Uitvoeringsprogramma 2022 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH)

 

1. Inleiding

In hoofdstuk 7 van het Besluit omgevingsrecht zijn bepalingen opgenomen over de uitvoering van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) en de daaraan te stellen kwaliteitseisen. Op basis hiervan dient een bestuursorgaan VTH-beleid vast te stellen. Hierin geeft het bestuursorgaan (onder meer) aan welke doelen het zichzelf stelt bij de uitvoering van de VTH-taken, welke activiteiten het daartoe zal uitvoeren en waar de prioriteiten liggen. Daarnaast bevat het VTH-beleid de zogenoemde uitvoeringsstrategieën. Hierin wordt op hoofdlijnen beschreven wat wordt gedaan om de gestelde doelen te realiseren, waarbij rekening wordt gehouden met de daaraan gegeven prioriteit. Het VTH-beleid is reeds eerder vastgesteld en bestaat uit twee delen. Deel 1 is vastgesteld in december 2017 en deel 2 is vastgesteld in juni 2021.

 

Het VTH-beleid wordt jaarlijks uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma. Hierin wordt aangegeven welke activiteiten dat jaar worden uitgevoerd, waarbij rekening wordt gehouden met de in het VTH-beleid gestelde doelen en prioriteiten en de beschikbare capaciteit. Gedurende het jaar wordt de uitvoering gemonitord.

 

Jaarlijks wordt in een jaarverslag geëvalueerd of de activiteiten uit het uitvoeringsprogramma zijn uitgevoerd en in hoeverre deze activiteiten hebben bijgedragen aan de in het VTH-beleid gestelde doelen. Op basis hiervan wordt bezien of het VTH-beleid geactualiseerd dient te worden.

 

Het jaarverslag en uitvoeringsprogramma worden gedeeld met de gemeenteraad en in het kader van het Interbestuurlijk Toezicht met de provincie Limburg.

 

Dit document bevat het uitvoeringsprogramma 2022 voor Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving en wordt ingeleid met een hoofdstuk over het VTH-beleid.

2. Beleidsplan VTH

Beleidsplan Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) Sittard-Geleen

Het beleidsplan VTH bestaat uit twee delen. In het eerste deel (vastgesteld december 2017) is een aantal doelstellingen geformuleerd met betrekking tot de wettelijke VTH-taken en een aantal APV-taken. De doelen benoemen de uitgangspunten bij de uitvoering van de taken. Vervolgens zijn op basis van de grootste risico’s prioriteiten gesteld. Zo kan de (bestuurlijke) aandacht zich richten op de hoge risico’s en daarmee samenhangende hoge prioriteit.

 

Het tweede deel van het beleidsplan VTH (vastgesteld juni 2021) bevat de uitvoeringsstrategieën, waaruit volgt wat wij op hoofdlijnen doen om de doelstellingen te realiseren. Voor Toezicht en Handhaving zijn dat de preventiestrategie, de toezichtstrategie, de sanctiestrategie en de gedoogstrategie. Deze uitvoeringsstrategieën zien niet op de zogenoemde basistaken welke door de RUDZL worden uitgevoerd.

2.1. Doelen en prioriteiten

In deel I van het VTH-beleidsplan is op basis van een omgevingsanalyse en risicobeoordeling gekomen tot een prioritering binnen de VTH-taakvelden en is per taakveld een doel benoemd.

 

Taakveld

Doel

Strijdig gebruik

Gebruik van gronden en bouwwerken conform bestemmingsplan en goedgekeurde afwijkingen binnen geldende beleidskaders.

Bouwen

Realisatie en gebruik van veilige, gezonde, en leefbare bouwwerken die constructief veilig zijn.

Ruimtelijke kwaliteit

Behouden en verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit.

Cultuurhistorisch erfgoed

Beschermen van de aanwezige cultuurhistorische waarden.

Slopen en asbest

Verwijderen en afvoeren van asbest door gecertificeerde saneringsbedrijven tijdens sloopwerkzaamheden zonder gevaar voor de volksgezondheid.

Brandveiligheid

Gebruik van gebouwen die voldoen aan de eisen van brandveiligheid waar met name veel bezoekers aanwezig zijn, niet zelfredzame personen verblijven of mensen overnachten.

Milieu

Beschermen van de omgeving van de inrichting door een zo hoog mogelijk naleefgedrag en dan met name bij bedrijven met activiteiten met een hoge milieubelasting.

Bodem en bouwstoffen

Voorkomen van verontreiniging van de bodem door te zorgen dat toepassingen van grond, bouwstoffen en baggerspecie voldoen aan het Besluit Bodemkwaliteit.

