Bijlage 1:
Tarieventabel
Behorende bij de “Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023”, door de gemeenteraad vastgesteld op 9 november 2022
Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken n.v.t.
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Paragraaf 1.10 Diversen
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Paragraaf 2.2 Voorfase
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Paragraaf 2.13 Vermindering
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
TITEL 2 DIENSTVERLENING ONDER FYSIEKE LEEFOMGEVING, OMGEVINGSVERGUNNING
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
Hoofdstuk 4 Vermindering
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
Hoofdstuk 8 Vervallen
Hoofdstuk 8 a Wet Geluidhinder
Hoofdstuk 9 Vervallen
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2
Paragraaf 3.1 Horeca
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt
Paragraaf 3.5 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen Paragraaf 3.6 Huisvestingswet
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in het stadhuis
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in het stadhuis:
|
|
a. op maandag t/m vrijdag van 08.00 t/m 18.00 uur
|
€ 377.00
|
b. op zaterdag van 08.00 t/m 12.00 uur
|
€ 418,00
|
c. op zaterdag van 12.15 t/m 24.00 uur
|
€ 450,00
|
d. op zondag van 12.15 t/m 24.00 uur
|
€ 450,00
|
|
|
Artikel 1.2 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in overige aangewezen locatie
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een overige aangewezen locatie:
|
|
a. op maandag t/m vrijdag van 08.00 t/m 18.00 uur
|
€ 272,00
|
b. op zaterdag van 09.00 t/m 12.00 uur
|
€ 399,00
|
c. op zaterdag van 12.15 t/m 24.00 uur
|
€ 430,00
|
d. op zondag van 12.15 t/m 24.00 uur
|
€ 430,00
|
|
|
Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap op elke andere gewenste locatie binnen de gemeentegrenzen van Deventer
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op elke anderegewenste locatie binnende gemeentegrenzen van Deventer:
|
|
a. op maandag t/m vrijdag van 08.00 t/m 18.00 uur
|
€ 377,00
|
b. op zaterdag van 09.00 t/m 12.00 uur
|
€ 418,00
|
c. op zaterdag van 12.15 t/m 24.00 uur
|
€ 450,00
|
d. op zondag van 12.15 t/m 24.00 uur
|
€ 450,00
|
|
|
Artikel 1.4 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in de Oostermaet in het stadhuis:
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in de Oostermaet in het stadhuis
|
|
op maandag van 10.00 t/m 18.00 uur
|
€ 197,00
|
op dinsdag tot en met vrijdag van 08.00 tot 18.00 uur
|
€ 197,00
|
|
|
Artikel 1.5 Aanvangstijd huwelijksvoltrekking of registratie van een partnerschap op werkdagen na 18.00
|
|
Het tarief voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op werkdagen na 18.00 uur is gelijk aan het tarief van de zaterdagmorgen zoals vermeld per locatie met uitzondering van de Oostermaet in het stadshuis.
|
|
|
|
Artikel 1.6 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap op 1 januari, 27 april, Hemelvaartsdag, 5 mei, 2
e
Paasdag, 2
e
Pinksterdag en 2
e
Kerstdag.
|
|
Het tarief voor de voltrekking van een huwelijk of registratie op 1 januari, 27 april, Hemelvaartsdag, 5 mei, 2e Paasdag, 2e Pinksterdag en 2e Kerstdag is gelijk als het tarief op zondag zoals vermeld per locatie
|
|
Artikel 1.7 Kosteloze sluiting van een huwelijk of geregistreerd partnerschap
|
|
Kosteloze sluiting van een huwelijk of geregistreerd partnerschap in de Oostermaet in het stadhuis op maandag en dinsdag om 09.00 en 09.30 uur
|
|
Artikel 1.8 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk
|
|
De tarieven genoemd in 1.1 tot en met 1.7 zijn eveneens van toepassing voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk wanneer daarbij gebruik wordt gemaakt van een vande in genoemde artikelen aangewezen locaties of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte. Wanneer de omzetting plaatsvindt in de Oostermaet in het stadhuis zonder ceremonie en zonder dat hierbij derden aanwezig zijn, is de omzetting kosteloos
|
|
|
|
Artikel 1.9 Toespraak van de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand
|
|
Het tarief voor eentoespraak van de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand bedraagt
|
€ 102,00
|
|
|
Artikel 1.10 Beschikbaar stellen getuige door gemeente
|
|
Het tarief voor ambtelijk laten getuigen bij een huwelijk of geregistreerd partnerschap bedraagt per ambtenaar
|
€ 36,00
|
|
|
Artikel 1.11 Trouwboekje, partnerschapsboekje of samenlevingsboekje
|
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:
|
|
a. in gewoneuitvoering
|
€ 29,00
|
b. indien gekalligrafeerd
|
€ 42,00
|
c. gekalligrafeerd bijschrijven van kinderen, per kind
|
€ 13,20
|
d. gekalligrafeerd bijschrijven van getuigen, per getuige
|
€ 5,50
|
|
|
Artikel 1.12 Naspeuringen in de burgerlijke stand
|
|
Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier of deel daarvan.
|
€ 21,00
|
|
|
Artikel 1.13 Verstrekken stukken vermeld in de Wet rechtenburgerlijke stand
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit aktenburgerlijke stand.
|
|
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Artikel 1.14 Paspoorten of andere reisdocumenten
|
|
Het tarief bedraagt voorhet verrichten vanhandelingen ten behoeve van een aanvraag:
|
|
a. van een nationaal paspoort:
|
|
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€ 75,80
|
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€ 57,30
|
b. van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.14.a(zakenpaspoort):
|
|
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€ 75,80
|
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€ 57,30
|
c. van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):
|
|
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€ 75,80
|
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€ 57,30
|
d. van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen
|
€ 57,30
|
Artikel 1.15 Nederlandse identiteitskaart
|
|
Het tarief bedraagt voorhet verrichten vanhandelingen ten behoeve van een aanvraag:
|
|
a. van een Nederlandse identiteitskaart:
|
|
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€ 68,50
|
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€ 36,95
|
b. van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon
|
€ 32,91
|
|
|
Artikel 1.16 Modaliteiten
|
|
Voor de versnelde uitreiking van een in de artikel 1.14 en 1.15 genoemd document, zijnde een toeslagop de in die onderdelen genoemde bedragen:
|
€ 54,00
|
Voor het bezorgen van een in de artikel1.14 en 1.15 genoemd document, zijnde een toeslag op in die onderdelen genoemde bedragen
|
€ 16,05
|
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Artikel 1.17 Rijbewijzen
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs
|
€ 41,60
|
|
|
Artikel 1.18 Modaliteiten
|
|
1. Het tarief genoemd in artikel 1.17 wordt
|
|
a. bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van
|
€ 34,10
|
|
|
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen
Artikel 1.19 Definitie
|
|
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.
