Gemeenteblad van Woudenberg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Woudenberg | Gemeenteblad 2022, 526913 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Woudenberg | Gemeenteblad 2022, 526913 | beleidsregel |
Beleidsregel normenkader Hulp bij het Huishouden gemeente Woudenberg
Burgemeester en wethouders van Woudenberg;
gelet op artikelen 10 en 14 van de Verordening Sociaal Domein gemeente Woudenberg 2022;
gelet op artikel 15 van de Nadere regels Sociaal Domein gemeente Woudenberg 2022;
overwegende dat de Centrale Raad van Beroep in meerdere uitspraken in 2016 en 2018 heeft bepaald dat een normenkader op objectieve criteria, steunend op deugdelijk onderzoek verricht door onafhankelijke, geen belang bij de uitkomst hebbende, derden dient te berusten;
overwegende dat door bureau HHM in 2019 een “normenkader huishoudelijke ondersteuning” is gepubliceerd, dat toepasbaar is voor alle gemeenten die de beschreven beleidsuitgangspunten hanteren;
overwegende dat het gewenst is een beleidsregel vast te stellen ter uitvoering van de indicatiestelling Hulp bij het Huishouden;
besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:
Beleidsregel normenkader Hulp bij het Huishouden gemeente Woudenberg
1 Toelichting normenkader als bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3
Dit gaat om uitvoering van huishoudelijke werkzaamheden waarbij de inwoner zelf, of met behulp van het sociaal netwerk, de regie voert. De inwoner kan zelf (of met behulp van het sociaal netwerk) aangeven wat er moet gebeuren. Taken die onder deze vorm van huishoudelijke hulp vallen zijn (voor zover nodig) afnemen nat en droog, stofzuigen en dweilen, gordijnen en binnenzijde ramen wassen, bed verschonen, keuken en sanitair schoonmaken, opruimen.
Dit is de tijd die de hulpen per bezoek besteden aan aankomst en vertrek, administratie bij de cliënt, sociale interactie met de cliënt en het pakken en opruimen van schoonmaakspullen. Deze tijd maakt standaard onderdeel uit van de integrale normtijd bij het onderdeel schoon en leefbaar houden van het huis. Bij indirecte tijd gaat het om de tijd dat de hulp in de woning van de cliënt aanwezig is, het gaat dus niet om reistijd of niet-cliëntgebonden tijd.
In het normenkader, opgenomen in de hoofdstukken 2 en 3, wordt per onderdeel de frequentie en/of de benodigde tijd genoemd die/dat toegekend kan worden. In hoofdstuk 2 wordt dit weergegeven voor de basisactiviteiten en in hoofdstuk 3 voor de aanvullende activiteiten. Het gaat hierbij nadrukkelijk om een richtlijn, met als doel om uniformiteit na te streven. Iedere individuele situatie wordt separaat onderzocht en als die situatie erom vraagt dan wordt van onderstaande richtlijn afgeweken. Het college kan afwijken met zowel op- als neerwaartse bijstellingen. Dit kan alleen als gemotiveerd aangegeven wordt waarom de verhoging of verlaging noodzakelijk is. Voor alles geldt dat als maatwerk vraagt om hiervan af te wijken, dit voorgaat op de richtlijn.
Het normenkader is van toepassing op een gemiddeld huishouden. Door uit te gaan van een gemiddelde situatie krijgen de normtijden een algemeen karakter en wordt voorkomen dat op alle mogelijk denkbare uitzonderingen apart beleid moet worden ontwikkeld. Onder een gemiddelde situatie wordt verstaan:
Een aantal factoren kan maken dat een situatie niet gemiddeld is, maar dat een andere inzet nodig is door een andere frequentie van activiteiten of een andere tijdbesteding. Het gaat dan om de onderstaande factoren.
Hier wordt gekeken naar de fysieke mogelijkheden van de cliënt om bij te dragen aan de uit te voeren activiteiten. Wanneer deze zeer beperkt zijn, kan meer inzet nodig zijn dan in de norm is opgenomen. Dit hangt af van het kunnen bewegen, lopen, bukken en omhoog reiken, het vol kunnen houden van activiteiten, het kunnen overzien wat moet gebeuren en daadwerkelijk tot actie kunnen komen. Ook speelt hier de trainbaarheid en leerbaarheid van de cliënt mee.
• Beperkingen en belemmeringen van de cliënt.
Hier wordt gekeken naar de beperkingen en belemmeringen van de cliënt die gevolgen hebben voor de benodigde inzet. Naarmate een cliënt meer beperkingen en belemmering ervaart, kan meer inzet nodig zijn dan in de norm is opgenomen. Leidend is de hoeveelheid extra ondersteuning die nodig is; niet de problematiek als zodanig. Voorbeelden zijn Huntington, ALS, Parkinson, dementie, visuele beperking, revalidatie, bedlegerig, psychische aandoeningen, verslaving/alcoholisme e.d. Dit kan op twee manieren uitwerken:
• Ondersteuning vanuit mantelzorgers, netwerk en vrijwilligers.
