Beleidsregels aanvragen en verdelen ligplaatsen passagiersvaartuigen

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op titel 4:3 van de Algemene wet bestuursrecht en het Uitvoeringsplan ligplaatsen passagiersvaartuigen,

 

besluit de volgende beleidsregels vast te stellen:

 

Beleidsregels aanvragen en verdelen ligplaatsen passagiersvaartuigen

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels worden de begripsomschrijvingen uit de Verordening op het binnenwater 2010 en de Regeling op het binnenwater 2020 gebruikt. Voor het overige wordt verstaan onder:

 

  • a.

    exploitatievergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 2.4.1, eerste lid, van de verordening;

  • b.

    korte ligplaats: ligplaats voor een passagiersvaartuig met een lengte over alles van minder dan 10 meter;

  • c.

    lange ligplaats: ligplaats voor een passagiersvaartuig met een lengte over alles van 16 meter en meer;

  • d.

    ligplaats: een vaste plaats in het binnenwater bestemd voor het afmeren van een passagiersvaartuig;

  • e.

    ligplaatsvergunning: ligplaatsvergunning voor een passagiersvaartuig in het binnenwater als bedoeld in artikel 2.3.6, eerste lid, van de verordening;

  • f.

    middellange ligplaats: ligplaats voor een passagiersvaartuig met een lengte over alles van 10 tot 16 meter;

  • g.

    verordening: Verordening op het binnenwater 2010.

Hoofdstuk 2 Aanvraagprocedure

Artikel 2.1 Periode

  • 1.

    Een onderneming komt in aanmerking voor een ligplaatsvergunning, indien daarvoor een aanvraag is ontvangen binnen een door het college aangegeven periode, tenzij sprake is van een aanvraag als gevolg van een wijziging van de exploitatievergunning van het passagiersvaartuig als bedoeld in artikel 7.1.

  • 2.

    Een aanvraag die is ingediend buiten de door het college aangegeven periode wordt afgewezen, tenzij sprake is van een aanvraag als gevolg van een wijziging van de exploitatievergunning van het passagiersvaartuig als bedoeld in artikel 7.1.

  • 3.

    Een aanvraag die is ingediend voor een passagiersvaartuig waarvoor reeds een ligplaatsvergunning is verleend met een looptijd tot na de ingangsdatum van de aangevraagde ligplaatsvergunning wordt afgewezen.

  • 4.

    Een aanvraag die is ingediend voor een passagiersvaartuig waarvoor reeds een aanvraag is ingediend wordt afgewezen.

  • 5.

    De in het eerste lid genoemde periode wordt gepubliceerd op de website vaarvergunningen.amsterdam.nl van de gemeente Amsterdam.

Artikel 2.2 Documenten

  • 1.

    De aanvraag als bedoeld in artikel 2.1 gaat in ieder geval vergezeld van:

    • a.

      een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel dat niet langer dan drie maanden voor indiening van de aanvraag is verstrekt en waarvan de aanvrager verklaart dat de gegevens actueel zijn;

    • b.

      in voorkomend geval, een bewijs dat degene die de aanvraag indient bevoegd is de onderneming te vertegenwoordigen.

  • 2.

    De aanvraag gaat tevens vergezeld van:

    • a.

      het kenmerk van de exploitatievergunning van het passagiersvaartuig waarvoor een ligplaatsvergunning wordt aangevraagd;

    • b.

      een verklaring dat voor het onder a genoemde passagiersvaartuig geen ligplaatsvergunning is verleend met een looptijd tot na de ingangsdatum van de aangevraagde vergunning;

    • c.

      een verklaring dat voor het onder a genoemde passagiersvaartuig geen ligplaatsvergunning kan worden verleend op een exclusieve afmeerplaats;

    • d.

      een verklaring waarin de aanvrager aangeeft dat de in het kader van de aanvraag verstrekte gegevens en documenten volledig en juist zijn.

  • 3.

    De aanvrager geeft in de aanvraag in ieder geval aan:

    • a.

      de naam en afmetingen van het passagiersvaartuig waarvoor een ligplaatsvergunning wordt aangevraagd;

    • b.

      in voorkomend geval, de volgorde van voorkeur voor een bepaalde ligplaats per passagiersvaartuig aan de hand van de lijst met te verdelen ligplaatsen als bedoeld in artikel 4.1 en per categorie als bedoeld in artikel 4.2.