|
|
|
|
Artikel 1.20 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen
|
|
1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemenvan een aanvraag :
|
|
a. tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking
|
€ 14,80
|
b. voor een gewaarmerkt afschrift uit de basisregistratie personen
|
€ 17,95
|
c. voor eengewaarmerkt uitgebreid afschrift uit de basisregistratie personen
|
€ 21,00
|
d. voor een gewaarmerkt internationaal afschrift uit de basisregistratie personen
|
€ 21,00
|
e. voor een gewaarmerkt afschrift uit de basisregistratie personen via Digid
|
€ 14,80
|
f. voor een gewaarmerktinternationaal afschrift uit de basisregistratie personen via Digid
|
€ 17,95
|
2. Het tarief bedraag voor het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:
|
|
a. voor 10verstrekkingen
|
€ 147,00
|
b. voor 25verstrekkingen
|
€ 352,00
|
c. voor 50 verstrekkingen
|
€ 680,00
|
d. voor 100verstrekkingen
|
€ 1.331,00
|
|
|
Artikel 1.21 Schriftelijke verstrekking
|
|
In afwijking van de artikel 1.20 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:
|
€ 7,50
|
|
|
Artikel 1.22 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen
|
|
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen voor iederdaaraan te besteden uur of gedeelte daarvan
|
€ 79,50
|
|
|
Artikel 1.23 Bewijs van Nederlanderschap, attestatie de Vita
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
a. een bewijs van Nederlanderschap
|
€ 17,95
|
b. een bewijs van Nederlanderschap via Digid
|
€ 14,80
|
c. een attestatie de Vita internationaal
|
€ 13,40
|
d. een attestatie de Vita nationaal
|
€ 17,95
|
e. een attestatie de Vita nationaal via Digid
|
€ 14,80
|
f. elke andere verklaring omtrent een bepaaldpersoon, niet elders genoemd
|
€ 14,80
|
|
|
Artikel 1.24 vervaardigen selectie uit de basisregistratie personen
|
|
Het tarief bedraagt voor het op verzoek vervaardigen van een selectie (steekproef) uit de basisregistratie personen per selectie:
|
€ 981,00
|
|
|
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Nvt
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Artikel 1.25 Kopie van plan- of kaart informatie
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemenvan een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van:
|
|
a. een exemplaar van een omgevingsvisie
|
€ 43,50
|
b. een exemplaar van een volledig bestemmingsplan of exploitatieplan
|
€ 61,00
|
c. een afschrift uit een bestemmingsplan of exploitatieplan per pagina (kopieA4)
|
€ 0,20
|
d. een afschrift uit een bestemmingsplan of exploitatieplan indien deze schriftelijk of per mail wordt aangevraagd
|
€ 17,60
|
verhoogd met pagina
|
€ 0,20
|
|
|
Artikel 1.26 Informatie uit registers
|
|
a. inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet
|
€ 14,80
|
b. het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed
|
€ 14,80
|
|
|
Artikel 1.27 Beperkte kadastrale informatie
|
|
Beperkte kadastrale informatie wordt verstrekt aan de gemeentelijke balie. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kadastrale en hypothecaire informatie worden de op het moment van aanvraag geldende tarieven, zoals deze door de het bestuur van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers zijn vastgesteld in de Regeling tarieven kadaster, in rekening gebracht.
|
|
Paragraaf 1.7 Overige Publiekszaken
Artikel 1.28 VOG, legaliseren handtekening, bewijs van Nederlanderschap
|
|
Het tarief bedraagt voorhet in behandeling nemen van eenaanvraag:
|
|
a. tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag
|
€ 41,35
|
b. verstrekken van een garantverklaring
|
€ 21,00
|
c. tot het legaliseren van een handtekening of foto
|
€ 14,80
|
d. voor het waarmerken van een register
|
€ 14,80
|
e. voor het waarmerken van een diploma
|
€ 14,80
|
f. voor het verstrekken van informatie op eenUSB stick
|
€ 12,65
|
g. voor een besluit tot verlenen van uitstel tot begraven of cremeren
|
€ 14,80
|
h. voor het afgeven van een laissez passer (lijkenpas)
|
€ 14,80
|
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Artikel 1.29 Naspeuringen in het gemeentearchief
|
|
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor iederdaaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan
|
€ 10,45
|
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Artikel 1.30 Leegstandwet
|
|
Het tarief bedraagt voorhet in behandeling nemen van eenaanvraag:
|
|
a. tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeldin artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet
|
€ 132,00
|
|
|
Artikel 1.31 Wet op de kansspelen
|
|
1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van eenaanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30bvan de Wet op de kansspelen:
|
|
a. voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat
|
€ 56,50
|
b. voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat
|
€ 56,50
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat
|
€ 34,00
|
c. voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd
|
€ 226,50
|
d. voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat
|
€ 226,50
|
En voor iedere volgende kansspelautomaat
|
€ 136,00
|
2. Het eerste lid onderdelen a en b zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.
|
|
3. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)
|
€ 19,00
|
Artikel 1.32 Telecommunicatiewet, ondergrondse leidingen
|
|
1. Het tarief voorhet in behandeling nemen van eenaanvraag voor Instemmingsbesluit of vergunning op basis vanafdeling 7.2 vande Verordening fysiekeleefomgeving (VFL)
|
€ 519,00
|
2. indien het werkzaamheden betreft in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met:
|
|
a.
|
tot 10.000 m1
|
€ 2,90
|
b.
|
van 10.000 tot 50.000 m1
|
€ 2,20
|
3. indien het werkzaamheden betreft in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met:
|
|
a.
|
tot 10.000 m1
|
€ 0,50
|
b.
|
van 10.000 tot 50.000 m1
|
€ 0,40
|
4. bij een sleuflengte van 50.000 meter of meer wordt het tarief van onderdeel 1.32.1 verhoogd met het bedrag als opgenomen in een ter zake opgestelde projectbegroting, waarin de geraamde kostenvoor de behandeling van de aanvraag worden vastgesteld.