Hier wordt gekeken naar of er ondersteuning wordt geboden vanuit mantelzorgers, het netwerk van de cliënt en eventuele vrijwilligers. Afhankelijk van de hoeveelheid ondersteuning die wordt geboden kan minder professionele inzet vanuit de gemeente noodzakelijk zijn omdat een deel activiteiten door niet-professionals wordt gedaan.
• Samenstelling van het huishouden.
Hier wordt gekeken naar het aantal personen en leeftijd van leden in het huishouden. Als sprake is van een huishouden van twee personen, is niet per se extra inzet nodig. Dit is bijvoorbeeld wel het geval als zij gescheiden slapen, waardoor een extra slaapkamer in gebruik is. Het kan ook betekenen dat er minder ondersteuning nodig is, omdat de partner een deel van de activiteiten uitvoert (gebruikelijke hulp). De aanwezigheid van een kind of kinderen kan leiden tot extra noodzaak van inzet van ondersteuning. Dit is mede afhankelijk van de leeftijd en leefstijl van de betreffende kinderen en van de bijdrage die het kind levert in de huishouding (leeftijdsafhankelijk). Als er kinderen zijn, zijn er vaak ook meer ruimtes in gebruik. Een kind kan eventueel ook een bijdrage leveren in de vorm van mantelzorg en daarmee de benodigde extra inzet beperken of opheffen. Bij een kind kan ook sprake zijn van bijzonderheden (ziekte of beperking) die maken dat extra inzet van ondersteuning nodig is.
Door de aanwezigheid van één of meer huisdieren in het huishouden, kan door meer vervuiling extra inzet nodig zijn dan in de norm is opgenomen. Dit staat los van de verzorging van huisdieren. Een huisdier vraagt niet altijd extra benodigde inzet (goudvis in een kom, een niet verharende hond, etc.). Een huisdier heeft vaak ook een functie ten aanzien van participatie en eenzaamheidsbestrijding. In voorkomende gevallen wordt 15 minuten extra toegekend, ongeacht het soort en aantal huisdieren. Het uitgangspunt is namelijk dat de gevolgen van huisdieren op de omvang van de schoonmaaktaak en het zoeken van oplossingen daarvoor in de eerste plaats tot de eigen verantwoordelijkheid van de aanvrager behoort.
Er kan extra inzet nodig zijn doordat er bijvoorbeeld extra veel beeldjes of fotolijstjes in de woonkamer staan of een groot aantal meubelstukken in de ruimte. Het gaat in dit geval om de extreme situaties, waarin de inrichting een aanzienlijke extra ondersteuning vergt. Zie hiervoor ook 5.6 ‘Inrichting woning’ over wat hierin van een cliënt verwacht wordt.
• Bewerkelijkheid van de woning.
Er kan extra inzet nodig door bouwkundige en externe factoren, bijvoorbeeld de ouderdom van het huis, de staat van onderhoud, de aard van de wand-of vloerafwerking, de aard van de deuren, schuine wanden, hoogte van de plafonds, tocht en stof, eventuele gangetjes en hoekjes.
Een grote woning kan, maar hoeft niet per se meer inzet te vragen. Een extra grote oppervlakte van de in gebruik zijnde ruimtes kan meer tijd vergen om bijvoorbeeld stof te zuigen, maar kan het stofzuigen ook makkelijker maken omdat je makkelijk overal omheen kunt werken. Een extra slaapkamer die daadwerkelijk in gebruik is als slaapkamer vergt wel extra tijd.
2.4 Frequentie structurele basisactiviteiten
Is maaltijdvoorzieningen als aanvullende activiteit geïndiceerd, waarbij afwassen een onderdeel is, dan wordt dit in mindering gebracht op de toekenning van de basisactiviteiten.
2.6 Normtijden (structurele en incidentele) basisactiviteiten
Het totaal kan afwijken door afronding van som der onderdelen. Worden er extra (slaap)kamers gebruikt, dan geldt daarvoor de normtijd zoals die voor een slaapkamer geldt (19,1 minuten per week). Voor niet-gebruikte kamers geldt dat de kamer wel regelmatig gelucht moet worden, maar dat de schoonmaakfrequentie lager is dan regulier en de normtijd neerkomt op 5 minuten per week (op advies van de GGD).
3 Normenkader aanvullende activiteiten
3.5 Dagelijkse organisatie van het huishouden
Het gaat hierbij om maximaal één keer per week. Voor de administratieve werkzaamheden wordt alleen een indicatie afgegeven als dit in combinatie is met andere huishoudelijke activiteiten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-526913.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.