  • 4.

    Een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, waarbij toestemming van een derde is vereist voor het bereiken van een ligplaats, gaat vergezeld van een verklaring dat de derde daarvoor toestemming heeft verleend.

  • 5.

    Een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1 wordt ingediend door een onderneming in de zin van de Handelsregisterwet 2007.

Artikel 2.3 Indieningswijze aanvraag

  • 1.

    Voor het indienen van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1 wordt gebruik gemaakt van een module op de website van de gemeente Amsterdam of van een formulier dat op aanvraag beschikbaar is.

  • 2.

    Een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1 wordt ingediend via de module op de website van de gemeente Amsterdam of door verzending van het formulier.

  • 3.

    Een aanvraag voor een ligplaatsvergunning als gevolg van een wijziging van de exploitatievergunning van het passagiersvaartuig als bedoeld in artikel 7.1 wordt ingediend via de website van de gemeente Amsterdam.

Artikel 2.4 Niet in behandeling

Indien een aanvraag niet voldoet aan de in dit hoofdstuk genoemde voorwaarden wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

Hoofdstuk 3 Behoud van ligplaatsen

Artikel 3.1 Aanvraag

  • 1.

    Een onderneming aan wie een ligplaatsvergunning is verleend die binnen een periode van twee jaar verloopt kan een aanvraag voor een ligplaatsvergunning indienen voor dezelfde ligplaats, indien:

    • a.

      voor hetzelfde passagiersvaartuig opnieuw een exploitatievergunning is verleend;

    • b.

      voor hetzelfde passagiersvaartuig de exploitatievergunning is geruild voor een exploitatievergunning met een langere looptijd of een aanvraag hiertoe is ingediend;

    • c.

      deze ligplaats wordt ingenomen door een ander, passend passagiersvaartuig van de onderneming aan wie de ligplaatsvergunning is verleend en waarvoor nog geen ligplaatsvergunning is verleend.

  • 2.

    Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt ingediend binnen de door het college aangegeven periode als bedoeld in artikel 2.1.

Hoofdstuk 4 Vaststelling van het aantal te verdelen ligplaatsen

Artikel 4.1 Lijst

  • 1.

    Het college stelt een lijst met te verdelen ligplaatsen vast op een door het college te bepalen peildatum.

  • 2.

    Het college publiceert de lijst met te verdelen ligplaatsen, als bedoeld in het eerste lid, op de website vaarvergunningen.amsterdam.nl van de gemeente Amsterdam.

Artikel 4.2 Categorieën

Bij de vaststelling van de lijst met te verdelen ligplaatsen, als bedoeld in artikel 4.1, eerste lid, maakt het college onderscheid tussen lange ligplaatsen, middellange ligplaatsen en korte ligplaatsen.

Hoofdstuk 5 Loting en verdeling van ligplaatsen

Artikel 5.1 Aanvraag

  • 1.

    Een onderneming kan een aanvraag voor een ligplaatsvergunning indienen aan de hand van de lijst met te verdelen ligplaatsen, als bedoeld in artikel 4.1.

  • 2.

    Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt ingediend binnen de door het college aangegeven periode als bedoeld in artikel 2.1.

Artikel 5.2 Loting

Het college rangschikt de in artikel 5.1 genoemde aanvragen voor een ligplaatsvergunning door middel van een aselecte loting.

Artikel 5.3 Behandeling van de aanvragen

Het college behandelt de in artikel 5.1 genoemde aanvragen voor een ligplaatsvergunning op volgorde van de in artikel 5.2 genoemde rangschikking, te beginnen bij de hoogst gerangschikte aanvraag.

Artikel 5.4 Verdeling van de ligplaatsen

  • 1.

