Gemeenteblad van Renswoude
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Renswoude | Gemeenteblad 2022, 525205 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Renswoude | Gemeenteblad 2022, 525205 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Besluit Re-integratie gemeente Renswoude 2022
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renswoude;
dat het wenselijk is nadere regels te stellen over de wijze waarop het college uitvoering geeft aan hoofdstuk 4.1 van de Integrale verordening sociaal domein gemeente Renswoude.
vast te stellen het Besluit Re-integratie gemeente Renswoude 2022 (Besluit Re-integratie Renswoude)
Het college betrekt bij de beoordeling of een in artikel 7 van de Verordening bedoeld scholingstraject wordt aangeboden ook:
Indien van toepassing, het oordeel van degene in wiens opdracht de belanghebbende de werkzaamheden uitvoert:
Artikel 6 Premie bij uitstroom naar betaald werk
Artikel 7 Overige vergoedingen
Voor de hieronder genoemde noodzakelijke kosten van re-integratie en plaatsing op arbeid kunnen éénmalig vergoedingen “om niet” worden verstrekt aan werkgever of klant tot een maximum van 1500 euro. Het gaat hierbij onder meer om de volgende kosten:
Vastgesteld in de vergadering van 16 november 2021
Hoogachtend,
burgemeester en wethouders van Renswoude,
de secretaris
E.J. Jansonius,
de burgemeester
P. Doornenbal-van der Vlist,
In beginsel wordt enkel scholing ingezet die opleidt naar beroepssectoren waarin gelijk werk gevonden kan worden of in een zogenaamd duaal traject waarbij de ontwikkeling op de (lokale) arbeidsmarkt mede bepalend is. Bij de inzet van scholing wordt gekeken naar de arbeidsmartkrelevantie en de duur ervan. Gekozen wordt voor die scholing die het snelst leidt tot het beoogde doel. Daarbij wordt wel rekening gehouden met de wensen en capaciteiten van de belanghebbenden. Verricht de belanghebbende additionele werkzaamheden zoals bedoeld in artikel 10a van de Pw, dan wordt het oordeel van de werkgever ook betrokken bij de keuze van het scholingsaanbod.
Artikel 2 Persoonlijke ondersteuning
Bij de inzet van de jobcoachvoorziening is de begeleiding van een werknemer bij reguliere plaatsingen en plaatsingen op de baanafspraak, de verantwoordelijkheid van de werkgever. Doel is om te bereiken dat de werknemer zonder deze begeleiding zelfstandig zijn taken bij de werkgever kan uitvoeren. De gemeente zorgt zelf voor het beschikbaar zijn van de jobcoachvoorziening, ter ondersteuning van de geïntegreerde uitvoering van de Pw (brede doelgroep), maar met name voor de doelgroep van de garantiebanen. De jobcoachvoorziening wordt ingezet als maatwerk, waarbij tussen de werkgever en de gemeente in een concrete plaatsing afspraken worden gemaakt. De gemeente baseert zich bij het bepalen van de omvang en kosten van de begeleiding - van zowel de externe jobcoach als de vergoeding aan de werkgever- op regionale afspraken.
Persoonlijke begeleiding is in eerste instantie gericht op de ondersteuning van de medewerker. Dat betekent dat de medewerker actief betrokken wordt bij de wijze waarop de ondersteuning wordt vormgegeven en- binnen de kaders – aangesloten wordt bij de wensen van de medewerker.
In artikel 2 wordt de voorziening persoonlijke ondersteuning nader geduid. Het gaat om een voorziening zoals een jobcoach, die op vaste tijden en gedurende een langere periode de werknemer met beperkingen bij het verrichten van zijn taken ondersteunt. Het moet dan ook gaan om een systematische ondersteuning. Daarnaast moet de ondersteuning noodzakelijk zijn in die zin, dat de werknemer zonder die ondersteuning in redelijkheid niet zijn werkzaamheden zou kunnen verrichten. Persoonlijke ondersteuning heeft tot doel dat een werknemer wordt begeleid naar een situatie dat hij uiteindelijk zonder begeleiding via een dergelijke voorziening bij een reguliere werkgever werkzaam kan zijn. Jobcoaching is dan ook meer dan een collega die iemand inwerkt of die als vraagbaak functioneert tijdens de eerste inwerkperiode.
Voor wat betreft het aantal in te zetten begeleidingsuren bij externe jobcoaching (jobcoach ter beschikking gesteld door de gemeente) en de hoogte van de vergoeding interne jobcoaching (werkgever begeleidt zelf de medewerker en ontvangt hiervoor van de gemeente een vergoeding) wordt aangesloten bij de vergoedingensystematiek van het UWV, “Beleidsregel Protocol Jobcoach UWV 2016” (e.v.) en de “Normsbedragen Voorzieningen 2018” (e.v.).
