Gemeenteblad van Deventer
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Deventer | Gemeenteblad 2022, 526099 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Deventer | Gemeenteblad 2022, 526099 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Uitvoeringsnota Verlenen van garanties en het verstrekken van geldleningen
1.1 Proces en verantwoordelijkheid
De wethouder Financiën heeft een specifieke systeemverantwoordelijkheid (de zorgplicht) voor de financiële functie. De wethouder Financiën heeft een coördinerende rol ten aanzien van de financiële functie. Daarnaast draagt de wethouder Financiën verantwoordelijkheid voor het financiële systeem (inrichting financiële processen, adequate applicaties) en heeft de wethouder een kaderstellende en controlerende rol ten aanzien van financiën. De wethouder Financiën kijkt mee op dossiers die haar/zijn aandacht verdienen vanuit haar/zijn systeemverantwoordelijkheid.
In dit lening- en garantiebeleid is de verantwoordelijkheid van de wethouder Financiën en de beleidsinhoudelijk verantwoordelijke wethouder expliciet vastgelegd.
Deze taakverdeling betekent ook dat de beleidsinhoudelijk betrokken wethouder de voordracht met het voorstel voor het verstrekken van een lening of garantie indient in het College, in afstemming met de wethouder Financiën.
De voordracht wordt eerst behandeld in het “raadstafel overleg” vervolgens volgt verdere behandeling in de Raad. Zoals hieronder ook beschreven stelt het resultaat verantwoordelijke programma de voordracht op met advies van team F&C / Team ASK.
Redenen waarom gekozen is voor de beschreven rol- en taakverdeling:
Het verzoek tot verstrekken van een lening of garantie komt in het algemeen binnen bij één van de RVP’s. Voordat tot het verstrekken van een lening of garantie wordt overgegaan, moet een aantal stappen worden doorlopen.
Deze stappen zijn onderstaand schematisch weergegeven. Het proces ziet er als volgt uit:
1. Primair verantwoordelijk bestuurlijk traject (aanvraag en besluitvorming); opsteller van de voordracht. |
1. Team F&C schrijft verplicht advies voor in de voordracht. |
1. B&W: besluit over verstrekken lening of garantie onder voorbehoud van wensen en bedenkingen van deRaad. |
2. Team F&C stelt rente en opslag en andere voorwaarden vast rekening houdend met beleid en regelgeving. |
||
3. Verzamelt benodigde informatie voor de aanvraag (businesscase, financiële cijfers, etc) |
3. B&W: Indien er wijzigingen plaatsvinden, naar aanleiding van wensen en bedenkingen van de Raad, neemt B&W definitief besluit.1 |
|
4. Vraagt (i.s.m. Team F&C) advies aan bij Team ASK Zaken voor o.a. staatsteuntoets |
4. Team F&C analyseert impact op het weerstandsvermogen en/of benodigde voorziening |
|
7. Vermeldt risico in de rekening en begroting en vormt voorziening; indien nodig of past al bestaande voorziening aan en legt risico vast in LIAS. |
||
8. Vult de relevante formats in respectievelijk verstrekt de informatie ten behoeve van de P&C-cyclus |
||
9. Team F&C neemt de lening op in de balans en licht risico van lening en garantie toe in de rekening en begroting samen met RVP. |
Uit bovenstaand overzicht komt duidelijk naar voren dat het initiatief en de trekkende rol voor aanvraag van de lening of garantie ligt bij het RVP. Dit komt omdat zij inzicht hebben in het publiek belang en waarom de lening nodig is.
Team F&C in samenwerking met Team ASK bekijkt of aan de (rand)voorwaarden is voldaan, geeft advies over de financiële structuur en zal de risico’s voor de gemeente, gegeven het publiek belang, zoveel mogelijk beperken.
Het RVP is verantwoordelijk voor het verzamelen van de benodigde informatie en het opstellen van de voordracht. Wel dient Team F&C vanaf het begin in het proces betrokken te worden. Hiermee kan al in een vroegtijdig stadium de risico-inschatting en de financieringsvraag op juiste wijze worden geadresseerd. Ook kan dan de verwachte doorlooptijd voor het indienen van de voordracht worden afgestemd. Het gehele besluitvormingsproces is relatief tijdrovend en neemt over het algemeen 3 tot 4 maanden in beslag.
Bij leningen aan derden is er in eerste instantie geen relatie met bestaande budgetten in de door de gemeenteraad goedgekeurde begroting waardoor de omvang van de lening of garantie zou worden begrensd. Maar het verstrekken van garanties en leningen heeft natuurlijk wel financiële gevolgen. Er wordt namelijk een verplichting aangegaan met een potentieel risico. Deze risico’s worden meegenomen bij het bepalen van de hoogte van het benodigde weerstandsvermogen van de gemeente Deventer.
Om College en Raad van de juiste informatie te voorzien, zodat zij een gedegen besluit kunnen nemen, dient in de voordracht, waarin de lening wordt aangevraagd, onder meer de volgende informatie aan de orde te komen2:
Financieringsbehoefte/ Garantiebehoefte
Wat is het benodigde bedrag3?
Zijn er waarborgfondsen voor deze sector?4 Wanneer er al waarborgfondsen bestaan ligt het niet voor de hand aanvullend een gemeentelijke lening of garantie te verstrekken. Dergelijke fondsen worden beschouwd als een ‘voorliggende voorziening’. De teams F&C en ASK moeten tijdig worden betrokken om haalbaarheid en compliance met wet en regelgeving, onder andere met betrekking tot staatssteun, te toetsen.