    Bij het verdelen van de in artikel 5.1 genoemde aanvragen voor een ligplaatsvergunning hanteert het college de volgende procedure, met inachtneming van de door de aanvrager aangegeven volgorde van voorkeur voor een bepaalde ligplaats per passagiersvaartuig aan de hand van de lijst met te verdelen ligplaatsen als bedoeld in artikel 4.1 en per categorie als bedoeld in artikel 4.2:

    • a.

      eerst worden de aanvragen voor passagiersvaartuigen met een lengte over alles van 16 meter en meer in behandeling genomen, door toewijzing van de hoogst gerangschikte aanvraag voor een lange ligplaats, totdat alle aanvragen voor deze passagiersvaartuigen zijn behandeld, dan wel totdat er geen lange ligplaatsen meer te verdelen zijn;

    • b.

      daarna worden de aanvragen voor passagiersvaartuigen met een lengte over alles van 10 tot 16 meter in behandeling genomen, door toewijzing van de hoogst gerangschikte aanvraag voor een middellange ligplaats, totdat alle aanvragen voor deze passagiersvaartuigen zijn behandeld, dan wel totdat er geen middellange ligplaatsen meer te verdelen zijn;

    • c.

      als laatste worden de aanvragen voor passagiersvaartuigen met een lengte over alles van minder dan 10 meter in behandeling genomen, door toewijzing van de hoogst gerangschikte aanvraag voor een korte ligplaats, totdat alle aanvragen voor deze passagiersvaartuigen zijn behandeld, dan wel totdat er geen korte ligplaatsen meer te verdelen zijn.

  • 2.

    Indien na de toewijzing van lange, dan wel middellange ligplaatsen, zoals bedoeld in het eerste lid, blijkt dat een of meerdere lange of middellange ligplaatsen niet zijn toegewezen, kan het college deze ligplaatsen verdelen onder passagiersvaartuigen met een afwijkende lengte, door toewijzing aan de hoogst gerangschikte aanvraag.

Artikel 5.5 Afwijzing

Indien een aanvraag op grond van de in artikel 5.2 genoemde rangschikking niet in aanmerking komt voor een ligplaatsvergunning wordt de aanvraag afgewezen.

Hoofdstuk 6 Verlening en overzicht

Artikel 6.1 Verlenen van ligplaatsvergunningen

  • 1.

    Indien een aanvraag wordt toegewezen op grond van artikel 3.1, eerste lid, dan wel 5.4, eerste lid, verleent het college een ligplaatsvergunning met een einddatum die aansluit bij de einddatum van de exploitatievergunning van het passagiersvaartuig.

  • 2.

    Indien een aanvraag wordt toegewezen op grond van artikel 5.4, tweede lid, kan het college besluiten tot het verlenen van een ligplaatsvergunning met een einddatum die afwijkt van de einddatum van de exploitatievergunning van het passagiersvaartuig.

Artikel 6.2 Overzicht

Het college publiceert een overzicht van de verleende vergunningen op de website vaarvergunningen.amsterdam.nl van de gemeente Amsterdam.

Hoofdstuk 7 Aanvraag als gevolg van een wijziging van de exploitatievergunning

Artikel 7.1 Aanvraag

  • 1.

    Een onderneming kan te allen tijde een aanvraag voor een ligplaatsvergunning indienen als gevolg van een wijziging van de exploitatievergunning van het passagiersvaartuig.

  • 2.

    Indien een aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt toegewezen, verleent het college een ligplaatsvergunning met een einddatum die aansluit bij de einddatum van de exploitatievergunning van het passagiersvaartuig.

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

Artikel 8.1 Uitzonderingen

Deze beleidsregels zijn niet van toepassing op:

  • a.

    een aanvraag voor een ligplaatsvergunning voor onbemande passagiersvaartuigen;

  • b.

    een aanvraag voor een ligplaatsvergunning voor een passagiersvaartuig op een exclusieve afmeerplaats, waarvoor een huurovereenkomst met de gemeente is gesloten;

  • c.

    een aanvraag voor een ligplaatsvergunning voor een passagiersvaartuig in een jachthaven.

Artikel 8.2 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

Artikel 8.3 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels aanvragen en verdelen ligplaatsen passagiersvaartuigen.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 22 november 2022.

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting

 

Deze beleidsregels zijn van toepassing op het aanvragen en verdelen van ligplaatsen voor passagiersvaartuigen in het binnenwater. Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie categorieën: lange ligplaatsen, bestemd voor passagiersvaartuigen met een lengte over alles van 16 meter en meer, middellange ligplaatsen, bestemd voor passagiersvaartuigen met een lengte over alles van 10 tot 16 meter en korte ligplaatsen, bestemd voor passagiersvaartuigen met een lengte over alles van minder dan 10 meter.