Horeca

Beschermen van de leefomgeving door te bevorderen dat horecagelegenheden aan de wettelijke eisen voldoen en voorkomen van inmenging van criminaliteit.

Evenementen

Veilige, gezonde en kwalitatieve evenementen die inpasbaar zijn in de leefomgeving.

Relevante aspecten APV

Vooralsnog beperken we ons tot toezien op het voldoen aan eisen bij het organiseren van kansspelen, het kappen van bomen en de aanleg van inritten/uitritten en het veranderen van een weg. Andere onderdelen zijn nu nog geregeld in afzonderlijk beleid en zullen op korte termijn in dit beleid worden ondergebracht.

 

Opdracht Trainee

In september 2021 was een trainee van Richting Zuid werkzaam bij team Toezicht & Handhaving (T&H), unit Omgevingsrecht (Bouw/milieu). Gedurende 8 maanden werkte de trainee aan een opdracht. Het doel van de opdracht was het in kaart brengen van de effecten van de werkzaamheden van de unit Omgevingsrecht.

 

De trainee concludeerde dat het uitvoeren van een effectenmeting gericht op het maatschappelijk effect in het domein toezicht en handhaving een ingewikkelde zaak is. De meest voorliggende manier is het effect van de interventie te meten via het aantal klachten met daarachter de theorie: ‘als de klachten afnemen betekent dit dat het nalevingsgedrag toeneemt en de interventie dus effect heeft’. Een voorbeeld hiervan is: ‘in het jaar 2023 wilt de gemeente Sittard-Geleen 10% minder klachten ontvangen over onderwerp X’. Alvorens doelen SMART geformuleerd kunnen worden moet eerst de input van data gewaarborgd worden. Er dient een nulmeting plaats te vinden van de taken, klachten en meldingen. Van belang daarvoor is een goed werkend VTH-systeem. Daarnaast is de unit Omgevingsrecht volop in ontwikkeling en worden werkprocessen en toezicht strategieën onder de loep genomen. Dit heeft natuurlijk ook effect op de beleidsdoelen. Om ervoor te zorgen dat de doelen mooi aansluiten op de werkprocessen en strategieën dient ook dit eerst afgerond te worden voordat de beleidsdoelen volledig kunnen worden omgegooid.

2.2. Uitvoeringsstrategieën

In deel II van het VTH-beleidsplan zijn de uitvoeringsstrategieën opgenomen.

 

Preventiestrategie

Preventie is gericht op het voorkomen van overtredingen. Dit kan op verschillende manieren zoals het houden van toezicht en het sanctioneren bij overtredingen. Daarnaast draagt bewustwording en betrokkenheid bij burgers bij aan het voorkomen van overtredingen. In onze preventiestrategie geven wij aan wat wij op hoofdlijnen doen om bewustwording en betrokkenheid bij burgers te vergroten. De achterliggende gedachten zijn gebaseerd op de zogenoemde Tafel van Elf. Dit is een hulpmiddel waarmee een beeld van de oorzaken van naleving of overtreding wordt verkregen en van de perceptie van de doelgroep van de handhaving. De Tafel van Elf is gebaseerd op gedragswetenschappelijk onderzoek. In onze preventiestrategie beschrijven we kort de factoren die bepalend zijn voor het opvolgen van regelgeving en de invloed van handhaving. Deze kennis werkt door in onze andere strategieën.

 

Vergunningenstrategie

Bij het verlenen van een vergunning heeft de gemeente verschillende belangen te wegen binnen het bestaande kader van wet- en regelgeving. In de vergunningenstrategie wordt ingegaan op de handelwijze bij het verlenen van vergunningen en het beoordelen van meldingen (transparante procedures). Hiertoe behoort ook het toetsen en beoordelen van VTH activiteiten door het hanteren van toetsniveaus op basis van risico’s en beoordelingskaders.

 

Toezichtstrategie

Altijd en overal toezicht houden kan niet en is ook niet wenselijk. We leven in een samenleving waarin burgers en bedrijven een eigen verantwoordelijkheid hebben en de overheid niet onnodig wil ingrijpen. We willen burgers en bedrijven ruimte bieden die eigen verantwoordelijkheid ook te nemen. Daarnaast is onze capaciteit om toezicht te houden niet onbeperkt. Dit betekent dat wij keuzes moeten maken. Deze keuzes zijn deels gemaakt door de prioriteitstelling in het eerste deel van het beleidsplan VTH en komen verder tot uitdrukking in onze toezichtstrategie. Voor (activiteiten binnen) taakvelden waaraan geen hoge prioriteit is toegekend, geldt geen toezichtstrategie, maar wordt toezicht uitgeoefend naar aanleiding van meldingen en is er ruimte voor steekproefsgewijs houden van toezicht.