|
|
5. indien de aanvrager verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 7.2.2 van de Verordening fysieke leefomgeving wordt het tarief van onderdeel 1.32.1 verhoogd met
|
€ 519,00
|
6. het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden van niet ingrijpende aard en spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in afdeling 7.2 van de Verordening Fysieke Leefomgeving
|
€ 55,50
|
Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving ontheffing rijden, parkeren voetgangersgebied verkeersregels, gehandicaptenparkeerkaart en
|
|
1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990
|
€ 10,75
|
|
|
2. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor het berijden van het voetgangersgebied
|
€ 10,75
|
|
|
3. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van eengehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzakehet wegverkeer (BABW)
|
|
a. voor een eerste aanvraag
|
€ 33,00
|
b. voor eenverlengingsaanvraag
|
€ 33,00
|
c. voor een duplicaat
|
€ 12,65
|
|
|
4. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vervangende pas behorende bij een parkeervergunning of parkeerabonnement, jaarkaart of ontheffing
|
€ 10,75
|
|
|
5. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van eenvergunning voor exploitatie van deelvoertuigen te weten deelfiets, deelbakfiets en deelscooters
|
€ 1.882,00
|
|
|
6. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van elke andere verkeersontheffing (bv APV)
|
€ 10,75
|
Paragraaf 1.10 Diversen
Artikel 1.34 (Gewaarmerkte) afschriften, kopieën, stukken of uittreksels
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemenvan een aanvraag tot het verstrekken van:
|
|
1. a. gewaarmerkte afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina
|
€ 3,70
|
b. afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina
|
|
c. per pagina op papier van A4 formaat
|
€ 0,10
|
d. per pagina op papier van A3 formaat
|
€ 0,15
|
e. per pagina op papier van A2 formaat
|
€ 0,25
|
2. kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in artikel 1.34.1a genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabelof in een andere wettelijke regeling eentarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk van:
|
|
a. A-1 formaat
|
€ 6,90
|
b. A-0 formaat
|
€ 9,60
|
3. een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief isopgenomen
|
€ 3,50
|
Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen
|
|
Het tarief bedraagt voorhet in behandeling nemen van eenaanvraag voor:
|
|
a. het wijzigen van de tenaamstelling van een op grond van een binnen hoofdstuk 1 verleende vergunning
|
€ 32,50
|
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1 Definities
|
|
1. Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
2. In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in delegesverordening of deze tarieventabel andersis bepaald.
|
|
3. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
|
|
- binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;
|
|
- binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;
|
|
- bouwkosten:de aannemingssom, de omzetbelasting daarinniet inbegrepen, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Stcrt 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting als bedoeld in normblad NEN 2699:2017. Het normblad NEN 2699:2017 ligt ter inzage op het Stadskantoor van de gemeente Deventer en is gepubliceerd in de Staatscourant 2017, 20770 op 13-04-2017. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft,de omzetbelasting daarinniet inbegrepen;
|
|
- bouwkostengrondgebonden zonnepark: In afwijking van hetbepaalde in onderdelen
2.3.1 en 2.3.2, wordt bij het bepalen van de bouwkosten van een grondgebonden zonnepark uitgegaan van de kosten van de constructieve werken, bestaande uit de stellingen waaropde zonnepanelen wordengeplaatst, de onderstations en eventuele andere bouwwerken en/ of voorzieningen, maar uitgezonderd de zonnepanelen zelf en de elektrische installaties (leidingwerk, omvormers en schakelingen in de onderstations).
|
|
|
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges wordengeheven
|
|
Leges wordengeheven voor hetin behandeling nemenvan een aanvraag om:
|
|
a. omgevingsoverleg;
|
|
b. een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
|
|
c. een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
|
|
d. toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet
|
|
e. een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
|
f. intrekking van een omgevingsvergunning;
|
|
g. wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;
|
|
h. een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.
|
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief
|
|
1. De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
|
|
2. Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
|
|
3. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.
|
|
4. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.
|
|
5. Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
6. In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
Paragraaf 2.2 Voorfase
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg
|
|
Voordat een formele aanvraag om een besluit als bedoeld in de overige paragrafen van deze titel wordt ingediend en betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
|
a. Voor een Informatie overleg (Check op de vergunning om te bepalen of deze nodig is, zo ja, welke informatie is benodigd):
|
€ 0,00
|
b. voor een Intaketafel (Indicatie betreffende de wenselijkheid van het initiatief):
|
€ 600,00
|
c. voor een eenvoudige Omgevingstafel (Indicatie / principeverzoek betreffende de haalbaarheid van een initiatief met daarbij enkeleen stedenbouwkundige beoordeling:
|
€ 600,00
|
d. voor een complexe Omgevingstafel (Indicatie/ principeverzoek betreffende de haalbaarheid van eeninitiatief met daarbij een bredere beoordeling):
|
€ 600,00
|
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoeldeactiviteiten:
|
|
a. indien de bouwkosten minder dan € 100.000 bedragen:
|
1,48%
|
b. indien de bouwkosten € 100.000 tot € 750.000 bedragen:
|
1,06%
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 1.481,00
|
c. indien de bouwkosten € 750.000 tot € 1.500.000 bedragen:
|
0,91%
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 7.951,00
|
d. indien de bouwkosten € 1.500.000 tot € 5.000.000 bedragen:
|
0,84%
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 13.651,00
|
e. indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen:
|
0,74%
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 37.801,00
|
en met een maximum van:
|
€ 255.952,00
|
|
|
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houdenof gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit of het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dithoofdstuk als hetook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a. indien de bouwkosten minder dan € 100.000 bedragen:
|
3,06%
|
b. indien de bouwkosten € 100.000 tot € 750.000 bedragen:
|
2,75%
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 3.061,00
|
c. indien de bouwkosten € 750.000 tot € 1.500.000 bedragen:
|
2,38%
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 20.626,00
|
d. indien de bouwkosten € 1.500.000 tot € 5.000.000 bedragen:
|
2,17%
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 35.701,00
|
e. indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen:
|
1,93%
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 97.651,00
|
en met een maximum van:
|
€ 744.047,00
|
|
|
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopenvan een bouwwerk
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ookgaat om de in dieartikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a. minder dan 100 m³:
|
€ 271,00
|
b. 100 m³ of meer doch minder dan 1000 m³:
|
€ 771,00
|
c. 1000 m³ of meer:
|
€ 1.920,00
|
|
|
Artikel 2.8 Buitenplanse omgevingsplanactiviteit (waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit)
|
|
a. Als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet:
|
€ 525
|
b. Voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit):
|
€ 525
|
c. Voor eenomgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dathet is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit):
|
0,5%
|
van de bouwkosten met een minimum van € 525
|
|
Artikel 2.9 Buitenplanse omgevingsplanactiviteit (waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit)
|
|
a. Als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet:
|
€ 525
|
b. Voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met hetomgevingsplan (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit):
|
€ 525
|
c. Voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dathet is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit):
|
€ 2.500
|
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en wereld erfgoed
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: monumenten
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a. voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 300
|
b. voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaargebracht:
|
€ 300
|
|
|
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 300
|
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1,eerste lid, aanhefen onder a, van de Omgevingswet,, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.20 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, of als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeftop een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet bedraagt het tarief:
|
|
a. voor een aanvraag van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet (milieubelastende activiteit bruidsschat):
|
€ 3655,00
|