 

Aanvraag

Op grond van hoofdstuk 2 komt een onderneming in aanmerking voor een ligplaatsvergunning als daarvoor een aanvraag wordt ingediend binnen een door het college aangegeven periode. Deze periode wordt aangekondigd door middel van een publicatie op de website vaarvergunningen.amsterdam.nl van de gemeente Amsterdam. De gemeente hanteert verschillende aanvraagperiodes; een aparte periode voor het behoud van ligplaatsen en een aparte periode voor het verdelen van ligplaatsen. In afwijking daarvan kan altijd een aanvraag voor een ligplaatsvergunning worden ingediend als gevolg van een wijziging van de exploitatievergunning van het passagiersvaartuig.

 

Een aanvraag die wordt ingediend buiten de door het college aangekondigde periode wordt afgewezen, tenzij sprake is van een aanvraag tot wijziging als bedoeld in artikel 7.1 of van een van de in artikel 8.1 genoemde uitzonderingen. Een aanvraag die wordt ingediend voor een passagiersvaartuig waarvoor reeds een ligplaatsvergunning is verleend met een looptijd tot na de ingangsdatum van de aangevraagde ligplaatsvergunning wordt eveneens afgewezen. Hetzelfde geldt voor een aanvraag die is ingediend voor een passagiersvaartuig waarvoor reeds een aanvraag is ingediend.

 

De aanvraag gaat in ieder geval vergezeld van een aantal documenten, zoals een recent bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel van de onderneming die de aanvraag indient en een bewijs dat degene die de aanvraag indient bevoegd is de onderneming te vertegenwoordigen.

 

Verder gaat de aanvraag vergezeld van het kenmerk van de exploitatievergunning van het passagiersvaartuig waarvoor de ligplaatsvergunning wordt aangevraagd. Daarnaast moet degene die een aanvraag indient verklaren dat voor dit passagiersvaartuig geen ligplaatsvergunning is verleend met een looptijd tot na de ingangsdatum van de aangevraagde vergunning en dat voor dit passagiersvaartuig geen ligplaatsvergunning kan worden verleend op een exclusieve afmeerplaats. Ook moet de aanvrager verklaren dat de in het kader van de aanvraag verstrekte gegevens en documenten volledig en juist zijn.

 

Tevens moet de aanvrager de naam en afmetingen (hoogte, breedte, lengte over alles en de diepgang) van het passagiersvaartuig waarvoor een ligplaatsvergunning wordt aangevraagd aangeven. Indien van toepassing geeft de aanvrager ook een volgorde van voorkeur aan voor een bepaalde ligplaats per passagiersvaartuig aan de hand van de door de gemeente gepubliceerde lijst met te verdelen ligplaatsen als bedoeld in artikel 4.1 en per categorie als bedoeld in artikel 4.2.

 

Een aanvraag voor een ligplaatsvergunning voor een passagiersvaartuig waarbij voor het bereiken van een ligplaats toestemming van een derde is vereist, moet vergezeld gaan van een document waaruit blijkt dat de derde daar toestemming voor heeft verleend. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een ligplaats die uitsluitend bereikbaar is via privéterrein, zoals een hotel. Als de eigenaar van het hotel geen schriftelijke toestemming heeft verleend, wordt een aanvraag voor deze ligplaatsvergunning niet in behandeling genomen. Op de lijst met te verdelen ligplaatsen als bedoeld in artikel 4.1 staat aangegeven om welke ligplaatsen het gaat.

 

Voor het indienen van een aanvraag voor een of meer ligplaatsen kan gebruik worden gemaakt van de module op de website van de gemeente Amsterdam of van een formulier dat op aanvraag beschikbaar is. Aanvragers worden expliciet verzocht gebruik te maken van de module op de website van de gemeente Amsterdam. Een aanvraag voor een ligplaatsvergunning als gevolg van een wijziging van de exploitatievergunning van het passagiersvaartuig wordt ingediend via de website van de gemeente Amsterdam.