 

In deel II van het VTH-beleidsplan zijn toezichtstrategieën opgenomen met betrekking tot het vergunningsgericht toezicht, het objectgericht toezicht en het overig toezicht. In deze strategieën zijn per strategie de relevante taakvelden benoemd en wordt een onderscheid gemaakt in controlemomenten en het toezichtniveau van een controle. Dit op basis van risico’s.

 

Hoewel strikt genomen geen sprake is van toezicht, is bij het vergunningsgerichte toezicht ook een (toets)strategie opgenomen voor het beoordelen van constructiegegevens bij projecten van meer dan € 50.000,=. Reden voor de keuze deze strategie op te nemen bij de toezichtstrategie is gelegen in de inrichting van de organisatie. De functie van constructeur is in onze organisatie geplaatst binnen team Handhaving.

 

In de toezichtstrategie geven wij op hoofdlijnen aan hoe wij toezicht houden. Een nadere uitwerking hiervan vindt plaats in procesbeschrijvingen en protocollen (werkinstructies).

 

Sanctiestrategie

Vanwege het belang dat is gediend met de naleving van regels moet worden opgetreden als regels worden overtreden. Optreden kan op verschillende manieren gebeuren en is afhankelijk van de aard van de overtreding en de aard van de overtreder. Met onze sanctiestrategie sluiten wij aan bij de Landelijke Handhavingsstrategie. We zetten in op een passende interventie bij iedere overtreding en een vast proces om tot die passende interventie te komen. Uitgangspunt is te komen tot een zo licht mogelijke interventie (rekening houdende met de aard van de overtreding en de aard van de overtreder), waarna zo nodig kan worden opgeschaald. Combinatie van strafrechtelijke en bestuursrechtelijke interventies is mogelijk. Hierover vindt in voorkomende gevallen afstemming plaats met het Openbaar Ministerie.

 

Gedoogstrategie

Bij overtreding van regels is het uitgangspunt dat handhavend wordt opgetreden. Hier geldt de zogenoemde beginselplicht tot handhaving. In uitzonderlijke situaties is ruimte voor gedogen. Gedogen betekent dat niet wordt opgetreden tegen overtreding van wet- en regelgeving. In onze gedoogstrategie is aangegeven op welke wijze wij omgaan met de mogelijkheid tot gedogen. Omwille van de belangen die worden gediend met wet- en regelgeving en de geloofwaardigheid van de overheid in het algemeen en de gemeente in het bijzonder, is het uitgangspunt dat zeer terughoudend gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid tot het gedogen van overtredingen. Hiermee is aangesloten bij het landelijke gedoogkader zoals weergegeven in de Nota Gedogen in Nederland.

 

Kwaliteitsborging

Kwaliteit manifesteert zich in alle onderdelen van een organisatie. In kennis en vaardigheden van medewerkers, in werkprocessen/strategieën, in het adequaat volgen van de planning- en control cyclus, in het onderhouden van relaties met partnerorganisaties en in communicatie.

Een veranderende omgeving vraagt om een organisatie die mee verandert. In het hoofdstuk Kwaliteit wordt ingegaan op de beleidscyclus, de (landelijke) kwaliteitseisen en onze ambities betreffende de borging van de kwaliteit.

2.3. Artikel 10.1 Wro

In artikel 10.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is bepaald dat het college jaarlijks hun voornemen bekent maakt met betrekking tot de wijze waarop in het komende jaar uitvoering zal worden gegeven aan de bestuursrechtelijke handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze wet. Door opname van deze paragraaf in het uitvoeringsprogramma wordt hieraan voldaan.

 

De Wro is een instrument om ruimtelijke behoeften als wonen, werken, recreëren, mobiliteit, water en natuur in een samenhangende benadering te verdelen. De Wro maakt daarbij een onderscheid in beleid en normstelling.

 

Normstelling is de juridische borging van de doorwerking van het beleid. Dit vindt plaats in bestemmingsplannen, inpassingsplannen en beheersverordeningen (verder enkel geduid als bestemmingsplannen). De bestemmingsplannen zijn gebiedsdekkend. Er zijn daarnaast ook meerdere gebiedsdekkende structuurvisies vastgesteld: namelijk de Omgevingsvisie (2016), de Structuurvisie Ruimtelijke Economie Zuid-Limburg (2017) en de Structuurvisie Wonen (2016). Een nieuwe Omgevingsvisie is in voorbereiding.