b. voor een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.20 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving (milieubelastende activiteit BAL-activiteit regulier):
|
€ 3655,00
|
c. voor een milieubelastende activiteit zoals bedoeld in onderdelen a en b, waar tevens afdeling 3.4 vande Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (milieubelastende activiteit BAL-activiteit uitgebreid):
|
€ 5930,00
|
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
2.13 Lozingsactiviteit nietafkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 525,00
|
|
|
2.14 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 525,00
|
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Artikel 2.15 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272van het tijdelijke deel van hetomgevingsplan zoals opgenomen in artikel
7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 300
|
|
|
Artikel 2.16 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 8.1.1 van de Verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet, artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit of artikel 22.278 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 300
|
|
|
Artikel 2.17 Omgevingsplanactiviteit: uitweg / uitrit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 8.1.2 van de Verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 300
|
|
|
Artikel 2.18 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 300
|
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Artikel 2.19 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van hetOmgevingsbesluit, bedraagt hettarief, onverminderd hetbepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a. voor een aanvraag tot en met 2 bomen:
|
€ 91,50
|
b. voor een aanvraag van 3 bomen:
|
€ 185,00
|
c. vermeerderd met € 39,00 voor iedere volgende boom met een maximumvan:
|
€ 3.937,00
|
|
|
Artikel 2.20 Omgevingsplanactiviteit: reclame
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ookgaat om de in dieartikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 300,00
|
|
|
Artikel 2.21 andere activiteiten
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen:
|
€ 300,00
|
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Artikel 2.22 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:
|
|
- a.
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeftop:
- 1.
het in stand houdenvan een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
- 2.
bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
- 3.
het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of
- 4.
het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift:
|
€ 525,00
|
b. in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:
|
€ 525,00
|
|
|
Artikel 2.23 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
|
|
Als de aanvraag op een maatwerkvoorschriften als bedoeld in het omgevingsplan of hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:
|
€ 1975,00
|
|
|
Artikel 2.24 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.22 en 2.23, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 525,00
|
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Artikel 2.25 Gelijkwaardige maatregel
|
|
1. Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft bedraagt het tarief:
|
Volgens begroting
|
2. Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Artikel 2.26 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
€ 300,00
|
|
|
Artikel 2.27 Wijzigen omgevingsvergunning
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
€ 300,00
|
|
|
Artikel 2.28 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:
|
€ 300,00
|
|
|
Artikel 2.29 Intrekken omgevingsvergunning
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzijartikel 2.42 vantoepassing is:
|
€ 0,00
|
|
|
Artikel 2.30 Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen.
|
€ 300,00
|
|
|
Artikel 2.31 Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
De in artikel 2.36 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder datsprake is vaneen aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
|
|
Artikel 2.32 Wijzigen van het omgevingsplan
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:
|
Volgens begroting
|
|
|
Artikel 2.33 Niet genoemd besluit op aanvraag
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander,in dit hoofdstuk niet benoemd besluitop grond van de Omgevingswet, de op die wetgebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan.
|
€ 300,00
|
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Artikel 2.34 Achteraf ingediende aanvraag
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:
|
10%
|
met een maximum van:
|
€ 1.000,00
|
|
|
Artikel 2.35 Uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:
|
|
a. als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit niet zijnde een milieubelastende activiteit:
|
€ 2.500,00
|
|
|
Artikel 2.36 Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:
|
|
a. voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:
|
€ 445,00
|
b. voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:
|
€ 445,00
|
c. voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:
|
€ 445,00
|
d. voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:
|
€ 445,00
|
e. voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:
|
€ 445,00
|
f. voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):
|
€ 2.500,00
|
g. voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:
|
€ 445,00
|
|
|
Artikel 2.37 Advies
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
a. voor een advies van de gemeenteraad:
|
€ 336,00
|
b. voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:
|
Volgens begroting
|
c. voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeldin de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie in anderegevallen dan bedoeld in artikel 2.37.a:
|
Volgens begroting
|
d. voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in artikelen 2.37a tot en met 2.37 b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
e. Als een begroting als bedoeld in artikel 2.37 d is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
Artikel 2.38 Instemming
|
|
1. Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeftop een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:
|
|
a. als de gemeenteraad moet besluiten over de instemming:
|
€ 336,00
|
b. als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voorde activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn
|
|
Paragraaf 2.13 Vermindering
Niet van toepassing
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Artikel 2.39 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.
|
|
De teruggaaf bedraagt:
|
85%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
|
|
Artikel 2.40 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van eendeel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
a. bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de
|
75%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
b. bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
50%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
c. bij geheleof gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes wekenna de indiening van de aanvraag:
|
25%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
|
Artikel 2.41 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geenbesluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf vaneen deel vande leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
a. bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
75%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
b. bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:
|
50%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
c. bij geheleof gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien wekenna de indiening van de aanvraag:
|
25%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
|
Artikel 2.42 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
0%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
|
Artikel 43 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.14.
|
|
|
|
Artikel 44 Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
Een bedrag minder dan € 300,00 wordt niet teruggegeven
|
|
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING ONDER FYSIEKE LEEFOMGEVING / OMGEVINGSVERGUNNING
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
|
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
|
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
2.1.1.1
|
aanlegkosten:
|
|
|
de aannemingssom, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen als bedoeld in normblad NEN 2699:2017. Het normblad NEN 2699:2017 ligt ter inzage op het Stadskantoor van de gemeente Deventer en is gepubliceerd in de Staatscourant 2017, 20770 op 13-04-2017. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen;
|
|
2.1.1.2
|
bouwkosten:
|
|
|
de aannemingssom, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Stcrt 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting als bedoeld in normblad NEN2699:2017. Het
normblad NEN 2699:2017 ligt ter inzage op het Stadskantoor van de gemeente Deventer en is gepubliceerd in de Staatscourant 2017, 20770 op 13-04-2017. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dezetitel onder bouwkosten verstaan: de prijsdie aan eenderde in
het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen;
|
|
2.1.1.2a
|
Bouwkosten grondgebonden zonnepark
|
|
In afwijking van het bepaalde in onderdeel 2.1.1.2, wordt bij het bepalen van de bouwkosten van een grondgebonden zonnepark uitgegaan van de kosten van de constructieve werken, bestaande uit de stellingen waarop de zonnepanelen worden geplaatst, de onderstations en eventuele andere bouwwerken en/ of voorzieningen, maar uitgezonderd de zonnepanelen zelf en de elektrische installaties (leidingwerk, omvormers en schakelingen in de onderstations.