Wat is de classificatie voor kredietrisico?5
Als het voorstel door het RVP is uitgewerkt kan het, tezamen met de benodigde onderbouwende documentatie6, worden voorgelegd aan de Teams F&C en ASK voor advies. Op basis van dit voorstel geeft Team F&C advies.
Vervolgens stuurt het verantwoordelijke RVP, na de check van de directieraad, het voorstel verder naar het College en de Gemeenteraad. Het College besluit over het verstrekken van een lening of garantie, onder voorbehoud van wensen en bedenkingen van de Gemeenteraad. De Gemeenteraad mag wensen en bedenkingen uiten bij het besluit van het College. Het College kan het voorstel aanpassen als de bespreking in de gemeenteraad daar aanleiding toe geeft. De wensen en bedenkingen van de Raad zijn niet bindend voor het College.
Op basis van de uitgangspunten die geformuleerd zijn in de besluitvorming stelt Team F&C, in samenwerking met Team ASK, de documentatie op (leningovereenkomst en bijlagen). Door betrokkenheid van Team ASK wordt voorkomen dat contracten worden opgesteld die bij eventuele geschillen tot onnodige problemen leiden. Het betreffende RVP is verantwoordelijk voor aanlevering van de benodigde informatie om de documentatie op te kunnen stellen.
Onderhandelingen over de documentatie worden namens de gemeente gevoerd door het betreffende RVP, eventueel vindt ondersteuning plaats door de Teams F&C en ASK. Alvorens de finale versie van de documentatie wordt ondertekend legt team F&C deze, indien nodig, ter goedkeuring voor het College van B&W7.
2.4 Ondertekening en uitboeking van gelden
Op het verstrekken van garanties en geldleningen is de vigerende regeling tot verlening van bevoegdheden gemeente Deventer van toepassing. Het mandaat voor het aangaan van garanties en geldleningen loopt via de algemeen directeur, de teammanager naar de programmamanager (PM)8.
Team F&C zorgt voor rechtsgeldige ondertekening (conform het meest actuele mandaatsbesluit) namens de gemeente en de daadwerkelijke overboeking van het lening bedrag. Na ondertekening zal Team F&C de originele overeenkomst bewaren. Aan de betrokken RVP wordt een kopie gegeven.
Team DOWR-FA zorgt voor de administratieve vastlegging in het financieel administratiesysteem.
De volgende richtlijnen worden ingezet met betrekking tot uitvoering beleid leningverstrekking en garantieverlening:
Inherent aan het terughoudende beleid voor het verstrekken van leningen of garanties (‘nee, tenzij’) is het relatief hoge risicoprofiel van de verstrekte leningen. Dit vraagt om goed beheer. Goed beheer van leningen en garanties betekent niet dat er geen sprake is van risico’s. Wel worden risico’s zoveel mogelijk benoemd, beperkt en bewaakt.
Beheer van een lening begint bij de financiële- en risicoanalyse, die ten grondslag ligt aan het besluit tot verstrekking van de lening of garantie. In de leningsovereenkomst zijn afspraken vastgelegd over rente en aflossingen, maar ook over voorwaarden die inzicht kunnen geven over de ontwikkeling van risico’s (o.a. informatieplicht van jaarcijfers, tussentijdse cijfers) en voorwaarden die het risico van de lening beperken (o.a. zekerheden).
Voor een lening eindigt de beheerfase na volledige aflossing of afwikkeling van de lening en vrijgave of uitwinning van de zekerheden. Voor garanties eindigt de beheerfase na het verlopen van de geldigheidsduur en vrijwaring van alle verplichtingen onder de garantie door de begunstigde.
Het beheer van leningen en garanties kent een inhoudelijk en financieel karakter. Risicobeperking houdt niet op na de acceptatiefase. Ook een goed beheer is dus daarvoor een vereiste. Risico’s moeten permanent inzichtelijk en hanteerbaar zijn, zodat al in een vroeg stadium probleemgevallen kunnen worden gesignaleerd.
Inhoudelijk beheer9
Bij het inhoudelijk beheer gaat het om de gang van zaken bij de aanvrager zonder direct naar de cijfers te kijken. Aandacht bij dit beheer krijgen:
Het financieel beheer richt zich op de vraag of de continuïteit van de instellingen in de toekomst gewaarborgd is, zodat het risico van de leningverstrekking en/of garantstelling aanvaardbaar is. Hiervoor worden beoordeeld:
3.2 Rolverdeling en verantwoordelijkheden
Het beheer van leningen kent een getrapt beheer. Onderstaand zijn de voordelen geschetst van getrapt beheer en zijn de randvoorwaarden voor getrapt beheer in beeld gebracht.
De verantwoordelijkheid voor beheer ligt primair bij het RVP, maar er zijn duidelijke richtlijnen en afspraken met Teams F&C en ASK over afstemming van het kredietrisico, inhoudelijke ondersteuning (kennisdeling) en communicatie ten behoeve van informatievoorziening aan het College en de Raad. Zowel het RVP als de Teams F&C en ASK hebben specialistische kennis die nodig is voor goed beheer. Het RVP specifieke kennis over het programma en de “geldnemer / garantienemer”. Het RVP kan het publieke belang en bijvoorbeeld specifieke duurzaamheidsinvesteringen beter beoordelen in samenwerking met de Teams F&C en ASK.
