen als genoemd in de Wet openbaarheid van bestuur te beschermen. Daaronder valt in ieder geval de identiteit van alle bij de melding betrokken personen .
Artikel 8: Standpunt werkgever over gemelde vermoeden
Indien het standpunt bedoeld in het vorige lid niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt de gemeentesecretaris de melder schriftelijk mee binnen welke termijn een inhoudelijk standpunt tegemoet kan worden gezien. Deze mededeling vindt zo spoedig mogelijk plaats, maar uiterlijk binnen de hiervoor genoemde termijn van acht weken.
Na afronding van het onderzoek beoordeelt de werkgever of een externe instantie van de interne melding, van het onderzoeksrapport en/of van het standpunt van de werkgever op de hoogte moet worden gebracht. Indien de werkgever een externe instantie op de hoogte stelt, stuurt hij de melder hiervan een afschrift, tenzij het onderzoeksbelang of het handhavingsbelang daardoor kunnen worden geschaad.
Artikel 9. Hoor en wederhoor ten aanzien van onderzoeksrapport en standpunt werkgever
Als de melder in reactie op het onderzoeksrapport of het standpunt van de werkgever onderbouwd aangeeft dat het vermoeden van een misstand niet daadwerkelijk of niet deugdelijk is onderzocht of dat in het onderzoeksrapport of het standpunt van de werkgever sprake is van wezenlijke onjuistheden, reageert de werkgever hier op en stelt hij zo nodig een nieuw of aanvullend onderzoek in. Op dit nieuwe of aanvullende onderzoek gelden dezelfde regels als voor het eerste onderzoek.
Artikel 10. Bescherming van de melder tegen benadeling
De werknemer die te goeder trouw en naar behoren een vermoeden van een integriteitschending of misstand meldt, zal in verband daarmee geen nadelige gevolgen voor zijn rechtspositie ondervinden tijdens en na de behandeling van deze melding bij de werkgever, een andere organisatie of een externe instantie.
Artikel 11. Het tegengaan van benadeling van de melder
Als de melder vindt dat er daadwerkelijk sprake is van benadeling, kan hij dat bespreken met de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon en de melder bespreken welke maatregelen genomen kunnen worden om benadeling tegen te gaan. De vertrouwenspersoon maakt een verslag van deze bespreking en stuurt dit na goedkeuring door de melder naar de gemeentesecretaris.
Artikel 13. Intern en extern onderzoek naar benadeling van de melder
De melder die meent dat sprake is van benadeling in verband met het doen van een melding van een vermoeden van een integriteitschending of misstand in de zin van artikel 1, aanhef en sub d van de Wet Huis voor klokkenluiders, kan de gemeentesecretaris verzoeken om onderzoek te doen naar de wijze waarop er binnen de organisatie met hem wordt omgegaan.
Artikel 14. Externe melding bij het Huis voor Klokkenluiders
De werknemer kan direct een externe melding doen van een vermoeden van een misstand als het eerst doen van een interne melding in redelijkheid niet van hem kan worden gevraagd. Dat is in ieder geval aan de orde indien dit uit enig wettelijk voorschrift voortvloeit of sprake is van:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-53230.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.