|
|
2.1.1.3
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
|
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
|
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebbenop activiteiten waarvoor het
toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
|
|
2.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemenvan een aanvraag:
|
|
2.2.1
|
om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is
|
€ 645,00
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.1.1.1
|
n.v.t.
|
|
2.3.1.1.2
|
Vervallen.
|
|
2.3.1.1.3
|
indien de bouwkosten minder dan € 100.000 bedragen:
|
4,54 %
|
2.3.1.1.4
|
indien de bouwkosten € 100.000 tot € 750.000bedragen:
|
3,81 %
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 4.542,00
|
2.3.1.1.5
|
indien de bouwkosten € 750.000 tot € 1.500.000 bedragen:
|
3,29%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 28.577,00
|
2.3.1.1.6
|
indien de bouwkosten € 1.500.000 tot € 5.000.000 bedragen:
|
3,01%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 49.352
|
2.3.1.1.7
|
indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen:
|
2,67%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 135.452,00
|
2.3.1.1.8
|
En met een maximum van
|
€ 1.000.000
|
|
|
|
2.3.1.4
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
Onverminderdhet bepaalde in onderdeel 2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.4,2.3.5, 2.3.6.2,
2.3.7.1, 2.3.8, 2.3.9, 2.3.10 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit: van de op grondvan dat onderdeel verschuldigde leges.
|
110,00%
|
|
|
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
indien de kosten welke zijn verbonden aan de uitvoering van de werken/werkzaamheden:
|
2.3.2.1
|
minder zijn dan € 2.275,--
|
€ 175,00
|
2.3.2.2
|
€ 2.275,-- of meer, maar minder zijn dan € 4.545,--
|
€ 347,00
|
2.3.2.3
|
€ 4.545,-- of meer, maar minder zijn dan € 45.450,--
|
€ 869,00
|
2.3.2.4
|
€ 45.450,-- of meer
|
€ 1.740,00
|
|
|
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid,onder a, onder1º, van de Wabo
|
|
|
(binnenplanse afwijking) dan wel artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
|
|
|
10%
|
|
van de bouwkosten, echter met een minimum van € 81,50 en een maximum van € 743,00;
|
|
|
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
|
2.3.3.3.1
|
indien de bouwkosten niet meer bedragen dan € 100.000,-:
|
€ 10.888,00
|
2.3.3.3.2
|
indien de bouwkosten meer dan € 100.000,- maarniet meer dan
|
|
|
€ 300.000,- bedragen:
|
€ 14.061,00
|
2.3.3.3.3
|
indien de bouwkosten meer dan € 300.000,- maarniet meer dan
|
|
|
€ 1.000.000,- bedragen:
|
€ 23.405,00
|
2.3.3.3.4
|
indien de bouwkosten meerdan € 1.000.000,- maar niet meerdan
|
|
|
€ 2.000.000,- bedragen:
|
€ 30.624,00
|
2.3.3.3.5
|
indien de bouwkosten meerdan € 2.000.000,- maar niet meerdan
|
€ 40.635,00
|
|
€ 4.000.000,- bedragen:
|
2.3.3.3.6
|
indien de bouwkosten meer dan € 4.000.000,- bedragen:
|
€ 57.198,00
|
|
Het bepaalde in de artikelen 2.3.3.3.1 tot en met 2.3.3.3.6 vindt geen toepassing indien de met de buitenplanse afwijking gepaard gaande kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.
|
|
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
|
10,00%
|
|
van de bouwkosten, echter met een minimum van € 477,- en een maximum van € 1.209,-;
|
|
|
|
|
2.3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
10,00%
|
|
van de bouwkosten echter met een minimum van € 87,00 en een maximum van € 782,00;
|
|
|
|
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
10,00%
|
van de bouwkosten echter met een minimum van € 87,00 en een maximum van € 782,00.
|
|
|
2.3.3.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regelsdie zijn gesteldkrachtens artikel 4.3, derde lid, van de
Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
10,00%
|
|
van de bouwkosten echter met een minimum van € 82,50 en een maximum van € 744,00;
|
|
|
|
|
2.3.3.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
10,00%
|
|
van de bouwkosten echter met een minimum van € 82,50 en een maximum van € 744,00.
|
|
|
|
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geensprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo (binnenplanse afwijking) dan wel artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo (buitenplanse kleine afwijking) wordt toegepast:
|
€ 513,00
|
2.3.4.2
|
Vervallen
|
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
|
|
€ 11.019,00
|
|
Het bepaalde in dit artikel vindt geen toepassing indien de metde buitenplanse afwijking gepaard gaande kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.