2. vereist bereidheid tot delen van informatie (juist, tijdig en volledig. |
|
5. centraal overzicht faciliteert gedegen informatievoorziening |
|
Bij “getrapt beheer” is sprake van een toenemende betrokkenheid van Team F&C bij een toenemend risicoprofiel. Deze betrokkenheid kan zijn in de vorm van kennisdeling en advies, maar ook via bieden van ondersteuning bij gesprekken met de geldnemer of het daadwerkelijk overnemen van bepaalde taken.
Bij de Teams F&C en ASK wordt specialistische kennis opgebouwd en onderhouden. Samen met de specialistische kennis van het RVP over dat specifieke programma en over het publiek belang, wordt het beheer vorm gegeven.
Getrapt beheer: Wat zijn de rollen en verantwoordelijkheden?
Als het gaat over kredietbeheer, spreken we over twee vormen van beheer, te weten:
Schematisch zijn onderstaand zijn de rollen en verantwoordelijkheden voor de beheerfase vastgelegd.
Financieel economisch beheer is primair de verantwoordelijkheid van het RVP. Financieel economisch beheer omvat activiteiten die erop zijn gericht om tijdig ontwikkelingen te signaleren die het kredietrisico mogelijk wijzigen. Om dat goed te kunnen doen is het noodzakelijk om periodiek de
prestaties en ontwikkelingen van de geldnemer te volgen en te beoordelen, en in voorkomende gevallen tijdig maatregelen te treffen om de positie van de gemeente veilig te stellen.
De verantwoordelijkheid voor het financieel economische beheer ligt bij het RVP omdat daar het publieke belang wordt behartigd en omdat het financiële risico (het risico voor wanbetaling) ook daar ligt. Administratief beheer van de geldstromen door Team DOWR/FA.
Team F&C legt de lening administratief vast in het financieel administratiesysteem en controleert de periodieke ontvangst van rente en aflossing. Wanneer deze niet ontvangen worden, wordt dit onmiddellijk met de verantwoordelijke RVP gedeeld en worden in overleg stappen ondernomen.
Team F&C zorgt ook voor het opnemen van de leningen en garanties in de jaarrekening inclusief – eventueel - bijbehorende toelichting indien er sprake is van materiële risico’s met indicatie over het risicoprofiel op basis van de door de RVP aangeleverde informatie.
Kredietbeheer blijft maatwerk. Het minimumvereiste beheer is gekoppeld aan het risicoprofiel (kredietrisico) van de lening of garantie. Hierbij geldt logischerwijs dat de intensiteit van beheer voor een lening met een laag risicoprofiel lager zal zijn dan de intensiteit van een lening met een hoger risicoprofiel. We onderscheiden 3 niveaus van minimum vereist beheer. En voor het bepalen van de intensiteit van beheer hanteren we de volgende matrix.
De RVP’s zijn in eerste aanleg verantwoordelijk voor het opvragen van informatie die benodigd is voor adequaat beheer. Het beheer geldt voor alle leningen en garanties ongeacht de omvang.
Classificatie kredietrisico: Team F&C kent een kredietrisicomodel10 waarbij een aantal richtlijnen opgesteld zijn die kunnen ondersteunen bij het vaststellen van het risicoprofiel.
Dit is de minimale vorm van beheer. De kredietbeheerder (RVP) monitort twee keer per jaar iedere lening die onder zijn beheer valt. Op basis van de jaarcijfers en eventueel een gesprek met de geldnemer wordt het risicoprofiel (risico op wanbetaling) van de lening geactualiseerd en onderbouwd. Dit betekent dat ondermeer in kaart wordt gebracht wat de resterende hoofdsom is, hoe het betalingsgedrag is op de lening en of aan de voorwaarden van de lening of garantie wordt voldaan.
Ook wordt aangegeven of er aanvullende beheersmaatregelen nodig zijn.
Voor de rapportage wordt gebruik gemaakt van het formulier “kwartaalrapportage met betrekking tot de paragraaf financiering”. Dit document wordt vier keer per jaar uitgevraagd in de P&C cyclus bij de begroting en jaarrekening.
In aanvulling op de vereisten die gelden voor beperkt beheer is voor regulier beheer nadere analyse door de kredietbeheerder (RVP) vereist, zowel voor leningen als garanties. Deze analyse heeft vooral betrekking op de ontwikkeling van financiële positie van de geldnemer en de risico’s die mogelijk van invloed zijn op deze (toekomstige) positie. Hiertoe vraagt de kredietbeheerder naast het jaarverslag ook prognoses met toelichting op. Tevens is een gesprek tussen kredietbeheerder (RVP) en geldnemer ter onderbouwing van de kredietwaardigheid en het kredietrisico onderdeel van regulier beheer. De kredietbeheerder (RVP) en medewerkers Team F&C stemmen onderling af of aanwezigheid van medewerkers Team F&C bij dit gesprek gewenst is.
Door ook de vooruitzichten (zoals prognoses en begrotingen) te beoordelen is de gemeente in staat om proactief te handelen. In gesprekken met de geldnemer kan onder andere nadere onderbouwing van ontvangen informatie (bijvoorbeeld: jaarrekening of prognose) of mogelijke implicaties van marktontwikkelingen worden gevraagd.