 

2.3.1. Bestemmingsplannen

De bestemmingsplannen zijn actueel. Gebiedsdekkend worden de bestemmingsplannen actueel gehouden en verbeterd door middel van zogenaamde veegplannen. Voor projecten worden afzonderlijke bestemmingsplannen vastgesteld. Sommige bestemmingsplannen zijn ouder dan 10 jaar, maar worden frequent geactualiseerd. Bovendien zullen -met de beperkte personele bezetting en de voorbereiding op de Omgevingswet- keuzes gemaakt moeten worden en prioriteiten gesteld moeten worden. Daardoor kan het voorkomen dat bestemmingsplannen niet binnen 10 jaar worden vernieuwd.

 

Naleving van de bepalingen van bestemmingsplannen wordt geborgd door toezicht en handhaving.

 

2.3.2 Uitvoering Wro: strijdig gebruik

In deel I van het VTH-beleidsplan wordt gesproken van het taakveld “ Strijdig gebruik”. Dit taakveld heeft een hoge prioriteit gekregen en komt daardoor terug in de toezichtstrategieën. In aanvulling daarop geldt een systeem van meldingen. Niet alleen meldingen door inwoners die signaleren, maar ook vanuit andere vakafdelingen.

 

Onze afdeling Burgerzaken is verantwoordelijk voor inschrijving van onze inwoners in de Basisregistratie personen. Uit het onderzoek dat volgens de Wet BRP wordt uitgevoerd, kan een indicatie ontstaan dat sprake is van bewoning in strijd met het bestemmingsplan (bijv. kamerverhuur of wonen in een winkel- of bedrijfspand). Wanneer dat het geval is, krijgt team Toezicht & Handhaving een signaal zodat toezicht en handhaving in gang kan worden gezet. De wijze waarop dat vervolgens gebeurt, is conform de handelwijze beschreven in de sub paragraaf “Meldingen” en de paragraaf “Sanctiestrategie” van deel II van het VTH-beleidsplan.

3. Uitvoeringsorganisatie

De organisatie beweegt mee met wat de maatschappij van ons vraagt. Met name de komst van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (WKB) heeft een grote impact op de uitvoeringsorganisatie en vraagt een andere wijze van organiseren; met als basis het van ‘buiten naar binnen denken’. Uiteraard binnen de geldende (wettelijke) kaders en bevoegdheden. Dit heeft impact op de functies binnen het VTH domein. Functies zullen veranderen en er zullen functies bijkomen. Naast de organisatorische kant betekent dit ook voor onze medewerkers een verandering van toetsend en controlerend naar een nog meer participerende uitvoering van hun functie in interactie met onze inwoners. Dit vereist een gedrag en cultuurverandering, waar inmiddels mee is gestart, en wat de komende jaren zijn vervolg zal krijgen. De arbeidsmarkt is bijzonder krap, hierdoor zal het de komende jaren een uitdaging worden om onze talentvolle medewerkers te behouden en medewerkers aan te trekken met de gewenste competenties om de veranderingen die eraan komen te kunnen doorlopen.

4. Uitvoeringsprogramma 2022

Ook in 2022 wordt conform de uitvoeringsstrategieën uit het tweede deel van het VTH-beleidsplan gewerkt om de doelen uit het eerste deel te borgen. Door met name de (aanhoudende) coronacrisis en de impact daarvan op team Toezicht & Handhaving (T&H) zijn een aantal ontwikkelingen, waaronder het vormgeven van indicatoren waarmee kan worden vastgesteld wat de effecten zijn van onze inzet in het kader van toezicht en handhaving, getemperd. Zoals eerder benoemd was in september 2021 een trainee gestart met de opdracht onze doelen nader te concretiseren, zodat ook de outcome SMARTer kan worden geformuleerd. We willen steeds meer toe naar het meten van de effecten van onze inzet en de bijdrage die daarmee wordt geleverd aan het behalen van onze doelen.

 

Naast dit streven, geldt voor 2022 dat de implementatie van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen centraal staan. Dit zal een impact hebben op de werkzaamheden van team Vergunningen, Parkeren, Markten en Havens (VPMH) en team Toezicht en Handhaving (T&H). Niet alleen door de bijdrage van de teams aan de instrumenten van de Omgevingswet, maar ook doordat opleidingen gevolgd moeten worden (zowel kennis als vaardigheden). Daarnaast zal (gedurende en na de ontwikkeling van de instrumenten van de Omgevingswet) de invloed op de uitvoering en de werkprocessen nader moeten worden onderzocht.