|
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)
|
€ 1.045,00
|
2.3.4.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 436,00
|
2.3.4.6
|
indien de aanvraag een project betreft en de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 513,00
|
2.3.4.7
|
indien de aanvraag een project betreft en de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 513,00
|
2.3.4.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 513,00
|
|
|
|
|
|
|
2.3.5
|
In gebruik nemenof gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
2.3.5.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 363,00
|
|
met dien verstande dat:
|
|
|
dit bedrag wordt verhoogd voor bouwwerken en inrichtingen met een gebruiksoppervlakte:
|
|
2.3.5.1.1
|
- tot en met 100 m²
|
€ 289,00
|
2.3.5.1.2
|
- van 101 tot en met 500 m²
|
€ 289,00
|
|
vermeerderd met € 1,78 per m² of gedeelte daarvan boven 100m²
|
|
2.3.5.1.3
|
- van 501 tot en met 2000 m²
|
€ 1.034,00
|
|
vermeerderd met € 0,92 per m² of gedeelte daarvan boven 500m²
|
|
2.3.5.1.4
|
- van 2.001 tot en met 5000 m²
|
€ 2.480,00
|
|
vermeerderd met € 0,54 per m² of gedeelte daarvan boven 2.000 m²
|
|
2.3.5.1.5
|
- van 5.001 tot en met 50.000 m²
|
€ 4.188,00
|
|
vermeerderd met € 0,04 per m² of gedeelte daarvan boven 5.000 m²
|
|
2.3.5.1.6
|
- boven de 50.000 m²
|
€ 6.375,00
|
|
vermeerderd met € 0,03 per m² of gedeelte daarvan boven 50.000 m²
|
|
|
|
|
2.3.6
|
Activiteitenmet betrekking tot monumenten of beschermde stads-of dorpsgezichten
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel2.1, eerste lid, onder f of artikel2.2, eerste lid, onder b, van
de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of hoofdstuk 4 Erfgoed van de Verordening fysieke leefomgeving, of ingeval sprake is van een bouwactiviteit in een beschermd stads- of dorpsgezicht anders dan aan of bij een monument, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.6.1.1
|
Indien het tevens betreft een vergunningplichtige activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo en onverminderd het bepaalde in artikel 2.3.1: voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument dan wel voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
|
2.3.6.1.1.1
|
indien de bouwkosten minder dan € 5.000,-- bedragen
|
€ 13,45
|
2.3.6.1.1.2
|
indien de bouwkosten € 5.000,- of meer
|
0,58%
|
2.3.6.2
|
Voor het geheel of gedeeltelijk slopen van een monument of het geheel of gedeeltelijk slopen van een bouwwerk anders dan een monument in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder h, of artikel 2.2. eerste lid, onder c van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of hoofdstuk 4 Erfgoed van de Verordening fysieke leefomgeving, indien de te verwachten hoeveelheid sloopafval bedraagt:
|
|
2.3.6.2.1
|
- minder dan 100 m³
|
€ 284,00
|
2.3.6.2.2
|
- 100 m³ of meer doch minder dan 1000 m³
|
€ 807,00
|
2.3.6.2.3
|
- 1000 m³ ofmeer
|
€ 2.010,00
|
|
|
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
2.3.7.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het geheel of gedeeltelijk slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1,eerste lid, onderg, van de Wabo bedraagt het tarief:
|
|
2.3.7.1.1
|
- minder dan 100 m³
|
€ 284,00
|
2.3.7.1.2
|
- 100 m³ of meer doch minder dan 1000 m³
|
€ 807,00
|
2.3.7.1.3
|
- 1000 m³ ofmeer
|
€ 2.010,00
|
|
|
|
|
ActiviteitHandelsreclame
|
|
2.3.8
|
Indien een aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h en i van de Wabo, in samenhang met artikel 4:6 Algemene plaatselijke verordening Deventer bedraagt het tarief:
|
2.3.8.1
|
indien geen sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, aanhef en eerste lid, onder a, van de Wabo
|
€ 78,50
|
2.3.8.2
|
indien tevens sprakeis van eenbouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1,aanhef en eerste lid, onder a, van de Wabo en
|
|
2.3.8.3
|
de bouwkosten tot € 1.000 bedragen
|
€ 78,50
|
2.3.8.4
|
de bouwkosten tot € 3.000 bedragen
|
€ 210,00
|
2.3.8.5
|
de bouwkosten van € 3.000 tot € 5.000 bedragen
|
€ 350,00
|
2.3.8.6
|
indien de bouwkosten € 5.000 of meer bedragen gelden de tarieven voor bouwactiviteiten zoals opgenomen in artikel 2.3.1.1.4 e.v. van deze verordening, met dien verstande dat de vermeerdering van dit tarief als bedoeld in artikel 2.3.6 niet van toepassing is.
|
|
|
|
|
2.3.9
|
Uitweg / Inrit
|
€ 88,50
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale wegenverordening of artikel 8.1.2 van de Verordening fysieke leefomgeving een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
|
2.3.10
|
Kappen
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 5.1.1 van de Verordening fysieke leefomgeving een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhefen onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
2.3.10.1
|
Voor een aanvraag: tot en met 2 bomen
|
€ 96,00
|
2.3.10.2
|
Voor een aanvraag: van 3 bomen
|
€ 194,00
|
2.3.10.3
|
vermeerderd met € 39,00 voor iedere volgende boom met een maximum van € 3.937,00
|
|
2.3.11
|
Bij weigering van een omgevingsvergunning met betrekking tot het vellen of doen vellen van houtopstand vindt volledige restitutie van de leges plaats.
|
|
2.3.12
|
Bij intrekking van een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot het vellen of doen vellen van houtopstand vindt volledige restitutie van de leges plaats.
|
|
|
|
|
2.3.13
|
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
|
€ 0,00
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (Flora- en Fauna activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevenssprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
2.3.14
|
Andere activiteiten
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelenvan dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
2.3.14.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1,eerste lid, onderi, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 0,00
|
2.3.14.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief
|
|
2.3.14.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:
|
€ 42,00
|
2.3.14.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
2.3.15
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
2.3.15.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
2.3.15.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
|
|
2.3.16
|
Beoordelingbodemrapport
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordtbeoordeeld:
|
2.3.16.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 466,00
|
|
|
|
2.3.17
|
Advies
|
|
2.3.17.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemenvan de aanvraag
om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.17.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
2.3.18
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.18.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
2.3.18.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 352,00
|
2.3.18.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.18.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
|
2.4.1
|
Wanneer een vooroverleg / beoordeling conceptaanvraag, zoals bedoeld in 2.2.1, binnen zes maanden na bekendmaking van het eindresultaat over de haalbaarheid, wordt vervolgd met een aanvraag om omgevingsvergunning, bestemmingsplanherziening, wijzigingsplan of uitwerkingsplan voor hetzelfde plan, worden de ter zake van het vooroverleg geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag als bedoeld in hoofdstuk 3 of 8.
|
|
2.4.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18.