Voor de rapportage wordt gebruik gemaakt van het formulier “Kwartaalrapportage met betrekking tot de paragraaf financiering”. Dit document wordt vier keer per jaar uitgevraagd in de P&C cyclus bij de begroting en Jaarrekening.
In overleg met Team F&C wordt het kredietrisico beoordeeld. In overleg worden aanvullende afspraken gemaakt om het risico te monitoren en mogelijke maatregelen geïdentificeerd worden om het risico te reduceren.
Voor leningen en garanties waarvoor een verhoogd risicoprofiel geldt, worden, in aanvulling op de vereisten voor regulier beheer, separate afspraken gemaakt over de wijze waarop de risico’s bewaakt en beheerst worden enerzijds en de rapportage anderzijds. Dit zal maatwerk zijn.
In de rekening wordt voor leningen met een verhoogd risicoprofiel een aparte toelichting opgenomen. Wanneer het financieel economisch beheer op basis van een verhoogd risicoprofiel aanleiding geeft tot tussentijdse wijziging van leningsvoorwaarden, dan is paragraaf 2.4 van toepassing.
Intensief beheer bestaat in ieder geval uit frequente gesprekken met de kredietnemer en zodanig informatie inwinnen dat een goed beeld van het kredietrisico wordt verkregen. Ingeval van intensief beheer kan het nodig zijn om naast de P&C-cyclus tijdig College en Raad te informeren.
Actuele informatie van de RVP’s rondom de verstrekte leningen en garanties geven een inschatting van het kredietrisico en toekomstige ontwikkelingen. Het geheel hiervan wordt verwerkt in de financieringsparagraaf en de risicoparagraaf. Zo ontstaat ook telkens een actueel beeld welke vorm van beheer noodzakelijk is.
De rapportages zijn elementair bij het beoordelen van het (krediet) risico van de lening of garantie en om inzicht van dit risico op zowel ambtelijk als bestuurlijk niveau te vergroten.
Via de P&C-cyclus wordt de gemeenteraad vier keer per jaar geïnformeerd over de ontwikkelingen bij de leningen en garanties in de hierboven genoemde financieringsparagraaf.
Wanneer voor een specifieke lening of garantie sprake is van een verhoogd risico op wanbetaling moet een nadere toelichting worden gegeven. Deze toelichting bevat ook een inschatting van de potentiële (financiële) gevolgen en benoemt mogelijke additionele beheersmaatregelen.
In aanvulling op bovenstaande wordt in de begroting voor de lening- en garantieportefeuille als geheel ook inzicht gegeven in de verwachte ontwikkeling van het onderliggende bedrag aan verstrekte leningen.
Bovenstaande procedures hebben betrekking op alle nieuwe leningen en garanties. Voor wijzigingen van bestaande leningen of garanties gelden, onder bepaalde voorwaarden, afwijkende regels.
Gedurende de looptijd van een lening of garantie kan het voorkomen dat er een wijziging van de lening of garantieovereenkomst gewenst is.
Aan de Raad worden slechts de materiële wijzigingen (zie hieronder) voorgelegd. Dit betekent dat het te doorlopen besluitvormingsproces voor materiële wijzigingen gelijk is als bij het verstrekken van een nieuwe lening of garantie. De verantwoordelijkheid voor het opstellen en indienen van de betreffende voordracht ligt evenals bij het verstrekken van een lening of garantie bij het RVP.
Wijzigingen van de voorwaarden van een lening of garantie, waarbij de omvang van de lening of garantie met een € 0,1 miljoen of meer toeneemt, moeten aan de Raad worden voorgelegd, ongeacht
de omvang van de lening of garantie. Daarnaast kunnen er wijzigingen zijn die het risico voor de gemeente vergroten. Hieronder staat wanneer deze wijzigingen aan de Raad moeten worden voorgelegd:
een daling van het dekkingspercentage van zekerheden ten opzichte van de uitstaande lening door verkoop of vrijgave met meer dan 15% over een periode van 3 jaar11. Indien een dekkingswaarde resteert van meer dan 200% is voorleggen aan de Gemeenteraad niet noodzakelijk;
afstoten van een dochteronderneming van de geldnemer of andere rechtshandelingen met als gevolg een beperking van de aansprakelijke partijen (geldnemer en medeaansprakelijke (dochter)onderneming) waardoor het onderliggende bedrijfsresultaat met meer dan 10% daalt. Dit laatste kan alleen als in de lening- of garantie overeenkomst is opgenomen dat de kredietnemer hiervoor toestemming nodig heeft van de gemeente. Dit zal bij recent of nieuw verstrekte leningen en garanties het geval zijn, maar er bestaan leningen en garanties waar dat niet het geval is.
Voor bovenstaande wijzigingen geldt altijd dat een toets van de Teams F&C en ASK noodzakelijk is op marktconformiteit in verband met staatssteunregelgeving.
Wanneer de wijziging niet materieel is en het een wijziging betreft die kleiner is dan een € 0,1 miljoen, dan moeten deze wijzigingen, voorzover het een verslechtering van het risicoprofiel betreft, wel aan het College worden voorgelegd.
In uitzonderlijke gevallen kan het nodig zijn om uitstel van betaling te verlenen. Dit kan de kredietnemer ruimte geven om te herstellen en daarna de kans vergroten dat de gehele lening conform afspraken kan worden terugbetaald. Ongeacht het bedrag wordt het verlenen van uitstel van betaling, aan de Raad ter kennisname voorgelegd. Ook als het om een minimaal bedrag gaat, is het aanvragen en moeten verlenen van uitstel van betaling een dusdanig signaal dat de Raad hier kennis van moet nemen en het College goedkeuring aan moet verlenen.