 

In regionaal verband is de zogenoemde VTH-applicatie (Squit 20/20) aangeschaft. De implementatie is helaas meerdere keren uitgesteld. In 2021 is gestart met het testen van de applicatie, maar de applicatie is nog niet (geheel) geïmplementeerd. Naar verwachting vindt de volledige implementatie in 2022 plaats, daarbij vindt er een overstap plaats naar de VTH-applicatie Rx. Mission. Deze overstap vindt waarschijnlijk plaats na de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Medio 2022 starten we met de eerste voorbereidingen. Rx. Mission is een update van Squit20/20 en moet opnieuw worden geïmplementeerd en aangepast op onze werkprocessen. De VTH-applicatie is noodzakelijk voor het verkrijgen van betrouwbare sturingsinformatie. Op basis hiervan worden de mogelijkheden voor een effectieve beleidscyclus vergroot. Implementatie in 2022 betekent dat de medewerkers tijd moeten investeren in het volgen van gebruikersopleidingen.

 

Net als in voorgaande jaren is het onze ambitie om ook in 2022 te streven naar een goede dienstverlening, waarbij tijdig handelen, goede communicatie, kwaliteit en professionaliteit voorop staan. We zijn lerende organisatie waarbij op dit vlak nog voldoende ontwikkelpotentieel aanwezig is. Een informele en oplossingsgerichte aanpak staat ook onverminderd hoog op de agenda.

4.1. Reflectie jaar 2021

In het uitvoeringsprogramma 2021 stond dat het jaar 2020 een memorabel jaar was, het jaar van de coronacrisis. Helaas was dat ook nog steeds het geval voor het jaar 2021. De aanhoudende coronacrisis heeft een grote impact gehad op de teams VPMH en T&H.

 

We hopen in 2022 de vacatures voor alle functies in te vullen, zodat we aan de slag kunnen met de verdere doorontwikkeling van onze teams en onze VTH-beleidscyclus. Beide teams hebben ondanks de coronacrisis te maken gehad met een hoog aantal vergunningaanvragen (VPMH) en veel voorbereidingen rondom de invoering van de nieuwe Omgevingswet en de Wet private kwaliteitsborging voor het bouwen. Implementatie van de nieuwe wetgeving en bijbehorende processen zal ook in 2022 (en verder) veel inzet vereisen.

4.2. Uitvoering 2022

Om beleidsdoelen te kunnen realiseren is een sluitende beleidscyclus van belang. Beleidsdoelen worden geborgd in regels en door vergunningenstelsels, naleving van regels en vergunningen wordt geborgd door toezicht en handhaving en een samenspel van beleid en uitvoering is nodig voor evaluatie en (door)ontwikkeling.

 

In deel I van het VTH-beleidsplan zijn de doelen per taakveld gesteld (zie ook paragraaf 2.1. van dit document). Om deze doelen goed te laten slagen ligt de focus bij team VPMH en team T&H in 2022 op:

  • het verhogen van de professionele dienstverlening (klant centraal, van buiten naar binnen, cultuur),

  • vernieuwde procesinrichting (VPMH) rondom aanvragen (o.a. snelservice formule, ontwerpformule, intaketafel, omgevingstafel, één digitaal loket),

  • het verhogen van uniformiteit en kwaliteit door verdere digitalisering (Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en invoering van een nieuw VTH-zaaksysteem (Squit2020/RX-Mission).

Zoals hiervoor bij paragraaf 2.2. aangegeven, worden de taakvelden ook geplaatst binnen een van de drie thema’s te weten vergunningsgericht toezicht, objectgericht toezicht en overig toezicht. Hierdoor worden de doelen van die taakvelden direct betrokken in de uitvoering op hoofdlijnen en wordt bijgedragen aan de realisatie van die doelen.

 

De doelen behorende bij de taakvelden kunnen op basis van de toezichtstrategieën voor de uitvoering van het vergunningsgerichte, objectgericht en overig toezicht nader geconcretiseerd worden met resultaatindicatoren en daarbij behorende streefwaarden. De streefwaarden bij de resultaatindicatoren zijn gebaseerd op cijfers van voorgaande jaren. Bij deze streefwaarden kan worden verondersteld dat wordt voldaan aan de doelstellingen uit het beleid.