|
|
De vermindering bedraagt:
|
2.4.2.1
|
bij 5 tot 10activiteiten:
|
2%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
2.4.2.2
|
bij 10 tot 15activiteiten:
|
3%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
2.4.2.3
|
bij 15 of meer activiteiten:
|
5%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
|
|
2.5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten en teruggaafregeling bijzondere procedures
|
|
|
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, uitweg, bijzondere procedures 1 en 2 of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2,2.3.3.1, 2.3.3.4 t/m 2.3.3.8, 2.3.4.1, 2.3.4.4 tot en met 2.3.4.8, 2.3.6,
2.3.7, 2.3.8 en 2.3.9 intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
2.5.1.1
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat een beslissing op de aanvraag is genomen maar:
|
|
2.5.1.1.1
|
binnen 2 weken na de datum van ontvangst van de aanvraag
|
75%
|
|
van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges
|
|
2.5.1.1.2
|
binnen 7 weken na ontvangst van de aanvraag (maar later dan 2 weken na de ontvangst daarvan)
|
65%
|
|
van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges
|
|
2.5.1.1.3
|
later dan 7 weken na ontvangst van de aanvraag
|
55%
|
|
van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges
|
|
|
|
|
2.5.1.3
|
Teruggaafregeling bijzondere procedures
|
|
|
Ingeval een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning waarbij artikel 2.12, eerste lid, onder a onder 3°, van de Wabo wordt toegepast als bedoeld in de onderdelen 2.3.3.3, 2.3.4.3, 2.8.1 en 2.8.2 wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op teruggaaf vaneen deel vande leges.
|
|
2.5.1.3.1
|
De teruggaafbedraagt:
|
|
|
indien het verzoek is ingetrokken binnen 2 weken na de indiening van het verzoek en vóórdat op dat verzoek een beslissing is genomen, tenzij dit bedrag lager is dan € 59,00
|
75%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
2.5.1.3.2
|
De teruggaafbedraagt:
|
|
|
indien het verzoek is ingetrokken op een later tijdstip dan 2 weken na indiening van het verzoek, maar binnen 1 week na het einde van de terinzageleggingstermijn, tenzijdit bedrag lageris dan € 59,00
|
50%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
2.5.1.3.3
|
De teruggaafbedraagt:
|
|
|
indien het verzoek is ingetrokken op een later tijdstip dan 1 week na het einde van de terinzageleggingstermijn maar voordat een beslissing op de aanvraag is genomen, tenzij dit bedrag lager is dan €59,00
|
25%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges
|
|
|
|
|
2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- sloop of uitweg / inritactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6, 2.3.7en 2.3.9 intrekt, bestaat geen aanspraak op teruggaaf vaneen deel vande leges.
|
|
|
|
|
2.5.3
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
2.5.3.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- brandveiligheid, - sloop, handelsreclame- of uitweg / inritactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.5, 2.3.6, 2.3.7, 2.3.8 of 2.3.9 al dan niet beslissend op bezwaar weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf vaneen deel vande leges.
|
|
|
De teruggaafbedraagt:
|
50%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
2.5.3.2
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging bij rechterlijke uitspraak van de beschikking waarbij de vergunning is verleend.
|
|
|
|
|
2.5.4
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
Een bedrag minder dan € 37,00 wordt niet teruggegeven.
|
|
|
|
|
2.5.5
|
Geen teruggaaf legesdeel bijzondere procedures, advies of verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.3 tot en met 2.3.4.8
, - ingeval op het afwijkingsverzoek een besluit is genomen- alsmede de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
Hoofdstuk 6 Intrekkingomgevingsvergunning
|
|
2.6
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemenvan een aanvraag tot
gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:
|
€ 0,00
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijzigingproject
|
|
2.7
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in hetproject
|
|
2.7.1
|
Ingeval en voor zover geen sprake is van bouwen:
|
5%
|
|
van de oorspronkelijk geheven leges met een minimum van € 37,00 en een maximum van € 4.885,00.
|
|
2.7.2
|
Ingeval en voor zover sprake is van bouwen en
|
|
2.7.2.1
|
het gewijzigd plan niet leidt tot een verhoging van de bouwkosten van het oorspronkelijkeplan:
|
5%
|
|
van de oorspronkelijk geheven leges (berekend op de wijze zoals in onderdeel 2.3.1 bepaald) met een minimum van € 37,00 en een maximum van € 4.885,00;
|
|
2.7.2.2
|
indien de aanvraag voor het bouwen in afwijking van een eerder ingediend plan als hiervoor bedoeld wel leidt tot een verhoging van de bouwkosten, dan wordt het normale tarief, berekend op de wijze als in onderdeel 2.3.1 bepaald, toegepast over die meerkosten, zulks echter met inachtneming van het minimum en maximum zoals hiervoor onder 2.7.2.1 is bepaald;
|
|
2.7.2.3
|
de vergunning is geweigerd en deze aanvraag niet leidt tot een verhoging van de bouwkosten:
|
55%
|
|
van de legesberekend op de wijze zoalsin onderdeel 2.3.1bepaald.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 8 a Wet Geluidhinder
|
|
2.8 a.1
|
Het tarief bedraagt voor het vaststellen van een hogere grenswaarde in het kader van de Wet Geluidhinder, voor zover dit voor het vaststellen van een bestemmingsplan, wijzigingsplan of uitwerkingsplan of het verlenen van een omgevingsvergunning waarbij artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast, nodig is
|
€ 3.246,00
|
|
|
|
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
|
|
2.10.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
€ 42,00
|
2.10.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende bouw-, sloop- aanlegvergunning
|
€ 35,00
|
HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2
Paragraaf 3.1 Horeca
Artikel 3.1 Uitoefenen horecabedrijf en slijtersbedrijf
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
a. een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet
|
€ 1.088,00
|
b. tot het verkrijgen van een drank- en horecavergunning voor onbepaalde tijd, nadat een vergunning voor bepaalde tijd verleendis
|
€ 543,00
|
|
|
Artikel 3.2 Wijziging van het aanhangsel leidinggevende(n) bij de drank- en horecavergunning en / of exploitatievergunning
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
a. een aanvraag tot wijziging van het aanhangsel leidinggevende(n) bij de drank- en horecavergunning zoals bedoeld in artikel 30a van de Alcoholwet en/of exploitatievergunning voor een openbare inrichting zoals bedoeld in artikel 2:28 lid 1 van de APV
|
€ 343,00
|
|
|
Artikel 3.3 Ontheffing artikel 35 alcoholwet
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
a. een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet
|
€ 115,00
|
Artikel 3.4 Ontheffing sluitingsuur