In nog uitzonderlijkere gevallen kan kwijtschelding van een lening aan de orde zijn. Aangezien dit het budgetrecht betreft, moet dit ter instemming aan de gemeenteraad worden voorgelegd.
Vervroegde aflossing door een kredietnemer leidt tot een afname van het risico dat de gemeente loopt. Immers, het uitstaande bedrag waarover de gemeente risico loopt, daalt. In principe is een vervroegde aflossing daarom altijd mogelijk en is geen instemming nodig van het College of Raad. Indien in de leningsovereenkomst vervroegde aflossing niet is toegestaan, is wel nog een juridische toets noodzakelijk om te controleren of het toestaan van de vervroegde extra aflossing marktconform is.
Daarnaast is een voorwaarde dat de vervroegde aflossing definitief is; de geldnemer kan deze vervroegde aflossing niet op een later moment opnieuw lenen en de bestaande aflossingsbedragen blijven gelijk. Is dat wel het geval dan moet deze wijziging wel aan het College worden voorgelegd. De vervroegde aflossing kan een effect hebben op de begroting, omdat in principe een renteopslag is verwerkt in de rente die aan een geldnemer wordt gevraagd. Tegenover het verlies van de renteopslag staat het feit dat de gemeente ook een evenredig lager risico loopt.
Bijlage 1 – Nadere regels leningverstrekking en garantieverlening
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze uitvoeringsregeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
garantie: borgtocht in de zin van artikel 7:850 BW waarbij de gemeente Deventer zich tegenover een geldgever gedurende een bepaalde looptijd krachtens een overeenkomst verbindt tot nakoming van de aan een geldgeverslening verbonden rente- en aflossingsverplichtingen voor zover de geldnemer hiermee in gebreke blijft;
geldnemer: rechtspersoon aan wie de gemeente een gemeentelening verstrekt of aan wie de geldgever een geldgeverslening verstrekt waarvoor de gemeente een garantie heeft verleend, alsmede diens rechtsopvolgers onder algemene of bijzondere titel, voor zover de gemeente met rechtsopvolging heeft ingestemd;
kredietrisicomodel: model dat de rating van een aanvrager of een geldnemer bepaalt en dat op basis van die rating in combinatie met de looptijd van de onderliggende geldlening en de aan de gemeente te verstrekken of verstrekte zekerheden de marktconforme kredietrisico- opslag of garantiepremie bepaalt.
Artikel 2 Voorwaarden van de garantieverlening
In de akte van borgtocht wordt een bepaling opgenomen dat de garantie zich niet uitstrekt tot trekkingen van de geldnemer onder een overeenkomst van geldlening die plaatsvinden op een moment dat (i) het faillissement van de geldnemer is aangevraagd of (ii) indien die het gevolg zijn van overleg tussen de geldgever en de geldnemer, zoals bedoeld in artikel 47 Faillissementswet.
In de akte van borgtocht wordt een bepaling opgenomen dat de rechtspersoon van de geldnemer voor de gemeente van belang is en dat de geldgever, op straffe van verval van de garantie, (i) de gemeente dient te informeren omtrent een voorgenomen fusie of splitsing van de geldnemer en (ii) op verzoek van de gemeente verzet instelt tegen de voorgenomen fusie of splitsing.
Indien de gemeente krachtens een garantie een betaling heeft verricht aan een geldgever terwijl die geldgever vorderingen heeft uit anderen hoofde op de geldnemer, gelden alle betalingen van de geldnemer of uitkeringen in een faillissement van de geldnemer in de onderlinge verhouding tussen de gemeente en de geldgever primair als betalingen op de regresvordering van de gemeente. Dit betekent dat de geldgever ontvangen betalingen of uitkeringen zal moeten doorstorten aan de gemeente totdat de regresvordering van de gemeente uit hoofde van de garantie volledig is voldaan. Deze bepaling geldt niet indien de geldgever betaling ontvangt uit hoofde van aan de geldgever verstrekte zekerheidsrechten.
Artikel 3 Modellen aanvraagformulieren en besluiten
De aanvraagformulieren en de besluiten tot verlening van financieringssteun worden overeenkomstig de door of namens het college vastgestelde modellen opgesteld.
Artikel 4 Modellen overeenkomst van geldlening en overeenkomst van garantieverlening
De overeenkomsten van geldlening en de overeenkomsten van garantieverlening worden overeenkomstig de door of namens het college vastgestelde modellen opgesteld.
Artikel 5 Algemene leningsvoorwaarden
Artikel 6 Algemene garantievoorwaarden
Artikel 7 In kennisstelling college
De geldnemer informeert het college tijdig en schriftelijk over het niet nakomen van de aan de gemeentelening of door de gemeente gegarandeerde geldgeverslening verbonden betalingsverplichtingen of andere feiten of omstandigheden die ertoe kunnen leiden dat een opzeggings- en opeisingsgrond zou kunnen ontstaan, of zodra de geldnemer wetenschap of een redelijk vermoeden heeft dat zich een dergelijk feit of omstandigheid op korte termijn zou kunnen voordoen.