 

Vergunningsgericht toezicht

Vergunningsgericht toezicht betreft toezicht op in uitvoering gaande omgevingsvergunningen voor alle Wabo-activiteiten, in hoofdzaak de activiteiten bouwen en slopen (inclusief sloopmeldingen). Het betreft zowel toezicht op uitvoeringswerkzaamheden als toezicht bij werken in afwijking van of zonder benodigde vergunning en bij niet tijdig gebruikte omgevingsvergunningen. Hoewel strikt genomen geen sprake is van toezicht, wordt de beoordeling van constructiegegevens geplaatst binnen het vergunningsgericht toezicht.

 

Resultaat

Resultaatindicatoren

Streefwaarde

Taakstelling handhaving basiskwaliteit Wabo vergunningen en (asbest)sloopmeldingen (vergunningsgericht toezicht) gerealiseerd.

Aantal vergunningen en meldingen dat in uitvoering gaat dat wordt gecontroleerd als % van het aantal vergunningen dat in uitvoering gaat. Conform VTH-beleid, worden niet alle vergunningen en meldingen (op dezelfde wijze) gecontroleerd.

70%

Aantal vergunningen dat in uitvoering gaat dat wordt getoetst op constructieve veiligheid als % van het aantal vergunningen dat in uitvoering gaat waarbij constructiegegevens deel uitmaken van de vergunning. Conform VTH-beleid worden niet alle vergunningen (op dezelfde wijze) getoetst.

25%

 

Bij het vergunningsgericht toezicht worden controles uitgevoerd. Dit gebeurt volgens de toezichtstrategie die in het beleidsplan is opgenomen. In die toezichtstrategie zijn de te controleren onderdelen, de momenten en het toezichtniveau opgenomen.

Door het houden van toezicht op in uitvoering gaande vergunningen en het toetsen van constructieve gegevens bij een vergunningaanvraag conform de toezichtstrategie wordt bijgedragen aan het realiseren en gebruiken van veilige, gezonde en leefbare bouwwerken die constructief veilig zijn. De toezichtstrategie heeft ook betrekking op monumenten en het beschermd stads- en dorpsgezicht. Op deze wijze wordt bijgedragen aan het beschermen van de aanwezige cultuurhistorische waarden. Ook de doelen bij de taakvelden ruimtelijke kwaliteit, strijdig gebruik en brandveiligheid zijn in de toezichtstrategie verwerkt, zodat door het vergunningsgerichte toezicht wordt bijgedragen aan het realiseren van deze doelen.

 

Objectgericht toezicht

Objectgericht toezicht betreft het toezicht op de zogenoemde langlopende vergunningen en monumenten/beschermd stads- en dorpsgezicht. Het gaat daarbij om periodiek toezicht bij bestaande bouwwerken en inrichtingen (objecten), waarbij wordt gecontroleerd op brandveilig gebruik, milieuvoorschriften en/of algemene voorschriften. Daarnaast wordt toezicht gehouden op het gebruik en op de instandhoudingstermijn van tijdelijke vergunningen.

 

Binnen het objectgericht toezicht wordt ook gewerkt op basis van thema’s. Terugkerende thema’s zijn brandveiligheid bij horeca inrichtingen tijdens carnaval, naleving geluidvoorschriften bij horeca inrichtingen, flexteamacties, ondermijning, duurzaamheid, na-ijlende gevolgen van mijnbouwactiviteiten en RVS onderdelen van ophangconstructies bij zwembaden. Daarnaast kunnen incidenten in den lande aanleiding zijn voor thematisch toezicht op dat specifieke onderwerp. Hierbij valt te denken aan balkonconstructies, brandveilige gevels en (breedplaat)vloeren. Veelal roept het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties gemeenten naar aanleiding van een incident op tot extra toezicht.

 

Resultaat

Resultaatindicatoren

Streefwaarde

Taakstelling handhaving basiskwaliteit bij bestaande bouwwerken (excl. eengezinswoningen en woonwagens) en inrichtingen gerealiseerd met als prioriteit (brand)veiligheid, milieukwaliteit en hygiëne (objectgericht toezicht).

Aantal gecontroleerde bestaande bouwwerken (excl. eengezinswoningen en woonwagens) en inrichtingen (verder: objecten) door de gemeente als % van het gemeentelijk objectenbestand (3200 objecten).

10%

Aantal gecontroleerde objecten door de RUD als % van het gemeentelijk objectenbestand.

De RUD heeft als gevolg van het wettelijk basistakenpakket 140 gemeentelijke objecten in haar bestand. Van dit aantal controleert de RUD cyclisch jaarlijks een gedeelte.

2%

Aantal gecontroleerde objecten door de Brandweer als % van het gemeentelijk objectenbestand.