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot ontheffing als bedoeld in artikel 2:29 lid 3 APV:
|
|
a. (incidentele) ontheffing van de sluitingstijd
|
€ 228,00
|
b. Ontheffing voor onbepaalde tijd, nadat een ontheffing voor een bepaalde tijd verleend is
|
€ 115,00
|
|
|
Artikel 3.5 Exploitatievergunning
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2.28 APV voor een openbare inrichting, met uitzondering van een coffeeshop:
|
|
a. Een exploitatievergunning
|
€ 1.088,00
|
b. Exploitatievergunning voor onbepaalde tijd, nadat een vergunning voor een bepaalde tijd verleend is
|
€ 543,00
|
c. Indien dezeaanvraag tegelijk met een aanvraag als bedoeld in artikel 3.1a of b wordt ingediend, worden voor de aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning 50% van de leges in rekening gebracht
|
|
|
|
Artikel 3.6 Wijziging exploitatievergunning artikel2.28.1 APV mbt lokaliteit
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de exploitatievergunning voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 lid 1 van de APV met betrekking tot de lokaliteit van dit bedrijf:
|
€ 115,00
|
|
|
Artikel 3.7
Melding als bedoeld in artikel 30 Alcoholwet betreffende slijtersbedrijf
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet, voor zover dit betreft een slijtersbedrijf als in artikel1 van de Alcohol wet:
|
€ 115,00
|
|
|
Artikel 3.8 Geen restitutie bij tijdelijk geengebruikmaking van vergunning
|
|
Indien een vergunning of ontheffing, al dan niet tijdelijk, wordt ingetrokken of van een vergunning of ontheffing gedurende kortere of langere tijd geen gebruik wordt gemaakt, bestaat geen rechtop gehele of gedeeltelijke restitutie van leges
|
|
|
|
Artikel 3.9 Terrasvergunning
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen dan wel wijzigen van een vergunning voor de exploitatie en inrichting van een terras als bedoeld in artikel 2:28a van de APV voor:
|
|
a. Een terrasvergunning
|
€ 543,00
|
b. een terrasvergunning voor een onbepaalde tijd, nadat een vergunning voor bepaalde tijd is verleend
|
€ 115
|
c. een terrasvergunning voor tijdelijke uitbreiding van een bestaand terras dan wel incidenteel terras, bijvoorbeeld vanwege een evenement
|
€ 115,00
|
d. voor het wijzigen van een terrasvergunning, anders dan in 3.9 b of c
|
€ 115,00
|
|
|
Artikel 3.10Verkrijgen of verlengen gedoogverklaring coffeeshop
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
a. Een aanvraag tot het verkrijgen of verlengen van een gedoogverklaring voor het vestigen van een coffeeshop
|
€ 916,00
|
b. een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning voor een coffeeshop als bedoeld in artikel 2:28 lid 1 van deAPV
|
€ 1.511,00
|
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Artikel 3.11 Vergunning seksbedrijf
|
|
Het tarief bedraagt voorhet in behandeling nemen van eenaanvraag:
|
|
a. tot het verlenen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening voor een seksbedrijf
|
€ 2.799,00
|
b. wijziging aanhangsel beheerder bij de vergunning zoals bedoeld in artikel 3:4 van de APV
|
€ 343,00
|
c. geschiktheidsverklaring zoals bedoeld in artikel 3:3 nadere regels van de APV per werkruimte (kamer)
|
€ 299,00
|
d. Indien de geschiktheidsverklaring wordt geweigerd, dan wel in het kader van een bezwaar of beroepsprocedure wordt ingetrokken of vernietigd zonder dat deze daarbij door een nieuwe verklaring wordt vervangen, bestaat aanspraak op 50% van de geheven leges
|
|
e. Indien besloten wordt om de aanvraag door ontoereikende gegevens niet in behandeling te nemen zijn geen leges verschuldigd.
|
|
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
Artikel 3.12 Ontheffing winkeltijden
|
|
Het tarief bedraagt voorhet in behandeling nemen van eenaanvraag:
|
|
a. tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet
|
€ 44,50
|
b. tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 3.6 a bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander
|
€ 37,00
|
c. tot hetintrekken of wijzigen van een in onderdeel 3.6 a bedoelde ontheffing
|
€ 37,00
|
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt
Artikel 3.13 Organiseren evenement
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement op/aan de weg of op een voor publiek toegankelijke plaats als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening:
|
|
a. voor het houden of organiseren van een A-evenement
|
€ 202,00
|
b. voor het houden of organiseren van een B-evenement
|
€ 503,00
|
c. voor het houden of organiseren van een C evenement
|
€ 1.261,00
|
|
|
Artikel 3.14 Ontheffing geluidshinder
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van het verbod om geluidhinder te veroorzaken als bedoeld in artikel 6.1.3 van de Verordening fysieke leefomgeving
|
€ 38,00
|
|
|
Artikel 3.15 Exploiteren speelgelegenheid
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 lid 2 van de APV
|
€ 144,00
|
|
|
Artikel 3.16 Openbare inzameling geld of goederen
|
|
Het tarief bedraagt voorhet in behandeling nemen van eenaanvraag voor eenopenbare inzameling van geld of goederen of daartoe een intekenlijst aan te bieden als bedoeld in artikel 5:13 lid 1 van de APV
|
€ 38,00
|
|
|
Artikel 3.17 Aanleggen van een vuur in de open lucht
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het aanleggen van vuurin de openlucht als bedoeld in artikel 5:24lid 3 vande APV
|
€ 38,00
|
|
|
Artikel 3.18 In het openbaar optreden als Sinterklaas
|
|
Het tarief bedraagt voorhet in behandeling nemen van eenaanvraag
|
€ 38,00
|
Paragraaf 3.5 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt
Artikel 3.19 Standplaats 2.2.2 en 2.1.2 Verordening fysieke leefomgeving
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het in de uitoefening van handel innemen van een standplaats of anderszins te koop aanbieden van goederen aan publiek als bedoeld in artikel 2.1.1 en 2.1.2 van de Verordening fysieke leefomgeving
|
€ 45,00
|
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014
Artikel 3.20 Huisvestingswet
|
|
Het tarief bedraagt voorhet in behandeling nemen van eenaanvraag:
|
|
a. tot het verlenen van een omzettingsvergunning van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 2.1 van de Huisvestigingsverordening Deventer 2019
|
€ 1.330,00
|
b. overschrijving omzettingsvergunning
|
€ 61,00
|
c. wijzigen van het aantal kamers genoemd in de voorwaarden bij de omzettingsvergunning, als bedoeld in artikel 1.1, lid h, van de Huisvestingsverordening Deventer 2019
|
€ 115,00
|
d. Indien een aanvraag om een omzettingsvergunning wordt geweigerd of in het kader van een bezwaarprocedure wordt ingetrokken, wordt een restitutie verleend van 50% van het verschuldigde bedrag
|
|
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Artikel 3.21 In dit hoofdstuk nietbenoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking
|
€ 38,00
|
Behorende bij raadsbesluit van
De griffier van de gemeente Deventer, 9 november 2022
A. Kerver