Artikel 8 Inrichting financiële administratie
Indien het college in het kader van de leningverstrekking of garantieverlening aan de geldnemer eisen heeft gesteld ten aanzien van de vermogenspositie van de geldnemer, al dan niet door het hanteren van normen voor of een berekeningswijze van bepaalde financiële ratio’s, is de geldnemer zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het college niet bevoegd om de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling van activa en passiva en de regels inzake boekhouding, balanspresentatie en financiële verslaggeving aan te passen.
Indien de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling van activa en passiva en de regels inzake boekhouding, balanspresentatie en financiële verslaggeving worden aangepast, heeft het college het recht de eisen die hij heeft gesteld aan de vermogenspositie van de geldnemer aan te passen en normen voor of een berekeningswijze van bepaalde financiële ratio’s opnieuw vast te stellen.
Artikel 9 Besteding beschikbaar gestelde bedrag
Het college kan aan leningverstrekking of garantieverlening in ieder geval voorschriften verbinden betreffende:
Artikel 11 Voorafgaande toestemming college
De geldnemer is verplicht de objecten ter financiering waarvan een gemeentelening is verstrekt of ten behoeve waarvan een garantie is verleend en de objecten die de gemeente tot zekerheid strekken, op basis van de herbouwwaarde tegen brand- en stormschade en andere risico’s of aanspraken te verzekeren en verzekerd te houden.
De geldnemer is verplicht de objecten ter financiering waarvan een gemeentelening is verstrekt of een garantie is verleend en aan de objecten die de gemeente tot zekerheid strekken ten genoegen van het college voortdurend in goede staat te houden.
Hoofdstuk 2 Rente en garantiepremie
Artikel 14 Bepaling rating aanvrager
Indien bij bepaling van het rentetarief voor de gemeentelening Euribor als basisrente wordt gehanteerd en op enig moment de rente niet of niet meer in redelijkheid op basis van Euribor of de bij Euribor vastgestelde looptijd kan worden vastgesteld, dan zal het college dit onmiddellijk aan de geldnemer melden. Het college zal alsdan een vervangende basis vaststellen waarop de rente kan worden bepaald. De basis zal zo veel mogelijk gelijk zijn aan Euribor of de bij Euribor vastgestelde looptijd.
Indien het onder lid 1 bedoelde overleg niet tot overeenstemming heeft geleid over de hoogte van de voor het vervolg van de geldlening te gelden herziene rentevoet, zal uiterlijk twee weken voorafgaand aan bovengenoemde renteherzieningsdatum het overleg worden beëindigd en zal door het college een definitief voorstel aan de geldnemer worden gedaan ten aanzien van de hoogte van de voor het vervolg van de geldlening geldende herziene rentevoet.
Indien uiterlijk zeven kalenderdagen na de datum van het in het voorgaande lid bedoelde definitieve voorstel geen overeenstemming wordt bereikt over de hoogte van de voor het vervolg van de geldlening te gelden rentevoet, dan zal het restant van de leensom, vermeerderd met rente en kosten op de eerstvolgende renteherzieningsdatum voor het geheel voor 100 procent door de geldnemer worden afgelost.
Een intensief toezichtsregime geldt voor een geldnemer met een rating van 6 en 7 en de kredietrevisie wordt in dat geval uitgevoerd op basis van de meest recente jaarrekening en de meest recente begroting van de geldnemer, waarbij tevens tussentijds informatie wordt opgevraagd of gesprekken met de geldnemer worden gevoerd over de financiële positie.
Hoofdstuk 4 Overige bepalingen
Deze uitvoeringsregeling treedt in werking op het moment dat de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Deventer 2020 in werking treedt.
Met ingang van hetzelfde tijdstip worden de regels garantievoorwaarden 2013 ingetrokken met uitzondering van de bepalingen die relevant zijn voor de uitvoering van op het moment van inwerkingtreding van de uitvoeringsregeling lopende garanties.
Deze uitvoeringsregeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling leningverstrekking en garantieverlening Deventer 2020.
Aldus vastgesteld in de vergadering van … 2020.
Aangesloten wordt, voor zover toepasselijk, bij de begripsbepalingen in de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Deventer 2020.
Artikel 2 Voorwaarden van de garantieverlening
Vroeger werden in het Burgerlijk Wetboek (BW) twee rechtsfiguren beschreven, een borgtocht en een garantieovereenkomst, met ieder hun eigen juridische kenmerken. In het huidige BW is alleen nog de borgtocht opgenomen (Burgerlijk Wetboek 7, artikel 850 e.v.). Aan het begrip garantie is geen vaststaande betekenis meer toegekend. Omdat bij juridische geschillen de wettelijk geregelde borgtocht een betere uitgangspositie biedt, verdient het de voorkeur om, indien mogelijk, alleen garanties te verlenen in de vorm van een borgtocht. Daar waar in deze verordening gesproken wordt over ‘garantie’ wordt dan ook bedoeld ‘borgtocht in de zin van artikel 7:850 BW’. Als de gemeente onder de borgtocht betaalt, heeft de gemeente twee mogelijkheden om zich te verhalen op de geldnemer, namelijk via een regresrecht (artikel 6:10 BW) en een recht krachtens subrogatie (artikel 6:12 BW). Bij regres verkrijgt de gemeente een zelfstandige, nieuwe, niet van de geldgever afkomstige vordering op de geldnemer. Bij subrogatie gaat de bestaande vordering van de geldgever op de geldnemer over op de gemeente. Aan subrogatie en regres zijn verschillende rechtsgevolgen verbonden. Indien de gemeente zich op subrogatie beroept, kan de geldnemer alle verweermiddelen tegen de gemeente inroepen die de geldnemer ten opzichte van de geldgever heeft. Bovendien kan de gemeente bij subrogatie niet méér verhalen dan de gemeente zelf betaald heeft. Daar staat tegenover dat bij een beroep op subrogatie de gemeente zich ook kan beroepen op alle nevenrechten van de geldgever, zoals zekerheden die aan de geldgever zijn verstrekt. Bij regres kan de geldnemer niet alle verweermiddelen ook tegen de gemeente inroepen en kan de gemeente ook eigen rente en kosten op de geldnemer verhalen. De gemeente zal zich echter van eigen zekerheidsrechten moeten voorzien om een regresvordering met voorrang op de geldnemer te kunnen verhalen. Het staat de gemeente overigens vrij zich voor een gedeelte van haar vordering te beroepen op subrogatie en voor een ander gedeelte op regres.