De Brandweer heeft conform afspraken 120 gemeentelijke objecten in haar bestand. Van dit aantal controleert de brandweer cyclisch jaarlijks een gedeelte.

2%

 

Bij het objectgericht toezicht gaat het om controles bij bestaande bouwwerken en (milieu)inrichtingen. In de toezichtstrategieën voor de thema’s milieu, brandveiligheid en monumenten / beschermd stads-dorpsgezicht zijn de onderdelen die van belang zijn voor de realisatie van de doelen bij de taakvelden milieu, brandveiligheid, strijdig gebruik, bouwen en cultuur historisch erfgoed verwerkt. Hiermee wordt door het objectgericht toezicht bijgedragen aan de realisatie van die doelen.

 

Overig toezicht

Overig toezicht met betrekking tot de Wabo-taken heeft over het algemeen een lage prioriteit. Uitzondering hierop is het toezicht op handelsreclame (vanwege het welstandsaspect) en het toezicht bij evenementen. Voor het toezicht bij evenementen wordt verwezen naar het evenementenvergunningenbeleid. Voor het toezicht op handelsreclame geldt dat twee keer per jaar een ronde wordt gemaakt in de centra, waarbij reclameobjecten worden gecontroleerd.

 

Meldingen

Voor doelstellingen waaraan een lage prioriteit is gegeven, geldt dat toezicht plaatsvindt naar aanleiding van meldingen van inwoners. Op deze manier worden de belangen van inwoners gewaarborgd. Meldingen zijn signalen van burgers die weergeven wat de burger op dat moment belangrijk vindt en wat speelt in zijn omgeving. Meldingen worden in beginsel dan ook opgepakt. Dit betekent dat een gemeentelijk toezichthouder de situatie gaat opnemen en dus toezicht gaat uitoefenen. Het toezicht is dan specifiek gericht op de inhoud van de melding. De melder wordt geïnformeerd over het toezicht en een eventueel vervolg daarop.

Artikel 10.1 Wro

Vanuit de afdeling Burgerzaken hebben wij diverse meldingen gekregen over mogelijke woonvormen in strijd met het bestemmingsplan. Als gevolg van de corona maatregelen hebben wij in 2021 nagenoeg geen toezicht in woningen (bijv. kamerverhuurpanden en panden waar arbeidsmigranten zijn gehuisvest) kunnen uitoefenen. Hierdoor is er een voorraad ontstaan van nog te controleren adressen (25 adressen). Als de corona maatregelen het toelaten wordt in ieder geval een deel van die adressen in 2022 gecontroleerd.

 

Uitvoering sanctiestrategie – bestuursrechtelijke handhaving

Als regels worden overtreden, wordt handhavend opgetreden. Het bestuursrecht kent hiervoor een aantal (herstel)sancties. Met het opleggen van een (herstel)sanctie en de eventueel daaropvolgende invordering of het verhaal van kosten worden bestuursrechtelijke besluiten genomen. Belanghebbenden kunnen hiertegen bezwaar maken. Vervolgens zijn er mogelijkheden voor beroep en hoger beroep.

 

Belanghebbenden kunnen het college ook verzoeken om handhavend op te treden. Op zo’n verzoek dient een formeel besluit te worden genomen. Ook tegen dit besluit kunnen rechtsmiddelen worden aangewend. Het besluit op een verzoek om handhaving dient binnen een termijn van 8 weken te worden genomen. Deze termijn mag eenmaal worden verlengd. Wanneer het besluit niet tijdig wordt genomen, kan de belanghebbende het college in gebrekestellen. Bij het niet voldoen aan de ingebrekestelling, verbeurt het college een dwangsom.

 

Andere bestuursrechtelijke procedures zien op verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en handhavingsbesluiten met betrekking tot de kwaliteit van de kinderopvang (de zogenoemde aanwijzingen). Dit laatste gebeurt naar aanleiding van adviezen van de toezichthoudende instantie (GGD). Deze besluiten vallen niet onder het VTH-beleid, maar hebben wel een hoge prioriteit.

 

Bestuursrechtelijke procedures verlopen via de sanctiestrategie en de stappen die in deel II van het VTH-beleidsplan zijn beschreven. De hieronder genoemde resultaten en de daarbij behorende indicatoren zien op de kwaliteit van de bestuursrechtelijke procedure en daarbij behorende dienstverlening. In het kader van dienstverlening worden ook altijd de mogelijkheden onderzocht om zonder besluitvorming tot een oplossing te komen en wordt ingezet op de (pre)mediation.

 

Resultaat

Resultaatindicatoren

Streefwaarde

Taakstelling adequaat bestuursrechtelijke procedures gerealiseerd.