De werkgever kan op basis van lid 8 verzoeken om zelf zorg te mogen dragen voor de begeleiding van belanghebbende en in aanmerking te komen voor een vergoeding “interne jobcoaching”. Teneinde de kwaliteit van de begeleiding te bewaken zijn kwaliteitseisen gesteld, afhankelijk van de wijze waarop de werkgever de begeleiding vorm wil geven. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de eisen die gesteld worden aan een collega die in dienst is bij de werkgever en belanghebbende inwerkt, de professionele jobcoach in dienst bij de werkgever en de jobcoach die ingehuurd wordt door de werkgever. Van de collega wordt in ieder geval verwacht dat hij voldoende ervaring heeft en het is wenselijk dat de collega een training heeft gevolgd zoals bijvoorbeeld de Harrie-training of de Mentorwijs training. Van een professionele jobcoach worden daarentegen hogere eisen gesteld. De ondersteuningsbehoefte van belanghebbende zal uiteindelijk bepalen of een professionele jobcoach noodzakelijk is.
De voorziening Beschut Werk kan worden ingekocht bij IW4, die zorgt voor een werkplek en begeleiding op de werkplek. Het is een voorziening die zoveel mogelijk gericht is op arbeidsparticipatie en zoveel mogelijk een reguliere werkplek benadert. Alle andere voorzieningen gericht op arbeidsparticipatie kunnen als voorliggend worden beschouwd.
Artikel 4 Loonkostensubsidie als re-integratievoorziening
Het inzetten van gesubsidieerde arbeid als re-integratie instrument blijft ook in de Pw en de IOAW/IOAZ mogelijk. Een dergelijk subsidie wordt aangeboden voor maximaal één jaar. De hoogte van de subsidie is op basis van regionale afspraken gemaximeerd op 50% van de loonkosten. Deze re-integratievoorziening dient met terughoudendheid te worden ingezet om oneerlijke concurrentie te voorkomen. Daarom is de toepassing beperkt werknemers die een bijstandsuitkering ontvingen van de gemeente.
De loonkostensubsidie als re-integratievoorziening dient te worden onderscheiden van de loonkostensubsidie voor de doelgroep met een langdurige arbeidsbeperking en structureel verminderde loonwaarde. Voor deze laatste doelgroep is een wettelijk vastgesteld kader van toepassing en kiest het college in regionaal verband voor een landelijk gevalideerde werkwijze.
De hoogte van de subsidie is mede afhankelijk van de capaciteiten van betrokkene in relatie tot de werkzaamheden die hij/zij zal gaan verrichten. De klantmanager en/of accountmanager van de gemeente zal op basis van het profiel van de cliënt, de plaats op de participatieladder en een analyse van de functie een inschatting maken van de hoogte van de subsidie. Indien de potentiële werkgever een afwijkend beeld heeft kan een toets door een onafhankelijke derde partij worden ingezet.
De werkgever biedt een dienstverband voor minimaal een half jaar. In de hoogte van de toegekende subsidie wordt rekening gehouden met de duur van het contract, om zo een langere arbeidsovereenkomst te stimuleren. Op deze wijze wordt ook gestimuleerd dat de cliënt, indien er geen contractverlenging wordt geboden, aanspraak kan maken op een (kortdurende) WW-uitkering na afloop van het dienstverband.
Er wordt geen proeftijd afgesproken als er reeds een leerwerkstage of proefplaatsing heeft plaatsgevonden; de werkgever heeft de cliënt immers in die periode kunnen beoordelen op capaciteiten en kwaliteiten.
Voor wat betreft het begrip loonkosten wordt uitgegaan van het brutoloon inclusief werkgeverslasten. Dit sluit aan bij de vergoedingensystematiek voor mensen met een arbeidsbeperking en voorkomt onduidelijkheden in de uitvoering. Daarnaast wordt zo voorkomen dat werkgevers te maken krijgen met verschillende berekeningen als zij bijvoorbeeld zowel iemand met een arbeids-beperking als iemand met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst nemen.
Artikel 8 Vrijlating van inkomsten
Het college kan o.a. besluiten tot vrijlating van inkomsten uit arbeid, indien iemand op grond van een objectief medisch vastgesteld rechtstreeks gevolg van ziekte, gebreken, zwangerschap of bevalling niet een volle werkweek kan werken. Aangezien dit in de Pw is bepaald in artikel 31, lid 2 sub z. hoeft dit niet in een beleidsregel nader uitgewerkt te worden.
Artikel 9 Individuele studietoeslag
De hoogte van de toeslag wordt gelijkgesteld met het de normen die zijn opgenomen in het wetsvoorstel Breed offensief. Het bedraagt € 300,- per maand voor studenten van 21 jaar en ouder. Voor studenten jonger dan 21 jaar hanteren we toepasselijk jeugd-minimumloon een lager bedrag, uiteengezet in onderstaande tabel.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-525205.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.