Lid 7 geeft het college de mogelijkheid om in individuele gevallen gemotiveerd af te wijken van het vermelde in de voorgaande leden. Uitgangspunt is dat bij garantieverleningen alle voorwaarden gelden, die zijn neergelegd in de leden 1 tot en met 6, maar individueel maatwerk kan het noodzakelijk maken dat van dit uitgangpunt afgeweken kan worden. In voorkomend geval dient het college in haar besluit helder te formuleren (1) in welke mate afgeweken wordt van de voorwaarden die zijn opgenomen in de leden 1 tot en met 6 en (2) wat de motivatie is van deze afwijking(en).
Artikel 3 tot en met artikel 6 Modellen en algemene voorwaarden
Door het college worden een modelovereenkomst van geldlening, een modelovereenkomst van garantieverlening, algemene leningsvoorwaarden, algemene garantievoorwaarden, een aanvraagformulier subsidieregeling leningverstrekking en garantieverlening ten behoeve van rechtspersonen en modelbeschikking subsidieregeling leningverstrekking en garantieverlening ten behoeve van rechtspersonen vastgesteld. Aanvragen en beschikkingen worden conform deze modellen opgesteld, waarbij wel rekening kan worden gehouden met de specifieke situatie per individueel geval door aanvullingen en afwijkingen van de modellen vast te leggen in het besluit tot het verlenen van een gemeentelening of garantie en/of in de te sluiten overeenkomst van geldlening of overeenkomst van garantieverlening.
In de modelovereenkomsten en de algemene voorwaarden wordt de privaatrechtelijke verhouding tussen de gemeente en de geldnemer vastgelegd. Naast een aantal specifieke bepalingen die samenhangen met de rechten en plichten die aan de geldnemer en de gemeente worden toegekend via de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Deventer 2020 en de nadere regels in deze uitvoeringsregeling, worden in de overeenkomsten en algemene voorwaarden ook de reguliere privaatrechtelijke verhoudingen geregeld.
Om daadwerkelijke toepasselijkheid van de algemene voorwaarden te realiseren in een voorkomend geval is het van belang dat de algemene voorwaarden bij leningverstrekking en garantieverlening ook daadwerkelijk ter hand gesteld worden aan de geldnemer.
Artikel 7 tot en met artikel 12 Nadere regels met betrekking tot verplichtingen geldnemer
Deze artikelen vloeien voort uit het bepaalde in artikel 15 van de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Deventer 2020. Beoogd wordt middels deze regelgeving de financiële positie van de gemeente en haar publieke taak te beschermen in het kader van lening- en garantieverstrekking.
Er worden in dit kader door het college nadere regels gesteld. Deze hebben onder andere betrekking op de informatieplicht van de geldnemer (artikel 6). Hierbij wordt aangegeven welke informatie de geldgever dient te verstrekken en welke termijnen daarvoor gelden. Het college kan nadere regels opstellen met betrekking tot de inrichting van de financiële administratie (artikel 7). Dit is vooral van belang indien het college aan de geldnemer eisen heeft gesteld ten aanzien van of voorwaarden heeft verbonden aan de vermogenspositie van de geldnemer, waarbij bepaalde financiële ratio’s als uitgangspunt worden gehanteerd. Verder regelt het college de verplichtingen van de geldnemer met betrekking tot de besteding van de door middel van financieringssteun verkregen gelden (artikel 8).
Vervolgens wordt ingegaan op de zekerheden voor de gemeente (artikel 9). De geldnemer dient voor zover mogelijk aan de gemeente zekerheden te verstrekken, zoals bijvoorbeeld hypotheekrechten, pandrechten en borgstellingen door derden. Deze zekerheden verlagen het risicoprofiel van de verleende financieringssteun. Als de geldnemer niet of niet geheel aan de verplichtingen die voortkomen uit de financieringssteun kan voldoen, heeft de gemeente de onderliggende zekerheden om de eventuele financiële schade zoveel mogelijk te beperken. In deze regeling wordt ook nader aangegeven welke handelingen van de geldnemer voorafgaande toestemming van het college behoeven (artikel 10). Verder worden door het college nadere regels gegeven met betrekking tot de verzekeringsverplichtingen van de geldnemer (artikel 11) en de instandhouding door de geldnemer van het te financieren object en tot zekerheid strekkende objecten (artikel 12).