 

Indien een aanvraag niet voldoet aan een of meer van de in hoofdstuk 2 genoemde voorwaarden wordt de aanvraag afgewezen.

 

Behoud van ligplaatsen

Een onderneming aan wie een ligplaatsvergunning is verleend die binnen een periode van twee jaar verloopt kan binnen de door het college aangegeven periode een aanvraag voor een ligplaatsvergunning indienen voor dezelfde ligplaats, als sprake is van een van de volgende gevallen. Voor hetzelfde passagiersvaartuig is opnieuw een exploitatievergunning verleend. Voor hetzelfde passagiersvaartuig is de exploitatievergunning geruild voor een exploitatievergunning met een langere looptijd of is een aanvraag daartoe ingediend. Dezelfde ligplaats wordt ingenomen door een ander, passend passagiersvaartuig van de onderneming aan wie de ligplaatsvergunning is verleend en waarvoor nog geen ligplaatsvergunning is verleend.

 

Als een aanvraag op grond hiervan wordt toegewezen, gaat het college over tot het verlenen van een ligplaatsvergunning met een einddatum die aansluit bij de einddatum van de exploitatievergunning van het passagiersvaartuig.

 

Vanuit het oogpunt van efficiëntie maakt het college het mogelijk dat ondernemingen hun huidige ligplaats kunnen behouden, mits zij voldoen aan de hierboven genoemde voorwaarden. Het verplicht moeten verhuizen zodra een ligplaatsvergunning afloopt, heeft impact op de bedrijfsvoering en weegt volgens het college niet op tegen de belangen van overige gegadigden om ook aanspraak te kunnen maken op deze ligplaats. Het college acht dit niet proportioneel en beschouwt dit als ondoelmatig en als onnodig bezwarend voor ondernemingen. Er worden immers ligplaatsen verdeeld onder alle aanvragers en er zijn ook ligplaatsen beschikbaar in jachthavens. Op deze manier maakt iedereen voldoende kans op een ligplaats.

 

Aantal te verdelen ligplaatsen

Het college stelt een lijst met te verdelen ligplaatsen vast op een door het college te bepalen peildatum. De situatie zoals die bestaat op deze peildatum is leidend voor het vaststellen van die lijst. Om de situatie niet onnodig te compliceren neemt het college aanvragen voor een ligplaatsvergunning als gevolg van een wijziging van de exploitatievergunning van het passagiersvaartuig die na deze peildatum worden ingediend, tijdelijk niet in behandeling. Indien voorafgaand aan deze peildatum een ligplaats is vrijgevallen, neemt het college deze ligplaats mee in de lijst met te verdelen ligplaatsen.

 

Vervolgens publiceert het college de lijst met te verdelen ligplaatsen op de website vaarvergunningen.amsterdam.nl van de gemeente Amsterdam. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen lange ligplaatsen, middellange ligplaatsen en korte ligplaatsen.

 

Loting en verdeling van ligplaatsen

Een onderneming kan binnen de door het college aangegeven periode een aanvraag voor een ligplaatsvergunning indienen aan de hand van de lijst met te verdelen ligplaatsen. Het college rangschikt deze aanvragen door middel van een aselecte loting en neemt de aanvragen in behandeling op volgorde van rangschikking, te beginnen bij de hoogst gerangschikte aanvraag.

Bij het verdelen van deze aanvragen houdt het college rekening met de door de aanvrager aangegeven volgorde van voorkeur voor bepaalde ligplaatsen per passagiersvaartuig en de bijbehorende categorie. Daarbij hanteert het college de volgende procedure.

 

Eerst worden de aanvragen voor passagiersvaartuigen met een lengte over alles van 16 meter en meer in behandeling genomen, door toewijzing van de hoogst gerangschikte aanvraag voor een lange ligplaats, totdat alle aanvragen voor deze passagiersvaartuigen zijn behandeld, dan wel totdat er geen lange ligplaatsen meer te verdelen zijn.

 

Vervolgens worden de aanvragen voor passagiersvaartuigen met een lengte over alles van 10 tot 16 meter in behandeling genomen, door toewijzing van de hoogst gerangschikte aanvraag voor een middellange ligplaats, totdat alle aanvragen voor deze passagiersvaartuigen zijn behandeld, dan wel totdat er geen middellange ligplaatsen meer te verdelen zijn.