Het aantal bezwaarschriften als % van het aantal genomen bestuursrechtelijke besluiten.

25%

Het aantal beroepschriften als % van het aantal genomen beslissingen op bezwaar.

25%

Het aantal gegrond verklaarde bezwaren als % van het aantal genomen bestuursrechtelijke besluiten.

5 -15%

Het aantal gegrond verklaarde beroepen als % van het aantal genomen beslissingen op bezwaar.

5 - 15%

Aantal termijn gebonden besluiten dat binnen de (eenmaal verlengde) termijn is genomen als % van het aantal termijn gebonden besluiten.

90%

 

Bestuursrechtelijke handhaving volgt op overtreding van regels. De afweging van de interventie gebeurt conform de sanctiestrategie die gebaseerd is op de Landelijke Handhavingsstrategie. Daar waar mogelijk wordt gekeken naar oplossingen en wordt ingezet op mediation. Op deze wijze wordt bijgedragen aan het bevorderen van naleefgedrag. Bovenstaande resultaatindicatoren geven vooral een beeld van de kwaliteit van de bestuursrechtelijke procedures. Dit is uiteraard van belang wil het een effect hebben op het bevorderen van het naleefgedrag en bijdragen aan het behalen van de beleidsdoelen.

 

Risicofactor Wet kwaliteitsborging

Een belangrijke constatering is dat de rol van de gemeente aanzienlijk verandert door komst van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). Deze wet zal naar verwachting 1 januari 2023 gefaseerd in werking treden. De bouwtechnische toetsing en bouwtechnische controle worden immers door een private kwaliteitsborger uitgevoerd. In principe hoeven we bij een bouwplan als gemeente niet meer te toetsen aan de voorschriften van het Bouwbesluit 2012 en tijdens de bouw geen toezicht meer te houden op de bouwtechnische aspecten. Aangezien de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen gefaseerd in werking treedt heeft dit voorlopig alleen betrekking op bouwwerken die vallen onder gevolgklasse 1, de relatief ‘eenvoudige’ bouwwerken. Handhaving blijft echter wel een taak van de gemeente. Het is nog niet duidelijk in welke mate de gemeente na invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen handhavend moet optreden. Beleidsmatig kan er dus voor gekozen worden om in de transitiefase toezicht alsnog aan te scherpen. Reden hiervoor is om in de beginperiode zicht te krijgen op het werk van een kwaliteitsborger en tijdig te kunnen ingrijpen als het dreigt mis te gaan. In de loop van 2022 zal aan de hand van proefprojecten en nader onderzoek pas duidelijk worden welke koers we gaan varen.

5. Slot

2021 was wederom een bijzonder jaar door de aanhoudende coronacrisis. Desondanks hebben we mooie stappen in de goede richting gezet en ligt er een goede basis om in 2022 mee verder te gaan. De effecten van de coronacrisis zal naar alle waarschijnlijkheid nog steeds een doorwerking hebben in 2022. Bovendien zal de nieuwe Omgevingswet mogelijk leiden tot een toename van aanvragen onder het huidige wettelijke regime.

 

Ook hebben we met zijn allen goed werk geleverd en onze taken goed en conform VTH-beleid uitgevoerd. Op deze manier hebben wij bijgedragen aan een prettige en veilige fysieke leefomgeving. Ook voor 2022 geldt dat we meebewegen met de ontwikkelingen in de maatschappij, de komst van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. 2022 zal in het teken staan van een gedegen voorbereiding en inzet op het verder verhogen van de kwaliteit bij de uitvoering van onze taken. Streven daarbij is te komen tot een nadere concretisering van doelen en het zoveel mogelijk vaststellen van de effecten van onze uitvoering in relatie tot die doelen.

Bijlage 1 Vergunningen 2022

Vergunningen regulier

  • Afhandelen van 4000 klantcontacten (telefonie, mail, balie)

  • Verlenen van omgevingsvergunningen(bouwen, sloop, reclame, kap, uitweg, monument, strijdig BP) 675

  • Afhandelen van sloopmeldingen 400

  • Behandelen omgevingsvergunningen in de ARK 308

  • Behandelen schetsplannen/vooroverleg 300

  • Verlenen vergunningen en ontheffingen i.h.k.v. APV en bijzondere wetten

    • o

      evenementenvergunningen 250

    • o

      horecavergunningen (DHW en Exploitatie) 115

    • o

      overige vergunningen 90

  • juridische advisering

    • o

      bezwaarschriften 132

    • o

      beroepzaken 8

Naar boven