Artikel 14 Bepaling rating aanvrager
Met behulp van een kredietrisicomodel wordt de kredietwaardigheid van de aanvrager bepaald. Dit gebeurt op basis van een combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve gegevens. Deze kredietwaardigheid wordt weergegeven als een rating op een schaal van 1 tot en met 7, waarbij 1 staat voor de hoogste kredietwaardigheid en 7 voor de laagste kredietwaardigheid. Zowel de hoogte van het solvabiliteitsbeslag als de hoogte van de kredietrisico-opslag of de garantiepremie is afhankelijk van deze rating.
In dit artikel is vastgelegd op welke wijze het rentetarief wordt bepaald en eventueel wordt gewijzigd. De grondslag voor de bepaling van het rentetarief voor de geldlening is de situatie op de geld- en kapitaalmarkt.
In dit artikel is vastgelegd op welke wijze renteherziening kan plaatsvinden.
In dit artikel is vastgelegd op welke wijze de garantiepremie wordt bepaald.
Belangrijk onderdeel van het kredietrisicomanagement is het periodieke toezicht. Er worden daarbij drie toezichtregimes onderscheiden: beperkt, regulier en intensief toezicht. De periodiciteit en diepgang van het toezicht is afhankelijk van de rating van de geldnemer.
Dit artikel bepaalt het moment van inwerkingtreden van de regeling. Sommige artikelen blijven van toepassing op lopende garanties.
Als citeertitel van deze regeling kan 'Uitvoeringsregeling leningverstrekking en garantieverlening Deventer 2020 gebruikt worden.
Bijlage 2 – Aanvraagformulier voor financieringssteun
Dit aanvraagformulier dient volledig ingevuld toegezonden worden aan:
Niet in te vullen door de aanvrager:
Alleen in te vullen als dit afwijkt van het adres onder vraag 1.
Kopie van paspoort of rijbewijs bijvoegen. Indien van toepassing de machtiging van het bestuur bijvoegen |
De bestuurssamenstelling en samenstelling Raad van Toezicht (RvT) en Raad van Commissarissen (RvC) (indien van toepassing)
Algemene gegevens betreffende de aanvraag financieringssteun
Hierbij verklaart ondergetekende, daartoe gemachtigd namens het bestuur van de aanvrager, dit formulier naar waarheid en zonder voorbehoud te hebben ingevuld.
Het geheel ingevulde en ondertekende formulier, voorzien van alle benodigde bijlagen in een voldoende gefrankeerde envelop, dient u op te sturen zoals op het voorblad van dit aanvraagformulier is aangegeven.
Indien hieraan niet is voldaan, kan uw verzoek niet in behandeling worden genomen.
Bijlage 3 – Ratingmodel kredietwaardigheid
Onderstaand is een gedegen screeningsmodel opgenomen die ontwikkeld is door financieringsexperts, kredietspecialisten en accountants. Het model werkt op basis van de Europees wetenschappelijk gevalideerde URA Rating methodiek.
Deze methodiek is vergelijkbaar met methoden die binnen banken worden gebruikt om naar financiële bedrijfssituaties te kijken.
Essentieel is de vraag of de organisatie voldoende cashflow heeft om aan zijn toekomstige betalingsverplichtingen te voldoen.
Op basis van de laatste twee jaarrekeningen en het bedrijfsplan met prognose respectievelijk de meerjarenbegroting, worden diverse ratio’s berekend die inzicht geven in de financiële sterkte van de organisatie.
De kredietwaardigheid (creditscore) wordt berekend aan de hand van:
Current ratio geeft een indicatie in hoeverre de korte schulden kunnen worden voldaan uit opbrengsten van de vlottende activa (verhouding: (vlottende activa + liquide middelen)/kort vreemd vermogen).
Solvabiliteit geeft de verhouding tussen het eigen vermogen en het vreemd vermogen van een onderneming weer en geeft een indicatie van de financiële gezondheid van een bedrijf (verhouding: eigen vermogen / vreemd vermogen).
URA-rating betreft een voorspelling van de uitvalwaarschijnlijkheid van een organisatie voor het komende jaar.
Debt Service Cover ratio geeft aan in hoeverre een onderneming in staat is om de lasten van een lening (rente en aflossingen) te betalen.
Bij de weging worden ook andere aspecten betrokken die zijn opgenomen in het toetsingsmodel te verstrekken lening en/of garantie. Kortheidshalve wordt hier naar verwezen.
Bijlage 4 – Checklist beheer derde partij
Deze checklist is bedoeld voor de jaarlijkse beoordeling van de derde partij waaraan de gemeente een lening en/of een garantie heeft verstrekt en die geen WSW of SWS garantie hebben.
De adviseur RVP ism/iam Team F&C (Advies/Treasury) voert deze controle uit.
Algemeen: Team F & C bereid zoveel mogelijk de beoordeling voor en neem contact op met het betreffende RVP om de beoordeling te kunnen afronden.
Let op: neem hierbij ook mee dat aanvullende afspraken met de partij kunnen vervallen / moeten worden gemaakt. Denk hierbij aan aanleveren kwartaalcijfers, mogelijkheid om aanvullende zekerheden te vestigen etc.
In sommige gevallen zal in verband met financiële problemen een gedwongen verkoop van het onderpand moeten plaatsvinden. Het verlies kan beperkt blijven indien de gemeente de gelegenheid heeft het tijdstip van verkoop te betalen. Daarvoor dient reeds in een vroegtijdig stadium contact te worden opgenomen met de betreffende instelling, de kapitaalverstrekkers, makelaars en potentiële kopers.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-526099.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.