 

Tenslotte worden de aanvragen voor passagiersvaartuigen met een lengte over alles van minder dan 10 meter in behandeling genomen, door toewijzing van de hoogst gerangschikte aanvraag voor een korte ligplaats, totdat alle aanvragen voor deze passagiersvaartuigen zijn behandeld, dan wel totdat er geen korte ligplaatsen meer te verdelen zijn.

 

Als blijkt dat na de toewijzing van lange, dan wel middellange ligplaatsen, nog ligplaatsen uit deze categorieën niet zijn toegewezen, kan het college de overgebleven lange of middellange ligplaatsen verdelen onder passagiersvaartuigen met een afwijkende lengte, door deze ligplaats toe te wijzen aan de hoogst gerangschikte aanvraag. Hierdoor kan bijvoorbeeld een passagiersvaartuig korter dan 10 meter een ligplaatsvergunning toegewezen krijgen voor een middellange of een lange ligplaats. Op die manier worden de beschikbare ligplaatsen optimaal benut.

 

Als een aanvraag op grond van de rangschikking niet in aanmerking komt voor een ligplaatsvergunning, dan wordt deze aanvraag afgewezen.

 

Vergunningen

Als een aanvraag wordt toegewezen voor een passagiersvaartuig met een passende lengte, gaat het college over tot het verlenen van een ligplaatsvergunning met een einddatum die aansluit bij de einddatum van de exploitatievergunning van het passagiersvaartuig.

 

Als een aanvraag voor een ligplaatsvergunning wordt toegewezen voor een passagiersvaartuig met een afwijkende lengte, kan het college besluiten tot het verlenen van een ligplaatsvergunning met een einddatum die afwijkt van de exploitatievergunning van het passagiersvaartuig.

Zodoende kan deze ligplaats, die eigenlijk was bestemd voor een andere categorie, opnieuw worden verdeeld bij een nieuwe verdeelronde. Dit kan nadelig zijn voor sommige ondernemers, maar daarbij gaat het college ervan uit dat een tijdelijke ligplaatsvergunning beter is dan helemaal geen ligplaatsvergunning of de situatie dat een ligplaats (tijdelijk) onbenut blijft. Uiteraard kunnen deze ondernemers bij een nieuwe aanvraagronde opnieuw een aanvraag indienen voor een ligplaats voor het passagiersvaartuig waarvoor een tijdelijke ligplaatsvergunning is verleend.

 

Het college publiceert een overzicht van alle verleende vergunningen op de website vaarvergunningen.amsterdam.nl van de gemeente Amsterdam.

 

Aanvraag als gevolg van een wijziging van de exploitatievergunning

Een onderneming kan altijd een aanvraag voor een ligplaatsvergunning indienen als gevolg van een wijziging van de exploitatievergunning van het passagiersvaartuig. Hiervan is bijvoorbeeld sprake bij een wijziging van het passagiersvaartuig, een wijziging van de eigenaar van het passagiersvaartuig of een wijziging van de exploitatievergunning van het passagiersvaartuig. Als deze aanvraag wordt toegewezen, gaat het college over tot het verlenen van een ligplaatsvergunning met een einddatum die aansluit bij de einddatum van de exploitatievergunning van het passagiersvaartuig.

 

Afwijkende aanvraagprocedure

Deze beleidsregels zijn niet van toepassing op een aanvraag voor een ligplaatsvergunning voor onbemande passagiersvaartuigen. Ook zijn deze beleidsregels niet van toepassing op een aanvraag voor een ligplaatsvergunning voor een passagiersvaartuig op een exclusieve afmeerplaats, waarvoor een huurovereenkomst met de gemeente is gesloten. Voor (een deel van) deze passagiersvaartuigen kan namelijk tijdens het sluiten van een huurovereenkomst met de gemeente een ligplaatsvergunning worden aangevraagd op die exclusieve afmeerplaats. Tenslotte zijn deze beleidsregels niet van toepassing op een aanvraag voor een ligplaatsvergunning voor een passagiersvaartuig in een jachthaven.

Naar boven